DE OPENBARE SGHiDL IN DfflEIIET.
No. 5.
Zeven en tachtigste Jaargang.
1885.
ZONDAG
11 JANUARI.
EERSTE BLAD.
100r
DE. VINGER. GODS,
Prijs der gewone Advertentiën:
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
#fficiëcl (Bebcclte.
feuillbtoiv.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Dondërdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers O 06.
COURANT
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
De Officier van Justitie te Alkmaar noodigt een
ieder, die op Oudenjaarsavond iu de derde klasse van
den laatsten trein, richting Amsterdam--Helder (ver
trokken van Amsterdam via Haarlem 8.35 uur s nam.
en via Zaandam 8 47 uur 's nam.) heeft gereisd of
inlichtingen kan geven omtrent personendie destijds
in de derde klasse van dien trein hebben gezeten
dringend uit, daarvan ten spoedigste aan de justitie
of politie mededeeling te doen en vestigt bij ver
nieuwing de aandacht op de door de firma VAN DEN
BOSCH Zn uitgeloofde premie van
voor dengenedie aan de justitie eene aanwijzing
doet, welke de opsporing en aanhouding der daders
van den ten nadeele dier firma gepleegden diefstal
tengevolge heeft. De Officier van Justitie voorn,
E. E. KARSEBOOM,
Alkmaar, 13 Jan. 1885. Snbot.
Overneming van bovenstaand verzoek in de nieuws
bladen wordt beleefd verzocht
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat bet register der in 188t
voor de Nationale Militie alhier ingeschrevenen, bene
vens de alphabet,ische naamlijst ter gemeente-secretarie ter in
zage liggen van den 12 tot den 21 Januari e. k van des voor-
middags 9 tot, des namiddags 2 uren, bmnen welken tijd tegen
gemelde registers bezwanV kunnen ingeleverd worden bij den
heer Commissaris des Konings in deze provinnedoor middel
van een door de noodige bewijsstukken gestaafd verzoekschrdt,
op ongezegeld papier, onderteekend door hem die ze inbrengt.
Deze brengt bet verzoekschrift, in tegen bewijs van ontvang bij
den Burgemeester zijner woonplaats, die bet terstond opzendt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAIN E PON 1.
10 Jan 1885 De iseeretaris
10 Jan. NUHOUT VAN DER VEEN.
In de Staatscourant van den 9 brengt de minister van ko
loniën ter kennis van belanghebbendendat bij het korps
genietroepen tien jongelingen van 16 tot 18 jaren, die behoorlijk
kunnen lezen en scbrij en en bedreven zijn in de toepassing
van de vier hoofdregels der rekenkunde, opgeleid kunnen worden
tot korporaal en sergeant bij de indiscbe genietroepen onder
de volgende voorwaarden: zij moeten zicb met toestemming van
ouders of voogden verbinden voor 10 jaren, waarvan 3 in dienst,
bij het korps genietroepen in Nederland te volbrengen: zij
genieten bij bet aangaan der verbintenis f 50 en als zij na 3
jaren naar'lndië vertrekken f 300 gr.tificatie. Naar gelang zij j
in dien tijd tot korporaal of sergeant worden bevorderd, wordt
de in lndië te volbrengen diensttijd van 7 jaren verminderd
tot 6 of 5 jaren. Gegadigden melden zich tusschen 1 en zO
Maart 1885 aan hij een 'der plaatselijke- of garnizo*ns-kom-
mandanten of bij den kommandant van bet korps genietroepen
te Utrecht. Daarbij wordt vei der in herinnering gebracht, dat:
1° uit het kader der £re niet roe penna een in lndië at te leggen
examen, militaire opzichters der genie aldaar worden gekozen;
2°. die militaire opzichters - na bij voldoening aan de voor
hen vastgestelde nadere examens bevorderd te zijn tot opzich
ter le klasse bij goed gedrag in aanmerking komen ter
vervulling van vacaturen bij bet korps magazijnmeesters der
genie (luitenants en kapiteins) 3". de sergeant van het Nederl.
