Ëinuenlant). ondersteunden ze, namens de conservatieven, evenzeer. Den 21 is bet voorstel van den heer Wedell be treffende de belasting op beurstransactiën naar eene commissie van 21 leden verwezen. De staats-secretaris Burchard verklaarde, dat de regeeriog niet vasthield aan baar ten vorigen jare gedaan voorstelwaar tegen zich klachten hadden verheven, die de aandacht verdienden: een onderzoek van wege de verschillende landsregeeringen was echter nog niet geschied. Wat de houding der regeering tegenover het voorstel Wedell betreftkon hij vooralsnog geene verklaring afleggen. Prins Bismarck achtte de bepalingen op het toezicht te streng en het voorstel der nationaal-liberalen ver- eischte nog nader onderzoek. De regeering zou aan de beraadslagingen der commissie deelnemen en tevre den zyn wanneer overeenstemming werd bereikt. ENGELAND. Hassan Fehmi-paeha, de buitenge wone turksche gezantwerd den 19, des namiddags door den gewonen turkschen gezant Musurus-pacha aan den minister van buitenl. zaken voorgesteld en had daarna een onderhoud met hem. In den ochtend van dien dag had die minister een onderhoud met den duitsche°n gezant, die hem de zienswijze zijner re geering over de engelsche voorstellen betreffende Egyp- te's geldmiddelen mededeelde. FRANKRIJK. De Algemeene Raad der Rhone heeft zich met 15 tegen 8 stemmen verklaard tegen de voorgestelde verhooging der invoerrechten op granen en vee en den wensch uitgesprokendat de algemeene raden hierover door de regeering mochten worden ge raadpleegd. In het arrondissement Sens (departement Tonne) is tot lid der Kamer gekozen de republikeinsche kandi daatde heer Java), met 8780 stemmen tegen 67.5, uitgebracht op den kandidaat der rechterzijde de Fon taine. De kandidaat der onverzoenlijken had zich voor de verkiezing terug getrokken. ITALIË, De minister van buitenl. zaken heeft in de Kamer op de vraag om inlichtingen aangaande de uitzetting van den heer Cirmeni berichtgever der Di- ritto, uit Berlijn, bijna hetzelfde antwoord gegeven als in den Senaat. De goede betrekkingen met Duitsch- land waren door het gebeurde volstrekt niet benadeeld, evenmin ais dit vroeger in gelijke omstandigheden met Oostenrijk het geval was geweest. Met genoegen wees hij erop, dat prins Bismarck in den Rijksdag gelijke ver klaring afgelegd bad. Op do opmerking, dat de uitzetting het gevolg van een misverstand kon zijn geweest, dat uit den weg moest worden geruimd antwoordde bij dat de heer Cirmeni daartoe de aangewezen per soon wasdoch dat de regeeriug bereid was bij gun- stige gelegenheid nieuwe stappen te doen. De Kamer ging daarna over tot de orde van den dag. SPANJE. Het bestuur der stad Barcelona heeft aan de regeering aangeboden het herbouwen van een der door de aardbevingen verwoeste plaatsen. ZUID-AFRIKA. Paul Kruger heeft, toen hij den engelsehen commissaris Warren tegemoet ging, het woord gevoerd op eene vergadering van mannen uit het land Goosen te Rooigrond bijeengekomen. Hij verklaarde te hopen dat de vrede behouden zou blijven en ver zekerde dat allendie wanordelijkheden uitlokten gestreng gestraft zouden worden. De mannen van Goosen gaven te kennen dat ook zij naar behoud van den vrede verlangden. ZUID AMERIKA. Den 17 des avonds is een moordaanslag gepleegd op den president van Chili door middel van een helsch werktuig. De aanslag is mislukt. STATEN-GENERAAL Eerste Kamer. 