Binnenland. Soctie-onderzoek. Indische begrooting. voor de door hen aan de regeering, in plaats van aan genoemde kas betaalde gelden. De verantwoordelijkheid van Nubar-pacha is ontkend. CHINA. Uit Hongkong werd den 14 gemeld dat op Corea een opstand uitgebroken was tijdens een aan den engelschen gezant aangeboden banket. De zoon des Konings en zes ministers werden vermoord. De Koning vluchtte naar het gebergte. De Koningin was verdwe nen. De daar gevestigde engelschen waren in veilig heid. Er kwam een engelsche kanonneerboot op de ri vier voor Söulwaar den 7 een gevecht tusschen Chi- neezen en Japanneezen plaats had. Het gebouw van het japansche gezantschap was verbrand. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Bij het onderzoek van het ontwerp tot wijziging der lee- ningswet van 1884 werd door eenige leden hulde gebracht aan den minister voor de wijze van plaatsingterwijl vele leden daarentegen die wijze niet in het belang van het krediet van den Staat achttende geheele verantwoordelijkheid had alleen voor rekening van de bankiers moeten komen. Bij het onderzoek van Hoofdstuk II der Staatsbegrooting Hooge Collegiën) werd gevraagd, of de regeering door de niet weder- indiening van haar ontwerp tot wijziging der wet, houdende instelling van de Orde van den Nederlandschen Leeuw, te kennen wilde geven, deze zaak verder te willen laten rusten en of het niet mogelijk ware, zonder bijzonder verlof des Konings ge schiedkundige beseheiden uit 's Konings Kabinet ter lezing te bekomen Bij dat van Hoofdstuk XI, Onvoorziene uitgaven, had men be zwaar dat uit de onvoorziene uitgaven in 1883 een aanzienlijk bedrag aan meubelen voor de vergaderzaal van den ministerraad f 1.161) was besteed en tegen het brengen op de staatsbegroo ting van de reiskosten der hoofdambtenaren van het Kabinet die Z. M. buitenslands vergezelden. Tegen het Hoofdstuk Nationale Schuld werd geene bedenking geopperd; alleen leverde de heer Verniers v. d Loeff eene nota over de kosten van heleening van schatkistbiljetten. Bij de wet op de Middelen werd van verschillende zijden de raming vrij hoog genoemd en twijfelde menof voldoende gelet was op den gedrukten toestand van handel en nijverheid. Andere leden verdedigden de raming. Vrij algemeen was de meening, dat bij indiening van credietwettsn uit deze wet moest vervallen de bevoegdheid tot uitgifte van schatkistbiljetten. Eenige leden hadden bezwaar tegen het opnemen onder de middelen van het kapitaal der muntbiljetten. Bij de verschil lende onderdeden werd door enkele leden o. a. aangedrongen op eene verhooging van invoerrechten en door andere op her ziening van het tarief naar gewicht of maat. Vele leden be streden elke wijziging. Gevraagd werd hoe voorzien was in het tractement van den directeur der Staatsloterij in het tweede halfjaar van 1884daar daarvoor geen geld was toegestaan Eene opgaaf van de verdeeling der loten met den prijs, waar voor zij aan de collecteurs werden verstrektwerd op nieuw gevraagd. Enkele leden verklaarden reeds nu zich tegen be stendiging der Staatsloterij. Uit het antwoord van den min. van koloniën op het Kamer verslag omtrent de indiscbe begrooting voor 1885 blijkt, dat de minister zijne regeling van de nieuwe belastingen overeen komstig de draagkracht der inlandsche bevolking acht en tevens gericht tegen ongelijkheden in belastingdruk. Spoorweg-aanleg tot ontwikkeling van het productief vermogen kan niet wachten op den aanleg door particulieren. De mindere aanvraag van geld voor irrigatiewerken ligt aan het gemis van plannen. Het denkbeeld om in Indie zelfstandige belastingkringen aan te nemenacht hij vooralsaog onuitvoerbaar. In overweging is eene meer algemeene herziening van het tarief van in- en uitvoerrechten. Hij volgt met ingespannen aandacht den loop der crisis in Indie en wijt haar ook aan de wijze van vastlegging van het haudelskapitaalhij verwacht alleen van particuliere krachten de gewenschte uitkomst. Hij is tegen verhooging van de zoutbelasting en van het inkomend recht