No. 125.
Zes en tachtigste Jaargang.
1884.
Groote Veemarkten te Alkmaar,
Groote Paarden- en Venlenmarkt,
EEN GELUKKIG MENSCHENLEVEN?
ZONDAG
19 OCTOBER.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD,
EENE ERNSTIGE TAAK.
Prijs der gewone Advertentiën
(Dfóciêcl (Sebeeït*.
ADOLF STRECKFUSS.
ALKMAAKSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Eijk f 1,
De 3 nummers 0-06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEMs. COS-
TEE ZOON.
VERGADERING van den RAAD der gemeente
ALKMAAR, op Dinsdag, 21 October 1884,'s namiddags
half drie ure.
Namens den Voorzitter van den Raad,
De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
op Maandag 3 en Woensdag 19 November 1884.
op Woensdag 12 November 1884.
Afgescheiden van alle andere omstandigheden is het
feit der tegenwoordige Kamerontbindingwaardoor de
aanstaande verkiezingen noodzakelijk zijn geworden, een
voldoend bewijs voor den ernstigen staatkundigen toe
stand, waarin ons land verkeert. Immers het eenige
doel van die ontbinding is om door eene wijziging van
artikel 198 der Grondwet te bewerken, dat ook tijdens
een regentschap de constitutie kan worden herzien. Al-
soo de regeering en de vertegenwoordiging hebben de
vrees gekoesterd dat eerlang het gezag van Hoofd van
den Sta8t in andere handen zou kunnen overgaan en
daarenboven hebben zij de mogelijkheid voor oogen ge
had, dat de eisch tot grondwetsherziening zoo dringend
zou kunnen worden dat er zelfs in een tijdvak van
tusschenregeering voldoening aan moet kunnen worden
geschonken. Er behoort weinig scherpzinnigheid toe
om reeds uit die gegevens te besluiten, dat wij in zeer
ernstige omstandigheden verkeeren, want en dit dient
vooral niet uit het oog te worden verloren het blijkt,
dat de behoefte ja de aanstaande dringende noodzake
lijkheid aan grondwetsherzieninglevendig wordt ge
voeld, zonder dat men zich in staat acht in tijds daarin
te voorzien. Als de wetgevende macht kans had gezien,
om eene grondwetsherziening te bewerken, had de te
genwoordige ontbinding vermeden kunnen worden en
zou althans niet voor eene zoo geringe wijziging het
land in rep en roer zijn gebracht. Eegeering en ver
tegenwoordiging begrepen echter, niets goeds tot stand
te kunnen brengen, maar achtten zich althans verplicht,
omvoor het geval dat weldra een betere politieke
toestand mocht worden geboren te zorgen dat dan
de gelegenheid om eene herziening te bewerken niet
zou zijn afgesneden. Eegeering en vertegenwoordiging
hebben met bewonderenswaardige eerlijkheid en op
rechtheid zieh zelve een testimonium paupertatis uitgereikt,
dat waarlijk wel geschikt is, om den kiezers de oogen
te openen, indien het althans mogelijk is hen nog zoo
ver uit hun politieken dommel wakker te schudden
dat zij tot besef komen van hetgeen rondom hen om
gaat. Is het niet treurig niet dreigend gevaarlijk voor
een constitutioneelen staatonmacht in de wetgevende
machtonverschilligheid en lauwheid bij een groot deel
van de kiezers Bij een groat deelniet bij alle en
hierin is een ander gevaar gelegen. De malaise schuilt
bij de liberalen; hunne tegenstanders van allerlei richting
en kleur zjjn wakker en strijdvaardigdeze winnen se
dert jaren in krachten hoewel zelve niet aan het be
wind, hebben zij de machthebbende partij tot concessies
weten te dwingen en de aanstaande verkiezing zal
beslissen of zij eerlang aan het bewind zullen komen
dan wel of eene kerkelijke hiërarchie vooreerst in Ne
derland onmogelijk zal zijn.
