I li m 11 12. Rapport op liet verzoek der afdeeling Alkmaar van de Hol- lacdsche Maatschappij van Landbouw, die wederom voornemens is omstreeks Paschen alhier, gelijk in de laatste jaren, eene tentoonstelling van vet en fokvee te houdenom eene gelde lijke bijdrage uit de gemeentekas van f 400.-— In het daar toe strekkend verzoekschrift zet de commissie breedvoerig uiteenhoe hare eigen middelen door de gehouden tentoonstel lingen uitgeput zijn hoe zij bij het niet ontvangen eener bij drage tot dat bedrag genoodzaakt zou zijn, hare aanvankelijk schitterend geslaagde onderneming te moeten opgeven of te wijzigen, door in overleg te treden uiet hare zuslerafdeelingen te Purmerende en te Hoorn, om de tentoonstelling met den steun van het gemeentebestuur op eene dier plaatsen te houden, waarom de gemeente Alkmaar die gevraagde bijdrage wel kan verleenen. Na kennisneming van dit verzoekschrift blijft de commissie eenparig van oordeeldat de raad die deze tentoonstelling door het verleenen eener geldelijke bijdrage in 1882 1883 en 1885 reeds steunde, steun kan blijven verleenen. Was zij dus in beginsel voor de inwilliging van het verzoek gestemd er bestond verschil van gevoelen over de vraag, tot hoever die te verleenen steun moest gaan. Drie leden stellen voorhet ge vraagde bedrag van f 400,te verleenen voor het jaar 1885 zonder dat uit die inwilliging eenige gevolgtrekking voor het vervolg zou kunnen worden gemaakt. Zij vonden vrijheid tot dat voorstel, omdat naar hunne meening het belang der ge meente Alkmaar medebrengt de pogingen van den veehouder, om den veestapel te verbeteren, zooveel mogelijk te steunen. Het op deze tentoonstelling aangevoerd wordende fokvee levert van die pogingen het bewijs opdoor dien aanvoer krijgt deze tentoonstelling r.aam naar buiten en wordt de gemeente Alk maar meer en meer bekenddat niet anders dan gunstig kan werken op haar marktvertier er^ haar marktbezoek. Gold het thans een verzoek, om die tentoonstelling voor het eerst te houdenhet ware iets andersdoch nu zij eenige jaren te Alkmaar gehouden is en wel met gunstigen uitslag, zou ver plaatsing dier tentoonstelling naar Purmerend of Hoorn minder wenscheïijk zijn. Die leden zouden die verplaatsing der ten toonstelling in de gegeven omstandigheden ongaarne zien en achtten na de door het bestuur gegeven toelichting het aange vraagde cijfer van f 400,voldoende gerechtvaardigd. Twee leden der commissie stellen vooreen b drag van f 250,voor 1885 te verleenen. Zij zien in het houden dezer tentoonstelling te Alkmaar niet zooveel belang voor de ge meente, dat het verleenen eener bijdrage van f 400,daar door gerechtvaardigd wordt. Reeds ten vorigen jare, toen de gemeenteraad eene bijdrage van f 150,- verleende was door het bestuur gewezen op de mogelijkheid van verplaat sing dezer tentoonstelling naar Purmerend en Hoorn, en wan neer de raad nu f 100 meer verleent dan toen dan ligt naar hunne meening daarin een voldoend bewijsdat de gemeente Alkmaar in die tentoonstelling belang stelt en zeer gaarne ziet, dat zij aldaar gevestigd blijft. Al stelt de meerderheid voor alleen voor 1885 een bedrag van f 400,toe te staan het verzoekschrift van de afdeeling geeft allezins aanleiding tot het vermoeden, dat zoo de tentoonstelling te Alkmaar gevestigd biijft, in volgende jaren ook een beroep op de gemeentekas te wach ten is. Zij acht dus eene bijdrage van /250, allezins voldoende. Eenparig stelt de commissie ten slotte voor, de te verlee nen bijdrage te voldoen uit den post voor onvoorziene uitga ven der gemeente-begrooting voor 1885, behoudens goedkeuring van Gedep. Statenterwijl zij niet twijfelt of Burg. en Wetk. zullenevenzeer als in vorige jarenbereid zijnhet Doelenveld met palen en lijnen voor het houden der tentoon stelling tijdelijk in gebruik af te staan. De heer A. P. de Lange gelooft, dat de minderheid niet ge noeg begrijpt bet groote belang, dat bij deze