20 Januari. Aan de orde zijn1°. Het ontwerp tot vaststelling van het slot der rekening van Curafao over 1880. Eenparig aangenomen. van mijn eigen leven het fijnere gevoel in mij hebben afgestompt. Zoo was het eenmaalbeste Elimar, nu is dit niet meer het geval 1 Je zijt stil en ach terhoudend geworden je gaat je eigen weg en kunt den vriend ontberen of denkt dit ten minste te kun nen. Niet, dat ik je daarvan een vetwijt wil maken. God beho«de mij daarvoor, je veranderd wezen heeft in mij Blechts een gevoel van gekrenkte vriendschap wakker geroepen." Waldau zweeg eerst een oogenblik en staarde na denkend in bet knetterende gloeiende vuur voor bem; toen zeide hij plotseling op zachten toon: „Wees niet boos, Ottokarmisschien heb je toch gelijk meer dan ik zelf vermoedde misschien weet ik zelf niet eens dat ik een ander mensch geworden ben „Misken je zelf niet, Elimar", viel de baron hem ern stig in de rede en nu voor het eerst opende hij de oogen geheel en zijn merkwaardige bijna treurigo blik rustte lang op het bleeke moede gelaat van den jongen man. „Je weet nauwkeurig, zeer nauwkeurig, welk leed aan je hart knaagt en om kort te zijn ook ik weet het, Elimar: Je bemint 1" Een gloeiend rood overtoog het gelaat van Waldau; als een vreesachtige knaap wien een streng vader bi) eene verboden daad heeft betraptdook hij nog dieper in den stoel wegopdat de hoogemet zware stof overtrokken leuning zijn gloeiend gelaat voor den ba ron verbergen zou zijne stem klonk schuw en gedrukt, alsof het hem groote zelf beheersching kostte, dit toe te geven: „En wanneer dit nu werkelijk waar was?'* Onder een bijna onhoorbare zucht verhief zich de breede borst van Menken. „Dan zou ik je beklagenantwoordde hijtoonloos als altijddoch met zacht bevende lippen. Een zware mannenstap weerklonk op den parketvloer van het aangrenzend vertrek en eene roode, krachtige band schoof de portieres van zwaar damastwaarvan de dikke plooien het levendige gesprek in het salon slechts 2°. De Surinaamsche begrooting voor 1885. De min. van koloniën beantwoordt het verslag. Het aantal uit Britsch-Indie aangevoerde koelies is voldoende voor de hehoefte. In de laatste jaren worden echter meer Chineesche koelies verlangd ofscnoon men op Deliwaar Chineezen zijn, liever koelies uit Britsch-Indie verlangt. De pogin gen der regeeringom inet China over de levering van koelies overeen te komen, zijn nog niet geslaagd, ook ten ge volge der voorwaarden door China gesteld. VV at de tijdelijke afschaffing der uitvoerrechten betreft, dient de beslissing der Koloniale Staten te worden afgewacht. Hij weet niets van een telegram van den Gouverneur van Suriname om de wer ving van emigranten te staken. Dat het emigrantenfonds geen versterking noodig zou hebben is volstrekt onzeker. Omtrent de concessie aanvrage voor eene telegrafische verbinding^ is nog geen bericht uit Suriname ontvangen. Wat de intrekking van militaire posten betrefteenige zeir kleine zijn ingetrokken doch na de onlusten op enkele plantages zijn voorloopig die kleine posten behouden in afwachtingdat de Koloniale Sta ten versterking der politiemacht toestaan. Dat de politie vol doende is voor de openbare veiligheid schijnt buiten kijf. De heer Muller wijst op de verschillende gevoelens ten aanzien van de verbetering van den toestand der geldmiddelen van Suriname. Sommigen willen verhooging van subsidie, anderen achten beLstingverhooging wenschehjk. Hij meent, dat het wel wenschelijk is over de verlaging van uitvoerrechten in Suriname te spreken, voordat daartoe door de Koloniale Staten is besloten. Hij komt op tegen het denkbeeld om t recht op cacao te verhoocen, om dat op suiker te kunnen ver'agen en vooral tegen het heffen van een verbruiksrcht op bananen, het meel en brood der Surinaamsche inboorlingen, welk recht gelijk zou staan met, een gemaalbelasting bij ons, en te zwairder drukken moetomdat de bananen de schaduwplanten zijn van de koffie- boonen en verminderde verbouwing van bananen dus dadelijk de koffieteelt zou benadeelen. Een beter verkeer te land en te water zou aan Suriname zeer ten goede komen De heer B lussé zet voorop, dat de minister, als Oostin- discue specialiteit, bekend, in West-Indie slechts voelen en tasten moet. De gevoelens over Suriname verschillen ze^r> t*e een beschouwt hei als een stiefkind, de ander als een bedelaar. Licht is daarom zeer noodig en hij behoort dan ook tot hen die dringend onderzoek naar den toestand verlangennaar aanleiding van da onjuistheid der gegeven overzichten. De min. herhaalt, wat hij in de ie Kamer zeide, dat de belastingplannen in Suriname moeten worden uitgewerkt. Hij is het eens met den heer MuUer, dat Suriname zelf nog veel doen kan. Openbare aanbesteding van het verkeer te water was ook zijn wensch; binnen kort verwacht hij de voorwaarden, om de aanbesteding voor te bereiden. Hij mag geen eindoor deel over de afschaffing der uitvoerrechten vellen, voordat de Koloniale Staten over de belastingplannen hebben geoordeeld. De begrooting wordt eenparig aangenomen. 