No. 2.
Zeven en tachtigste Jaargang.
1885.
Wat zal 1885 ons brengen?
ZONDAG
4 JANUARI.
Prijs der gewone Advertentiën
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
Plaatsgebrek noopt ons voor ditmaal het
feuilleton achterwege te laten.
(Dfficiccl (Scbccltc.
HONDENBELASTING.
fëuitrnlAtib
HkH URSCIIi; COURANT.
Deze Courant wordt Diasdag", Dondörd&g- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers O 06.
Per regel f 0,15. Glroote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat de beschrijving voor de
plaatselijke directe belasting, dienst 1885 Maandag 5 Januari
1885 een aanvang neemt. Zij herinnerendat die belasting
geheven wordt van de te Alkmaar hun hoofdverblijf houdende
en van de meer dan 3 maanden in dat dienstjaar aldaar ver
blijf houdende
a. hoofden van huisgezinnen of alleen wonende personen een
perceel of een afzonderlijk belastbaar gedeelte van een per
ceel bewonende;
b. personen of hoofden van gezinnen bij anderen inwonende,
daaronder begrepen minderjarige kinderen met een eigen
inkomenvoor zoover de hoofdbewoner niet of niet geheel
in hun onderhoud voorzietonverschillig of de hoofdbewo
ner al dan niet belastbaar zij. De inschrijvingsbiljetten wor
den 8 dagen na de bezorging terug gehaald.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
30 Deo. 1884. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
herinneren belanghebbenden, naar aanleiding der op 20 Septem
ber 1882 vastgestelde verordening op de heffing eener be. asting
op de honden
dat ieder eigenaar, bezitter of houder van een of meer aan
de belasting onderworpen honden verplicht is, daarvan jaar
lijks vóór 31 Januari ten kantore van den gemeente-ontvanger
aangifte te doen.
Die aangifte geschiedt door de inlevering van een behoorlijk
ingevuld en door den belastingschuldige onderteekend biljet,
kosteloos ten kantore voornoemd verkrijgbaar.
De betaling der belasting geschiedt dadelijk bij de aangifte
tegen kwitantie en afgifte van een penning onverminderd het
recht om, zoo de aangifte onjuist bevonden wordt, herziening
te doen plaats hebben
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
24 Deo. 1884. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
SCHUTTE RIJ.
De persoon van CORNELIS SPRUIJT, geb. te Putters-
boek 30 Januari 1857, wordt verzocht zich ter gemeente
secretarie aan te melden.
Wederom een nieuw jaartal. Hoa goed heugt het
ons nog toen wij voor het eerst 1884 schreven en wat
schijnen ons de 30ti dagendie er toe behoorden
spoedig voorbijgegaan Is er veel in ons land veran
derd gedurende den loop van het laatste jaar P De
belangrijkste verandering tornt ons voor wel die te zijn,
welke men gewoon is uit te drukken met de woorden:
„de Kamer is om". Ja, de Tweede Kamer is om. Wat
sinds lang door dezen werd gehooptdoor genen ge
vreesd door velen binnen korter of langer tijd ver
wacht is eindelijk inderdaad gebeurd: in de Tweede
Kamer beeft de liberale partij niet langer de meer
derheid. Wel was reeds in de laatste jaren die meer
derheid zeer gering te zwak om er op te steunen
maar zij bestond nog altijd en bij vragen van beginsel
kon zij zicb doen gelden. Die tijd is thans voorbij.
Tegenover 92 liberalen zitten tegenwoordig 44 niet-
liberale leden en daar tusschen zit de Regeering. Wat
zal de nieuwe meerderheid doen was en is nog de
vraag van het oogenblik. Maar tegen die vraag is reeds
van de zijde vanwaar bet antwoord verwacht werd, een
belangrijke bedenking gemaakt. Gij spreekt van de
meerderheid, werd van die zijde opgemerkt, maar waar
en wie is die -meerderheid. Tegenover 42 liberalen
tellen wij 23 antirevolutionairen 18 katholieken en 3
conservatieven die geenszins met elkander één partij
vormen. Een antirevolutionaire partij bestaat, een
katholieke partij is in wording en wanneer deze beide
partijen het eens zijn en door de conservatieve leden
der Kamer worden gesteundmaken zij de meerder
heid uit.
