Meerenlmis
te Alkmaar*
Een Heerenliuis mei Erf en Tuin,
Boelhuis te Alkmaar,
INBOEDEL,
No. 8*.
Zeven en tachtigste Jaargang,
1885.
ZONDAG 18 JANUARI.
Veiling te Castrlcnm
Openbare Verkooping
m
©fficiëel (Bcbeclle,
HONDENBELASTING.
25(tmcti(anb.
3bucrtcutiëu.
SO
Janu-
C3r
zenErven
■Bouwland, op den
C, No. 425 groot 40
Geest, te Koe
aren 50 cen-
CORNELI8 KOOIJ en te aan-
in het te verkoopen perceelop Dinsdag
ari 1885, ten 11 uie van de
HER
aan de Voormeer,
ten sterfhuize van Mejuffrouw II. RiLK,
op Dinsdag, den 3 Februari 1885, en zoo noodig
op Woensdag, den 4 dier maand,
telkens 's morgens 10 uur, om konlant geld,
ten overstaan van den te Alkmaar gevestigd' n Notaris
Hendrik fun tie laantje,
van een goed onderhouden
ALKMAAHSCHE COIIBANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
herinneren belanghebbendendat hondenniet voorzien van
het voorgeschreven kenteeken aangetroffen wordende, ter be
schikking van de politie gesteld worden en dat maatregelen
ziin genomen, om dat voorschrift mot ingang van 2
Februari a s. streng toe te passen. Zij die de belas
ting voor 1885 nog niet voldeden, worden dringend uitgenoo-
digd zulks alsnog te doen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar A. MACLAINE PONT.
15 Jan. 1885. Ge Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis:
dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het
aan hen ingediende verzoek met de bijlagen van A. J. H.
VAN DEN BURG, koopman alhier, om vergunning tot het
oprichten van eene machine tot zuivering van bedveeren in
het perceel aan de Langestraat, M ijk B, No 95, en dat op
Donderdag, 29 Januari 1885 's middags ten 12 uren,
ten raadhuize gelegenheid wordt gegeven, om tegen het oprich
ten va» die machine bezwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE 1'ONT.
15 Jan 1885. Ge Secretaris,
lö Jan. NUHOUT VAN DER VEEN.
STATEN-GENERAAL
Eerste Kamer.
Den 15 werd medegedeeld dat tot verslaggevers
o.a. over de indische begrooting
waren de beeren Blijdeiistein
van Roijen
wetsontwerpen
begrooting
voor 1885 benoemd
Tak van Poortvliet,
en Fransen van de Putte. Over tal van
waaronder de vesting-begrooting en de
voor Staatsspoorwegen voor 1885, werden
eindverslagen uitgebracht. Tegen den 17 's namiddags
1 uur werden verschillende ontwerpen aan de orde
gesteld, alsmede, na afloop daarvan, bet voorstel op bet
verzoekschrift van kapite.n van Vooren. Daarna werd
de vergadering gesloten.
Tweede Kamer.
Volgens het voorloopig verslag omtrent hoofdstuk VIII
(Oorlog) was algemeen met teleurstelling kennis genomen
van de verklaring des ministers, dat in den tegenwoordigen
tijd eene oorlogs-begrooting, waarvan het eindcijfer dat, van
de daaraan voorafgaande niet al te veel overtreft, eene zuinige
moest genoemd worden
Men was toch overtuigd dat de toestand van s lands geld
middelen den dringenden eisch stelt, door doeltreffende maat
regelen de uitgaven tot de noodzakelijkste te beperken Ware
dit bij de samenstelling der begrooting in het oog gehouden
dan zou, volgens vele leden, het eindcijf r aanmerkelijk lager
hebben kunnen zijn. x
Verscheidene leden achtten de som van 70 a 80, ]a, soms
meer miljoenen per jaar voor Oorlog en Marine hier en in
Indie in het algemeen onze geldelijke krichten ver te boven
gaande. Zoolang de inrichting onzer krijgsinstellingen zoodanig
is, dat zjj uitgaven als die van deze begrooting ten gevolge
móet hebben, zouden zij hunne stem daaraan blijven onthouden.
Naar aanleiding der beschouwingen omtrent het eindcijfer
werd over de middelen gesproken ter verkrijging van bezui-
niging.
Bij den tegenwoordigen toestand had de minister, zoo meen
den vele leden, alles moeten uitstellen, wat niet onmiddelijk
onze weerbaarheid benadeelde. Zonder hooge noodzakelijkheid
had hij de postenbij de vorige begrooting door de Kamer
niet toegestaan niet weder op deze begrooting moeten breii' e.i
Sommige leden meenden, dat er in de militaire huishouding
eene weelde heerschtdie moeielijk overeen te brengen was
met den treurigen toestand der schatkist.
