r i s Hi y i Buitcnianb. ttittnenlattb. 31 3(3 J 3. !V - 2f \28 29 del Tei i 8 6 boo 1 9 31 xalv i i 1 i 8 E ±A: Noo a 4,S f 0,i 1 zijn geestverwanten, ondanks de moties op verschillende openbare vergaderingen aangenomen en de telegram men vandaar verzonden blijft ons volkonzes inziens te recht j afkeering van het algemeen stemrecht. Bij alle verschil van gevoelen schijnt echter door de groote meerderheid afgekeurd te wordendat de eisch van zekere gegoedheid als vermoeden van maatschappelijke onafhankelijkheid en geschiktheiddoor de Grondwet wordt gesteld als voorwaaarde waaraan allen moeten voldoen om het kiesrecht te kunnen verkrijgen ook al bestaan er voor velen andere en betere vermoedens van geschiktheiden dat daarenboven de gegoedheid en vermoedelijke geschiktheid moet blijken uit het betalen van zekere som in de directe rijksbelasting. Daarbij is die band tusschen de rijks belasting en het kiesrecht gebleken een allernoodlot- tigste hinderpaal te zijn voor de verbetering van ons belastingstelselen is men vrij algemeen overtuigd, dat in elk geval de Grondwet niet alle eischen voor de toekenning van het kiesrecht moet bevatten, maar veel aan de gewone wet moet overlaten opdat men steeds die voorwaarden zal kunnen stellen die overeenkomstig de tijdsomstandigheden de beste geacht wordenen uitbreiding van het kiesrechtals die noodig isge leidelijk kan worden ingevoerd zonder dat vooaf het geheele land in beweging gebracht behoeft te worden om de Grondwet te herzien. Waarom zou dan niet te gelijk met het Regeeringsvoorstel een wijziging be proefd kunnen wordenniet om het kiesrecht te re gelen dat moet later door de gewone wet geschie den maar om die bepalingen uit de Grondwet weg te nemen die den wetgever bij dezen gewichtigen arbeid te veel binden en reeds gebleken zijn noodlottige be lemmeringen te wezen De voorschriften dat het aantal leden der Tweede Kamer moet zijn één voor ieder 45000tal der bevolking, zoodat om de vijf jaren een herziening der kiesdistricten moet worden ter hand genomen die veelal mislukt en dat de helft van de leden om de twee jaren moet aftreden zijn bepalingen die even slecht werken. Het aantal leden kan op een vast cijfer gestelden de verdere regeling der zaak aan de later te maken kies wet overgelaten worden. Waarschijnlijk zou daarenboven een vereenvoudiging van de bepalingen der Grondwet omtrent onze defen sie evenzeer met goeden uitslag ondernomen kunnen worden waarbij verschillende voorschriften over zee- en landmachtmilitie en schutterij vervielen ten einde den wetgever vrijheid te laten om de geheele zaak zoo te regelen als zijns inziens 's lands belang blijkt te vorderen. Tegenover hen die mochten beweren dat dit te veel op eens zou zijn dat dit werk te veel tijd zou kosten en bij gevolg de herziening van art. 198 te veel zou vertragenzij nog eens herinnerddat dit bezwaar inderdaad zou geldenwanneer een regeling van ons kiesrechtvan militie en schutterijen werd verlangd en nietzooals het geval is eenvoudig de wegneming van eenige belemmerende bepalingen uit de Grondwet die er niet in thuis behooren en proeven van behoor lijke regeling doen mislukken. Ten slotte zij nog eens herhaalddatwanneer drie of vier voorstellen tot wijziging bij afzonderlijke wetsontwerpen worden inge diend de verwerping van het eene voorstel niet belet dat het ander wordt aangenomen en de Grondwetsher ziening overeenkomstig de goedgekeurde voorstellen tot stand komt. BELGIE. De Indépendance tracht naar aanleiding van de door den minister Jacobs in den Senaat afge legde verklaring, „wemelende van beschuldigingen, alleen met het doel om het gedrag van den burgemeester Buis af te keuren", dit gedrag als onberispelijk te verdedigen. De burgemeester van Brussel had den 7 drie regi menten der burgerwacht en alle bijzondere corpsen samen 4500 manopgeroepen. Eén regiment was met het oog op den avondin reserve gehouden. „Maakt de boeien van den luitenant losbeval ik den lieden die nieuwsgierig hadden toegekeken, terwijl ik zijne zakken doorzocht. Zij hadden mij gewillig ge hoorzaamd toen ik bevalom hem te vatten en te bindennu echter morden zij zij geloofden niet aan zijne onschuld ook toen ik verklaarde, mijne beschul diging te moeten terugnemen daar mijne verdenking ongegrond gebleken was. Ik