zaak verbonden is, en waarom bet voor de gemeente Alkmaar, die bij de welvaart van den landbouw zoo nauw betrokken isnoodzake lijk is, in den tegenwoordigen tijd waarin die landbouw zu.k een ernstige crisis doorleeft, bet streven van de afdeeling Alk maar der Holl. maatschappij van landbouw te steunen. Alle deskundigen zijn het eens, dat wil men in de toekomst verbe tering van den toestand verwachten, verbetering van den vee stapel een eerste en dringende eiscb is. Het is noodzakelijk, een consequent, wetenschappelijk stelsel van verbetering van den veesta pel in te voeren, om een voor Amerika geschikt type te verkrijgen, zooals bij voorbeeld in Engeland bet Durhamras. Dit moet het streven zijn. Daarvoor moeten de oogen van den veehouder, die daarop nog te weinig letgeopend worden. Daarom is deze tentoonstelling zoo noodig: zij is geen jaarlijksch weder keerend feest, maar als het ware eene schooi voor den landbouw. Het nut zit niet alleen in den dag der tentoonstelling. Wil men de amerikaansche markt voortdurend van vee blijven voor zien, dan is het dringend noodzakelijk nog 4 ?i 5 jaren op deze wijze voort te gaan en zal steun in dien tijd onvermijdelijk noodig blijven. Een gunstig verschijnsel is reeds, dat het aan tal vreemdelingen, dat de tentoonstelling bezoekt, jaarlijks toeneemt. De veehouder kan zich overtuigen op die tentoon stelling welk type gevraagd wordt. En wanneer men nu weet, dat het streven der afdeeling Alkmaar isom dit krachtig te bevorderen, dat zij daarvoor alles opoffert, zij zich van andere zaken onthoudt, om hiervoor geld beschikbaar te houden, hare leden kosteloos materieel beschikbaar stellenom de zaak slechts te doen gelukkendaar mag de gemeente Alkmaar wier ingezetenen zooveel belang hebben bij de welvaart van de landliedenuit bare marktgelden wel 400 beschikbaar stellen voor dit doel. Daardoor zal zij het bewijs leverendat zij het streven der landlieden waardeert en bijdragen om de aangename verhouding tusschen elkander te bevorderen. De heer C. W. Bruinvis, die het moeielijk acht na dit krachtig pleidooi de verklaring af te leggen, dat hij behoort tot de minder heid, is nog niet overtuigd, dat de gemeente 1400 moet toestaan Een bedrag van f 250 acht hij niet zulk eene onbeteekenende bijdragevooral nietnu de zekerheid bestaatdat men nog eenige jaren steun zal moeten blijven verleenen. Hij betwijfelt, of de landlieden door deze tentoonstelling zullen leerenwat men ze daardoor wenscbt te laten leerenen is bet werkelijk zoo, dan zou het houden dezer tentoonstelling dan hier, dan daar nog meer bevorderlijk zijn aan het streven, om van die school in wijden kring te laten genieten. De heer A. P. de Lange wil op het laatste argument alleen antwoorden, dat de heer Bruinvis zelf de onjuistheid daarvan zal inzienwanneer hij die leer eens toepasselijk maakt op de hoogere burgerschool. De heer Kraakman, die althans voor dit jaar f 400 wil toestaan, heeft met genoegen gehoord, dat de bijdrage der ge meente niet alleen geldt voor den dag der tentoonstelling maar ook om het streven in de band te werken tot verbete ring van bet fokvee. Hij juicht zeer toe, dat men zich meer toelegt op de verbetering van het fokvee en zou wenscben dat in ruimeren kring bekend werddat hoofddoel der paasch- tentoonstelling is het fokvee. Hij hoopt, dat meer fokvee worde aangevoerd dan in vroegere jaren, dat de landlieden het hooge out daarvan meer en meer zullen begrijpen eD dan zal bet ook van hen zelve afhangen of het verleenen eener bijdrage behou den zal blijven. De heer A. P. de Lange verzekert den heer Kraakman dat de door de gemeente Alkmaar te verleenen bijdrage van 400 geheel aan prijzen voor fokvee zal worden besteed, Het voorstel van de meerderheid der commissie wordt ver volgens aangenomen met 11 st. tegen 1 st. van den beer C. Bruinvis. "Van Burg. en Weth. No. 13. Brief, waarbij herinnerd wordt, dat bij raadsbesluit