No. 13.
Zeven en tachtigste Jaargang.
1885.
V R IJ D A G
30 JANUARI.
Hondenbelasting.
ONZICHTBARE HANDEN.
Prijs der gewone Advertentiën:
Officieel ffiebe.lU.
Met 2 Februari 1885 worden de honden,
niet van den penning voor 1885 voorzien,
die op den openbaren weg aangetroffen
wordenovereenkomstig de voorschriften
der verordening ter beschikking der politie
gesteld.
ïSuiUttlanb.
FBUILLETOKT.
ALRMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80;
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
franco door
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BELGIE. De botsing tusschen twee stoomtramtreinen
te Brussel is een gevolg geweest van de gladheid der
railswaardoor de wagensondanks alle pogingen van
den machinist om te remmen zelfs toen hij achteruit
werkte, op gevaar af van de machine te doen springen,
de hellingwaarop zij zich bevondenafgledenzoodat
zij met groot geweld tegen den onmiddelijk voorgaan-
den, op dat oogenblik stilstaanden trein aanbotsten. Den
26 heeft in de Kamer de heer Somzé de regeering ge
ïnterpelleerd over dat ongeluk. Een zijner zonen was
daarbij, ofschoon niet ernstig, gekwetst. Het doel der in
terpellatie was, de wenschelijkheid in het licht te stellen
om de buurtspoorwegen van bet departement van land
bouw naar dat der spoorwegen over te brengen. Voorts
drong hij aan op het invoeren van een stelsel van sei
nen en het voorschrijven van betere remtoestellen. De
minister antwoordedat de gouverneur van Brabant
een onderzoek had ingesteld. Bij de voortgezette be
raadslaging over de begrooting van justitie en eeredienst
verklaarde de oud-minister Baradat de linkerzijde
tegen de begrooting van eeredienst zou stemmenom
dat de regeering haar zoodanig veranderd had dat
daarin op eene voor het land noodlottige wijze aan de
geestelijkheid haar zin gegeven was. Met 55 tegen 2_3
stemmen werd die begrooting goedgekeurd.
DUITSCHLAND. Het op den 30 vastgestelde opera
bal is op nieuw uitgesteld tot den 3 Eebruari, daar de
Keizer het wenscht bij te wonen.
Aan de commissie van den Rijksdag balast met het
onderzoek van het ontwerp op de stoombootovereenkom-
sten, is door den staatssecretaris Stephan verklaard, dat
de regeering zich niet kon vereenigen met de door het
centrum voorgestelde bijzondere aanwijzing van enkele
lijnenonder behoud van de daarvoor uitgetrokken
sommen. Ook waren, volgens de regeering, onover
komelijke hinderpalen verbonden aan het opnemen van
Rotterdam in de hoofdlijn voor de heenvaarten aan
de bepaling dat Triest het uitgangspunt voor de lijn
der Middellandsche zee zal zijn. De vraag of Genua
dan wel Triëst aangewezen zal wordenkon slechts
door onderhandelingen met de ondernemers worden
uitgemaakt. Noodzakelijk is slechts de lijn Brindisi—-Suez.
De commissie heeft de Samoa-linie verworpen bij alle
lijnen de woorden „over Rotterdam" geschrapten
evenzoo het woord „Triëst" bij de lijn der Middelland
sche zee. Zij verwierp verder de door het centrum
voorgestelde wijziging, en nam de voorstellen betreffende
de Oost-aziatische en Australische lijnen aan. Die be
treffende Afrika zijn verworpen. Met deze wijzigingen
werd het voorstel bij eerste lezing aangenomen.
R ij k s d a g. Den 28 werd verworpen een voorstel
van een deensch lid tot gebruik der volkstaal voor de
mededeelingen der overheid voor die deelen van Duitsch-
land waar het duitsch niet als volkstaal wordt uitge
sproken. De regeering had verklaard met dat voor
stel niet te kunnen medegaandaar dit te veel zou
ingrijpen in de bevoegdheid der verschillende staten.
