VERGADERING Hollands Noorderkwartier. ie geven by gelegenheid van hei in 1885 aldaar te houden 88e landhuishoudkundig congres. Voor het examen in de engelsche taal (Midd. A) zijn den 25 geslaagd de heeren H. T. Ewers van Am sterdam en A. E. H. Swaen van Haarlem. De Koning en de Koningin zijn den 26 van 's Gravenbage naar het Loo vertrokken. De Staatscourant van den 26 bevat de statuten der Kolhorner maatschappij tot bereiding van kaas met een kapitaal van f 6500,in 100 aandeelen a 65, welke allen geplaatst zijn. Directeur-penningmeester is de heer T. Koomen Azn., in den Waardpolder onder Barsingerhorn. Den 26 is te Ilpendam eene woning tot den grond afgebrand. Spelen met vuur door de kinderen wordt als oorzaak genoemd. Alle krankzinnige militairen die in andere ge stichten werden verpleegd zijn thans naar het rijks krankzinnigengesticht te Medetnblik overgebracht. van Den 26 werd in de herberg van M. Hosin de Schermeer, de najaarsvergadering gehouden van de ver- eeniging „Hollands Noorderkwartier" en geopend met een kort woord van den voorzitter den heer J. L. T. Groneman die daarbij den wensch uitdrukte, dat deze vergadering aan de uitbreiding van het ledental in de Schermeer bevorderlijk zou zijn. Na lezing en goedkeuring der notulen werd medege deeld o.a., dat de voorzitter en secretaris officieel de ver- eeniging hadden vertegenwoordigd bij de opening der internationale Landbouwtentoonstelling; de door de vereeniging bij gelegenheid van die tentoonstelling uit geloofde prijs van f 300 voor een eenjarigen rijstier was toegekend aan R. Laan Beemster; eene dankbetuiging ontvangen was van den heer Waldeck, namens het uitvoerend comité voor de ondervonden medewerking en belangstelling ingevolge de opdracht der vorige vergadering, aan de regeering was verzonden een adres van adhaesie op dat van Leiden over het gevaar van invoer en doorvoer van besmet vee van de regeering daarop echter geen bericht ontvangen was en ten slotte het ledental nu 190 bedroeg waaronder 9 nieuwe le den die staande de vergadering door verschillende heeren aan het bestuur werden opgegeven. Onder de ingekomen stukken was een schrijven met verzoek tot geldelijke ondersteuning van een te vormen Sloetfondswaaruit jaarlijks aan den leerling der Rijks Landbouwschooldie met den meesten lof de acte A ver kregen heeft eene toelage zal worden uitgekeerd. Na eenige discussies wordt besloten aan het bestuur op te dragen daarover in de volgende vergadering rapport uit te brengen. Verder een van de heeren Kortman Co. met dringende uitnoodiging aan de vereeniging om te bevorderen, dat de veevoedersoorten van genoemde firma aan vergelijkende proeven onderworpen worden hetgeen voor kennisgeving aangenomen werd. De heer J. Zijp Kz., bracht daarop verslag uit van de laatste algemeene vergadering van het Nederlandsch Rundveestamboek en het Landhuishoudkundig Congres te Amersfoortwaarop hij de vereeniging vertegen woordigd had en van de étalage van granen en zui velproducten van wege de vereeniging ingezonden op de Internationale Landbouwtentoonstelling te Amsterdam, namens de commissiedaarmede belast geweest. Uit het door den secretaris uitgebracht verslag omtrent de uitkomsten verkregen door het stationeeren van vijf rijstieren in 1884, bleek dat leden voor 207 en niet- leden voor 1030 hunner beesten van de door de ver eeniging aangeboden gelegenheid hadden gebruik ge maakt. De voorzitter leest een schrijven voor van den heer W. Zaadnoordijk rapporteur der commissie met het aankoopen van zweedsche zaaigranen belast die echter verhinderd was de vergadering bij te wonen. Daaruit bleek dat daar niet dan noorsche soorten op de tentoonstelling waren ingezonden geweestde com missie daarop van enkele ontvangen adressen monsters van zweedsche zaaigranen ontbood, maar de uitkomsten daarvan niet aan de verwachting beantwoorddenmen zich echter bereid stelt bij eventueële verdere pogingen, na het verzamelen van goede adressen voor den aan koop er van eenige werkzaamheid op zich te nemen. Bij punt 4 wenscht de Voorzitter de eigenaars der gestationeerd geweest zijnde stieren geluk met het be zit van zulke fraaie dieren en betuigt hun den dank der vereeniging. In de daarop gehouden pauze werd, nadat met acclamatie het voorstel van het bestuur tot benoeming van de heeren Jb. van der StokJan Zijp Hz. en J. J. Enschedé tot het onderzoeken der rekening