De oorzaken op te sporen en na te gaan waardoor
wij in dien bedenkelijken toestand zijn gekomen, is voor
het oogenblik een ondankbaar en nutteloos werk. Wij
staan voor de feiten en de hoogste plicht, die thans op
ieder rechtschapen staatsburger rust, is zieh af te vra
gen; wat wenschen en wat willen wij Het antwoord
op die vraag moet de gedragslijn van de kiezers bij de
stembus bepalen. Er moet gekozen worden tusschen
vooruitgang en stilstand, welke laatste gelijk staat met
achteruitgang tusschen een bewind in vrijzinnigen
vooruitstuwenden geest of tusschen kerkgezag en pries
terheerschappij.
Velen zijn er zelfs onder zeer ontwikkelde en vrij
zinnige mannen, die volstrekt niet zouden vreezen voor
eene oplossing in laatstbedoelden zin omdat zij en
dit is een geruststellend verschijnsel volstrekt niet
bevreesd zijn voor de toekomst van het land. Zij koes
teren de overtuiging eene overtuiging, die gegrond
is op de lessen der historie dat Nederland in zijn
aard is een door en door liberaal land en dat eene
tijdelijke heerschappij van kerkeljjke machten slechts
zou leiden tot eene des te krachtiger herleving van de
liberale beginselen. Deze overtuiging wordt nog ver
sterkt door de wetenschap, dat Eome en Dordrecht op
den duur elkander niet verdragen. In dit opzicht ver
keeren wij in een geheel anderen toestand dan Belgie.
Daar zijn het uitsluitend Katholieken, die tegen elkan
der strijden; hier staan thans de liberalen tegenover
protestantsche confessioneelen en katholieke clericalen
Deze laatstgenoemde kerkelijke partijen nu kunnen
alleen ééne lijn trekken, zoolang zij in de oppositie
zijn als zij te zamen aan het bewind komen, zal het
slechts korten tijd duren of zij liggen met elkander
overhoop en daar in de katholieke kerk, veel meer dan
in de orthodox-protestantsche, het beginsel schuilt, om
zich te schikken naar de omstandigheden en zich te
voegen naar de grondtrekken van het volkskarakter, is
er volstrekt geen zienersblik noodig, om te voorspellen
dat onze katholieke medeburgers, zoodra zij met de
confessioneelen in strijd geraken, zich zullen aansluiten
bij de liberalen aan wie zij trouwens te danken heb-
ben, dat zij in Nederland eene zoo be teekenisvolle plaats
innemen. Het optreden eener regeering, gevormd uit
de kerkelijke partijen, zou terstond ten gevolge hebben
eene betere aansluiting en samenwerking van de
verschillende fracties der liberalenvervolgens eene
ontbinding van de clericale coalitie en eindelijk
weder eene optreding van een veel sterker en veel
krachtiger gesteunde liberale regeering. De toe
komst behoort ongetwijfeld aan de liberale beginselen
Maar men bedenke toch hoeveel met moeite en strijd
verworven overwinningen en vorderingen van die be
ginselen, gedurende een misschien belangrijk tijdvak,
geen vruchten zouden dragen en aan welk eene hevige
en ernstige reactie men het vaderland zou bloot stel
len, door niet met hand en tand de optreding van het
kerkelijk gezag in den staat te weren Komt dit aan
het roer, dan breekt een tijdvak aan waarin de libe
ralen de bitterste vruchten zullen plukken van hunne
onverschilligheid, lauwheid en verdeeldheid en waarin
zij vol rouw zich op de borst zullen slaan, vervuld met
spijt over het leed, dat zij der natie hebben berokkend.
Dit alles kan nog voorkomen worden, de dreigende slag
kan nog worden afgewend en de liberalen in den lande,
die stellig nog de groote meerderheid hebben, kunnen
nog met vaste hand het bijna ontglipte roer aangrij
pen en de staatshulk in veiliger strooming voeren,
mits zij zich wel bewust van het gevaar, doordrongen
van den ernst der omstandigheden, hun doel zich hel
der voor oogen stellen en zonder zich door eenige
bijzaak te laten afleidenwelberaden daarop afgaan.
