No. 148.
Zes
en tachtigste Jaargang.
1884
De Australiër.
WOENSDAG
10 DECEMBER.
Prijs der gewone Advertentiën:
©fficiëel Oebeelte.
PATENTEN.
jftniUnlattb.
mnunsciiE courant.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
bet geheele Eijk f 1,
De 3 nummers f 0.06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEMs. C08-
TEE ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat het aan alle op de markten
in dienst der gemeente zijnde ambtenaren en werklieden ten
strengste verboden is, nieuwjaarsgiften te vragen, zullende
hij die dit verbod mocht overtredenonmiddellijk door hen
ontslagen of voor ontslag voorgedragen worden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
8 Deo. 1884. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat zij in hunne heden gehou
den vergadering ingewilligd hebben het verzoek van den heer
T. G. VAN DEN BOSCH, koopman en winkelier alhier, om
vergunning tot het bergen van petroleum in het pakhuis, ge
naamd cd e Korenschoof", aan het Luttik-Oudorp, sectie
B, n°. 286.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
8 Deo. 1884. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
De Patenten, aangevraagd in de maanden
September en October j.l., benevens de Voljaars Supple
tie-Patenten van eenige buitengemeenten, kun
nen ter secretarie afgehaald worden tot en met 16 Dec. 1884.
BELGIE. Paul Janson beeft ontslag genomen als
lid der liberale vereenigicg te Brusselnu door de
verkiezing van den beer van Humbeeck gebleken is
dat de vereeniging den gematigden weg betreden wil
hebben.
Thans is in de Kamer aan de orde een interpellatie
van den heer Bockstael over de legerreserve. De min.
van oorlog verklaardedat zijn ontwerp geheel gereed
was maar niet ingediend zou worden omdat daar
voor op het oogenblik iu de Kamer geene meerderheid
te vinden was.
DUITSCHLAND. Den 1 April 1885 bereikt prins
Bismarck den leeftijd van 70 jaren en herdenkt hij zijne
indiensttreding als staatsambtenaar vóór 50 jaren. Voor
dit dubbele feest worden nu reeds toebereidselen gemaakt.
De commissie voor den Congo beraadslaagde den 6
over het verslag der ondercommissie met betrekking
tot de seheepvaartabte voor Congo. Die ondercommissie
stelde voor de scheepvaart op den Congo en de neven
rivieren alsmede het verkeer op de eventueele zijka
nalen en spoorwegen vrij te verklaren. Alleen zouden
in het belang van de scheepvaart en het verkeer
rechten geheven mogen worden tot bestrijding der
kosten. De eventueele aanleg van een spoorweg
welke ter vermijding der watervallen van Stanley-
Pool naar het benedendeel van den Congo zal loo-
pen zal worden opgedragen aan de mogendheid, welke
gezag voert over het gebiedaan de oevers der
watervallen liggende. De aanleg van dien spoorweg
kan door haar aan eene maatschappij worden opgedragen.
Eene te benoemen internationale commissie kan even
tueel teD behoeve van den spoorwegaan'egeene
leening uitschrijven onder goedkeurng der in die
commissie vertegenwoordigde regeeringen.
Door eene internationale commissie wordt aan de
monden van den Congo een quarantaine-station opge
richt. De tenuitvoerlegging eer scheepvaartakte ge
schiedt onder toezicht der internationale commissie.
Yerder bevat dat verslag de voorstellen van Duitseh-
land en België over de onzidigheid van den Congo
en zyne zijtakken.
De Yereenigde Staten van Noord-Amerika hebben
zich het voorstel tot onzijdigverklaring van het geheele
Congo-gebied voorbehouden.
R ij k s d a g. Den 5 was een voorstel der sociaal-
demokraten aan de ordeom het in werking treden
der wet op de ziekenkassen van 1 December 1884 tot
1 April 1885 uit te stellen. Yolgens die wet moesten
alle werkliedendie leden waren van ziekenfondsen
op 1 December j.l. tot de ziekenkassen zijn toegetreden,
t9nzij de statuten dier fondsen vóór 1 December met
de bepalingen dier wet in overeenstemming waren ge
bracht. Dat nu was voor vele fondsen onmogelijk ge
weest, waarvan het gevolg was, dat vele werklieden dubbel
betaaldenèn aan hun fonds èn aan de nieuwe kassen.
Het feit zelt vond geene tegenspraak, maar de regeering
beweerdedat indien het waar was dat de schuld lag
bij lagere autoriteitendat door de soeiaal-demokraten
beweerd maar door haar niet geloofd werdde
besturen dier fondsen welke tegenwerking onder
vonden hadden van lagere autoriteiten bij hunne po
gingen om vóór 1 December gereed te zijnbij de
hoogere autoriteiten beklag hadden moeten en nog
moesten indienen overeenkomstig de daarvoor bestaande
voorschriften. Hoewel het door de suciaal-demokraten
voorgestelde middel weinig goedkeuring vond, waa men
algemeen geneigd de zaak te verhelpen. Het voorstel
werd naar eene commissie van 14 leden gezonden.
