f I I H f 5 l] za n de BnittnlAnb. Binnenland. I I W" 01 V, O] vai N. Ul( antwoord Wees dan zoo goed die punten nauwkeurig op te geven en de bewijzen van uwe rechten ons te doen kennen, luidt het daarop volgend verzoek uit Berlijn. Maar Duitsche kooplieden kunnen immers aan die kust veilig handel drijven onder bescherming der Britsche vlag antwoordt Engeland, en een vreemde kolonie op de zuidwestkust van Afrika zou een inbreuk zijn op de rechten van Engeland en de Kaapkolonie Bismarck zendt een oorlogschip naar Angra Pequena en vraagt alweder welke gegronde aanspraken hebt gij op die kust In plaats van eeu beslist antwoord te ontvangenbespeurt Bismarck dat de Regeering van de Kaap zich gereed maakt om de kuststreek te bezetten en zonder aarzeling laat hij op offieiëele wijze aan de Kaap en te Londen weten de Duitsche fac torij staat onder bescherming van de Duitsche Rijks vlag. Maar dat gaat nietroept de Engelsche Mi nister van Koloniën heb geduld de zaak wordt be hoorlijk geregeld want de Kaapsche Regeering heeft zich bereid verklaard de geheele kust in bezit te nemen tot aan de grenzen der Portugeesche koloniën. Wij onderhandelen met de Engelsche Regeering en niet met de Engelsche Kaapkolonie antwoordt Bismarck en wij zouden de thans voorgenomen inbezitneming niet erkennen. Het plan om de kuststreek in bezit te nemen kwam dan ook ongetwijfeld te laat, nu zich er reeds Duitschers hadden gevestigd en de Duitsche Regeering er haar vlag had geplant. In duidelijke en krachtige taal wordt dit de Engelsche Regeering aan 't verstand gebracht en werden baar uitvluchten en onoprechtheid met een herinnering aan de feiten in 't licht gesteld. Tegenover zulk een gedrag zou ook Duitschland jegens Engeland niet langer een welwil lende houding kunnen bewaren waarschuwt Bismarck ten slotte en na herhaalde aarzeling en verontschuldi gingen wegens misverstand wordt eindelijk het Duitsche beschermheerschap over een gedeelte der zuidwestkust van Afrika door Engeland erkend. Is ook het bericht waar, dat Duitschland met Portugal onderhandelt over een afstand van de Delagoa-baai aan Zuid-Afrika's oostkust, dan komt Duitschland in aanraking met Zoeloeland en de Transvaalsche Repu bliek en zal Engeland zoowel aan den noordoosthoek als aan de zuidpunt van Afrika afstand moeten doen van de alleenheerschappij en voortaan moeten rekenen met een nieuwe koloniale mogendheid die onder lei ding van Bismarck haar eerste, maar geenszins wanke lende schreden in de wereld doet. DUITSCHLAND. Rijksdag. Den 16 is de tweede le zing der begrooting van buitenl. zaken voortgezet en gehandeld over de posten voor consuls enz. in Kaapstad, Korea en de Stille Zuidzee. Overeenkomstig de voor stellen der begrootings-commissie werden de gelden voor twee onder-consuls op de eilanden in de Zuidzee ge schrapt voor één werden nieuwe gelden toegestaan. De aangevraagde gelden voor consuls-generaal te Korea en te Kaapstad werden met f 12.600 verminderd omdat de begrootings-commissie daar consuls voldoende achtte. Evenwel erkenden namens het centrum dr. Windthorst en namens de vrijzinnigen de heer Rich ter, dat de regeering voor Kaapstad thans nieuwe gronden aanvoerde die na onderzoek aanleiding kon den geven om de voor dien post gevraagde verhoogïug bij derde lezing toe te staan. ENGELAND. Het gemeentebestuur van Londen heeft eene belooning van f 60000 uitgeloofd voor het ontdekken van den schuldige aan de ontploffing bij de London-bridge. De schade, door die ontploffing aan de grondvesten der brug veroorzaaktis grooter dan men aanvankelijk dacht. Te Dover is den 17 een blik ken kist met 200 pond buskruit