op lijnwaden alleen het recht op petroleum kan verhoogd worden. Een stelsel van gehei nhouding omtrent de Atjeh-staat,kunde wenscht, hij niet te volgenhij deelt dan ook mede, dat de samen trekking der troepen in Groot-Atjek de opheffing beoogt der ver spreide posten, die ons in min of meer ernstige gevechten wikkelen, ami den vorschenden blik van den beambte niet. „Ik drink nooit puncb", antwoordde hij „ik houd niet van zoete dranken, noch van zoete spijzen. Maar ik kan niet gelooven, dat mijn vader bet vergift hier in huis ingeno men heeft. Is heb u reeds gezegdhoe het bijna on mogelijk is, dat er vergift in buis kon komen. Ik heb mijnen vader niet gevraagd, of hij misschien onderweg ergens is binnengegaan, voordat de diefstal plaats bad. Wie weet of het verdoovingsmiddel geen vergift bevatte. Mijn vader voelde zieh ondanks zijne groote opgewon- beid, zeer afgemat, hij vond bet zeer aangenaam dat ik vroeg wegging." „Gj koestert toch geen argwaan tegen mevrouw Hobel „Waar denkt gij aan! Eene achtenswaardige dame En dan nog zij kende mijnen vader nauwelijkszij sloeg een voor baar zeer voordeelig aanbod af"'. De beambte eindigde bet verhoor met de opmerking dat bij bet onderzoek in huis wilde voortzetten. Hij naderde schijnbaar toevallig den leuningstoel, waarop bij enkele korrels van bet poeder gevonden had. Zijn oog onderzocht loerend of Adolfs houding ook onrust verraaddedoch de jonge man scheen nauwelijks acht op hem te slaaD. „Werd deze leuningstoel gisterenavond niet door uwen vader gebruikt vroeg de beambte. Adolf keek op. „Neen", antwoordde bij bedaard, „dat is de stoel mijner tante. Mijn vader zat op dien stoel daar die staat nog op dezelfde plaats". Adolf sloeg de hand voor de oogen om zijne opko mende tranen te verbergen. „Hebt gij misschien een lijst der nummers van de papieren van waarde van den overledene?" vroeg Teiuer. „Neendoch die ligt stellig onder zijDe papieren. Zal ik haar zoeken „Later. Ik verzoek umij terzijde te blijven en met mij nogmaals de provisiekamers te onderzoeken. Ik moet, zoodra het mogelijk is, uwe tante spreken en ook haar kamer onderzoeken". Adolf knikte toestemmend. Wordt vervolgd. zoodat die posten worden vervangen door eene goed aaneenge sloten postenrij rondom onze hoofdvestiging. In de onderhoo- rigkeden komt alleen eene bezetting, die eenig nut oplevert. De regeling van het communaal bezit op Java- Madura erkent de meest gewenschte keuze van den grond bezitsvorm; een reebt, dat de bevoegdheid van conversie in zich sluit, in verband met de voorgenomen overbrenging van een gedeelte der werk zaamheden van de algemeene secretarie naar de bestuursdepar tementen is de Gouv -Generaal gemachtigd tot regeling der personeels-vorming. Hij hoopt, dat eene wijziging der indische comptabiliteitswet, met ingang van 1886 zal kunnen werken. Omtrent het adres van den N.-I. Zendingbond worden nog inlichtingen uit Indie gewacht. Eene voorziening tegen licht vaardige inhechtenisnemingen is bij den Raad van State aan hangig en huldigt als middelen daartegen beperking van de bevoegdheid der residenten en regeling van het toezicht op de verwijzingen. Omtrent den uitslag van het onderzoek in zake de opium mist hij nog nadere mededeelingende Gouv.-Gene- raal is voor het opdragen der verdere onderzoekingen aan een bijzonder persoon. Hij verwacht weldra eene regelina betref fende het geneeskundig onderzoek van burgerlijke verlofgangers door commissiëu. Verbodsbepalingen tegen veeinvoer uit de Straite-Settlements behoefde de indische regeering niet uit te vaardigen. De geruchten dat de regeering het departement van Onder wijs, Eeredienst en Nijverheid wenscht op te heffen, zijn van grond ontbloot. Ofschoon niet in het bezit van eindvoorstellen omtrent het inlandscli onderwijs, bericht hij, dat de kweekscho len te Magelang en te Tondauo zullen vervallen en de oprich ting van die te Palernbang zal uitblijven; bet getal kweeke- lingen wordt verminderd, de toelagen der kweekelingen op Java met die der buitenbezittingen