Die weelde bleek naar hun inzien uit het behoud van provinciale
staven, de verhouding van het aantal luitenants-kolo' els tot
dat dér majoors, het behoud van drie genera*ls-bevelbebbers
in de militaire afdeelingen het bezit van 18 generaals opeen
leger van 20,000 man het jaarlijks betrekken van kampen, het
onderhouden'van muziek bij de korpsen en het behoud van het
regiment grenadiers en jagers.
Er werd geklaagd, dat de minister volstrekt geen maatre
gelen nam ten behoeve der levende strijdkrachten, waarvan
bij deze besrooting met geen enkel woord werd gesproken.
Sommigen zouden daarom tegen het hoofdstuk stemmen. Op eene
hetere inrichting der toelichtende staten werd aangedrongen.
Men wensehte de gelden onder verschillende benamingen van
bijslagtoelage en schadeloosstelling naast de tractementen
voorkomendegeleidelijk af te schaffen. Men vroeg ook of
de minister regeling der traetementen bij de wet met de Grond
wet bestaanbaar achtte en drong op nieuw aan op hervorming
van verouderde administratieve voorschriften en daarmede ge
paarde afschaffing van afzonderlijke fondsen. Yrij algemeen
werd de genomen maatregel ten opzichte der militie-luitenants
in afkeurenden zin besproken.
Met. aandrang kwam men op tegen de herhaalde garnizoens
veranderingen en vroeg naar de kosten van die te 's Hertogen
bosch. Het dragen van wapenen door militairen buiten dienst
werd 'op nieuw besproken, bestreden en verdedigd Men wensebte
ook te vernemen of de minister voornemens waseene her
ziening der wet op de verboden kringen voor te stellen. Al
gemeen werden de kosten van het departement zeer hoog geacht
en waren vele leden van oordeel, dat eene belangrijke vermin
dering van het aantal officieren en ambtenarenaan het depar
tement werkzaamzeer wenschelijk en mogelijk was.
De begrooting voor binnenl. zaken voor 1885 lokte in de
afdeelingen der Tweede Kamer eene korte algemeene beschouwing
uit over den minderen erst van 's ministers pogingen tot be
zuiniging door hervormingonder opmerking dat de verleden
jaar doorgevoerde bezuinigingen de dienst niet hadden verstoord.
Daarna volgen eenige opmerkingen over den laatsten verkie
zingsstrijd. Sommige leden keurden elke openlijke bemoeiing
van^ ambtenaren in verkiezingszaken af. Anderen achtten dit
geoorloofdmits de ambtenaar daarbij niet den invloed van
zijn ambt doe gelden. Verschillende leden laakten 's ministers
houding in zake de bekende Unie-collecte te Buikslootals
een inbreuk op de zelfstandigheid van het gemeentebestuur.
Het uitreiken van ridderorden door den secretaris-generaal, als
vertegenwoordiger des Konings, bij feestelijke gelegenheden had
sommigen bevreemd.
Aangedrongen werd op verbetering der grensregeling en ver-
eeniging van kleine gemeenten met aangrenzende, wier bestaan
echter ook krachtige verdedigers vond. Gevraagd werdof het
getal geneeskundige inspecteurs niet ingekrompen kon worden
en welke uitkomsten de rijks-kweekscholen voor vroedvrouwen
te Amsterdam en Rotterdam opleveren. Verschillende leden ble
ven de oprichting van het rijkskrankzinnigengestieht te Medem-
blik, of ten minste de regeling van den dienst aldaar, nog vóór de
inwerkingtreding der krankzinnigenwet, betreuren. Men vroeg,
of de min. naar aanl-iding der gerezen bezwaren art. 1 van de
voorwaarden voor de opneming van lijders voor rekening van
gemeenten zou wijzigen. Algemeen werd gevraagd n«ar den
stand van zaken in het spoelingsdistrict, naar de uitkomsten der
genomen maatregelen en of er uitzicht bestaat op een over
winnen der kwaal. Bij de beschouwingen over deze zaak
wenschten de meeste leden eene volhardende en gestrenge toe
passing der geldende maatregelen; anderen eene voorafgaande
verbetering der stallen.
