No. 147 Zes en tachtigste Jaargang. 1884. ZONDAG 7 DECEMBER. Gebrek aan werk. De Australiër. Prijs der gewone Advertentiën; Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. ©fficiëel ©cbeeltc. PATENTEN. u.kiicourant. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers O 06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden dat als ijker chef van dienst, alhier is opgetredende heer M. N. ARENDS, terwijl het ijkkantoor, te beginnen met Maandag8 December e.k.. wederom geopend zal zijn eiken Maandag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag, van 's morgens 9 tot 's namiddags 1 uur. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAUME PONT. 4 Nov. 1884. De Secretaris NUIIOUT van de» VEEN. K ENNISGEVIN G. Het HOOED van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt, op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staats blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge meente, dat de kohieren voor de belasting op het personeel, Nos. 5 en 6, beide over het dienstjaar 1884/85, op 28 November 1884 door den Provincialen Inspecteur der directe belastingen in Noordholland executoir verklaard heden aan den Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invor dering zijn overgegeven. Ieder belanghebbende wordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ter voorkoming van gerechtelijke vervolgingen. Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voornd., 1 Dec. 1884. A. MACLAINE PONT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR in ervaring gekomen, dat nog meermalen emmers, vaten of dergelijke voorwerpen, geheel of gedeeltelijk gevuld met se- kreetmest of vuilnisin de grachten worden geledigdherin neren dat zulks bij art. 7 der verordening op de gemeente reiniging verboden is, en noodigen de ingezetenen dringend uitdat verbod niet te overtredenter voorkoming dat tegen hen eene vervolging wordt ingesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 4 Dee. 1884. De Secretaris NUHOUT VAN DER VEEN. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALKMAAR, op Woensdag, 10 December 1884, 's na middags 123/4 uren. Namens den Voorzitter van den Baad, De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. De Patenten, aangevraagd in de maanden Augustus September en October j.l., benevens de Voljaars Supple tie-Patenten van eenige buitengemeenten, kun nen ter secretarie afgehaald worden tot en met 16 Dee. 1884. GEVONDEN VOORWERPEN. Aan het Commissariaat van Politie zijn voor de recht hebbenden terug te bekomeneen gouden oorbelletjeeen stuk gouden kettingeen klein sleuteltjeeen portemonnaie inhoudende f 0.37een nikkel armbandeen parapluie een gouden ring; een oorbelletje met blauw koraal; een witte zak doek; een zomermantel; een gouden oorknopje; een hoornen arm band een gouden broche en een photografie uit de Langestraat. Op enkele plaatsen in ons land gelukkig niefc overal heerscht achaarschte van werk of wel in som mige vakken totaal gebrek aan werk. Geen wonder dat dit de algemeene aandacht trekt en men elkander afvraagtwat ia daartegen te doen Het ia een be droevend gezichtden geschikten en ijverigen werkman den man die werken wil en werken kan, te zien rond- loopen en vruchteloos de gelegenheid zoeken om iets te verdienen om het weekloon thuis te kunnen brengen, waaraan hij waaraan zijn vrouw en kinderen zoo groote behoefte hebben. Voorzeker bem klopt het hart niet warm voor zijn landgenootvoor zijn medemensch die zoo iets met onverschillig oog kan aanzien als iets dat hem niet aangaaten zich van de zaak afmaakt met de zeer onchristelijke en onmenscheiijke uitdrukking God voor ons allen en ieder voor zich. Neen wij hebben plichten jegens elkander te vervullen, wij moeten elkander helpen en steunen. Dat wordt gelukkig ook niet ontkend daarover bestaat geen verschil van ge voelen en waar de nood het meest nijptin de hoofd stad bij voorbeeldkomen mannen van goeden wil bijeen om te overleggen wat er tot bestrijding van het kwaad kan gedaan worden. Er zijn er die meenen dat het middel tot herstel voor de hand ligt, en dat men zich eenvoudig tot de Re geering heeft te wenden. Wij meenen het een gelukkig verschijnsel te mogen noemen dat onze Landsregeering zoowel als de stedelijke besturen ten antwoord geven, dat zij die zoo spreken zich bij bot verkeerde kantoor hebben aangemeld. Het is niet de taak van de Re geering werk te verschaffen en te zorgen dat er steeds werk is. Zij is daartoe niet bij machte en als zij bet deed, zou het ongetwyfeld zeer slecht afloopen. Waar men zoo iets beproefd heeftis die poging altijd op treurige wijze mislukt. Wel ii? de Staat een groot werkgever er zijn jaarlijks miliioenen te verwerken aan rivieren en kanalen spoorwegen bruggen lands- gebouwen gevangenissen oorlogschepen