indische leger, die 21 dienstjaren kan doen geilen waarbij
de in lndië doorgebrachte diensttijd dubbel teltop zijne aan
vrage in bet genot gesteld wordt van levenslang pmisioen, ten
bedrage van minstens f 260 's jaars
Bij de aanstaande Grondwetsherziening zal de strijd
ove/art. 194 tot een oplossing moeten'J^men ,,of bet
gansche werk zal vermoedelijk tot onvruchtbaarheid
gedoemd zijn. De liberale partij behoort te overleggen,
tot welke verandering zij op dit punt zal kunnen mede
werken. Grondwetsherziening met ongewijzigd behoud
van dit artikel cchijnt niet meer mogelijk.
Maat' ia dan bet bestaande stelsel op art. 194 ge
grond niet het beste? Naar onze overtuiging jaon
getwijfeld het beste maar die overtuiging is niet meer
die van het nederlandsche volk in het algemeen, zooals
die zich in zijne vertegenwoordigers openbaart en met
deze omstandigheid dient rekening gehouden te worden
Zal een voik de mate van ontwikkeling kunnen be
reiken, waartoe zijn aanleg bet in staat stelt, zal het
de mate van welvaart kunnen genieten, die zijn aanleg,
de gesteldheid van den bodem de ligging van zyu
grondgebied ten opzichte van andere volken mogelijk
schijnen te maken dat is het noodig dat zijn kennis
en oordeel althans met die zijner buren gelijken tred
houde liever nog die overtreffe. Vooral voor een
klein volk als het onzedat in verhouding tot zijn
sterkte een zware taak heeft te vervullen, dat niet
alleen hier in Europa alle krachten behoort in te span
nen wil het te midden van de groote volken, die het
omringen niet in onbeduidendheid wegzinken en ein
delijk uit de rij der natiën verdwijnen omdat het
geen reden van bestaan heeft maar dat ook in andere
werelddeelen een gewichtig werk heeft te verriehien
ouder de miliioenen minder beschaafden, waarover het
het bestuur heeft aanvaard en voor wier lot, voor zoover
dit van zijn leiding af hangt, het verantwoordelijk is
voual voor zuik een volk zijn rijkdom van kennis en
iijpheid van oordeel een vereischte. En niet alleen de
hoogere standen ook de werkman en de arbeider heb
ben behoeften aan zekere mate van kennis en aan een
helder oordeel, willen zij in de tegenwoordige maat
schappij de plaats innemen, die voor hen bereikbaar is.
Onderwijs heeft heel het volk noodig. Het verkrijgen
van die eerste beginselen vau kennis die tot het lager
onderwijs gerekend worden moet voor aden zonder
onderscheid bereikbaar zijn. De vraag is moet de
Staat daarvoor zorgen, of kan hij deze zaak aan de
ouders, aan bijzondere vereenig'ngen aan de Kerk
overlaten De ondervinding had in ons laud geleerd,
dat de zorg van den Staat niet kon worden gemist.
Algemeen wordt erkend, dat het onderwijs, voor de
Staat zich er mee inliet, ten eenenmaie on oldoende
was. Maar is de Staat er toe bevoegd Kau hij het
doen zonder de grenzen van zijn eigenaardigen werk
kring te overschrijden en den voet te zetten op een
terrein waarvan hij zich zorgvuldig moet outhouden
Naar onze onverzwakte overtuiging ja en de wijze
waarop het lager onderwijs in ons 1 tnd in hoofdzaak
'werd geregeld en nog altijd is geregeld is naar onze
meening nog altijd de beste.
De Staat zorgt voor het onderwijs der jeugd niet
voor haar opvoeding. Het onderwijs is een deel der
opvoeding, het onderwijs moet hebben een opvoedende
kracht, maar de geheele opvoeding behoort, behalve
hetgeen de school er toe bijbrengt door haar onderwijs,
aan de ouders, aan het huisgezin, aan de Kerk. Om
dat allen het over de behoefte aan onderwijs eens zijn,
en het lager onderwijs vreemd kan blijven aan de vragen,
waarbij zich het verschil van geloof openbaart, kan de Staat
de zorg voor dit gedeelte der opvoeding op zich nemen.