van 19 Mei 1880 machtiging verleend werdom den trom petter op den Waagtdren in orde te laten brengen door T. J. Veldermanorgelmaker alhier, overeenkomstig zijn aanbod voor f 225,behalve het niet voor zijne rekening komende timmer en smidswerk, geraamd op ƒ50,Door Burg. en Weth. werd bij de opdracht de bepaling gemaakt, dat die som eerst uitbetaald zou worden, nadat gebleken was, dat de trompetter volkomen goed in orde gebracht was. Velderman heeft daarop beproefd zijn schriftelijk aanbod ge stand te doendoch, zooals bekend is, zonder gunstig gevolg, waardoor ook niet uitbetaald is genoemde som van f 225, Naar aanleiding van de bij de behandeling der gemeente-be grooting voor 1885 gehouden besprekingen over die zaak in verband met een door den stads-klokkenist A. Crefeld gedaan aanbod om den trompetter in orde te brengen voor f 250,—, uit te betalennadat gebleken isdat hel geheel goed in orde is gebracht, werd genoemden Velderman bij brief van 18 Nov. 11. medegedeeld, dat hij alsnog in de gelegenheid werd gesteld, het speelwerk van het trompettertje op den Waagtoren ten ge noegen van Burg. en Weth. volkomen in orde op te leveren volgens zijne vroegere opgave vóór 1 Januari 1885 en dat, mocht het speelwerk op dat tijdstip niet volkomen naar genoe gen in orde gebracht zijnde gemeente gerechtigd zou zijn dat werk door een ander te laten uitvoeren, zonder tot eenige schadevergoeding verplicht te zijn. Velderman heeft daarop bij een overgelegden brief bericht, dat hij die opdracht niet kan aannemen. Instemmende met het gevoelenin den raad geuit dat het in orde brengen van den trompetter thans nog wen- schelijker is dan vroegerstellen B. en W. voor, hen te mach tigenaan den stads-klokkenist A. Crefeld het in orde brengen van dien trompetter op te dragen tegen betaling van f 250, uit te betalennadat gebleken isdat het geheel goed in orde is gebracht onder bepaling, dat aan die opdracht gevolg moet zijn gegeven vóór 1 Juli 1885, zijnde, zoo daaraan op dien dag niet voldaan is, de gemeente weder volkomen vrij in hare han delingen. Aangenomen met list. tegen 1st. van den heer Kraakman, die den stads-klokkenist Crefeld niet den geschikten man voor de uitvoering van dat werk achtte. De voorzitter deelt mede, dat de gemeente-architect, die met Crefeld deze verandering besproken bad een gunstig oordeel daarover uitgebracht had. 14. Rapport op een bezwaarschrift van den heer R. J. Ko ning tegen zijn aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst 1884, op grond dat hem uit het suppletoir kohier dier belas ting gebleken is, dat zijn belastbaar inkomen abusief /1000, te boog berekend is. Daar dit bezwaarschrift juist is, wordt voorgesteld zijnen aanslag met 11,25 te verminderen. Aangenomen. 15. Brief der vaste commissie voor de verordeningen, tegen welker overtreding straf is bedreigdwaarbij zij mededeelt, dat zij nu het tot stand komen der drinkwaterleiding verzekerd en de verordening op het verzamelen van foecale stoffen, behoudens enkele uitzondering, volledig in werking getreden is, het oogen- blik daar achtom de politie-verordening op het bouwen en sloopen te wijzigen. De bij art. 9 dier verordening voorge schreven bepalingdat bij elk woonhuisbovenhuis of ander afzonderlijk tot woning ingericht gedeelte van een gebouw een buiten het gebouw gelegen waterdichte regenbak moet zijn, be hoeft niet gehandhaafd te worden, wanneer er zekerheid be staat, dat bet perceel aangesloten is aan de drinkwaterleiding. Handhaving dier verplichting zou van hen, die voortaan huizen boawen, eene bezwarende en onnoodige uitgaaf vorderen, waarom de commissie dat artikel zoodanig wil wijzigendat hij die bouwt, kan kiezen tusschen aansluiting aan de drinkwaterleiding of het maken eener regenbak overeenkomstig de bestaande voor schriften. De in art. 8 opgenomen bepalingdat regenwater en foecale stoffen afzonderlijk afgeleid moeten worden, indertijd