moest mijn bevel meer malen herhalen voordat er schoorvoetend aan voldaan werd aarzelend verlieten zij daarop de boerenwoning waar ik alleen met den luitenant achterbleef. Nog steeds had hij geen woord gesproken, noch ter wijl ik hem doorzochtnoch terwijl zijne boeien werden losgemaakt. Nu stond hij voor mij, met over elkander gestagen armen hij keek mij met somberen blik aan. „Gij zijt het dienstwillige werktuig van mijnen neef of mevrouw von Osternau geweestdie mij altijd ge haat heeft en in wier hersenen die smadelijke verden king is gezezen waarvan ik het slachtoffer ben ge worden.'' Ik wilde hem in de reden vallen hem zeggendat hij zich vergiste maar hij voer tegen mij uit„Zwijg Ik verlang van u geene verontschuldiging. "Waart gij een edelman dan moest gij mij voldoening geven voor de onwaardige mij aangedane behandeling gij echter kunt mij niet beleedigen. Zeg aan mevrouw von Os ternau dat iedere familieband voortaan tusschen ons is verbroken 1" „Mevrouw von Osternau weet niets „Bespaar mij uwe leugen ik geloof u niet. Ik ken mijne aartsvijandinnen mevrouw von Osternau en Liesje, zij zullen nog eens aan mij denken Hij wierp mij een verachtehjken blik toe en liep mij toen voorbij zonder een enkele maal meer omte- zienverliet hij het huis. Diep beschaamd moest ik hem laten heengaanik mocht hem niet terughouden. Ik voelde mij verplicht, mijnheer von Osternau mijne treurige overijling medetedeelen het was eene zware taskmaar ik moest die vervullenzoo ging ik dan Bovendien was het geheele politiepersoneeldat irs de straten kon worden geplaatst353 man uitgezonden. Hierbij kwamen nog de beschikbare spuitgasten en de geheele gendarmerie, waarover de commandant beschik ken kon. Bij den optocht der liberalen op 31 Aug. hadden alleen twee regimenten der burgerwacht dienst gedaan. En nu vragen wijzegt dat bladwat de heer Buis meer had kunnen doen, dan al zijne macht op de been brengen. Een tusschenbeide komen der troepen zou de onlusten in niet te voorziene mate hebben verergerd. De verbittering was zoo algemeen dat het onmogelijk was méér te doen en de verant- antwoording rust uitsluitend op hendie de vertooning te Brussel hebben doorgedreven. Zij hadden wèl gedaan met het voorbeeld te volgen der Tories in Engeland die zich wel gewacht hebben eene samenkomst te hou den in het Hydepark. De conservatief constitutioneele vereeniging voor het arrondissement Brussel heeft in een aan den burge meester van Brussel gericht stuk verklaard dat de meer dan 80,000 geestverwanten, welke den 7 te Brussel kwamen vol vertrouwen op de uitdrukkelijk toege zegde bescherming des burgemeestersdie bescherming niet hebben ondervonden. De geheele verantwoorde lijkheid komt volgens hen voor rekening van den burge meester. Aan zijne zwakheid en zijn gebrek aan door zicht is alles te wijten. In eene verordening van den 6 had hij alle samenscholingen en groepen op straat buiten de deelnemers aan den optocht verboden en deze ver ordening liet hij straffeloos overtreden door betrekkelijk kleine troepen van rustverstoorders, meest jongelieden, blinde werklieden van enkele behendige raddraaiers. De ware bevolking der hoofdstad toonde door hare toejuichingen welke hij heeft moeten hooren hoezeer zij het bedrijf dezer lieden afkeurde. Deze bevolking besefte„dat Brussel niet alleen aan de Brusselaren behoortmaar aan alie Belgen zonder onderscheid, die, zich in de hoofdstad des lands bevindende ten hun nent zijn. Dit hebt gij zoo luidt het slotverge ten mijnheer de burgemeester 1 Ziedaar uwen misslag en de eigenlijke oorzaak der betreurenswaardige too- neelen welke een blijvende smet zullen werpen op uw bestuur." De dagbladen meldendat twee klassen der militie opgeroepen zijn tot versterking van het garnizoen te Brussel met 900 man. DUITSCHLAND. Met betrekking tot het verleenen der orde voor verdiensten aan prins Bismarckver klaart de Keizer in zijn kabinetsorder, dat Bismarck by twee oorlogen niet slechts als hooggeschat raadsman, maar ook als soldaat hem ter zijde stond. Ten slotte zegt hij „Ge zijtik weet hetzoo zeer met hart en ziel soldaatdat ik meen met het verleenen dezer orde, welke veler uwer voorvaderen met trots hebben gedra gen u een genoegen te zullen doen. Mij zeiven is het eene voldoeningdat ik den man dien God in zijne genade