ENGELAND. De verbittering tegen de Ieren is
na de ontploffingen op den 24 algemeen terwijl aan
de politie de schuld van de ontploffingen gegeven
wordt. Zij moest beter toezien,
De heer Northcote, leider der oppositie in het lager
huis, heeft den 26 te Exeter in eene redevoering gezegd,
dat de dynamiet-aanslagen het gevolg waren van de
zwakke iersche staatkunde der regeering en van hare
weinig krachtige houding tegenover Parnell en zijne
partij.
FRANKRIJK. In het hotel des invalides te Parijs
zijn in de vorige week 2 van de laatste 5 aldaar ver
pleegde soldaten uit het leger van Napoleon 189 en
90 jaren oud, overleden.
Kamer. Den 27, bij hare weder bijeenkomst, dankte
de voorzitter de heer Brisson in zijne openingsrede
voor het in hem gestelde vertrouwen. Hij wees erop,
dat de senaatsverkiezingen de uitdrukking waren van
den wil des volks j om langs vreedzamen en demokra-
tisehen weg ttó ontwikkeling te komen. Hij verzocht
'''dienzelfden weg-te betreden. Een verzoek om de re
geering te ondervragen over de Tonkinzaken werd een
maand verdaagd. Alle hoofdstukken van de buitenge
wone begrooting van oorlog werden onveranderd aan
genomen.
ITALIË. De regeering heeft den 23 hare zienswijze
omtrent de engelsche en fransche voorstellen in zake
Egypte's geldmiddelen uiteengezet in een schrijven,
door den min. van buitenl. zaken den franschen gezant
Decrair te Rome ter hand gesteld. Zij stemt daarbij
in met eene enkele 3% p.ct. leening van f 108.000.000,
ter voldoening van de behoeften van het egyptisch
bestuur en ter betaling van de schadeloosstellingen voor
Alexandrie. Ook is zij behoudens de goedkeuring der
Kamersgeneigd met de andere mogendheden aan een
gezamenlijken waarborg der leening deel te nemen
welke den volstrekten voorrang zou hebben boven alle
andere lasten op de egyptiscbe begrooting. Het voorstel
om ook vreemdelingen in Egypte aan belasting te on
derwerpen wordt goedgekeurd, terwijl zij verklaart, geen
bezwaar te hebben tegen eene tijdelijke couponbelasting.
Zij is verder bereid deel te nemen aan een internationaal
onderzoek indien al de mogendheden dat eenparig
onmisbaar achten. Bij ontstentenis dezer eenstemmig
heid oordeelt zij dat zulks de uitvoering niet behoeft
te verhinderen van eene thans als verzekerd aan te
merken overeenkomst op de andere punten tenzij men
het over andere middelen om Egypte's geldelijken toe
stand te verzekeren eens worde. Ten slotte spreekt
zij er hare voldoening over uitdat het voornemen
bestaat, om een internationale overeenkomst aangaande
de vrije vaart op het Suez-Kanaal te bespoedigeneene
overeenkomst waartoe Italië reeds ten tijde der Con
ferentie te Konstantinopel stappen deed.
Kamer. Bij de voortgezette beraadslaging over de
spoorwegovereenkomst zijn de artikelen tot art. 41 aan
genomen. Met 165 tegen 92 stemmen werd den 27 een
door de regeering bestreden amendement van den heer
Baccarini verworpen dat strekte om het materieel der
spoorwegmaatschappijen na het verstrijken der over
eenkomst aan te knoopen.
Dienzelfden dag beantwoordde de minister van bui
tenl. zaken het verzoek om inlichtingen over de ko-
loniale staatkunde der regeering. Hij herinnerde wat
andere Staten Duitschland niet uitgezonderdop dit
gebied hadden verricht. Italië was het laatst de weg
opgegaan aan de zeevarende volken zoo uit behoefte
als door 'roemrijke overleveringen aangewezen. Het
kan niet de eenige mogendheid zijn welke onverschil
lig blijft bij deze soort van kruistochten en evenmin
kan het weigeren om in dit opzicht zijne schatting aan
de beschaving der wereld te betalen. De regeering is voor
nemens om daar, waar de italiaansche vlag geplant wordt,
het gezag harer economische staatkunde te doen gelden.