voor mijnen gevonden. Aanvankelijk dacht men dat het dynamiet was. De Standard vestigt de aandacht op het plan van eenige Hollanders om melk naar Londen te zenden. Dat blad prijst dien ondernemingsgeest zeer en hekelt de engelsche boeren die door hun gebrek aan geestkracht zulk eene onderneming mogelijk maken. Het uit den wensch dat het den engelechen boeren nog gelukken moge, die hollandsche onderneming over bodig te maken want het zou eene schande voor hen zijn indien zij zich door de boeren van de kusten der Zuiderzee ook den handel in melk hunne laatste toe vlucht nu zij in den boter- en kaashandel te kort schoten lieten ontnemen. digheid is in alle gevallen verzekerd daarvoor sta ik u borg. Ik kom met mijne meubelen bij u gij zijt de huisvrouw, mijne zuster moet zich wat het schoonhou den der woning betreft, ook naar u schikken. "Wij betalen kostgeld, wanneer gij de goedheid wilt hebben voor ons te laten koken en dat zal u niet veel moeite geven want ik stel eenvoudigen smakelijken kost bo ven alles en mijne zuster is op dieet gesteld. Het is niet om u te beleedigen het moet alleen mijn verzoek aannemelijker maken wanneer ik u zeg dat ik ver mogen bezit en gij dus door mij te helpenook uwe huishouding verlichten kunt. Ik gelootdat gij de zaak zoudt kunnen probeeren. Ik zal uw antwoord af wachten. Denk over mijn voorstel na, stel zelf de voor waarden welke u voor alle gevallen zekerheid geven, doch sla het niet af, zonder er over te hebben nage dacht." Met deze woorden stond de vreemdeling op. Hij gaf niet slechts mevrouw Hobel doch ook Bertha de hand; hij had het jonge meisje terwijl hij sprak, met welge vallen aangezien. Hij verwijderde zich zonder zijnen naam te noemen en zonder mevrouw Hobel tijd te laten daarnaar te vragen. Moeder en dochter keken elkander vragend aan geen van beiden scheen hare meening over het zeldzame geval het eerst in woorden te willen brengen. „Wie was die mijnheer?" vroeg Bertha, eindelijk het stilzwijgen verbrekende. „Ik ken hem niet", antwoordde de moeder. „Mijn heer Wandock bracht hem hier en zeide, dat hij het FRANKRIJK. Het onafzetbaar Senaatslid Eugène Pelletan een der mannen van 's lands verdediging in 1870 is in den ouderdom van 72 jaren overleden. De gemeenteraad van Parijs heeft met 69 tegen 2 stemmen verworpen het voorstel zijner socialistische leden Vaillant en Chambert, dat geschikte woningen voor noodlijdende personen eischte. K a m e r. Den 15 werd met 267 tegen 222 stem men het herstel van het krediet voor de theologische fa culteiten door den heer de Fallières verlangd en door de commissie bestreden verworpen. De overige hoofd stukken der begrooting voor onderwijs werden ongewij zigd aangenomen behoudens die betreffende de trac- tementen van onderwijzerswelke naar de commissie verzonden werden. In de ochtendzitting van den 16 werd met 260 tegen 20 stemmen een voorstel van den heer Lockroy aan genomen daartoe strekkendedat dagelijks twee zit tingen zouden worden gehouden. De laatste artikelen der begrooting voor schoone kunsten en de artikelen van de begrooting voor binn. zaken werden vervolgens onveranderd aangenomen. Er ontstond eene levendige beraadslaging naar aanleiding van art. 18 handelende over de geheime uitgaven voor de open bare veiligheid. De minister Waldeck Rousseau ant woordde op de aanmerkingen van de heeren Carret en Andrieux dat de fondsen voor de openbare veiligheid onder toezicht van den president der republiek besteed werden. Hij verdedigde zich tegen de verdenkingen, waaraan hij bloot stond en zeide dat mocht zijne eer lijkheid gewantrouwd worden hij dan niet op zijn post moest worden