De juistheid dezer voorstelling van de partijverhou
ding in de Tweede Kamer kan moeielijk worden be
twist en ten slotte telt de Eerste Kamer, waar de li
berale meerderheid nog zeer aanzienlijk is ook mee.
Men behoeft er zich dus niet over te verbazen dat de
anti-liberalen de Regeering niet al te lastig vallen en er
nog niet op uit zijn het Kabinet omver te werpen, om
zeiven tot het bewind geroepen te kunnen worden. Wij
zijn met de Katholieken verbonden, zegt de Standaard
jamaar op lossen voetom de regeering te kunnen
aanvaarden zou een vast bondgenootschap noodig zijn.
Op één punt zijn beide partijen bet eens in tegenstand
tegen de openbare schoolmaar onzeker is bet tot
hoever in dit opzicht de conservatieve leden der Ka-
met haar mee zouden gaan. Wat meer is, dezelfde
onzekerheid bestaat zelfs ten aanzien van de antirevo
lutionairen en de katholieken zoodra de vraag zich
voordo.t wat zoudt gij voor de door n afgekeurde re
geling vau het onderwijs in de plaats willen stellen
Antirevolutionaire organen hebben meermalen verschil
lende oplossingen van hunne bezwaren aan de hand
gegeven welke zal ten slotte door deze partij worden
voorgesteld? En wat weuscheu de katholieken? Op
geen dier vragen kan vooralsnog een antwoord worden
gegeven. De Staatscommissie voor de Grondwetsher
ziening laat art. 194 onzer hoogste staatswet ongewij
zigd. Twee harer antirevolutionaire leden dienden een
afzonderlijk advies in, maar onthielden zich van het
voorstellen eener regeling zooals zij die zouden wen-
schen. Zij bepaalde zich tot een afkeuring der be
staande regeling en vragen slechts in het algemeen
ophelfing van de bevoorrechting der openbare school
gelijkstelling van de bijzondere scholen met de open
bare. „Wil de overheid alleen voor haar eigen onder
wijs zorgen", lezen wij in hun advies „zij late het
dan ook alleen door de gebruikers bekostigen. Of is
dit laatste, althans voor een deel des volks onmogelijk,
dan behoort de overheid te gemoet te komen aan allen,
die naar den door haar zelve gestelden maatstaf goed
onderwijs geven niet alleen aan hen, die de openbare
school verkiezen". De stellers van het advies komen
op voor de aanspraken van de tegenstanders der open
bare school maar erkennen, „dat, met het oog op den
tegenwoordigen toestand des landser bezwaar tegen
beslaan kan, te beproeven die aanspraken bij de Grond
wet te waarborgen". Zij eindigen hun advies met den
eerbiedigen raad aan den Koning, art. 194 der Grond
wet indien zin te wijzigen, dat de vrijheid van het ge
ven van ouderwijs gewaarborgd blijve en dat de rege
ling van het openbaar onderwijs zonder eenige beper
king aan den gewonen weigever worde overgelaten
Overigens wijzen zij op de voorschriften in de Reglementeu
op het beleid der Regeering in de koloniën Suriname
en Curt^ao als „eene bepaling ru den geest als zij zouden
wenschen". Die bepalingen luiden als volgt:
„Het geven van onderwijs staat vrij aan oen iegelijk,
die voldoende bewijzen van bekwaamheid en zedelijk
heid levert.
„Zooveel de middelen gedoogen zorgt de overheid
dat het lager onde wijs de verkrijging der allereerste
kundigheden ouder het bereik brenge ook der onver-
mogenden.
„Zij doet dit door ondersteuning van bijzondere of
oprichting van openbare scholen.
„De regeling van het ouderwijs op deze grondslagen
geschiedt bij koloniale verordeningen (en, wat Curafuo
betreft plaatselijke keuren.)"