ENGELAND. De Koningin heeft de kieswet be
krachtigd waarna het parlement tot 19 Februari a.s.
uiteengegaan is.
Het stoomschip Pochard met reizigers en goederen
van Cork naar Rotterdam leed den 7 in de nabijheid
van Holyhoad schipbreuk. Onmiddelijk werd eene red
dingboot uitgezonden doch ten gevolge der hooge zeeën
kon niemand worden gered.
FRANKRIJK. De begrotingscommissie der Kamer
heeft na onderzoek van het regeeringsvoorstel tot ver
hooging der invoerrechten op granen en meel te kennen
gegeven dat geheven moet worden van tarwe 1.20
van meel f 3.50 van haver 0,75 en van gerst f 1
per centenaar.
De gemeenteraad van Parijs heeft met 50 tegen 28
stemmen besloten aan de regeering voor te stellen het
Champ de Mars te kiezen als terrein voor de in 1889
te houden tentoonstelling.
Den 7 had te Parijs in de Salie Favier eene bijeen
komst van werklieden zonder werk plaats. Het aantal
opgekomenen was zeer talrijk de vergadering was woe
lig. In de zaal werd gevochten maar bij het uitgaan
had niets bijzonders plaats. Ook op de straat bleef het
rustig.
Senaat. Den 6 werd het wetsontwerp op de kies-
hervorming in behandeling genomen.
De eerste vijf artikelen van het ontwerp der commissie
werden goedgekeurd.
Daarop vroeg de president-minister Ferry het woord.
Hij bestreed het voorstel om de leden van den Senaat
bij algemeen stemrecht te kiezen. De beide takken der
wetgevende macht hadden denzelfden oorsprongen
eene verandering in de wijze van verkiezing zou het
tegenwoordig stelsel omverwerpen.
Een amendement van den heer Naquetwaarbij toe
passing van het rechtstreeksch algemeen stemrecht werd
voorgesteld, werd verworpen, evenals een voorstel van
den heer Lareinty, om de verkiezing bij algemeen
stemrechtmaar met 2 trappen te houden en wel met
148 tegen 86 stemmen. Vervolgens werd de zitting
tot den 8 verdaagd.
Den 8 stelde de heer Say een amendement voor
waarbij de verhouding der gedelegeerden zooals die
door de commissie was voorgedragen, aanmerkelijk werd
ingekrompen.
Nadat de heer Waldeck Rousseau min. van binnenl.
zakon zich tegen dat amendement had verklaard, werd
het met 153 tegen 106 stemmen verworpen.
Daarna werd het ontwerp in zijn geheel aangenomen
met 136 tegen 24 stemmen.
Kamer. Den 8 werd de beraadslaging over de
Staatsbegrooting voortgezet.
Op voorstel der commissie en tegen den zin der re
geering werd het voorstel der commissie tot vermindering
der bezoldigingen bij het hof van cassatie en de hoven
van appèl aangenomen.
Al de andere hoofdstakken der begrooting van justitie
werden ongewijzigd aangenomen.
Daarna was de begrooting van eeredienst aan de orde.
Een voorstel van den heer Lepere om dat hoofdstuk
volkomen af te schaffen werd met 378 tegen 140
stemmen verworpen,
De post der bezoldigingen van de aartsbisschoppen
en bisschoppen gaf tot eene levendige beraadslaging
aanleiding. Martin Feuillée wenschte de tegenwoor
dige regeling te behouden. De commissie daarentegen
stelde voor den post met f 30.000 te verminderen,
welke vermindering met 310 tegen 210 stemmen aan
genomen werd. Verder werd in overeenstemming met
de commissie en ondanks het verzet der regeering
het voorstel goedgekeurd om den post voor de bezoldiging
der pastoors met f 36.000 te verminderen.
15)
„Neen", antwoordde de ondeugende nichtovereen
komstig de leshaar in de Louisestraat ingeprent
„eigenlijk sprak Elvira daar volstrekt niet van. Toch
spijt het haar zeer, dat 't zoo geloopen is en gij
u van haar hebt losgemaakt om hare liet'de voor baren
wettigen echtgenoot."
„Losgemaakt
„Ja gij wilt haar immers niet meer kennen en dat
grieft haar diep gij wilt haar onterven
„OJerven P" Moeder Meubring herhaalde dat woord
op soBberen toon. „Maar zij behoort toch te trachten
mij gedachten te doen veranderen", voegde zij er
bijSp toch zich zelve sprekend. „Ik heb toch geen
hart- van steen. Ach zij weet niet wat het beteekent
moeder te zijn 1"
Mina zag de bedroefde vrouw schelmsch van ter zijde
aan en vervolgde, op schijnbaar achteloozen toon „El
vira hoopt, dat zoo hare moeder niet langer hare beste
vriendin wil zijn misschien grootmoeder
En meteen sprong zij op en verwijderde zich snel
nevronw Meubring geheel verbluft achterlatende.