gelijkgesteld en vele leervakken ingekrompen. De hervorming is niet ontworpen onder den druk van het opperbestuur. Het wetsontwerp op de mijnconcessiën kan in de volgende maand het departement verlatenterwijl intusschen met den Gouverneur-Generaal overlegd wordt over de voorwaarden eener concessie voor tin-ontginning op Billiton, na aanneming van de wet eener nieuwe concessie. Nader licht hij de hervorming van het waterstaats-personeel toewaaruit blijktdat betere verzekering van het geldelijk toezicht meerdere waarborgen voor een geschikt personeel, spoediger uitvoering van onder handen genomen werken, verzekering der noodige samenwerking van de ambtenaren met de deskundigen hoofdpunten zijn. Van inkrimping der uitgaven voor irrigatiewerken is geen spraak; er wordt slechts gewacht op goede ontwerpen. De bouw eener schutsluis voor de havenwerken te Batavia is onnoodig. De beslissing over een eventuëele verlaging van het briefport enz. tusschen Nederland en Indie wacht op een besluit van het a s. Postcongres te Lissabon in zake de vervoerkosten der overzee- sche briefwisseling. Afzonderlijk personeel van toezicht op de particuliere spoorwegen op Java acht hij nog niet gewenseht. Hij wacht een voorstel betreffende den rang van de chefs der genie en artillerie bij het indische leger af. Ook z. i. heeft de Gouv. Gen. de staatkundige leiding in oorlogszaken. Destukken Kley zal hij nogmaals ter inzage leggen. Hervorming van den Ge- neralea Staf in Indie wordt daar onnoodig geacht. Hij heeft aan de indische regeering inlichtingen gevraagd omtrent maat regelen ter voorkomingdat het kader de gelederen verlaat vóór het genieten van vast gagement. In Indie acht hij eene normaal-schietschool niet dringend noodig. Verder blijkt uit het antwoord zijn streven om de leveringstermijnen bij aanbe stedingen niet te veel te beperkeneene groote neiging voor instandhouding van het vervoer van artikelen per stoomschip; tevredenheid met de uitkomsten der opleiding van indische staf-officieren bij de Krijgsschool te 's Gravenhage weinig in genomenheid met het denkbeeld om indische officieren met verlof dienst te laten doen bij het werfdepot. Hij legt de be- lastingontwerpen over, op wier invoering bij de begrooting ge rekend was. De regeering is bedacht op het verkrijgen van verlaging of afschaffing der suikerrechten in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika en-handhaaft vooral de ontworpen tabaksbelasting. Ten aanzien van de Gouvernements-koffiecul- tuur wordt niet afgeweken van de in de laatste jaren toege paste beginselen. Naar aanleiding van eenige veranderingen in de begrooting bedraagt het tekort 1,458,8' 8. Zitting van den 15. - De behandeling der indische begroo ting vangt den 16 aan. Aan de orde zijn de motie-Seret en de interpellatie van der Scbrieekover de garnizoensverandering te 's Hertogenbosch. De min. vanOorlog ontkentdat er een afwijking van een algemeenen maatregel van inwendig bestuur plaats had slechts tijdelijk is afgewekeuwelke afwijking gerechtvaardigd was door de eenige rationeele uitlegging van art. '2 van het be sluit van 1881. Met 1 Mei gebeurt niets, wat ongeoorloofd is. Aangezien echter dit artikel niet aan allen duideljjk schijnt is hij voornemens aan den Koning eene verduidelijking in den door hem aangegeven zin voor te stellen. De heer L o h m a n bestrijdt de motie-Seretdie van een verkeerde opvatting van maatregelen van inwendig bestuur uitgaat. Doch al gold het hier zulk een maatregel, dan was het nog zeer twijfelachtig of daarvan niet bij kon. besluit mocht afgeweken worden. In elk geval was de zaak zoo moeilijkdat de Kamer niet zoo in eens daaromtrent kon beslissente minder daar het hier geen schending van rechten van ingezetenen goldmaar louter de oplossing van eene staatsrechterlijke vraag. Overigens was hij ook van meening, dat zoo min mogelijk van het kon. besluit van 1881 moest worden afgeweken. De heer S e r e t bleef het besluit van 1881 een algemeenen maatregel van inwendig bestuur noemenomdat het is