gemaakt met het oog op de voorgenomen invoering van het tonnenstelsel, kan thans vervallen. N u de verordening toch ge wijzigd moet wordenbestaat er eene geschikte gelegenheid om gelijktijdig te voorzien in eenige andere leemten der verorde» ning, welke bij bare toepassing ontdekt zijn. Er ontbreekt eene bepaling, dat de nieuw gebouwde woningen niet betrokken mogen wordendan nadat gebleken isdat aan de voorschriften der verordening voldaan is. Het gevolg van bet ontbreken dier bepaling is, dat woningen door de bewoners betrokken worden, zonder dat aan die voorschriften voldaan iswelk betrekken verboden moet worden, om hem, die in gebreke is gebleven de voorschriften der verordening op te volgenkrachtiger te kun nen dwingendaaraan te voldoen. Verder is bij het gebeurde met de aan de Akerslaan gebouwde woningen de noodzakelijk heid gebleken eener bepalingdat bij bet bouwen van nieuwe woningen ten genoegen van Burg. en Weth. moet worden voorzien in den afvoer van vuil en hemelwater. Eindelijk is het in het belang van de gezondheid en de openbare veiligheid dringend noodig, dat art. 4 toepasselijk worde gemaakt op alle gebouwendie gesticht worden en niet alleen op de huizen gebouwd binnen 2 meters van de openbare strateneene op vatting, zeer zeker in strijd met de bedoeling, waarmede dat artikel indertijd opgenomen is. Daar bet voor het gebruik veel gemakkelijker isde verordening op nieuw vast te stellen biedt de commissie een ontwerp ter vaststelling aan. In verband met eenige door den heer Kraakman ingediende amendementenwordt de behandeling dezer verordening aan gehouden. Het gevoelen der vaste commissie voor de straf verordeningen zal daarover nog ingewonnen worden. 16. Adres van de commissie van tijdelijke werkverschaffing alhierwaarbij zij mededeelt, dat zij tengevolge van het raads besluit van den 2 Januari 1.1., waarvan zij de goede bedoeling op boogen prijs steltmet burg. en weth. in overleg getreden was en machtiging bekomen had tot het egaliseeren en ver- grooten van het exercitieveld en het aanplempen van een sloot en tot verhooging van het terrein op de algemeene begraafplaats, protestantscb gedeelte bestemd voor eigen graven. Yoor dit laatste werk kon de grond gebaald worden van de hoogten nevens den Westerweg en den Hollen- of Langenwegwelke beide wegen daardoor verbreed of verbeterd konden worden. Voorzag de werkverschaffing in eene dringende behoefte, nuttige en noodzakelijke werken, juist geschikt voor het doel, konden verricht wordenzoodat zij niet geaarzeld heeft om de medewerking der burgerij te vragen en die zoo welwillend beeft bekomendat liet cijfer der vrijwillige bijdragen reeds bedraagt 3027,63. Voor het in de eerste twee weken successievelijk tot 80 en in de beide iaatste weken tot 120 man aangegroeide personeel werd uitgegeven op 10 Januari j.l277,19 17 vv 569,28% #24 590,75 #31 k is de vermoedelijke uitgaaf 640. f 2077.22% Gedurende alzoo nog ruim een week kan het volk aan het werk gehouden worden en toch is het voor het volk en het werk dringend noodig, dat nog tot ongeveer 21 Februari werk wordt gegeven. Alleen voor de begraafplaats is de verwerking van 2500 M' noodzakelijk en na de afgraving van den Hollen- of Langenweg komt nog 1200 M' te kort; daartoe kan de grond gedeeltelijk van de dijken langs den Westerweg onder de gemeente Heiloo worden genomen terwijl alles of bet resteerende kan worden bekomen door de vergunde afgraving van het land van den heer N. Berger, dat gelegen is onder de gemeente Alkmaar en begrensd wordtoostelijk door de Sanderslootzuidelijk door den Langenweg voormeld en westelijk door den Westerweg. Tot de voltooiing van dit werk komt alzoo geld te kort; er moet 2400 M3 grond verplaatst worden, 1400 M' meer dan in het aanvankelijk plan lag en de commissie meent bet mogelijke gedaan te hebben om nog hooger bedrag aan vrijwillige bij dragen te bekomen; de rederijkerskamer