„Grootmoeder!" zeide zij zacht met trillende
ppen en op steeds smartelijker en droeviger toon her-
aaide zij nog meermalen „GrootmoederEn die
ïuwe Australiër heeft mij de deur gewezen laat mij
niet toe bij mijn eenig kind O indien die vreeselijke
man er niet ware
En zij werd met iederen dag droeviger gestemd. De
majoor legde het diepste medelijden met haren treurigen
toestand aan den dag en trachtte, telkens als hij haar, zoo-
als gewoonlijk des avonds gezelschap hield haar te
roosten met eene streng wijsgeerige opvatting van de
aak, die nu eenmaal zóó was en niet anders. Volgens hem
was het zoo slim niet. De vlucht van het jeugdige echt
paar had hem nooit ernstig verstoord en werd door
hem veel zachter en uit een gansch ander oogpunt
beoordeeld.
„Dit huis", zei hij eens „is ntt toch wezenlijk te
groot voor u alleen mijne waarde vriendin".
„Ik voel er mij ten minste niet langer op mijn ge
mak", gaf zij nadenkend ten antwoord.
„En blijkbaar hebben de jongelui niet het minste
plan er ooit in terug te keeren zelfs niet wanneer gij
er toe kondet overgaan om hun volledige vergiffenis te
schenken."
„Daartoe doen zij niet de minste moeitewaarde
majoor Is dat niet zoo goed als een doodsteek aan
een moederhart
„Gij moet meer aan u zelf denkenmevrouw Meu
bring. Gij bekommert u veel te veel om die jongelui
die nu eenmaal de zeer natuurlijke menschelijke aan
drift naar zelfstandigheid hebben gevolgd en zich ge
lukkig gevoelen in hun eigen huis. Gij moet wezenlijk
leeren inzien dat in deze zaak slechts eenvoudig vol
daan is aan eene natuurwet. Ik herhaal heteene
natuurwetwaarnaar de mensch moet handelen en
slecht is 't zeker gesteld met dengene, die daarbij
met de behoeften van zijn hart in botsing komt,
zooala waarschijnlijk met Elvira het geval is die eene
afvallige dochter zijn moet, omdat zij eene goede en
liefhebbende gade zijn w i 1".
Mevrouw Celestine zag hem onthutst aan. Zij
begreep maar al te goed, dat zijne woorden een verwijt
waren voor baardewijl zij uit zelfzucht de toepassing
dezer natuurwet had willen verhinderen. Voor zij
echter nog iets had kunnen antwoorden ontwikkelde
majoor Britz de zaak nog op andere wijze j daar hij
vervolgde: „Wanneer men evenwel doet wat men moest
doen en daarbij tegelijkertijd de verlangens de be
hoeften des harten tot hun recht kunnen komen, heeft
men daarentegen ontegenzeggelijk eene zeer troostende
voldoeningdie tot waar geluk leidt. Gij moet
daarbij wezenlijk meer aan uzelve denken ik zeide
het reeds waarde vriendin. Gelooft gij nietdat
gij u nog eenzamer in deze woning zoudt kunnen
voelen
„Hoe meent gij dat, majoor?"
„Ook Mina is zooals van zelf spreekt niet bestemd
om haar geheele leven als meisje bij u door te brengen.
Als ook zij gaat trouwen wat dan Zulk eene moge
lijkheid moet gij verwachten de verwezenlijking er van
moet u nooit verwonderen. En dan zult gij hier geheel
alleen zijn en ik boven evenzoo. Wat let ons om het
anders in te richten
Doch deze onverholen vrijerij van den majoorhoe
vaak mevrouw Meubring die ook reeds had aangehoord,
maakte geen grooten indruk op haar. Haar geheele
denkvermogen hield zich alleen bezig met de Louisestraat,
en hare levendige natuur reikhalsde er al sterker en
sterker naar, om hare dochter weder te zien. Dikwijls
sprak zjj er met Mina over en iedere week zond zij het
meisje naar Elviraom ten minste op deze weinig
troostgevende manier iets van haar kind te hooren. Al
meer en meer gevoelde zij de leegte rondom zich zij
werd treuriger en treuriger gestemd dewijl zij levendig
besefte dac zij de vredebreuk door hare eigen heftigheid
had veroorzaakt. Weldra zou het Kerstmis zijn, en
voor de eerste maal zou zij dat feest moeten vieren
zonder haar kind. Op dien heiligen avond zou zij zich,
bij het licht van den Kerstboom, haar onmoederlijk gedrag
moeten verwijten. Was zij zelf dan niet het strengst
gestraft? Ja, zij alleen, want het jonge paar aldus
verzekerde Mina telkens en telkens weer gevoelde
geen de minste wrok over de gedwongen scheiding, leefde
gelukkig en tevreden en dacht er geen oogenblik aan,
zich voor moeder te verootmoedigen.
Kort vóór genoemden feestdag werd de bedroefde
moeder verrast door eenen brief van Otto. Het
was een dichterlijk gestelde briefwaarin hij zijne
schoonmoeder verzochtden kerstavond bij hen door
te brengen. Doch geen woord van berouw, geene bede
om vergiffenis kwam er in voor, en wederom kwam de