Lezen schrijven rekenen vormleer, taal aardrijks
kunde natuurkenniszingen naaien en breien is
voor Joden en Christenen Katholieken en Pro'estan-
ten heizelfde 2 X 2 is 4 en blijft 4, onverschillig of
de ouderwijzer orthodox of modern is, en het is niet
mogelijk dat in een zoogenaamde „Curistehjke" of
„Katholieke" school aan Frankrijk meer inwoners kun
nen worden toegekend dan in een openbare of dat
de hoofdstad van Engeland er een anderen naam zou
kunnen dragen dan Londen. Een protestantscb onder
wij-er kan, zonder de waarheid te kortte doen, aan zijue
leerlingen geen andere voorstelling van een vierkant
of een cirkel geven dan een katholiek Joden en Chris
tenen spellen „boomen" met twee o's en „zomer" met
een een walviscb blijft een zoogdier, onverschillig of
men met dit zeemonster in kennis wordt gebracht door
een Remonstrant of een Calvinist, een L maat blijft
voor allen zonder onderscheid van godsdienstige gezind
heid een maat, valsch zingen klinkt voor den ortho-
doxen eu den modernen Christen zoo zij niet van
gehoor zijn misdeeldeven onaangenaam en goed te
leeren breien en mazen hangt af van vaardigheid en
netheid en niet van het geloof. De geschiedenis levert
ontegenzeggelijk in sommige tijdvakken eenig bezwaar,
en voor de behandeling van datgene, waarbij op de ge
mengde school niet kan worden stil gestaan behoort
olders gelegenheid gezocht te worden. Zoo rekende
onze Grondwetgever het van zijn plicht het openbaar
onderwijs tot een voorwerp van de aanhoudende zorg
10)
Een gevoel van afschuw deed de zieke vrouw heftig
beven, angst en ontzetting teekenden zich op haar ge
laat. „Dood vroeg zij met toonlooze stem. „Mijn
broeder is dood
Het meisje knikte toestemmend. Het was alsof de
trekken der zieke, van ontzetting verwrongen, plotse
ling verstijfdenalsof haar tong verlamde en haar hart
ophield te kloppen.
„Help help 1" riep het verschrikte meisje.
De deur werd zacht geopendde commissaris van
politie trad binnen.
„Zij sterft jammerde het meisje. „Eene beroerte
heeft haar getroffen. Hare handen zijn ijskoud.
Het scheen den commissaris, dat de zieke vluchtig de
oogen opsloeg alsof zij hem bemerkte en deze snei
weder sloot.
„Zend den ziekenoppasser van den overledene naar
den docter", zeide bij in de kamer tredende en
vorschend rondziende hij scheen minder belang te
Btellen in de zieke, dan in de voorwerpen, die
zich in de kamer bevonden. Het ontging hem niet,
dat de zieke af en toe krampachtig sidderde. Hjj boog
zich plotseling naar den grond en bekeek de onder het
bed staande pantoffels der zieke. Een van deze scheen
bizonder zijne opmerkzaamheid te trekken, want bij zetto
haar niet weder op hare plaats, doch hield haar inde
hand steeds zorgendedat de zieke dit niet be-
merkte.
Hij ging naar het venster en terwijl hij met den
mg naar het bed stond, wikkelde hij de pantoffel voor
zichtig in zijn zakdoek en stak haar in den zak. „Het
zou bepaald goed zijn", zeide hij tot het dienstmeisje
toen dit teruggekeerd was„de zieke te verbedden
zoodra zij uit haren onmacht is ontwaakt. Men behoeft
sleehts eenige kussen daar op de sofa te leggen. Zij
zal die weinige schreden wel kunnen doen. Ik verlaat
intusschen de kamer".
De zieke scheen niet bewusteloos te zijn want nu
sloeg zij de oogen op. „Ik kan niet gaan'zeide zij
met matte stem, maar toch met scherpte iu den toon.
„Ik wil in mijn bed blijven niemand heeft mij iets te
bevelen".