van dit en der begrooting voor het volgende jaar was aangenomen, Abbekerk met 35 tegen 12 stem men op Hoorn als de plaats der eerstvolgende verga dering aangewezen. Het onder punt 7a genoemde voorstel van het be stuur tot het houden van eene tentoonstelling van jonge rijstieren en pinken in het voorjaar van 1885 werd door den Voorzitter nader toegelicht. Reeds vroeger had het plan bestaan, in 1884 eene tentoonstelling in het leven te roepen van in 1883 gestationeerde stieren maar in de voorjaarsvergadering werd voorgesteld dat planom geldelijke redenen en omdat men de pinken te jong achtteom te worden tentoongesteld te ver dagen. Zouden aanvankelijk slechts de pinkenvan gestationeerde stieren afkomstigkunnen worden in gezonden op voorstel van den heer S. de Jongh werd het programma meer algemeen gesteld en als slotsom der gehouden overwegingen stelt nu het bestuur voor: te Hoorn eene tentoonstelling te houden van eenjarige rijstieren met prijzenin 4 categoriën verdeeld le voor eenjarige stieren afstammende van de 5 gesta tioneerde stieren 2e. eenjarige stierenvan anderen oorsprong; 3e. pinken, afstammende van genoemde stieren 4e. pinken van anderen oorsprong. Wei was door het bestuur ook aan Alkmaar gedachtom te trachten de tentoonstelling te doen samenvallen met de gewone, aldaar gehouden wordendejaarlijksche paaschtentoonstelling maar deze vielnaar de meening der meerderheid te vroeg inen zou dan bovendien het werk van Hollands Noorderkwartier niet voldoende tot zijn recht komen. De vergadering schonk bij acclamatie hare adhaesie aan dit voorstelzoodat in de Maart-vergadering om trent de uitvoering nadere voorstellen te wachten zijn. Ook het voorstel tot het nemen van proeven met zweedsche zaaigranen in 1885 lokte geen discussie uit; na de toelichting dat reeds vroeger tot deze zaak be sloten was, maar omstandigheden in het bovengenoemde verslag genoemdde uitvoering daarvan hadden ver hinderd, zoodat dit nu kon geschieden uit het daartoe op de vorige begrooting uitgetrokken bedrag en de nieuwe dienst daarmede dus niet bezwaard behoefde te worden. Met het oog op de lage graanprijzen verdien de, naar de meening van het bestuuriedere poging tot verbeteringden krachtigen steun der vereeniging. Het derde bestuursvoorstel omtrent het ondersteunen van de paardenfokkerij door het uitloven van prijzen, op de tentoonstelling der Hollandsche Maatschappij van Landbouw in 1885 te Purmerende te houden lokte zeer veel discussie uit. De Voorzitter wijst er op, hoe ten onrechte de paardenfokkerij in Noordholland niet boog geacht wordt en Hollands Noorderkwar tier zich nog weinig aan die zaak heeft laten gelegen liggen. Toch is hetzegt spreker, eene winstgevende onderneming. Men voert aan dat de zware grond in deze provincie daarvoor niet deugen zou en boven dien in deze streken zuivelbereiding bepaald de hoofd zaak is en blijven moet. Integendeel worden er echter ook veel lichte gronden gevonden. De ondervinding heeft geleerd dat de buitenlanders gaarne hooge prij zen voor goede dieren besteden en nu worden er nog wel paarden in Noordholland gefokt, maar het ras deugt eenmaal niet. Het Rijk koopt zijne remontepaarden in het buiten land en eerst in den laatsten tijd heeft de minister maat regelen genomen om te bevorderen dat ook in tijd van nood het leger van inlandsche paarden kan worden voorzien en daartoe prijzen uitgeloofd. Particulieren en vereenigingen moeten naar 7s voorzitters meening die pogingen steunen. Vindt het denkbeeld van het bestuur bijval dan zal de vergadering in Maart nadere voor stellen kunnen verwachten. Voorloopig is slechts het doelde belangstelling voor deze zoo belangrijke zaak op te wekken. Mocht misschien de vraag gedaan worden waarom niet weder tot het stationeeren van rijstieren een voor stel werd gedaan men bedenke dat dit niet het eenige doel der vereeniging is en nu de eerste stoot er aan gegeven is, de vereeniging altijd nog, indien de zaak met blijft vooruitgaan, opnieuw handelend kan optreden. Bovendien wordt door de te Hoorn te houden ten toonstelling ook de veefokkerij gebaat. De heer Zijp waardeert de bedoeling van het voorstel, doch verschilt in zijne opinie over het aange prezen middel. Hij staat zelfstandig optreden voor, ziet geen beil in uit te loven prijzen maar verwacht inte gendeel veel van aan vereenigingen toe te kennen subsidiën. De heer S. de Jongh