No. 121.
Zes en tachtigste Jaargang.
1884.
EEN GELUKKIG MENSCHENLEYEN?
V R IJ D A G
10 OCTOBER.
Prijs der gewone Advertentiën:
Officieel (Bebeelte.
JSuitenlanb.
fiitmenlanb.
ADOLF STRECKFUSS.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers O 06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
SCHOUW.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengenonder herinnering aan de verplichtingen, aan eigena
ren of gebruikers van slooten opgelegd bij de politie-verorde-
ning op de gebouwenstratenpleinen, wegen en wateren van
14 December 1881 w
TS Januari 1882 ter alSemeene keünl3> dat °P Woensdag,
15 October a s., door den opzichter van den hout en de plant
soenen zal worden gehouden de JAARL1JKSCHE SCHOUW
over de vaarten en slooten in deze gemeente.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
1 Oct. 1884. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen, naar aanleiding van art. 11 van het reglement be
treflende de kamers van koophandel en fabrieken, vastgesteld
bij koninklijk besluit van 9 November 1851 (Staatsblad No.
142) gewijzigd bij dat van 11 Augustus 1859 (Staatsblad No.
80) en 12 Juli 1873 (Staatsblad No. 108), ter kennis van de
belanghebbenden
dat op Donderdag, 20 November 1884, des morgens van
10 tot 1 ure, ten raadhuize der gemeente de verkiezing zal
plaats hebben van drie leden voor de kamer van koophandel en
fabrieken alhier, in vervanging van de heeren G. J. VAN
LEEUWEN, H. J. CONIJN en C. BOSMAN, die met het
einde dezes jaars periodiek aftreden, zijnde de vastgestelde lijst
van kiesgerechtigden van af heden ter gemeente-secretarie, van
's morgens 9 tot 2 urenter inzage voor de belanghebbenden
nedergelegd.
Bezwaren tegen die lijst kunnen gedurende 8 dagen na heden
bij het gemeentebestuur worden ingeleverd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
8 Oct. 1884. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de 2e. helft der maand Augustus 1884.
Mej J. O. LutzAmsterdam; Willem Prins, Egmond aan
Zee; Wed. H. OoijmanLeek; Willem van Straaten, Leiden;
G. W. van der Most, Oostzaan; A. Mol, St. PanerasMej.
V. Wijn, Waardland; A. G. v. d. Pol, Wieringen Wilhei-
mina B. Loos
Verzonden geweest naar
Amerika C. EeltkampDetroit.
BelgieJac. Cornelie, Brussel.
Van het hulpkantoor Broek op Langendijk
J. Libert, Luik.
BELGIE. Den 5 had te Brussel in het paleis der
academiën (vroeger het paleis van den prins van Oranje),
de plechtige prijeuitdeeling plaats aan de bekroonden
van den algemeenen wedstrijd tusschen de instellingen
van middelbaar onderwijskoninglijke athenaea enz.
enz. Toen de Koning en de Koningin te 11 uren de
feestzaal binnentraden, werden zij eenstemmig luid toe
gejuicht doch zoodra de minister van binnenlandsche
zaken Jacobs opstond om de openingsrede te houden, werd
in een hoek der zaal geroepen, a bas la calotte, (weg met
de calot) dat hier en daar weerklank vond. Wel werd door
een groot deel der aanwezigen daarop geantwoord met
den kreet van, leve de Koning doch elke volzin van de
rede des ministers werd met min of meer onaangename
uitroepen begroet. Bij het uitreiken der prijzen aan
de bekroonden behoorende tot de athenaea die de
minister wenscht op te heffen werden telkens dave
rende toejuichingen gehoord. Toen de vorstelijke per
sonen de zaal en het gebouw verlieten waren de toe
juichingen niet minder levendig. De gemeenteraad van
Brussel nam den 6 eene motie aan die het gebeurde
bij die prijsuitdeeling betreurt. De persoon van den
vorst moest steeds buiten den staatkundigen strijd blij
ven de eerbied voor de grondwettige monarchie was
de eerste waarborg voor de nationaliteit, de onafhan
kelijkheid en de vrijheid van België.