gelaten (Toejuichingen in het centrum). Ten slotte werd het hoofdstuk met 308 tegen 194 st. onveranderd goedgekeurd. Nadat den 17 de heer Machau uit naam der rech terzijde verklaard haddat hij den 16 eene hoof delijke stemming verzocht had om aan te toonen dat de Kamer niet meer in wettigen getale verga derd was en dat de begrooting dus niet behandeld werd, zooals het behoorde waarom de minderheid zich van de stemming zou onthouden, daar zij zich van alle ver antwoordelijkheid wilde vrijwaren, werd de begroo ting van binnenl. zaken voor Algerië en van koop handel aangenomen. Bij die van koloniën, welke mede goedgekeurd werd zeide de minister, dat de beraad slaging over Madagascar zou plaats hebben bij de stem ming over de kredieten. Hij herinnerde, dat de Kamer eenparig voor den tocht daarheen geweest was en dat de regeering zich zou blijven bepalen tot de 5 thans bezette plaatsen, totdat de nieuwe kredieten aangenomen waren. Den 18 werd de begrooting van financiën aan genomen bij de behandeling van die van onderwijs werd niettegenstaande de minister zich om geldelijke redenen tegen alle amendementen, strekkende tot ver hooging van de bezoldiging der onderwijzers, verklaard hadeen amendement der begrotingscommissieom een post van f 575,000 uit te trekken voor eene ver hooging van de bezoldiging der laagste klasse van on derwijzers en onderwijzeressen met f 50, aangenomen met 305 tegen 189 stemmen. Bij de behandeling der begrooting van buitenl. zaken stelde de afgevaardigde Montjau de opheffing van den franscheu gezantschapspost bij het Vatikaan voor. De minister president Ferrij verklaarde bet behoud van dien post noodzakelijk te achten uit het oogpunt der kerkelijke siaatkunde. Anders zou men gedwongen zijn het concordaat te verbreken en de bescherming der Katholieken in het Oosten te laten varen met het ge volg dat andere mogendheden zich zouden haasten die bescherming over te nemen. Hij herinnerde verder dat ook andere protestantsche staten hunnen diploma- tieken gemachtigde bij het Vatikaan hebben en wees er op, dat, zoo voor één Staat, hij voor Frankrijk on misbaar was. Ten slotte roemde bij den verlichten en vredelievenden geest van den tegenwoordigen Paus, waarna het voorstel verworpen werd met 293 tegen 168 stemmen. PORTUGAL. De zitting der Cortes werd den 15 door den Koning geopend met eene troonredewier hoofdinhoud hierop neerkomt. De betrekkingen met de mogendheden zijn vriendschappelijk van aard. Op verzoek van den duitschen Keizer in overeenstemming met de Fransche Republiek, is toegestemd in het zenden van een vertegenwoordiger naar de bijeenkomst te Berlijn over de aangelegenheden van West-Afrika. Zoodra daar een besluit genomen is over de onderwerpen, zoo nauw verbonden met de lang bestaande rechten van Portugal, huis wilde zien, daar hij van plan was, het te koopen. Hij zag er niet naar uitalsof hij zich eene ongepaste grap wilde veroorloven en toch schijnt het ongeloofe- lijk dat een welgesteld man aan eene vreemde zonder eenige reden het grootste vertrouwen schenktalsof er voor geld niemand te vinden wasdie voor hem het huishouden waarneemt en hem een smakelijk eten kookt, ik vrees, dat daar wat achter schuilt, wat mij nu nog onverklaarbaar toeschijnt." Mevrouw Hobel wierp eenen vorschenden blik op hare dochterwier uiterlijk voor haar iets ongewoons moest hebben en twijfel of onrust bij de moeder moest opwekken want argwaan sprak uit den nieuwsgierigen, onderzoekenden vragenden blik toen Bertha zichin plaats van te antwoorden met zichtbare toenemende verwarring afwendde en in een muziekboek bladerde dat zij bij hare komst uit de hand