Uit deze aanduiding kan worden afgeleid dat deze
invloedrijke leden der antirevolutionaire partij thans
beiden tevens leden der Tweede Kamer, met behoud
van de eischen van bekwaamheid en zedelijkheid en
waarschijnlijk ook van het toezicht een regeling van
het lager onderwijs zouden wenschen, waarbij óf staats
hulp alleen werd verleend ten behoeve van het onder
wijs van onvermogenden hetzij waar het noodig is
d-.or openstelling van openbare, hetzij door ondersteu
ning van bijzondere scholen onverschillig of zij voor
allen zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid,
of voor kinderen van een bepaalde gezindte zijn in
gericht, öt wel ook voor de kinderen der gegoeden
alle scholen zonder onderscheid gelijkelijk uit de staats
kas werden gesteund.
De heer Bcbaepman gaat in zijn „Grondwetsherzie
ning" verder. Wel erkent hij de noodzakelijkheid van
een korten tijd van overgang, maar daarna moeten
zijns inziensde kosten der scholen niet langer door
de gemeenten worden gedragen alle bijdragen uit
's Rijks kas zoowel de vaste als de tijdelijke ophou
den alle staatstoezicht verdwijnen, alle inspecteurs en
schoolopzieners ontslagen alle schoolcommissiën ont
bonden alle normaalscholen en normaallessen, van over
heidswege ingesteld opgehevenalle examens voor
hulp- en hoofdonderwijzeressen afgeschaft worden. Al
leen de scholen die geheel of gedeeltelijk voor min
vermogenden ingericht of toegankelijk zijn, zouden ge
heel of gedeeltelijk uit de openbare kas bekostigd kunnen
worden Voordat deze algemeene opruiming in ernstige
overweging wordt genomen, zal er echter nog wel over
vloedige gelegenheid wezen om haar te bespreken. Op
heffing van alle toezicht en alle examens moge door
enkelen gewensebt wordenzij zal vermoedelijk wel
niet voorkomen in bet plan eener nieuwe regeling, dat
van het onderling overleg der tegenstanders van de
bestaande de vrucht zal zijn. Op zulk een plan dient
de liberale partij, thans niet meer in de meerderheid,
bedacht te zijn op de beantwoording der vraagof
de bestaande regeling onvoorwaardelijk door haar vast
gehouden of welwelke wijzigingwelke grondslag
eener nieuwe regeling zoo noodig door haar aangeno
men kan worden behoort zij zich voor te bereiden.
Wanneer zal die vraag aan de orde komen
Een nieuwe wet op het lager onderwijs in overleg
met de Regeering vast te stellenzal in elk geval niet
de taak zijn van de tegenwoordige Staten-Generaal.
Daartoe kunnen de nieuwe Kamers geroepen wordeD,
die na de aanstaande Grondwetsherziening gekozen
zullen worden. Maar bij de Grondwetsherziening zelve
zal ongetwijfeld de vraag ter sprake komen welke be
palingen zij als grondslagen vooreen nieuwe regeling moet
bevatten. De liberale partij wensckt geen wijziging van
het tegenwoordige art 194; maar, hoe vroeger ook daar
over gedacht mocht worden thans, nu de anti-revolutio
naire partij zoo sterk in ledental is vooruitgegaan, nu de
liberale partij in de minderheid isdient men bedacht te
zijn op de mogelijkheid van den eisch: geen Grondwetsher
ziening hoegenaamd, tenzij tevens herziening van art 194.