Gevaar voor verwikkelingen bestaat nietde regeering
zou zich strafschuldig makenindien zij het land daar
aan blootstelde. Den 28 werd de beraadslaging over
dat punt gesloten. Geen der sprekers diende eene motie
inwaarmede de minister zijne ingenomendheid be-
tuigde. Hij richtte tot de Kamer het verzoek haar
oordeel op te schorten en inmiddels aan de regeering
haar vertrouwen te schenken. De Kamer stemde door
toejuiching hiermede in waarna de zitting gesloten
werd.
EGYPTE. Generaal Wolseley heeft den 28 mede
gedeeld dat generaal Stewart den 19 door den vijand
aangegrepen was op eene plaats 4 mijlen van de Nijl
gelegen. Hij liet halt maken en verschanste zich onder
hevig geweervuur van den vijand. Hij werd daarbij
ernstig gewondwaarna generaal "Wilson het bevel
overnam en des namiddags de verschansing verliet, de
gekwetsten achterlatende. De vijand, door verscheidene
emirs te paard aangevoerd viel daarna op het engel
sche legerkorps aan doch werd herhaaldelijk terugge-
4)
„Maar mejuffrouw", viel de baron haar in de rede,
„hoe zou ik u deze teedere bezorgdheid voor uwen va
der kwalijk kunnen nemen Integendeelik ben het
volkomen met u eensdat iedere opwinding bij den
kapitein moet vermeden wordenslechts even wilde ik
dat vriendelijk gelaat weerzien om mij zelf te overtui
gen hoe het met hem gaat".
Lucia ging hem voor. „Laat ons dan gaan", zeide
zij kort.
Menken volgde en toen zijn blik zich du op de voor
hem loopende gestalte riehttescheen het bijna, alsof
er eene donkere wolk over zijn lichtgrijze oogen trok.
De moede, lustelooze uitdrukking was als bij tooverslag
verdwenen en het was gloeiende hartstochtdie er nu
uit sprak. Evenals zich de wolken om eenen vulcaan
in een oogenblik kunnen verdoelen en de vlammende
berg zich op eenmaal in zijne ijzingwekkende schoon
heid vertoontzoo was ook het wezen van den baron
plotseling veranderd.
Kapitein von Hackert wenkte van uit zijn bed met
de bevende hand den binnentredende vriendelijk na
derbij te komen.
„Wees welkom, Menken", riep hij, „dat wist ik ook
wel dat jij mij armen ouden kerel, zoo spoedig niet
vergeten zoudtals al de anderen Kom dicht bij mij
zitten trouwe kameraad je hand, Menken wees
nogmaals welkom
De baron ging op het bed van den kapitein toe en
drukte hartelijk diens hand. Zijn oog rustte vorschend
op het gelaat van den ziekede cirkelronde roode
vlekken op diens magere wangen schenen hem een zeer
slecht teeken.
„Ik ben blij dat het niet zoo erg met je isals
docter Göschen mij wilde wijsmaken", zeide hij en ging
op den stoel naast het ziekbed zitten. Zijne stem klonk
nu geheel anders dan gewoonlijker lag een vriende
lijke toon in die hem uit het hart scheen te komen.
„Wij willen hopen, dat je spoedig weder zoo flink zult
worden als vroeger".
De overste schudde langzaam het hoofd en bet lachje,
dat tot nu toe om zijnen mond had gespeeld, verdween. Hij
keek voorzichtig in de kamer rond, of Lucia er nog was en
fluisterde, nadat hij zich overtuigd had, dat zij het vertrek
verlaten had: „Geloof het niet, Ottokar, geloof dat niet!