een kon. besluit, den Raad van State gehoord, afgekondigd in het Staatsblad en betrekking hebbende op zaken van algemeen be lang. Bovendien was in 1881 de maatregel aldus voorgesteld. Na de verklaring des ministersdat hij in den algemeenen maatregel van 1881 die wijzigingen zal brengen, die hij nood zakelijk acht, trekt hij zijne motie in. De heer Gratama betoogt ook, dat het besluit van 1881 geen algemeene maatregel van inwendig bestuur is, maar, zelfs dan nog, geen recht aan 's Bosch zou geven en er geen sprake van schadevergoeding kan zijn. De heer Re ut her verklaarde, dat hij het besluit van 1881 als algemeenen maatregel van inwendig bestuur heeft voorge dragen en regeering noch vertegenwoordiging er toen aan ge twijfeld heeft, dat het zulk een maatregel was. Maar al was het dit nietde regeering is er evenzeer aan gebonden. De so lidariteit tusschen opvolgende regeeringen eischt ditindien deze regeering andere inzichten had gehaddan had zij de Kamer dit medegedeeld alvorens een wijziging aan te brengen. Hij dringt overigens aan op het brengen van zoo weinig moge lijk veranderingen in de bestaande indeeling. De heer R u ij s deelt in dit gevoelen en bestrydt het betoog van den heer Lobman. De heer R o 11 meentdat de rechtskundige vraag uit de beraadslaging verwijderd is na de intrekking der motie, welke intrekking bjj echter weinig gemotiveerd vindt. Nog twijfel achtiger vindt hij de bewering van den heer Seret, dat het kon. besluit van November zou vervallen ten gevolge der ver klaringen van den minister. De heer Beelaerts bestrijdt den heer Gratama en beweertdat volstrekt niet is uitgemaaktdat een algemeene maatregel steeds moet berusten op een wet. Hij houdt vol dat het besluit van 1881 een algemeene maatregel is en juicht toe, dat de regeering hem zal wijzigen. Door de keeren van der Sckrieck, van Baar en Yos de Wael wordt nu deze motie voorgesteld *De Kamérvertrouwende dat de j ing van de bij het organiek besluit van 5 Mei 1881 (StaatsbiaiTNo. 189) vastgestelde garnizoensindeeling niet verder zal afwijken dan tot uitvoering van dat besluit noodzakelijk is, gaat over tot de orde van den dag." Na de verzekering van den minister, dat door de ver plaatsing van troepen van 's Bosch naar Nijmegen, deze troepen in belangrijk beteren toestand komenwordt de motie aange nomen met 41 tegen 33 stemmen. De interpellatie is hiermede afgeloopen. Op voorstel van de heeren van der Kaay en Lohman wordt besloten, niet te behandelen het ontwerp tot wederin voering der aanbevelingen bij de gerechtshoven. Een voorstel tot het houden eener avondzitting werd met 41 tegen 32 stem men verworpen. Vervolgens werden aangenomen de ontwerpen tot bekrachti ging van provinciale heffingen in Eriesland en Groningen. Bij soortgelijk ontwerp van Noordbrabant tot invoering van een bruggeld bracht de min. van binnenl. zaken een wijziging in art. 1 om deze heffing slechts gedurende drie jaar toetestaan. De heer van den B o r c h bestreed bet ontwerp, omdat daar door indirect werd teruggekomen op de afschaffing der tol rechten in 1872 in Noordbrabant en de vervanging door een belasting op trekdieren. Ook is het ontwerp onbillijk, omdat indertijd de provincie 2subsidie heeft gegeven voor den bouw der brug in het vertrouwendat het een vrije brug zou zijn. De heer van Baar komt op tegen de niet ernstige en ver van loyale oppositie van de bestrijders dezer belasting wat hij in bijzonderheden tracht te betoogen. De beraadslaging wordt na verwerping van eene motie tot sluiting met 40 teeen 32 stemmen verdaagd tot den 16 vóór den aanvang der Indische begrooting. Op last van den Koning van Zweden is den 10 te Vlaardingen aan schipper Krijn van Aiewijn van het loggerschip Albatros, een prachtig gouden remon toir-horloge, en aan Ferd. van der Velden, stuurman, Jan Vrijland en Mart. van Tienen matrozen eene som gelds ter hand gesteld als bewijs van waardeering voor de door hen onder hevig stormweder volbracbte redding der bemanning van het noorsche barkschip May, kapt. A. M. Jacobson