Wordt inderdaad die eisch gesteld en weigert de liberale
partij tot eenige wijziging in dit artikel mede te werken,
dan is de voorgenomen Grondwetsherziening onmogelijk
geworden. Daarom is de vraag, wat men in dit opzicht
zal kunnen en willen doen van het hoogste gewicht,
zal de liberale uniemet welker oprichting men thans
bezig is het middel kunnen zijn om ook ten aanzien
van deze kwestie zoo mogelijk door onderling overleg
tot eenheid te komen? Vreemd is het ongetwijfeld,
dat men bij de laatste verkiezingen er niet naar gevraagd
heeft, wat omtrent dit hoogst belangrijk punt, dat weldra
aan de orde moet komen, de meening was der liberale
candidaten, die voor het lidmaatschap der Tweede Kamer
werden aanbevolen. Men heeft zich toen bepaald tot
het verledene, tot kwestiën, die allengs door verloop van
tijd hadden opgehouden kwestiën te zijn uitsluitend
gevraagd naar hetgeen gebeurd en voorbij was, en naar
de houding door de aftredende leden te dien aanzien
aangenomen, getracht hunne herkiezing te doen slagen
of te verhinderen. Was het niet verstandig geweest,
zoo men vóór alles eensgezindheid in de Kamer wenscht,
ook eens op de toekomst te letten en naar de meening
der candidaten te vragen omtrent de kwestiën, die wel-
dra aan de orde moeten komen? Irj Friesland heeft een at-
tredeud lid het niet ongepast geacht, omtrent de school
kwestie z.iju gevoelen te openbaren. Vau het gewicht
der zaak doordrongen ontwikkelde bij uit e.gen bewe
ging zijne meening omtrent de wijzigingen in den be-
staanden toestand waartoe ook de liberale partij zou
kunnen medewerken. Dit was genoeg om hem noodlottig
te zijn. In plaats van tot uitgangspunt te dienen voor
nadere gedachtenwisseling, bracht zijn woord verwarring
onder de liberale kiezersverstoorde de eendracht en
was oorzaak dat hij niet werd opgenomen onder de
uitverkorenen. Vermakelijk neen bedroevend wt-rd het,
toen later bleek dat een uitdrukking van ééu der uit
verkorenen zeiven hem ten onrechte in den mond
gelegd, tot zijn val bad bijgedragen. Maar die kwestie
is met langer te ontgaan men moet overleggen of men
t"t eenige verandering kan medewerken en tot welke.
ENGELAND Lord Roseberry een der liberaalste
leden van het Hoogerbuis, heeft aan zijne ambtgenooten,
op wier medewerking hij als staatkundige partijgenooten
meent te kunnen rekenen een brief geschreven, waarbij
zij uitgenoodigd worden zich met hem over de ge-
wen8chte hervorming van het Hoogerbuis te vers aan.
In eene vergadering van den geheimen Raad te Wind
sor gaf de Koningin kennis dat zij hare toestemming
had gegeven tot een huwelijk van prinses Beatrice
met prins Hendrik van Battenbergmits zij in Enge
land bij haar wonen.
Het den 31 te Liverpool van Afrika's zuidwestkust
aangekomen stoomschip Kinsimbo bracht het berich
mede dat de door de franschen in hechtenis genomen
en naar Gabon overgebrachte nederlandsche agent we
der op vrije voelen gesteld en op een fransch oorlog
schip naar Congo teruggebracht was.
Minister Gladstone kwam den 1 te Londen terug
de overige ministers werden den 2 verwacht, om een
buitengewonen ministerraad te houden. Minister Glad
stone is ernstig ongesteld.
In den avond van den 2 is op den onderaardschen
spoorweg te Londen tusschen de station Gowerstreet
en Kings Cross een ontploffing ontstaan welke door
de spoorwegambtenaren aan dynamiet wordt toegeschre
ven. Verscheidene vensterruiten zijn verbrijzeld en het
gas werd uitgedoofd. Niemand is gekwetst en aan den
spoorweg is geen schade toegebracht.
Ierland. Michael Davittde oprichter van het
iersehe landverbond heeft de reis aanvaard die hij
gedurende twee jaren door Zuid-Europa, Indië, Austra
lië en Amerika onderneemtom aanhangers te winnen
voor zijn lievelingsdenkbeeld een zelfstandig Ierland.
FRANKRIJK. In de omstreken van Lyon is zooveel
sneeuw gevallendat het verkeer tusschen verschil
lende plaatsen geheel gestremd was. In enkele gehuch
ten lag de sneeuw 2 el boog. Aan één weg waren
de huizen geheel ondergesneeuwd zoodat de bewoners
tunnels moesten graven om daaruit te komen.
De receptie bij den president der republiek liep den
1 zonder eenig bijzonder voorval af. De nuntius uitte,