Het loopt met mij ten einde nu kan ik het wel zeg
gen daar Lux toch de voorspellingen van den ouden
man niet hooren kan. Het loopt ten einde hier zit
het, hier in de longen, waar mij de kogel van den
Eranschman bij Mars-la-Tour de aderen verscheurde.
De doctoren geloofden dat zij het weer bij elkander
gelapt hadden zooals het zijn moestdoch zij hebben
vergeten dat toenmaals reeds het oude karkas vergaan
was. Neen neen Menkenhet is uit en het doet
er ook weinig toe want ik sterf in het bewustzijn
voor het vaderland die doodelijke wonde te hebben
ontvangen dat is ten minste eene meer verheflende
gedachte, dan wanneer ik aan eene gevatte koude moest
bezwijken. Ik sterf ook graagomdat ik het leven
moede ben waarlijkOttokar ik ben het moede.
Het heeft mij veel vreugde gebracht en veel leed en ik
heb beide naar mijne beste krachten gedragen met
een ziek lichaam zou het mij echter moeielijk vallen.
Slechts één ding ligt mij zwaar op het hartde zorg
voor Lucia en hare toekomst
Menken sloot de oogen bijna geheel. Hij was een mees
terlijk tooneelspeler en verstond de kunst van veinzen
zooals slechts weinigen; maar het zou hem toch onmogelijk
geweest zijn in dit oogenblik den blik van den zieken
vriend te ontmoeten. Hij meendedat deze moest be
merken dat de toekomst van Lucia de hoofdoorzaak
geweest wasdie hem in de laatste acht dagen zoo
dikwijls naar het huis van den kapitein gedreven had.
„Je zijt de eenige Ottokar", ging Hackert voort
„de eenigedie ik in de moeilijke urentoen ik even
als van daag doodelijk ziek in het lazareth te Koblenz
lag, dat geheim toevertrouwde, dat met de geboorte
van Lucia is verbonden je zult me daarom ook het
best kunnen raden. Wanneer je vandaag niet zelf hier
gekomen waart, zou ik morgen of overmorgen om je ge
zonden hebben, ten einde je over de gevolgen te raad
plegen die mijn dood mogelijk voor Lucia zal kunnen
hebbenwanneer niet eerst alleswat de ontdekking
van het geheim mogelijk maken kan uit den weg is
geruimd".
Menken had het hoofd op de borst gebogen en speelde
met den uitgetrokken handschoen, dien hij in zijn rech
terhand hield.
„Ik geloof, dat je de toekomst te donker inzietin
ieder geval donkerder dan noodig is Karei", ant
woordde hij langzaam en met gedempte stem. „Voor
zoover ik mij je verhaal herinner, is er geen reden om
iets hoegenaamd te vreezen".
„Toch welMenken", viel de zieke hem levendig in
de rede en een donker rood kleurde zijn ingevallen ge
laat. „Wij hebben sedert dien dag in het lazereth niet
meer over de zaak gesproken en zij is veranderd sedert
dien tijdDe overste zuchtte diephet klonk als een
zacht rochelen uit eene doodeljjk gewonde borst. Eenige
seconden lang zweeg hij alsof hij te uitgeput was, om
verder te spreken, daarop ging hij sneller voort: „Carmella
Boccani leeft niet meer; de brief, die mij deze Jobsbode
bracht, was het begin van een strik, die men mij om den
hals leggen en langzaam dichttrekken wilde. Carmella
heeft geen woord gehouden zij heeft vo<5r haren dood
haren zoon een verloopen sujetalles toevertrouwd.
Begrijp je nu, waar het heen moet, Menken
De baron kniktezijn voorhoofd was gefronsd hij
keek zeer ernstig.
„De jongen zoekt je te plunderen en door dreigementen
vrees aan te jagen ik begrijp het wel", antwoordde
hij. „Heb je hem ooit op zijne brieven geantwoord