3°. O o s t-I n d i s c h e begrooting *P9r De heer Insinger juicht zeer de bezuinigingszucht der regeering toe, evenals hare voornemens tot beLstingverhooging, maar deelt niet haar denkbeeld om bespaarde renten van lee ningen te gebruiken voor aanbouw van spoorwegen. Hu wenscht ze veeleer te bestemmen tot afschaffing van schadelijke belas tingen. Particulieren aanleg zou hij zeer voorstaan maar blijft men bij bet stelsel van staatsspoorwegenwaarom dan daarvoor niet geleend Dat de koffieopbrengst zou verminderen, betwijfelt hij. Hij zou wenschen opheffing der uitgaande rech ten en verbetering van andere belastingeno. a. die op erf- paebtsgronden drukkende. De landbouw, sterk door de lasten gedrukt, kwijnt en moet onilast worden in het algemeen belang van den grond en de schatkist. De heer Fransen van de Putte prijst ook het beheer van dezen min Men moet niet vergeten liet oogenblik waarop, en de omstandigheden waaronder hij is opgetreden n aar van opleiding aanleg en beroep is hij toch een fiscaal man in den rechten zin des woords. Hij zou wel geweuscht hebbendat hij als minister van financiën opgetreden was. Alleen ont wijkt hij in zijn talentvol antwoord de hoofdvragen. Hij vreestdat de woorden des min., dat al wat mpn te veel doet in goede richting verkeerd is, volkomen op hem zeiven van toepassing iswat de belastingen betreft. Hij wil belasting- verhooging met het oog op verminderde inkomsten maar spre ker betoogt uit zijne eigen stukken en opgaven, dat dergelijke vermindering volstrekt niet zeker is. Dat de inkomsten uit de suiker zeer verminderen, is ontegenzeggelijkmaar naar een globale berekening vindt men die verliezen terug uit andere inkomsten, ja reeds alleen uit de verponding. Hij komt nu tot de koffie Hij herinnert, dat onder de punten, telegrafisch met dezen min door minister Heemskerk vastgesteldbehoorde handhaving der Gouvernements koffiecultuur. Het staat vast, dat de geplante koffiebooneu nog jaren lang vruchten zullen dragen. De opbrengst stijgt dan ook geregeld. Welke reden is er dus, om met het oog op die cultuur nu reeds een ver hooging van belastingen noodzakelijk te achten Met eenige meerdere zorg voor het product kan de prijs der Java-koffie gemakkelijk stijgen. Vervolgens behandelt hij nog eenige pun ten, waaromtrent hij het niet eens is met den min. Hoofdzake lijk is dit het geval met de inkrimping van het inlandsch on- als een verwijderd gesuis deed voorkomen op zij en eene dreunende basstem riep naar binnen „Ongeloof lijk Ongelooflijk Daar zitten hier die beiden vroohjk te praten voor het knapperende vuur, zonder zich om de overige wereld te bekommeren slechts aan zichzelf denkend in plaats van daarbinnen de gezelligheid door hunne zoo welkome tegenwoordigheid te verhougen. Orestes eu Pyladeswat beteekent dat Is zou u deze afzondering nog kunnen vergevenwanneer ik u bezig had gevondende parfums van het salon door eene geurige havanna te verjagen doch zooals ik zie, hebt gij bet kistje dat daar op het rooktafeltje staat niet eens aangeroerd Waldau, Menken rookt er dan vandaug dan niemand in mijn huis of moet ik eerst weer bet goede voorbeeld geven Ik geloof het wer- kei ijk Terwijl de spreker met zijn deftig u terlijk op het tafeltje toeging, dat in de vensternia stond en op welks eikenhouten oppervlakte alle mogelijke rookbenoodigd- heden stondenwaren de beide aangesprokenen snel opgestaan, „Gij moet on3 deze korte vlucht vergeven beste Dreyfusz", zeide baron Menken en nam eene sigarette, die