mij ter zijde gesteld en die zooveel voor bet vaderland gedaan heeftals soldaat eene welverdiende erkenning kan doen ton deel vallen." FRANKRIJK. Den 13 wordt een ministerraad ge houden waarin de met China aanhangige zaken be sproken zullen worden. Eene oorlogsverklaring is van China nog niet ontvangen. De graat van Parijs heeft dezer dagen een zoon ge kregen die genaamd is Ferdinand Francis Philippe Marie Laurent. ITALIË. Den 10 stierven 551 personen aan cho lera waarvan 474 te Napels (met 966 ziektegevallen) en 21 te Spezzia. Den 11 overleden 493 personen waarvan 430 te Napels op 800 ziektegevallen en 13 te Spezzia. Het vallen van een overvloedigen regen te Napels was oorzaak, dat de temperatuur zeer afkoelde en het aantal choleragevallen den 11 met ongeveer 200 verminderde. Bij zijn bezoek aan Napels bracht Koning Humbert o.a. een bezoek aan de lijders in de hospitalen. Hij sprak den zieken moed in en beloofde te helpen, zooveel weder naar de pastorie. Mijn bezoek kon ik echter niet meer afleggen mijnheer von Osternau had voor altijd de oogen gesloten. Ontsla mij mijnheer von Ernau van de schildering van de diepe smartja de wanhoop, waaraan mevrouw von Osternau door den dood van haren voortrefielijken echtgenoot ten prooi was. Zij had hem van ganscher harte liefgehadja vereerdde wereld scheen haar troosteloos en ledignadat hij was heengegaan. Haar eenige troost waren hare beide kinderenLiesje en Fritsjenu de jeugdige bezitter van Osternau. Waarlijk, de ongelukkige vrouw had troost noodig in ieder opzichtwant na den dood van mijnheer von Osternau bleek hetdat zijne omstandigheden niet zoo schitterend geweest waren als men algemeen had ge loofd. In vroegere jaren had hij de geheele opbrengst der goederen aangewend om die te verbeteren eerst later had hij aan sparen gedacht ten einde zich een eigen vermogen te verwervendat hij zijne vrouw en dochter kon nalatenmaar de onbegrensde grootmoedigheidwaarmede hij meermalen de schulden van zijnen neef Albrecht had betaald en die ook de oorzaak van andere belangrijke geldelijke verliezen was geweesthadden hem bij de uitvoering van dat voor nemen in den weg gestaan. Eerst in de laatste jaren was het hem geluktom ongeveer vijfendertig duizend gulden vrij kapitaal wegteleggen met dit geld wilde hij voor Liesje de goederen Wernewitz en Rudersdorf koopen maar het koopcontract kon na zijnen dood niet worden afgeslotenomdat het geheele kapitaalhet eenige vrije eigendom dat hij had kunnen nalaten of eene prooi der vlammen öf den buit van een onwaar- digen dief geworden was. De vraagof het laatste het geval wasbleef onbeantwoord, want geen bepaald feit bevestigde de verdenking, die mijnheer von Osternau zoo korten tijd voor zijnen dood tegen mij had uitge sproken. De luitenant had, onmiddelijk na de smadelijke belee- diging hem aangedaan, Osternau verlaten hij was naar in zijn varmogen was. Hij schonk 50000 als eerste bijdrage. Bij een bezoek in sommige wijken der stad verzocht h®t volk hem luide om vermindering der vleesch- prijzen, waarvoor het gemeentebestuur reeds maatregelen genomen heeft. De angst voor geneeskundige hulp is een der voornaamste oorzaken r waardoor de epidemie zulk een omvang heeft gekregen. Men weigert de geneeskun digen toe te laten en mishandelt hen zelfs. Als redenen voor dit verzet worden opgegeven dat de geneesheeren zeer nauwgezet naleven de wet, die hun voorschrijft, van elk geval van besmettelijke ziekte aangifte te doen en dat de gemeentebesturen streng de hand houden aan de afzondering der zieken door hen naar de gasthuizen over te brengenen verder de huizen waar gevallen voorkwamen, te sluiten en de bewoners aan afzondering te onderwerpen. Deze maatregelen hebben eene zeer schade lijke uitwerking gehad. Om den last uit de aangifte en de afzondering te ontgaan werd het inroepen van genees kundige hulp achterwege gelaten en stierven velen die bij tijdige hulp wellicht te redden waren geweest. En wanneer de buren uit vrees voor besmetting of de politie het gemeentebestuur waarschuwden en dan geneeskundige hulp kwam werden de geneeskundigen meestal weggejaagd. Overigens waren allerlei onge rijmde geruchten in omloop die geloofd werden bij voorbeeld dat het water vergiftigd was. RUSLAND. Het meisjedat onlangs te Odessa uit staatkundigen