forten enz. enz.maar dit geschiedtevenals bij een particulier alleen omdat die zaken noodig zijn en niet met het doel om werk te verschaffen. Er moet behoefte bestaan aan hetgeen door den arbeid wordt voortgebrachthet moet door anderen gekochtof in het algemeen belang gebruikt worden zoodat het medewerkt om handel en verkeer mogelijk te maken en meer te doen bloeien. Voor elk werk ie kapitaal en arbeid noodig, en wanneer men nu werken ging maken waaraan geen behoefte bestaatdie niet noodig zijndoor niemand begeerd worden en niets opbrengen zou het kapitaal spoedig verwerkt zijn, Dan was men allen even arm, en was niemand meer in staat om te laten werken. Het spreekt echt9r van zelfdat het wenschelijk is, dat hetgeen de staat noodig heeft zooveel mogelijk in ons eigen land wordt gemaaktopdat winsten en ar- beidsloonen onzen landgenooten ten goede komen. Dat men buitenlandsche mededinging daarom niet moet buiten sluiten wordt echter algemeen erkend. Men begrijpt, dat de opdrijving der kosten anders te groot zou wor den, en enkele leveranciers en ondernemers ten koste van het algemeendat de belastingen betaaltschro melijk bevoorrecht zouden worden. Ook kan men in een klein land als het onze niet voor alles behoorlijk ingericht zijn een fabriek, die slechts nu en dan zeker belangrijk stuk werk levertkan zich voor die enkele gelegenheden niet alle benoodigdheden en machineriën aanschaffen die een fabriek bezit waar dergelijk werk dagelijks voorkomt en waar het daarom beter en goed- kooper gemaakt kan worden. De aard van bet land en de voortbrengselen van den bodem komen mede hier in aanmerking. Geen verstandig landbouwer zal er aan denken op zijn grond gewassen te telen waar voor deze niet geschikt is. Zoo is het ook in sommige opzichten met de nijverheid. De Minister van Water staat Handel en Nijverheid herinnerde er dezer dagen aan dat er vóór eenige jaren te Amsterdam ijzer werd gefabriceerddat ongeveer het dubbele kostte van den prijswaarvoor men het uit Engeland kon laten komen. Gelukkig heeft men later daarvan afgezien. Een fabriek die op deze wijze werktzal weldra gesloten moeten worden tot groot nadeel van de arbeiders, die bij haar werk hadden gezocht en met verlies van het kapitaaldat alzoo niet meer aan den arbeid dienst baar gemaakt kan worden. Maar al kan men buiten landsche mededinging niet buitensluiten men kan bij niet belangrijk verschil in den prijs aan de inlandsche nijverheid de voorkeur geven. En dat doet men. Wat door vreemde fabrikanten aan den Staat geleverd wordt is dan ook veel minder dan velen schijnen te meenen. In 1884 werden er door het Depar tement van Waterstaat, Handel en Nijverheid zeven aanbestedingen gehouden tot een gezamenlijk bedrag van f 770.000. Daarvan werden twee aan buitenlan ders gegund tot een gezamenlijk bedrag van ongeveer f 80 000alzoo voor niet meer dan ruim een tiende gedeelte. En waarom werden die twee aanbestedingen niet aan landgenooten gegund? Voor de eene aanbe steding die f 39.200 beliep had geen enkele Neder lander zich aangemeld voor de andere die 42.500 bedroeg, kwam slechts één Nederlander op; zijne in schrijving was f 5000 te hoog en dat verschil was te groot om hem het werk te kunnen opdragen. In sommige landen zoekt men heil in bescherming van de inlandsche nijverheid door vreemde mededinging te belemmeren en door hooge invoerrechten te bemoei lijken. Men kan daarvan een voorstelling geven die ons belust zou maken dit voorbeeld te volgen. Aan goede gronden daartegen ontbreekt het eveumin. Ge lukkig behoeven wij voor het tegenwoordige ons niefc op het breede veld van beschouwingen en redeneerin gen te begeven die voor oningewijden moeilijk zijn te volgen en waardoor een tegenstander zich al zeer zelden laat bekeeren. Aan de vruchten Kent men den boom; 14) En met deze bewering had hij geen ongelyk. De kleermaker was uit principe of uit gewoonte steeds ten achteren met zijne huurpenningen en dit feit gaf hem gereedehjk aanleiding om met de vrouw des huizes in aanraking te komen. Was het toevallig Mina, die hem de deur opendeed en bad hij haar dus ongezien het briefje in de handen gestoptdan was hij ook be reid om door de betaling van een deel zijner schuld een schijn van onschuld aan zijn bezoek te geven ge beurde dit echter nietdan had hij zich voorgenomen om mevrouw Meubring nog wat uitstel van betaling te vragenhetgeen bovendien nog bet voordeel had dat hij zijn geld voorloopig in den zak hield. Op deze niet dom overlegde manier had hij reeds bij zyn eerste bezoek den gewenschten uitslag en raakte h j gemakkelijk den brief en zijn geld kwijt. Mina nam den brief met een doodleuk gezicht aan en repte er geen woord van. Ten opzichte van Otto, den man harer nichtkon zij immers zonder gewetenswroeging, gerust