FRANKRIJK. De maansverduistering van den 4
heeft vooral de aandacht der Parijzenaars getrokken. De
verkoopers en verhuurders van bijkers en vergrootglazen
enz. maakten goede zaken. De belangstelling was zelfs
zoo groot, dat, wanneer eene wolk voorde maan kwam,
een algemeen gesis en gefluit opginggevolgd door
toejuichingen wanneer de maan weer zichtbaar werd.
Men klom zelfs op lantarens en standbeelden om goed
te kunnen zien.
In een aan den gemeenteraad van Lyon door den
burgemeester uitgebracht rapport wordt het aantal
werklieden, dat daar zonder werk rondloopt, op ten
minste 15000 begroot.
ITALIË. Den 6 zijn in het geheele rijk aan cho
lera overleden 113 personen, waarvan 27 te Napels en
17 te Genua. Den 7 108, waarvan 8 te Napels en 10
te Genua.
SPANJE. In de provincie Alicante zijn den 8 vier
personen aan de cholera overleden.
EGYPTE. Northbrook heeft voorgesteld het egyp-
tische leger geheel af te schaffen en door een politie
korps ter sterkte van 9000 man te vervangen. Men
zegt, dat de egyptische regeering tegen dat voorstel is.
CHINA. De chineesche regeering heeft gelast, om
1000 man troepen van Kiron naar Peking te zenden.
Uit Hanoi wordt berichtdat een korps van 600
Pranschen met geschut en drie kanonneerbooten de
Chineezen op de Locbman volkomen verslagen hebben,
na een gevecht van zes uren. De franscben verloren
vier manen bekwamen 20 gekwetsten. Zij zetten
bunnen tocht voort.
Den 5, des avonds, geraakte eene rotterdamsche
familiedie per rijtuig van Delft terugkeerde, door het
schrikken van het paard te water met dat gevolg, dat
van de 6 personen 3 verdronken.
DOOR
83)
Wangen die anders gaarne iederen wensch zijner
vrouw vervulde liet zich ditmaal zeer lang bidden
voordat hij beslootaan haar verlangen toetegeven
maar toch bezweek bij eindelijk toen ook Albrecht
verzekerde dat hij zich bijna verplicht achttevan zijn
kort verblijf op Linau gebruik te maken om zijne
vroegere relaties met mijnbeer von Ernau te hernieu
wen. Wangen stemde er daarop in toe om den vol
genden dag naar Plagnitz te rijden.
„Gaan wij ook weder mede Bertha en ik f" vroeg
Clara.
„Neen het kan met het eene bezoek dat ik met
u op Plagnitz gebracht heb reeds meer dan volstaan!"
antwoordde Wangen scherp.
Den volgenden morgen, toen de familie weder met
met haren gast aan de theetafel zat, herinnerde Bertha
hem aan zijne belofte.
„Ik heb haar niet vergeten antwoordde Wangen
misnoegd. „Het spijt mijdat ik haar gegeven heb
maar daar neef Albrecht mijnheer von Ernau volstrekt
een bezoek wil brengen zal ik natuurlijk met hem
medegaan."
Hij zag bij deze woorden Albrecht vragend aan in
de hoop, dat deze van zijn plan zou afzien daar dit
echter niet geschieddegaf hij den bediende last de
lichte calesch te doen inspannen. Een half uur later
zat hij reeds met Albrecht in het rijtuig; hij had ge
durende dien tijd nauwelijks een woord gesproken en
toen Clara hem bij het afscheid dringend opdroeg, mijn
heer yon Ernau hartelijk van haar te groeten en Bertha
schijnbaar geheel ongedwongen zich daarbij aansloot
had hij slechts met een toornigen blik geantwoord.