haat kolonel Katansky vermoorddei& door den krijgsraad tot 20 jaren dwangarbeid veroordeeld. VEREENIGDE STATEN. Te Cleveland in Ohio is een van de Cuyahoga-rivier doorsneden veld van drie vierkante mijlen bedekt met honderden houtwer- ven fabrieken en zaagmolens. In den avond van den 7' speelden twee jongens met lucifers waardoor een hoopje blokken in brand geraakte. Het vuur verspreidde zich met groote snelheid in alle richtingen en hoewel de brandweer spoedig aanwezig was bleek men weldra tegenover de geweldige vuurzee machteloos te zijn. De sterke wind slingerde brandende takkebossen door de lucht. Verscheidene spuitgasten werden vermist. Men was genoodzaakt om drie spuiten in de rivier te wer pen zouden zij niet mede verbranden. Talrijke spuiten uit naburige plaatsen kwamen gedurende den nacht te hulp. Op de hoogten rondom de vlakte stond eene op eengepakte menschenmassa in den wijden vuurpoel neêr' te zien. De gloed deed dwarrelwinden ontstaan, waar door ontzaggelijke vlammende stukken hout werden rondgezwierd. De schade wordt op f 5.000.000 ge raamd. Door dezen brand die men den 8 des avonds eerst meester werd zijn 17000 werklieden buiten werk geraakt. Het maandverslag van het departement van land bouw meldt omtrent de verwachting van den oogst dat de staat van de katoen minder is dan in Augus tus ten gevolge van de droogte die vooral in Texas schade heeft veroorzaakt; do gemiddelde stand is 82%. Komen er geene nachtvorsten, dan zal de oogst goed zijn. De wintertarwe staat over het algemeen boven een ge wonen oogst zij is over het algemeen van goede hoe danigheid. De uitkomsten van den oogst der zomer- tarwe zijn nog niet volledig bekendde geheele op brengst bedraagt waarschijnlijk 500 miljoen schepel de gemiddelde staat is 98 tegen 83 in 1883. De stand der maïs is beter dan sedert 1880: gemiddeld 94; hij geeft hoop op een opbrengst van 1800 miljoen schepel, welke alle vorige oogsten zal overtreffeu. Het gemiddelde van haver is 94 gerst S7, rogge 96, aard appelen 91, tabak 94. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. De regeering heeft ingetrokken het ontwerp den onteigenings voor het maken eener nieuwe verbinding van Hollandschen IJsel met de Gouwe. Berlijn vertrokken en niet weer naar Osternau terug gekeerd wantzoo verklaarde hij in eenen brief aan mevrouw von Osternau zelfs de dood van zijnen neef zou hem niet kunnen verzoenen met de onteerende be- leediging die hem voor immer van alle familiebanden had losgemaakt. Hij leefde te Berlijn zooals hij vroe ger geleefd had, wel niet op zoo grooten voet als toen, maar toch zoo weelderig dat er voor zijne uitgaven zeer belangrijke sommen noodig waren. Ik voor mij was overtuigd zeer goed te wetenwaar deze gelden van daan kwamen doch deze overtuiging was niet vol doende om eene beschuldiging te kunnen uitspreken die ik reeds eenmaal vrij onvoorzichtig hem voor de voeten had geworpen. Ook de publieke opinie beschul digde den luitenant van de brand te hebben gesticht doch zelfs geen schijn van bewijs kon tegen hem wor den ingebracht. Daar alle bedienden en daglooners zelfs de boeren bevolking van Osternau zich heftig uit lieten over de schuld van den luitenantwerd het on vermijdelijk dat 't gerecht er notitie van nam. Toen bleek het alweer, dat niemand eene eigenlijke daadzaak kon vertellen zelfs maar door een vermoeden gerecht vaardigd. In ieder geval bleef het opmerkelijk dat de anders steeds voortreffelijk in orde gehouden brandspuit, die voor een paar dagen op bevel van den heer von Osternau nog was beproefd onder persoonlijke leiding van den luitenantmet de slangen in de allerbesten orde was bevonden plotseling zonder bekende oorzaak in alle onderdeelen onbruikbaar was geworden doch, zooals ik zeibewijzen kon men den luitenant niets. Ook waren de pogingendie ik aanwendde om de overblijfselen van den brand te onderzoeken, ten einde daaruit een bewijs tegen hem te putten, ten eenenmale ijdel. Ik vond weliswaar de verkoolde schrijflessenaar en de ijzeren geldkistmaar deze waren in zulk eenen toestand dat 't onmogelijk was met eenige zekerheid vast te stellen of in de laatstebehalve de overige papieren ook de banknoten van groote waarde meê verbrand waren of niet. tVordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1884 | | pagina 2