gelegd had. „Hebt gij geheimen voor mij vroeg zij verwijtend. „De zaak schijnt je minder raadselachtig, dan mij. Je verstaat het veinzenGod zij dank nog slecht. Zeg mij de waarheid, Bertha, je wist van dit bezoek af?" Het jonge meisje bloosde heftig doch zij sloeg vrij de oogen optoen zij de vraag ontkennend beant woordde. Zij greep, als door eene machtige, innerlijke ontroering gedreven de hand harer moeder. „Ik wil u bekennenzeide zij zacht en met be vende stem, „wat mij op het hart ligt, dan kunt gij zelf oordeelen. Ik weet nog nietwat ik ervan denken moet." Wordt vervolgd. zal de regeering al de stukken die door de wetgevende macht bekrachtigd moeten worden overleggen, tegelijk met anderen die tot inlichting kunnen strekken. Het Parlement zal o.a. moeten beraadslagen over de her ziening van eenige artikelen der grondwet en over de hervorming van de Kamer der Pairs. De aandacht wordt vooral gevestigd op de koloniale zakenvocral op de koloniën in Afrika. Een overeenkomst tot het leggen van een telegraafkabel langs Afrika's Westkust is gesloten en met het werk is reeds een aanvang gemaakt. De toestand dor geldmiddelen is een weinig verbeterd; de inkomsten toonen een veel hooger cijfer aan. OOSTENRIJK-HONGARIJE. De Nieder-Austro- Escompte-Gesellschaft maakte den 18 bekend dat de bestuurder der Disconto-kas Lukas Jauner, sedert den morgen van den 17 half tien verdwenen was. Het be stuur gaf daarvan kennis aan de politie en onderzocht dadelyk de bas, waarbij bleek, dat er ontbrak fl. 1.509.060 aan geld en fl. 550.000 aan papierensamen fl. 2.059.960. Bij het laatste onderzoek der kas op 18 November was alles in orde bevonden. Waarschijnlijk hadden de knoeierijen dus in de laatste dagen plaats. Genoemde Jauner heeft zich den 18, tusschen 5 en 6 uur 's namiddags, te Kierlung door een revolverschot gedood. Het lijk werd herkend. Men vond bij hem 24. SPANJE. Te Saragossa vroegen de werklieden op zeer bedaarde wijze werk. De prefect en de maire bo den aan meer openbare werken te laten verrichten ter tegemoetkoming aan het gebrek aan werk. De minister Canovas heeft aan den ministerraad den stand der onderhandelingen met Nederland over een handelsverdrag medegedeeld. CHINA. 3000 chineezen vielen volgens bericht van generaal Brière een dorp bij Chu aan maar werden met groot verlies teruggeslagen de franseben hadden 24 dooden en gekwetsten. YEREENIGDE STATEN. Het verdrag gesloten met Nicaragua betreffende het kanaal door dezen Staat is bij den Senaat ingediend met een begeleidenden brief van president Arthur, waarin de voordeelen van zulk eene onderneming voor den wereldhandel uiteen gezet worden. In den brief aan het congres verzekert de presidentdat de Ver. Staten geenszins grondge bied wenschen te verwerven noch staatkundig toezicht verlangen uit te oefenen buiten hunne tegenwoordige grenzen. De twee regeeringen hebben het plan ontwor pen dat het eenige middel was om een onmisbaar werk tof stand te b-engen. Alle volken zullen op gelijke voorwaarden van het kanaal gebruik kunnen maken dat door de ingenieurs der Ver. Staten beter sn goed- kooper gemaakt kan worden dan door iemand anders. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. De regeering heeft voorgesteld de begrooting van marine voor 1885 eenige verliooging te doen ondergaan, om gevolg te geven aan liet verzoek van eenige nederlandsche staatsburgers tot instelling eener kustwaclitdie geroepen zal zijn te zorgen voor tijdige hulp aan de bemanning van in gevaar verkee- rende schepen. Zij heeft verder in overweging gegeven, om de algemeene beschouwingen over de definitieve staatsbegroo- ting af te scheiden van het definitieve hoofdstuk I en dit alzoo afzonderlijk vast te stellen en medegedeelddat een wet tot algeheele herziening der zegelwet voltooid is waardoor de bestaande wetten vervallen Voor de benoeming eener staatscommissie ter voorbereiding der herziening van de concessie der Nederl. bank vindt zij geen voldoenden grond. Zij onderhandelt met de bank tot tusschentijdsche wijziging van het octrooi, hoofdzakelijk met het doel om, tegenover eene verlenging van dat octrooiden staat reeds van 1 April 1885 naar billijkheid in hare groote winsten te doen deelen, maar tevens met het plan om andere wenschelijke wijzigingen tot stand te brengen. In de afdeelingen is tot den min. van justitie de vraag ge richt waarom het vergiftigingsproces te Leiden zoo buiten gewoon lang in onderzoek is Den 17 heeft de mi n. va n k o 1 o n i n in de namiddag zitting zijn standpunt verdedigd. Dat de begrooting niet over eenstemde met zijn economisch programma ontkende hij. De spoorwegaanleg was voortgezetvoor irrigatie was geen geld uitgetrokken, omdat er geen goede plannen bestonden; cr was wel geklaagd over te groote, niet over te geringe bezuiniging; in het program staat nietdat er niet geleend raag worden maar alleen, dat gestreefd moet worden om geene buitengewone middelen aan te vatten. Versterking der middelen is noodig met het oog op mogelijken achteruitgang der koffieopbrengst niet alleen om spoorwegen te kunnen aanleggen. Er moet ook gestreefd worden naar vermindering van de opiumopbrengst. Dat de voorgedragene belastingen niet goedmaar andere be ter zouden zijn, is een oud middel van bestrijding. Indirecte belastingen wilde menmaar welke dan Verhooging van in voerrechten is afgekeurdverhooging der zoutbelasting zou juist de inlandsche bevolking drukken en vermindering der op brengst veroorzaken door meer sluikhandel. Hij ontkent, dat het draagvermogen der indische bevolking overschreden zou worden. Hij verklaart met den Gouverneur-Generaal in te stemmen in liefde voor de inlandsche bevolking, in het besef der noodzake lijkheid om de inkomsten in ludie te verbeteren. Hij ontkent, dat de Gouv.-Gen. een onbepaald voorstander is van leeningen voor spoorwegen. Een gelegenheidsargument is het niet, dat de cultuur-opbrengst verminderen zalwant het is gegrond op de berichten van bijzondere onderzoekers. Het is niet zijne bedoeling, om aan particulieren den aanleg van pro ductive werken uit de hand te nemen. Alle vraagpunten betrekkelijk den verkoop van spoorwegen heeft hij bij de in dische regeering aanhangig gemaakt, alsmede de vraag over de exploitatie der Staatsspoorwegen. Omtrent dien verkoop verwijst hij naar de memorie van antwoordofschoon van mee ning, dat zulk een maatregel nu niet juist helpen zou uit den financieëelen nood. Gaarne ziet hij evenwel spoorwegaanleg door particulieren. Zware eischen voor concessien wenscht hij niet te stellen en dit gevoelen is den Gouverneur-Generaal medegedeeld. Hij ontkent te hebben medegewerkt tot invoe ring van accijns op het gedistilleerd in Indie, Wat betreft de proclamatie in zake Atjeh. De Gouverneur- Generaal sprak hier tot Atjehers, Mohamedanen, en zeer na tuurlijk was het dusdat hij herinnerde aan hun eed op hun Koran. De proclamatie is geschreven in de eigenaardige taal van het Oostenhij kan niet toegeven dat de toon van dat stuk nederiger had moeten zijn. Een toon van nederigheid in zoodanig staatsstuk zou zeker misplaatst zijn geweest. In de avondzitting van dien dag ontkende de heer d e Bruijn Kops wantrouwen in den Gouverneur-Generaal te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1884 | | pagina 2