sluit zich bij het oordeel van den heer Zijp aan en geeft het stationeeren van een in allen deele uitstekenden hengst als middel aan. De heer Wallek vraagt of de strekking van het bestuursvoorstel isde voorgestelde uit te loven prijzen eventueel toe te kennen aan ieder waardig gekeurd beestof dat deze uitsluitend voor dieren van eigenaars boven het IJ bestemd blijventot welken kring de vereeniging volgens hare statuten in hare werkzaamhe den beperkt moet blijven. Deze vraag wordt door den heer Brantjes in laatst genoemden zin beantwoord. De heer Waller wil in dat geval eerst goede dieren fokken en dan prijzen uitloven. De heer J. Zijp Kz. acht het, na deze besprekin gen wenschelijkdat er een voorstel volge uit den boezem der vergadering. De heer Timmer is met den Voorzitter van oordeel, dat de te weinig bekende voordeelen der paardenfok kerij zeer groot zynmaar acht het in de allereerste plaats noodzakelijk eene gelegenheid tot afzet te stich ten. Er bestaat eene groote behoefte aan eene goede markt op een geschikt tijdstip b. v. begin Juni, wan neer de Eranschendie dan naar hunne buitens gaan, betere prijzen zullen besteden dan later in het jaar en de oprichting van zulk eene markt te bevorderen, ligt, naar sprekers meeninggeheel op den weg der veree niging' Dan eerst zal het geldelijk voordeel der paar denfokkerij voldoende uitkomenworden dan op die markt door de vereeniging premies uitgeloofdzal de fokkerij ongetwijfeld zeer worden aangemoedigd. De heer Loder wil het bestuursvoorstel en de an dere voorstellen concilieeren en raadt daartoe aan, prij zen uit te loven met bepalingdat de bekroonde die ren in de streek boven het IJmoeten gestationeerd worden. Men moet beginnen met het paardenras aan de wenschelijk geachte eischen te doen beantwoorden. De heer Timmer acht de taak der keuringscommissie zeer moeielijk daar niet alleen een vereischte is dat goede hengsten gestationeerd worden maar bij de fok kerij moet voor de merries, ieder in het bizonder, eene zeer nauwlettende keuze worden gedaan. De heer Loder wil des noods nauwkeurig het pro gramma der keuringscommissie omschrijven die zich daaraan uitsluitend te houden heeft. De Voorzitter constateert met genoegen de groote belangstelling voor deze zaakmaar acht de voorge stelde plannenmet het oog op de tentoonstelling te Hoorn, te kostbaar en vestigt er de aandacht op, in ant woord op de opmerking van sommige leden dat het bestuursvoorstel in zulk eene belangrijke zaak niet ver genoeg gaat, op de uitsluitend bedoelde strekking er van om n.l. alleen het beginsel uit te maken. Het Bestuur wenschte slechts eene eerste schrede te zetten. De heer D. Breebaart vereenigt zich ook met het voorstel van den heer Timmer en wil de liefhebberij voor de zaak opgewekt zien. De heer J.Zijp Kz. vraagt, of het niet overweging zou verdienen om bij de te Hoorn te houden tentoon stelling eeDS te zien wat het standpunt van de paar denfokkerij is en zou het programma tot jonge"paarden willen uitbreiden. De heer Waller meent met den heer Timmer, dat men eerst dient te wetennaar welk punt de fokkerij te richten is. Men is toch zeer weinig op de hoogte van eene voldoende fokkingswyze. Spreker acht de be noeming eener commissie wenschelijkjtot een onder zoek welk ras met het onze gekruist moet worden om voor den handel geschikte paarden te krijgen en geeft ten slotte het bestuur in overweging zijne uit gewerkte plannen in de Maartvergadering ter tafel te brengen. De heer J. Zijp Kz., sluit zich hierbij aan en ves tigt er de aandacht op dat, gaat de tentoonstelling van jonge paarden te Hoorn doormen dan wellicht uit den mond der commissie voor den aankoop van re montepaarden een gemotiveerd oordeel en behartenswaar- dige wenken zou kunnen ontvangen. De heer Timmer toont aan dat zijn plan niet kost baar is. Verstaat men zich vooraf met een of ander gemeentebestuurdan zou de oprichting zeker geen bezwaar ontmoeten. Men moet zich spreker spreekt bij ondervinding vooraf van den aanvoer van een voldoend aantal paarden verzekeren en dit in het bui tenland bekend maken. De Voorzitter acht de zaak voldoende toegelicht. Nadat op voorstel van den heer W aller het bestuur zijn voorstel heeft ingetrokken wordt bij acclamatie aan het bestuur opgedragen in de voorjaarsvergadering, na deskundigen gehoord te hebben verslag uittebren- gen omtrent de beste in deze zaak aantewenden