hij bedaard aanstak om vervolgens de eerste geu rige wolkjes langzaam door neus en mond te doen ontsnappen „het werd mij plotseling te warm in bet salon dat kwam van uwe goddelijke Marsala beste vriend zoodat ik vreesde weer door mijne gewone hoofdpijn te zullen worden geplaagd. De kleine ver- frissching in dit gezellige kamertje heeft mij goed ge daan nu ben ik weer geheel tot uwen dienst I" „Ongelooflijk antwoordde de dikke man de rook van zijne sigaar als een locomotief uitstootende. „Ik vrees waarlijk dat gij u nog eens aan mijne Marsala zult te buiten gaan! En gij, Waldau, wat scheelt u? Luitenant von Wedell gelooft daar gij op het laatste kunstenaarsfeest de kleine juffrouw Lassener den sleep hebt afgetraptgy u dit ontzettende ongeluk zoo derwijs. Hij mist elke verdediging van de opheffing der kweek- holen te Magelang en Tondano. Juist wordt die school in ge vaar gebracht, die de beste uitkomsten heeft geleverd. De heer Blijdenstein leidt uit de vermeerderde aanvraag naar manufacturen uit Indie een toeneming van welvaart bij de inlandsche bevolking af, zoodat eenige belastingverhooging niet bijzonder schadelijk zal zijn, terwijl daarentegen daardoor een stap wordt gedaan in de richting van financiëele onafhan kelijkheid van Indie. De heer Muller noemt het een voordeel, dat de min. een fiscaal man is. Had Nederland maar vroeier zulk een fiscaal min. bezeten 1 De toestand in Indie en Nederland zou beter zijn dan thans. Wij mogen ons dus in Indie en Nederland verheugen in het bezit van een min., die beperking van uitgaven voorstaat. Alleen hierin verschilt hij met hem dat hij meent dat de landbouwondernemingen te zwaar worden gedrukt ten nadeele van den bloei en de ontwikkeling daarvan; in Britsch- Indie is de druk veel geringer. Men vergete niet, dat ons ge heel koloniaal stelsel een eenzijdige ontwikkeling heeft gehad en onze welvaart dus geheel samenhangt met de producten in Indie en als men de bronnen van welvaart daar verstopt dan ondervinden wij hier de nadeelen daarvan. De vermeer dering van invoer van Nederl. manufacturen op Java be wijst met perse vermeerdering van welvaart in Indie, maar kan het gevolg zijn van verdringing van buitenlandscheen wat de hoedanigheid der manufacturen betreft, men vraagt aan zijne firma steeds van mindere hoedanigheid. Eindelijk dringt hij aau op afschaffing der uitvoerrechten op suiker en koffie. De heer Schim in elpenninck van der O ij e be toogt dat men hier te lang op herstel van het financieel even wicht heeft aangedrongen om niet ingenomen te zijn met dezen minister. Hij bestrijdt het denkbeeld van sommige sprekers om te leenen voor spoorwegenbrengt den min. lof voor zijne bezuinigingszucht en geeft zijn vertrouwen zoo in hem als in den Gouv.-Gen. te kennen. De heer van Naamen wijst er opdat de noodlottige Atjeh-oorlog de Indische en Ned. geldmiddelen in de war heeft gestuurd. Thans hebben wij een min. en een Gouv.-Gen die geest kracht en wil bezitten om den toestand te verbeterenzij ver dienen lof en 't zijn wanklanken de stemmen, die daartegen opgaan. Den toestand der Indische bevolking acht hij niet zoo slecht als sommigen voorstellen. Uitvoerrechten acht hij minder bezwarend dan andere directe belastingen. De min. verheugt zichdat hij niet te klagen heeft over gemis aan waardeeringmaar zijn stelsel is niet altoos goed begrepen. Men heeft 'gemeend dat hij uitging van het denk- beeid dat de gouvernements-koffiecultuur zou verdwijnen; neen, verdwijnen niet, maar wel aanzienlijke vermindering van de koffieopbrengsten Dat in geen enkel geval voordeel afwerpende uitgaven uit de gewone middelen bestreden mogen worden heeft hy niet beweerd Wat het betoog van den heer van de Pui te betreft, hij wil zijne verwachtingen niet tegenspreken; hij hoopt de vervulling er vanomdat ze bewijzen zouden de ontwikkeling van Java. Doch als de agrarische toestand van Java door middel der europeesche nijverheid die hooge vlucht neemt, dan is nog niet