den 19 Maart 1883. Op de Zuiderzee nabij Urk is in den nacht van den 11 op den 12, de met steenkolen voor de gasfabriek te Kampen geladen tjalk van schipper Jon ker gezonken. De Bcbipper is met vrouwkinderen en knecht in eene roeiboot gegaan waaruit zij later door een viscbschuit uit Huizen opgenomen en naar Kampen gebracht zijn. Te Hoorn is den 12 eene vergadering van onge veer 60 belangstellenden in de melkverzending naar bet buitenland gehouden. Er werd eene commissie be noemd om te onderzoeken of de melk voor langen tijd versch kan worden gebouden welke commissie spoedig verslag zal uitbrengen. Den 12 is te Dordrecht geveild het landgoed Alexandorshofbehoorende tot de nalatenschap van wijlen prins Alexander, gelegen in de Hoeksche Waard. Het kon gelden f 57.737.35. Den 12 is te Arasterdam op den Haarlemmerdijk een brievenbesteller ineen gezakt en gestorven, voor dat geneeskundige hulp kon worden verleend. Den 12 bebben in den gemeenteraad van Bever wijk de stemmen gestaakt over het voorstel van het dagelijksch bestuur, om concessie te geven voor de aan te leggen waterleiding met 8000 subsidie, welk voorstel ingediend was naar aanleiding van een schrijven der concessionarissen waarbij zij den raad in bedenking gaven om zoo hij handhaafde zijn besluit om f 6000 subsidie te geven van de waterleiding af te zien en vergunning te geven de pijpen voor de waterleiding naar de Zaanstreek door Beverwijk te leggen. De zangvereeniging Amicitia te Kolhorn werd den 12 ontbonden. De engelsche stoomboot Sapphire, geladen met ka toen van Nieuw-Orleans naar Bremen is in de Zui- dergronden den 14 gestrand. De bemanningbestaande uit 27 man is met eene haringvlot gered en door de sleepboot IJmuiden van deze overgenomen waarna zij behouden te Nieuwediep aangebracht is. Pogingen, om de boot vlot te krijgen mislukten nog; de stoomboot was verdreven en zat vol water Het gerechtshof te Amsterdam heeft den 15 Dirk Tobias veroordeeld tot 2 jaren celstraf en 4 geldboeten van f 50, wegens het afschrijven van een kapitaal op het Grootboek buiten medeweten van de eigenares en het gebruiken van de daarvoor verkregen gelden ten zijnen bate het maken van valsche nota's en het in bewaar geven van aan anderen behoorende effecten te zijnen name. Van de overige punten van beschuldiging, het boeken van valsche posten het schenden van bij hem berustende pakketten met effecten werd bij vrij gesproken. De Holl. Spoorwegmaatschappij heeft van de hand gewezen het door de gemeenteraden van Hoorn en Purmerend ondersteund verzoek der kamer van koop handel en fabrieken te Purmerend om des middags nog een trein tusschen Hoorn en Amsterdam te laten loopen als niet in het belang van de dienstbij even tueel dicht water is zij niet ongenegen, op dat besluit terug te komen. Gedep. Staten van Friesland hebben een onder wijzer te Bolswarddie sedert geruimen tijd kapel meester van de muziek der schutterij was, aangeschreven, laatstgenoemde betrekking terstond neer te leggen. Het oud-adellijk landgoed Bloemendaalin de wandeling kasteel Bioemendaal genoemd te Tudderen bij Sittard is in de vorige week afgebrand. Het was vermaard door zijne fraaie muurschilderingen en prach tige zalen in de benedenverdieping en een doolhof van kamers in de bovenverdiepingen. Vele schilderijen en voorwerpen van waarde verbrandden mede. Zes varkens, eene koe40 hoenders en eene verzameling duiven kwamen in de vlammen om. Het overige vee werd gered. Met 1 Januari a.s. worden, als bezuinigingsmaat regel, aan 's rijks werf te W illemsoord 50 werklieden ontslagen, waaronder één kommandant en één bewaarder. De minister van justitie heeft aan de Vereeniging van burgemeesters en secretarissen op Zuid- en Noord- Beveiana medegedeeld dat bij de aanstaande herziening der drankwet gelet zal worden op baar verzoek om voorziening in het gemis van kennisgeving aan gemeen tebesturen van het vrijwillig betalen der boete bij over-; treding dier wet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1884 | | pagina 2