Indien gij dan wakker geworden zijt kiezers; indien
gij de dommelige oogen hebt uitgewreven en de dingen
rondom U goed hebt opgenomen indien gij dan met
schrik vervuld zijt geworden van hetgeen zich aan uw
blikken voordoetvraagt dan niet angstvallighoe is
dit alles gekomen maar bedenkt terstond wat er ge
daan moet worden om tot beterschap te geraken Gij
ziet de stembus geopend en dus de gelegenheid U ge
boden de reddende hand uit te steken; de teekenen des
tijds zijn ernstig en d.-ingendregaering en vertegen
woordiging en geheel het vaderland roepen U op om te
beslissen over de naaste toekomst van den Nederlandschen
Staat. Gij ziet de liberale partij in twee kampen ver
deeld en tegenover haar twee kerkelijke partijen die
elkander thans de hand reiken. Uw richtsnoer te kie
zen kan gemakkelijk zijn wij moeten hebben flinke
eerlijke royale onafhankelijke en zelfstandige liberale
mannen die bij eigen opinie in hoofdzaken, weten toe
te geven op ondergeschikte punten en die er van door
drongen zijn dat niet ieder een eigen politiek stelsel
kan invoeren. Ook in de staatkunde moet men weten
te geven en te nemen, evengoed als in den huiselijken
kring Gelukkig hebben we nog wakkere strijders voor
de liberalen beginselen die wanneer deze slechts ze-
gepralen gaarne iets van eigen voorliefde prijs geven.
Kiest dezulken zonder beraad maar zorgt dan ook
dat zij door uwe eendrachtige samenwerking door uw
trouwe opkomstdoor uwe ijverige opwekking met glo-
DOOB
87)
Hij volgde haartoen zij met lichten tred, hem met
haar liefste lachje toeknikkende door het kreupelhout
vooruitliepde afstand was niet grootna een paar
schreden werd het hout minder dicht en lag het pri
eel voor hen maar Egon bemerkte het met diepe
teleurstelling Liesje zat er nietzooals hij gehoopt
had. Zij was wel hier geweestdat bewees een op de
eenvoudige houten tafel opengeslagen boekmaar het
prieel was ledig.
Egon hoorde het lichte geritsel niet van het loof in
het dicht ineengegroeide kreupelhoutdat het prieel
vormde hij lette er niet op want hij wist natuurlijk
niet, dat Elise nauwelijks eene halve minuut geleden
werkelijk op de bank in het prieel gezeten had, maar
op de klank zijner stem en van die van Bertha ver
schrikt was opgesprongen en in groote spanning ge
luisterd had.
„Kom mijnheer von Ernau, ik zal u naar het prieel
brengen." Deze woorden van Bertha verstond Elise.
Waarheen zou zij vluchten P Zij kon hem nu niet we
derzien hem niet voor de eerste maal na lange jaren
begroeten in Bertha's tegenwoordigheid. Waarom niet?
Zij wist het nietmaar zij gevoelde dat zij vluchten
moest, om het even waarheen, indien zij maar wegkwam!
Er was slechts één weg, langs welken men het prieel
verlaten kon en daar naderden Bertha en Ernauaan
de landzijde was het door het hooge ijzeren hek afge
sloten. Maar het dichte kreupelhout bood eene zekere
schuilplaats aan. Zij aarzelde nieter bleef haar geen
andere weg overom te vluchten. Zij lette er niet
op, dat bij het binnendringen van het dichte hout haar
licht kleedje aan een dorren tak bleef haken haastig
rukte zij het los en in het volgende oogenblik stond
zij hijgend en met heftig kloppend hart midden in het kreu
pelhout volkomen verborgen voor degenen, die nu het
prieel binnentraden van wie zij ieder woord nauwkeu
rig kon verstaan maar die zij evenmin kon zien als
zij zelf gezien kon worden. Zij drukte de hand op
haar luidkloppend hartalsof zij vreesde dat dit haar
verraden kononbewegelijk bleef zij in die houding
staan zij durfde geen lid verroeren.