Een getal van 4 volledig ingerichte Universiteiten werd
voor ons land tl groot en afschaffing van eene rijksinstelling
die te Utrecht, noodig geacht. Dit bleef niet zonder te
genspraak ook werd een andere inrichting van ons hoo-
ger onderwijs aanbevolendie echter minder goedkeuring
vond. Algemeen was de klacht over de weelde hij bet
materieel en de hulpmiddelen. De meeste leden waren voor
vergemakkelijking der toelating van vreemdelingen als stud en
ten. Vele leden waren tegen de met klem verdedigde benoe
ming van een nieuwen boogleeraar in de letteren en wijsbegeerte
te Leiden. Herziening der wet op het middelbaar onderwijs
vond met herhaling der bekende bezwarenop zekere hoogte
ook gedeeld door de voorstanders van het beginsel der wet
nieuwen aaudr >ngwelke zich oploste in den weuseh naar af
schaffing van sommige Hoogere Burgerscholen, ter keuze van
de regeering.
Anderen gingen verder en wezen met het oog op de wet
van 1863, welke slechts vijftien hoogere burgerscholen vordert,
terwijl er thans twintig bestaan, eenige dier scholen aan, welke
huns inziens het eerst voor opheffing in aanmerking moesten
komen. Als zoodanig werden genoemd de hoogere burgerschool
te Helmond, Winterswijk, Alkmaar, Warfum en Meppel, waar
elke leerling den lande respectievelijk op een bedrag van /947,
t 879, 627, 1 843 en f 570 komt te staan. Anderen noem
den in plaats van Alkmaar en Meppel, Tilburg en Zaltbommel.
Hiertegm werd door vele leden in het midden gebracht, dat
zij de gebreken der bestaande wet in vele opzichten erken
nende en evenzeer overtuigd, dat ook bij dit onderwerp spaar
zaamheid moest worden betracht, toch niet konden toegeven,
dat het nut, hetwelk eeue burgerschool sticht eu de hiermede
verband houdende toelaatbaarheid van Staatszorg moeten wor
den afgemeten naar de verhouding tusschen de kosten en het
aantal leerlingen op een gegeven oogenblik.
Nog meenden deze leden, zoo er eene meerderheid revonden
werddie om geldelijke en andere redenen de opheffing van
enkele Rijks hoogere burgerscholen bij amendement meende te
kunnen verkrijgen, aan die meerderheid in overweging te moe
ten geven, haar denkbeeld in de groote gemeenten in toepassing
te brengenwaar door de gemeentebesturen in de daardoor
ontstane leemte kan worden voorzien.
Regeling van het zeevaartkundig onderwijs werd weder als
dringend noodig voorgesteld. Subsidien voor meisjesscholen
vonden veelzijdige bestrijding. Groote ingenomenheid open
baarde zich met de wijzicing der examens voor vreemde talen.
Velen ver ieugden zich in de lagere raming der kosten van lager
onderwijs mede als gevolg van ue werking der wet van 1884.
Desniettemin zouden verschillende leden voor de uitvoering der
wet op het lager onderwijs alleen het strikt noodige toestaan
zoo door vermindering van het aantal kweekscholen als door
inkrimping van geiden voor de normaallessen. In weigering
der gelden voor de opleiding van personeel voor ondeiwijzers
zagen anderen een indirecte verhindering van de uitvoering
dier wet
Eenige leden wilden het schooltoezicht vereenvoudigen door
wegneming, hetzij van de districts-, hetzij van de arrondisse-
ments-schoolopzienersde wegneming der laatste werd door
vele leden minder wenschelijk geacht.
De voorgenomen maatregel, o a den arr.-schoolopzieners bu-
reelkosten toe te leggen eu verder hunne reis- en verblijfkosten
volgens besluit te vergoeden, vond geen algemeen bijval.
Verder werd gevraagd, of de minister de examens voor hoofd
onderwijzer denkt te verbeteren, waarbij gewezen werd op de
onrechtvaardigheid van het stellen van gelijke eischen aan de
bijzondere onderwijzers. Bijna algemeen was men tegen het
nieuwe subsidie voor het Schoolmuseum. Velen achtten de
instandhouding van het Paviljoen le Haarlem van twijfel
achtig nut en wenschten op de subsidiën tan behoeve van weten
schap en kunst te bezuinigen Nog werd gevraagd, wanneer
het tiijks-Museum te An sterdam in gebruik komt en hoe
veel het tot nu toe gekost heeft. Geklaagd werd over de late
opneming van naamlooze vennootschappen in de Staats-Courant.
De betrekking van directeur der Staats-Gourant werd in een
afdeeling overbodig geachtmet het oog op het gebrek aan
redacteurswerk en het kant en klaar maken der courant van
elders.