Gedurende den rid naar Plagnitz sprak Wangen wei
nig. Het was anders zijne gewoonte niet, zich aan
somber nadenken overtegeven hij sprak gaarne en
levendig heden echter boezemden hem de vruchtbare
velden waardoor de weg leidde en die bem steeds een
welkom onderwerp tot gesprek boden niet het minste
belang in hij moest steeds weder denken aan het ge
sprek van gisteren avond. Had Bertha daarbij niet
werkelijk eene warme belangstelling voor mijnbeer von
Ernau aan den dag gelegddie geheel met de vele
toespelingen van Albrecht overeenkwam Was zij niet
de aanleidende oorzaak geweestdat hij tegen alle ge
woonten in met haar en Clara naar Plagnitz gereden
wasen dat hij den ongehuwde het eerst met zijne
dames een bezoek bad gebracht? Was Ernau gisteren
niet merkwaardig stil en opvallend ontroerd geweest
na het langdurige onderhoud, dat hij met Bertha alleen
bad gehad Wangen maakte er zich een verwijt van
dat hij gisteren Ernau en Bertha alleen had gelaten.
Het zaad door Albrecht uitgestrooid begon reeds we
lig te bloeien het had in Wangens hart diep wortel
gevat. Hij ging nawelke reden Bertha wel gehad
mocht hebben om hem te verbieden, aan Ernau mede
te deelen dat Liesje von Osternau op Linau was. Wilde
zij werkelijk voor Clara zorgen Neendat was een
leugen Voor zich zelf vreesde zij zij was ijverzuchtig
op Liesjedaarom moest deze Linau verlaten daarom
mocht Ernau niets van haar verblijf ten onzent vermoe
den. Wangen kreeg groote lust, Bertha's plannen te
verijdelen en mijnheer von Ernau mede te deelen, dat
Liesje op Linau was maar uiterlijk Zondag naar hare
moeder zou terugkeeren. Had hij zijn woord maar niet
gegevenZoo verom aan eene belofte ontrouw te
worden, was hij toch nog niet gekomen, maar hij hoopte
op Albrechtdie had Diets beloofd. Albrecht kon toch
niet weten, dat Bertha Liesjes verblijf op Linau wenschte
geheim te houden. Terwijl Wangen droomend in de
Bij den wedstrijd den 5 te Haarlem op het ter
rein de Koekamp gehouden in het cricketspel tusschen
de clubs Vooruitgang te Haarlem en Hollandia te Lei
den, behaalde eerstgenoemde de overwinning met 136
punten tegen 19 door laatstgenoemde behaald.
In den nacht van den 5 op den 6 is een hooiberg
te Hillegom afgebrand. Deze brand wordt niet toege
schreven aan booibroeiingdaar het binnengedeelte
van den berg onbeschadigd bleek te zijn.
Bij de harddraverij te Barsingerhorn op den 5
behaalde het paard van den heer Blaauwboer van den
Kreildijk den prijs en dat van den heer van der Horst
te Schagen de premie.
Den 7 werd gekozen tot lid van het bestuur van den
Oterleekerpolder de heer G. Visser te Oterleek en tot
hoofdingeland van het Geestmerambacht de heer J. Kok
aldaar.
Den 7, des avonds, is een geheim pandjeshuis
ontdekt te Arnhem, bij een manufacturier, gewezen
politie-agent. Talrijke voorwerpen werden in beslag
genomen.
Aan de den 7 te Bennebroek gehouden harddra
verij met paard en sjees, namen 19 paarden deel. De
prijs, tien gouden Willemswerd behaald door het
paard Willem Twee en de premie 30,door het
paard de Vogelbeiden behoorende aan A. van den
Akker.