raid- delen. De heer J. Zijp Kz. ligt daarop punt 8 van den be schrijvingsbrief toe omtrent de wijze waarop door de vereeniging van Hollands Noorderkwartier de verbete ring van de varkensfokkerij zou kunnen bevorderd wor den. Hij releveert het treurige figuurdoor onze varkens op de internationale landbouwtentoonstelling te Amsterdam tegenover het buitenland gemaakt en meende dat te moeten toeschrijven aan de vrees van de fokkers, om met hunne goede waar voor den dag te komen. Van de ingezondene was slechts één van zuiver hol- landsch ras. Het bekende artikel van den heer Okhorst over deze zaak kenschetstnaar sprekers meening, den toestand volkomen juist. Het is hoog tijd dat de fok kers een anderen weg inslaan en is overtuigd dat het eenige middel is, invoer van buitenlandsch ras, b. v. van het Berkshirewantvooral met het oog op verzen ding staan de onze bij de buitenlandsche ver achter. Bij de eerste zijn de pooten vaak zoo grof, dat zij zelfs eene reis van hier naar Amsterdam niet kunnen door staan. Men zegt wel eens, dat de varkenBfokkerij een noodzakelijk kwaad ismet het oog op een afzet voor den afval het buitenland begrijpt het echter anders. Ons varkensras groeit te langzaam en is te grof van pooten; spreker wijst op de met buitenlandsche rassen door de heeren van der Breggen en Bauduin verkregen re sultaten. Spreker is tot zijn leedwezen niet genoeg in staat de voordeelen van het witte groote Yorkshire ras in het licht te stellen. Naar zijne meening verdient echter kruising met buitenlandsche rassen geen aanbe veling daarvan verwacht bij niets wel algeheele in voer er van. Er wordt ook te veel in het wild gekruist. Indien nu in aanmerking genomen wordtdat men de varkens het geheele jaar door noodig heeft om voor den afval een voordeeligen afzet te hebbenis de vraag hierop welke wijze Hollands Noorderkwartier de verbetering van de varkensfokkerij kan en moet be vorderen. Spreker kan daarop nog geen antwoord ge ven maar wijst er opdat de aankoop van buiten landsche rassen voor de leden niet zulk een groot financiëel bezwaar is, daar men zich die hier te lande bij den heer Bauduin aanschaffen kan. Hij verwacht van de leden meer licht omtrent deze zaak ten einde in de Maart-vergadering daaromtrent door het bestuur voorstellen kunnen worden gedaan. De heer de Jongh stemt het treurige figuur ter tentoonstelling toemaar oordeelt volstrekt niet zoo ongunstig over ons varkensras. De aanwezige buiten landsche waren blijkbaar tot dat doel eerst vetgemest maar waren als fokdieren niet te gebruiken. Spreker stelt zelfs de nakomelingen van den bekenden beer van den heer Sluis beneden de Hollandsche beesten. Er wordt spek èn vleeseh geëischt. Alleen het Hamburger ras is, naar sprekers meening, het eenige aanbevelens waardige om in te voeren. Tot nader onderzoek op dit punt is hij gaarne bereid. De heer Zijp vereenigt zich met den heer de Jongh en diens waardeerende uitspraak en zegt, dat alles af hangt van de verhoudingen waaronder de dieren wor den gehouden. De heer D. Breebaart constateert, dat de heer Bau duin van zijne varkens in één jaar 100 stuks verloren heeft, terwijl de heer de Jongh eene zelfde groote sterfte onder de ter tentoonstelling ingezonden buiten landsche herinnert. De heer J. Zijp Kz. antwoordt den heer Breebaart* dat de gestorven dieren van het Yorkshire ras waren, Van het Berkshire zijn zulke feiten nog niet geconsta teerd. Spreker bedient zich van het Yorkshire ras dat misschien wel voor den slager schadelijk is maar niet voor den boer. De groei er van is zeer groot. De heer Stapel zegtdat zijn ondervinding beslist voor kruising met het Yorkshire rasals sneller van groei en goedkooper te onderhouden. Hy voedt uit sluitend met wei. De heer J. Zijp Kz. zoekt juist de oorzaak van de lage varkensprijzen in de weinige verkoopbaarheid van het vetwaarvan het gevolg zou zyn dat het Berk shire ras met veel vleeseh aanbeveling zou verdienen. Dit uittemaken is op het oogenblik echter niet de vraag, maar spreker constateert, dat de fokkerij tegenwoordig niet rationeel geschiedt. Daarop dient het oog geves tigd te blijveD. Het voorstel van den Voorzitter dat de vergade ring den wensch uitsprekedat het bestuur de zaak in ernstige overweging houdeopdat dit te gelegener tijdnaindien gevorderdvoorlichting van deskundi-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1884 | | pagina 2