uitgemaakt, dat 's ministers financiëele uitzichten te ongunstig zijn. Hij heeft aangenomen dat som mige middelen zullen toenemen maar tegenover die toeneming staat vermindering van andere. Wat de koffiecultuur betreft, wijst hij er op, dat vele gronden niet zoo geschikt meer zijn ook hebben de boomen geplant op gronden volgens het Pre- angerstelselveel korter levensduur dau die in maagdelijke bosschen geplant. Men mag inderdaad niet rekenen op de hooge opbrengsten der laatste jaren, ten gevolge van bij zonder goede oogsten. Wachten kan hij niet. Als men nu niet zorgt voor versterking der n iddelen dan zal de druk veel zwaarder wordenwanneer later de oogsten vermin deren. Welke redenen zijn er ook om de vreemde Oos terlingen, op wie alleen deze verhooging van lasten zal drukken niet hooger te belasten Zij toch hebben niets met de koffie- of andere cultures te maken. De zwaarder druk op den Javaan bepaalt zich tot f 1 op het slachtvee en verbetering der belasting op tabak. Omtrent de uitvoerrechten zal hij niet uitweiden met het oog op het aanhangige onderzoek. Hij er kent dat de verpondings-verordening Diet meer van dezen tijd is en herziening vereischt om meer waarborgen voor goede schatting op te leveren. De vergelijking met. Britsch-Indie gaat niet opmeer-ialen hebben ondernemers aldaar aan de toestanden van Java de voor keur gegeven boven die van hun eigen land. Hebben de voor genomen bezuinigingen vrij algemeen ingang gevonden, hij be treurt, dat die omtrent het inlandsche onderwijs afgekeurd zijn; hij verzekert, dat de bedoeling niet is, dat onderwijs schade toe te brengen maar wel om het beter aau de bedoeling te doen beantwoordenjuist om dat onderwijs niet verder te doen mis lukken, moet men op beperkiug bedacht zijn. N adat de heeren van de Putte, Schimmelpenninck van der Oje en de min. nader hun gevoelen toegelicht hadden, werd de algemeene beraadslaging gestoten. Hoofdstuk I (Uitgaven in Nederland) werd aangenomen. Hoofdstnk II (Uitgaven in Indie). De heer van de Putte betreurt, dat voor een kleinigheid het conversieontwerp naar Indie was teruggezonden. Nu het sterk hebt aangetrokken, en assessor Pringsberg zegt, dat by Borchardt u tweemaal naar de kurk smakende Moët et Coandon is voorgezet, en u dit zoo ontstemd beeft doch wanneer men het goed beschouwt, houden geen van beide redenen eigenlijk steek Laat bet ech ter zijn zooals het wilgij moet tot u zelf komen en beterschap beloven. Uw arm, Waldau! Als berouwheb bend zondaar moet gij direct aan de piano gaan zitten en ons Walther von Stolzing's „Prewlied" voorspelen l" De handelsraaddie bij zijne voorliefde voor rus- sische pasteien en Chablis nog slechts e e n e n harts tocht bezat de Wagnerdweeperij wierp zijne sigaar in den bronzen aschbak nam Elimar bij den rechter en von Menken bij den linkerarm en stapte met hen naar het salon terug waarin zich na afloop van het diner het geheele gezelschap verzameld had. In het huis vau den handelsraad Dreyfusz placht het in het algemeen iets levendiger en vroolijker toe te gaan dan gewoonlijk in de salons maar al to dikwijls het geval is. Deze gezellige toon ging meer van den gastheer dan van zijne vrouw uitofschoon ook de laatste eene vriendelijke en niet onbeminde persoonlijkheid was. Dreyfusz had gedurende den veld- t 'cht van 1866 den grondslag tot zijn zeer aanzien ijk vermogen gelegd en het was bem gelukt na den transch- duitsehen oorlog het tot millionair te brengen. Dreyfusz was trotsch op zijn zelfverworven vermogen te meer, daar hij het op eene eerlijke wijze had verkregen. Wat hem echter minstens even gelukkig maakte, als zijn geld was de titel van koninglijk handelsraaad en de kroonorde vierde klassebeiden onderscheidingen die hem waren verschaft door den invloed van den veel in zijn huis verkeerenden generaal van Steinitzwien hij op vijandelijken bodem eens uit eene zeer onaan gename verlegenheid had gered. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1885 | | pagina 2