Bij de den 7 te Haarlem gehouden verkiezing
van 2 raadsleden kwamen van de 1955 kiezers 772
op die 768 geldige biljetten inleverden. Herstemming
tusschen de heeren J. J. Beijnes met 347, J. J. Sneltjes
met 250, H. C. Tombergh met 247 en P. Bohn met
203 stemmen. Verder waren uitgebracht op de heeren
J. R. de Brouwer 196, dr. L. C. Proot 94, J. M.
Broers 42 en op eenige andere personen een kleiner
aantal stemmen,
Uit het verslag van den staat der Hollandsche
Maatschappij van Landbouw, den 7 te 's Gravenhage
uitgebracht, blijkt, dat het aantal afdeelingen onver
anderd bleef, maar dat het ledental verminderde, zoo
dat het thans slechts ruim 11,000 bedraagt.
Dat verlies in leden wordt toegeschreven aan de
minder gunstige tijdsomstandigheden terwijl de gewone
vermeerdering, door het niet houden der jaarlijksche
tentoonstelling uitbleef.
Enkele trokken zich terug, omdat zij geen vrijen toe
gang op de internationale tentoonstelling kregen.
Uit de rekening blijkt dat het nadeelig saldo ver
dwenen is en plaats heeft gemaakt voor een aanmer
kelijk voordeelig slot.
Het maandblad onder hoofdredactie van den heer
mr. D. Visser van Hazerswoude, wordt van alle zijden
gesteund en werd geregeld an de leden toegezonden.
Ook dit jaar gaf het hoofdbestuur aan eenige afdee
lingen gelegenheid eene landbouwkundige voordracht
in haar midden te doen houden.
Die voordrachten worden meer en meer op prijs ge_
steld. Om redenen van geldelijken aard kan slecht
kussens van het rijtuig leunde peinsde hij er over
hoe hij Albrecht op niet in het oog vallende wijze aan
leiding zou kunnen geven om van Liesje te vertellen
en haar verblijf op Linau te verraden. Hij maakte een
formeel krijgsplan hoe hij op Plagnitz het gesprek wen
den zou en daarmede ging voor hem de tijd zoo snel
voorbij datterwijl Albrecht de rid ontzettend lang
en vervelend was voorgekomen hü het niet aangenaam
vond, dat het rijtuig het binnenplein van Plagnitz reeds
opreed, want hij was nog niet geheel met zijn plan klaar.
Egon was bij het geraas van het over het plein rol
lende en voor het portaal stilhoudende rijtuig aan het
venster getreden, het verwonderde hem niet weinig,
dat Wangen heden reeds en nog wel in gezelschap van
een hem geheel onbekenden heerdie hem toch echter
ook weder bekend toescheen zijn bezoek herhaalde. Hij
groette door het venster de uit het rijtuig stappende
gasten en ging hun daarop tegemoet.
Wie kon de vreemdeling zijn Eerst toen Albrecht
hem de hand toestak en hem vroeg „Gij kent mij ze
ker niet meer? Heeft mijnheer von Ernau de oude
vrienden van den onderwijzer Pechmayer dan geheel
vergeten deed plotseling de klank der stem Egon aan
den luitenant von Osternau denken en nu vond hij ook
bekenden trekken in het zoo veranderde, slappe, ver
ouderde gelaat.
Onwillekeurig trad hij eene schrede terug. Hij kon
met dien man geen vriendschappelijken handdruk wis
selen. De dief, de brandstichter had geen recht op zulk
eene begroeting. Verdiende echter Albrecht werkelijk
zulke namen Er was geen enkel bewijs tegen hem
dat had Storting zelf erkend en hij kwam in gezelschap
van mijnheer von Wangen als gast op Plagnitz. Egon
kon evenwel zijn afkeer niet geheel te boven komen.
Hij raakte de hem toegestoken hand slechts even aan
en de woorden, waarmede hij de heeren welkom heette
en hen uitnoodigde, om in de kamer te komen, klonken
zoo ijzig kouddat zij slechts even aan de eisehen
der beleefdheid voldeden.