„Is dit niet een verrukkelijk plekjemijnheer von
Ernau vroeg Bertha vroolijk„Laat ons hier een
kwartiertje pratenhier stoort en ziet ons niemand."
Zij ging op de bank zittenop dezelfde plaatsdie
Lise zoo even verlaten had en noodigde Egon door
eene handbeweging uitnaast haar te gaan zitten
deze lette daar echter niet op, maar bleef vóór den in
gang van het prieel staan en zag peinzend naar den
grond; eerst Bertha's op verbaasden toon geuite vraag:
„waaraan denkt gij mijnheer von Ernau waarom gaat
gij niet bij mij zitten ontrukte hem aan zijn gepeins.
Hij was in twijfel geweest, of hij ijlings het prieel ver
laten zouomkeeren en Lise in het heerenhuis op
zoeken zou maar nu besloot hij te blijven hij mocht
de hem door het toeval aangeboden gelegenheid om
ronduitongestoord tegen Bertha te zeggenwat hij
te zeggen had niet ongebruikt laten voorbijgaan.
„Een toeval heeft ons heden bij elkander gebracht,
mevrouw," zeide hij zonder op Bertha's herhaalde uit-
noodigingom te gaan zitten acht te slaan „ik ben
er dankbaar voor, want het stelt mij in staatgeheel
openhartig tot u te spreken en u de volle waarheid te
zeggenzooals ik jegens u verplicht ben."
„Zijn er tusschen ons nog woorden noodig zeide
Berthaglimlachend naar hem opziende en hem de
hand toestekende maar hij vatte die hand niet, hij deed
zelfs eene schrede terug. Verrast, getroffen zag zij hem
aan. „Mijn God, mijnheer von Ernau, welke plotselinge
verandering heeft er met u plaats gehad Zijt gij boos
op mij Heb ik uzonder het te weten of te willen
beleedigd vroeg zij bezorgd. „Gij zijt zoo stijf, zoo
koelzoo onvriendelijkzoo geheel anders als bij onze
laatste ontmoeting
„Ik kan niet andersmevrouw, dan u verzoeken
vergeef en vergeetwat ik in een oogenblik van opge
wondenheid van strafbare onnadenkendheid jegens u
en jegens mijn vriend Wangen misdreven heb."
„Heb ik u iets te vergeven? vroeg zijhem met
een teederen, verleidelijken glimlach, met een bijna smee
kenden blik aanziende.
„Ja, mevrouw, ik heb uwe vergiffenis noodig", ant
woordde hij kalm en ernstig; haar lachje betooverde hem
niet meer, haar liefdevolsmeekende blik bewoog hem
niet. „Ik heb mij zwaar jegens u bezondigd toen ik
mij al was het ook slechts een oogenblikliet mede-
sleepen, om de achting uit het oog te verliezen, welke
ik aan de vrouw van mijnen vriend schuldig ben.
Vergun miju met ronde waarheidal is het ook
geene verontschuldigingtoch eene verklaring er van
te geven dat ik mij door den overweldigenden invloed
van het oogenblik liet medesleepen
„Gij behoeft u niet te verontschuldigen," antwoordde
Bertha„ik ben immers niet boos op u. Hoe zou ik
beleedigd kunnen zijn dat de onweerstaanbare macht
der liefde
„Gij bedriegt u mevrouw", antwoordde Egon, Bertha
in de reden vallende„zelfs deze zwakke verontschul
diging staat mij niet ten dienste. Ik heb eens geloofd,
dat ik u liefhad maar ik heb mij zelf misleid. De
verterende hartstochtwelke door uwe betooverende
schoonheid bij mij was opgewekt die ook bij onze
laatste ontmoeting mij een oogenblik overweldigde, mij
alle zelfbeheersching ontroofde die onzalige hartstocht,
die mij zulk een zwaren zielestrijd gaf, den schoonsten
tijd mijns levens heeft bedorven mij langen tijd onuit
sprekelijk ongelukkig heeft gemaaktwas geen liefde.
Mijn hart had er geen deel aan, het was slechts eene
uiting van de zinnen."