„Ha", riep Teiner glimlachend „gij kunt nog spre
ken 1 Dan verzoek ik u mij te zeggenwelke reden
gij hadt om van nacht op te staan en naar de keu
ken te gaan
Het bloed vloog de zieke naar het gelaat. Zij trachtte
te glimlachen. „Ik wilde dat ik dat kon doen zeide
zij. „Ik opstaan' En dan nog in den vorigen nachtJe
weet, dat ik toen in een vreeselijke zenuwtoeval lag.
wendde zij zich tot het meisje, dat hare woorden be
vestigde. n
„Bezin u nog eens", vermaande de commissaris „De
angst verleent iemand dikwijls verwonderlijke krachten.
Toen uw broeder om hulp riep, zijt gij misschien toch
in den eersten schrik opgestaan. Uw antwoord is van
zeer veel gewicht. Gij hebt het misschien vergeten
dat gij in uwen schrik in uwen angst zijt gaan zien
wat er was voorgevallen
De zieke aarzelde met een antwoord zij scheen na
te denken, wat zij zeggen zou en er lag eeDe wanhopige
vastberadenheid in haren toon toen zii antwoordde
dat zij blij zou zijn wanneer de schrik zulk een wer
king op haar uitoefende. „Doch jammer genoeg is
dat niet zoo", ging zij voort. „Wanneer die verlamming
is ingetredendan duurt het dagen dikwijls weken
vóór ik weer hersteld ben. Ik kon mij gisteren na de
ondervonden ergernis, nauwelijks tot aan mijn bed slee
pen. Ik voelde de pijn reeds nog vóór mijn broeder
om hulp riep en was niet in staat, mijne hand aan de
schel te brengen. Ik zal eerst mijn zalfje meermalen
moeten aanwenden, voor ik mijne beenen weder ge
bruiken kan. Ik ben een ongelukkig, ziek, hulpeloos
wezen, ik heb dat nooit meer gevoeld dan in den af-
geloopen nacht, toen mij de angst om mijn broeder ver
teerde, ofschoon ik zelf vreeselijk leed. Ik kon niet bij
hem komen ik schreeuwdemaakte levendoch ik
kreeg eerst bericht van het voorgevallene toen het
meisje dat de docter gehaald had bij mij kwam. Zij
weetdat ik van angst bijna razend was. Wanneer ik
had kannen opstaan zou ik mij naar mijnen broeder
hebben gesleept en bij hem gebleven zijn."
„Hebt gij eenig vermoeden op iemand Er was ver-
gif'in de suiker die uw broeder voor de punch heeft
gebiuikt".
„Dat ia onmogelijk De docter zeide dit eveneens
doch dan zou ik ook vergiftigd moeten zijn want ik
heb ook van de suiker gebruikt wij hebben die
reeds dagen in huis, de pot was gevuld uit de groote
blikken trommeldie in de provisiekamer staat. Het
vergif is misschien in de punch geweest"*
„Wie heeft den suikerpot gevuld?"
Het dienstmeisje, dat ik gisteren heb weggezonden.
Zij" vulde drie of vier dagen geleden den pot in mijne
tegenwoordigheid en zette dien in het buffet. Mijn
broeder heeft er reeds twee of drie avonden uit ge
bruikt."
„Hebt gij het geheele overschot van de suiker voor u
zelf gebruikt?" vorschte Temer verder.
„Ja. Ik had gisteren eenen hevigen dorst en dronk
meer suikerwater dan gewoonlijk."
„Hebt gij misschien in den loop van den avond
vóór de punch bereid werd, suikerwater gedronken of
van de suiker gebruik gemaakt
Mina scheen door deze vraag verrast verward.
„Neen", antwoordde zij haastig. „Hoe had ik dat
kunnen doen? Ik drink overdag nooit suikerwater.
.Bedenk u eens goed. Hebt gij den pot met
uit het buffet genomen Misschien toen gij op uwen
ziekenstoel zat?"
Mina werd beurtelings bleek en rood. „Neen
riep zij. „Ik ben in 't geheel niet bij het buffet ge-