Honderd een en twintig belanghebbenden hebben
het verzoek van bet bestuur van het Nederl Handels
museum aan de Wetgevende Macht om subsidie van
wege het lijk voor de tentoonstelling te Antwerpen
ondersteund.
Aan de schuldeischers van den notaris P H C.
van Noorden te Papendrechtin 1882 zonder orde op
zijne zaken te hebben gesteld vertrokken is 2 pet.
hunner vorderingen betaald kunnen worden doordat
de familieleden hunne vorderingen tot een bedrag van
ruim 40.000 niet in rekening brachten.
De regeering beeft in overweging genomen om
de getalsterkte der dienstdoende schutterij in getal
meer in overeenstemming te brengen met bet cijfer der
bevolking.
Te Amersfoort worden weder pogingen aange
wend om een standbeeld op te richten voor Johan van
Oldenbarneveld die aldaar geboren is.
De gemeenteraad van Ooststellingwerf heeft be
sloten het gemeentehuis van Makkinga naar Ooster-
wolde te verplaatsen, waarvan de kosten uit bijzondere
giften der inwoners gekweten zullen worden.
Het aantal leden der commissie van toezicht op
het lager onderwijs te Haarlem is van 12 op 15 gebracht.
Benoemd tot rijks-untvauger te Alkemade de heer
S. Hejjt, thans te Tessel.
(met vergunning),
ROET, ERF en OI14IHO, te Castricnm,
nabij het Station, sectie B, Nos. 1495 en 1496,
Behoorpnde aan den bewoner J. DU1JN Mz.
Ook uit de hand te koop.
Notaris GOUVERNE.
te KOEDIJK, in „het vergulde Paard", op Maandag,
19 Januari 1885, bij opbod, en op Maandag, 26
dier maand, bij afslag, telkens 's morgens elf uur,
ten overstaan van den te Alkmaar gevestigden Notaris
HENDRIK JAN DE LANGE, van:
Eene kapitale ROEREN-
PLilATS, bestaande in eene
nieuw gebouwde HuisnilinS-
woning met nog twee Hui-
Tuin, Hoscli Wei- en
Rouwlund, in de gemeente Sint Pancras, Koe
dijk en Oudcarspclte zamen groot 38 hectaren, 60
aren, 10 centiaren, behoorende aan den Heer Jb.
STAMMES en te aanvaarden de gebouwen en erven
1 Mei 1885 eu het land terstond.
Voorts wordt ten tijde en ter plaatse vermeld nog
verkocht
Een stuk
dijksectie
tiaren
Behoorende aan
vaarden dadelijk
Breeder bij biljetten omschreven waarop verschil
lende combinatiën zijn aangegeven en nadere inlich
tingen worden gegeven ten kantore van den Heer
Mr. J. P. KRAAKMAN, Advocaat-Procureur te
Alkmaaren van de firma DE LANGE en DE
MORAAZ aldaar
Men is voornemens, na bekomen rechterlijke mach
tiging, ten overstaan van den te Alkmaar gevestigden
Notaris HENDRIK JAN DE LANGE, op Dinsdag
20 Januari 1885 hij opbod en op Dinsdag 27 dier
maand bij afs agtelkens des namiddags ten 6 uur,
in het koffiehuis „de Nachtegaalte Alkmaar, in het
openbaar te verkoopen
groot 6 aren 17 centiaren, aan de Voormeer te Alk-
niaar, nagelaten en bewoond geweest door Mejuffr.
M BALK Het huis bevat 11 groote en kleine
kamers (beneden 5, waarvan 2 en suite en boven 6),
breeden marmeren gang en vestibule, provisiekamer,
ruime keuken, kelder, afzonderlijke mangelkamer met
bergplaats voor brandstoffenzoowel binnen als buiten
een regenbak en een pomp, grooten droogzolder, vlie
ring en verdere geriefelijkheden.
Tc aanvaarden uiterlijk 7 Maart e.k.
Inlichtingen worden gegeven ten kantore van de
firma DE LANGE en DE MORAAZ, te Alkmaar.
bestaande onder anderen in kabinet, stoelen fauteuils,
canapéV, ronde-, schuif- en andere tafels, spiegels,
schilderijen, staand horloge, pendules, bonheur dn
jour, buffet, kachels met toebehoorenbrandkast, lin
nenper-, tapijten en andere kleeden bedden met toe
behooren ledekanten, slaapsecretaireeen eetservies,
porceleinglas-, aarde-, koper-, tin- en blikwerk
enz. enz.
Te zien: particulier Zondag 1 Februari 1885,
van 12 tot 3 uur, en voor een ieder Maandag 2 Februari
1885, vau 10 tot 3 uur.