zoo iets doen. Het bleek haar na de lezing dat de bri ef eigenlijk een soort van drieëenheid was. Elvira had namelijk het grootste deel geschreven de Austra liër er eenige regels bijgevoegd terwijl het adres van Olto's hand was. De jonge vrouw verzocht hare nicht, dat deze haar in 't geheim tijding aangaande hare moe der en de stemming waarin deze ten opzichte harer verstooten dochter verkeerde zou doen toekomen zoo noodig schriftelijkdoch liefst mondeling. Zij moest maar eens beproeven uit te breken naar de Louisestraat. En de Australiër, die onbeschaamde verstoutte zich waarachtig haar in nog duidelijker bewoordingen dan te voren zijne liefdesbetuigingen op te dringen. Hij verklaarde het zeer ernstig met haar te meenen zij behoefde slechts te toonendat zij niet meer tegen hem vooringenomen was waarnazooals bij beweerde een huwelijk tussehen hen slechts een kwestie van een week of wat zou wezen. Afschuwelijk Hij de man dien hare tante als haren doodvijand beschouwde de onruststoker die de oorzaak was van de gansche fa milietwist hij wilde ook haar nog in het verderf lok ken Zoo'n onmensch zag nergens tegen op tot alles was hij in staat. Blijkbaar gebruikte bij ook nu weer Otto en zijne vrouw als zijne werktuigen zooals tante trou wens altijd had beweerd dat bewees deze brief ten duidelijkste. Die zachtaardige gewillige Elvira was door zijne duivelskunstenarijen zoo goed als de vroeger zoo bedeesde Ottototaal omgekeerd. Hoe was 't ter we reld mogelijk dat zoo'n zeeroover en slavenhandelaar want veel meer kon hij niet zijn zoo iets wist ge daan te krijgen Kortom Mina geraakte geweldig opgewonden door die overwegingen. Wat klopte haar hartje luid en wat gloeiden die donkere wangetjes, terwijl ze uren achtereen in haar eenzaam slaapkamer tje zat met den brief in de hand peinzend en toch eigenlijk in 't geheel niet denkend nog eens en nog eens las zij het gedeelte overdat door dien schr kverwekkenden Australiër geschreven was totdat ten laatste de letters van diens eigenaardig schrift haar als even zoo veel duiveltjes voor de oogen dansten. Zij twijfelde er geen oogenblik aandat zij 't ten eenenmale bij tante zou verkorven hebbenvoor 't geval dat deze ook maar op 't eenvoudig vermoeden kwam van eene verstandhouding met de uitgebannenen. Zij zou 't niet gewaagd hebben een dergelijk bezoek afteleggen, doch, zooals 't veelal gaat, de trek naar 't verbodene prikkelde ook Mina's jong en ontvanke lijk gemoed. Die arme ElviraHoe smachtte 't arme schaap naar tijding van hare moeder Hoeveel moest ze lijden uit liefde voor haren man dien oproerling. En toch deed ze slechts als vrouw hare plicht en Otto was eene dergelijke opoffering in Mina's oogen ten volle waardig. Maar die Australiërdie ruwe kerelFoei Mina bon 't niet vergeten, hoe onbesuisd hij zich in tante's huis had aangesteld, hoe hij haar zelve eene leugenaar ster had genoemd en daarna eigendunkelijk met valsche sleutels zijnen opgesloten broeder bad bevrijd. En dan zijne houding tegenover tante Had hij de goede -rouw niet zonder eenigen beleefdheidsvorm, op de ruwste ma nier de lei gelezen haar uitgedaagd en gescholden voor draak furie en wat niet al En dan die geheeie schakingshistoriewaartoe hij Otto had overgehaald Wat een geweldige kracht en moed had die man ten toon gespreid, toen bij tante in zijn eigen huis bestreed en overwon niet alleen maar geheel en al had ver nietigd en tot bewustzijn harer onmacht had gebracht, zoodat zich een gevoel van verslagenheid van haar had meester gemaakt, waaruit het arme mensch zich niet meer scheen te kunnen oprichten, want tante was sedert stil en in zich zei ven gekeerd, ja zelfs zichtbaar verma gerd. Dat was eerst eens een mandat had hij bewezen. Zoo redeneerde Mina bij zich zelve en allengs kwam die verschrikkelijke zeeroover haar minder verschrikke- lyk voor. De Louisestraat was vrij ver van de straatwaarin mevrouw Meubring woondedoch wat beteekent af stand voor een jong meisje wier harte voor de eerste maal met 't geweld van een hamer slaat voor iets voor iemand Kortomzonder recht te weten wat zij deed had Mina een boodschapje van huishoudelyken aard bedacht en zietdaar opeens stond ze in Elvira's huis. Welk een wederzien Treu rig en tevens vroolijb een gesnap tussehen de beide vrouwen waar geen speld was tussehen te steken daarna een gekuseen haudjesgeven een geknik tot afscheid, uitdrukkingen als „Kom spoedig terug, Als 't kan tenminste" enz. enz. Als 't kan Wat kan niet, indien men werkelijk wil? 't Bleek ook binnen acht dagen te kunnen, dat Mina nog eens naar de Louisestraat vloog en vijf minuten bij Elvira bleef babbelen. En toen dan Otto en zijn broeder die verwilderde grimmige Australiër, toeval-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1884 | | pagina 1