Bilderdjjk heeft zich ook nog welwillend bereid verklaarddie pogingen te steunen Behoudens aftrek van betgeen daardoor bekomen wordt, zal vermoedelijk f 1200 te kort gekomen worden. Dat eventuëele tekort meent zij van de gemeente te mogen vragen. Eldersb. v. te Amsterdambetaalt de gemeente naar het gewone tarief de werkzaamhedendie voor haar verricht worden. Wat hier verricht werd, strekt geheel ten nutte en bate der gemeentezoodat men niet behoeft te verzoeken een gratuite bijdrage, maar kon vra gen de voldoening voor verstrekt nuttig werk verre beneden het gewone tarief. Al weet zij nu weldat zij geene betaling kan eiscben voor wat afgeleverd wordttoch meent zijdat het verleenen van eene tegemoetkoming niet meer dan redelijk en billijk is, wanneer de krachten der liefdadigheid zijn uitge put en het werk, dat zij leverde, toch zijn loon wel waard is en door dat loon kan worden voleindigd. Zij verzoekt alzoodat deze gemeenteraad goedvinde te be palen dat ter voortzetting en voltooiing van de beide voorge schreven werken uit de gemeentekaster voldoening van het verstrekte en nog op te leveren werkaan baar eene bijdrage worde verstrekt van f 1200 of zooveel minder als zal blijken noodig te zijn. De Voorzitter stelde dit verzoek in handen der commissie van financiën, die bet volgende rapport uitbracht; De commissie van tijdelijke werkverschaffing alhier wendt zich bij baar adres, gedagteekend 30 Januari 1884, tot u met bet verzoek te bepalendat ter voortzetting en voltooiing van het égaliseeren en vergrooten van bet exercitieveld en het aanplempen van een slootalsmede verhooging van het terrein op de algemeene begraafplaats, protestantscb gedeelte, bestemd voor eigen graven, uit de gemeentekas ter voldoening van liet verstrekte en nog op te leveren werk, aan baar eene bijdrage worde verstrekt van 1200,— of zooveel minder als blijken zal noodig te zijn. De vaste commissie van financiën, door uwen Voorzitter geroepen haar oordeel omtrent dat ver zoek uit te sprekenwijst u er reeds dadelijk opdat bet be roep der commissie op het te Amsterdam gebeurde minder juist isdaar de toedracht van zaken in die gemeente geheel anders is geweest dan hier. Wat is daar toch geschied De commissie voor de tijdelijke werkverschaffing aldaar heeft zich tot den gemeenteraad ge wend met het verzoek, haar vergunning te verleenen eenige door don gemeenteraad goedgekeurde werkenwaarvoor op de gemeente-begrooting de benoodigde gelden uitgetrokken waren, te laten uitvoeren door de werkliedendoor haar aan werk te helpen en de gemeenteraad heeft dat verzoek ingewilligd onder bepaling, dat het werk moest worden verricht voor den kos- tenden prijs. Met andere woorden, dc gemeenteraad stond toe, dat de eenmaal toegestane werkentot de uitvoering waarvan besloten was, vóórdat de commissie voor de werkverschaffing bare taak aanvaard hadniet uitgevoerd werden bij aanbeste ding, zooals gewoonte is, maar door de werklieden, aan wie genoemde commissie tijdelijk werk zou versohaffen en dan tegen den prijsdien de gemeente zon betaald hebbenhad zij liet werk aanbesteed. Daar werd dus het liefdadig doel, dat de commissie zich voor oogen had gesteldbereiktzonder dat het gemeente-belang in eenig opzicht benadeeld of verkort werd. Geheel anders is de loop der zaken alhier. Eenige lieeren onderteekenaren van het thans ingediende verzoek, hebben zich indertijd vereenigd tot eene commissie, om werk te verschaf fen met een liefdadig doel. Zij achten liet noodig eenige inge zetenen geldelijk te ondersteunen, door hun werk te geven tegen een vooruit vastgesteld loon: ondersteuning bij wijze van bedeeling oordeelden zij niet wenscheïijk. Eenig geld werd bijeengebracht en aan bet gemeentebestuur vergunning gevraagd om een werk uit te voeren, dat ten doel had de arbeidslieden bezig te houden. Wel verleende het gemeentebestuur geene vergunningom dat door haar ontworpen werk uit te voeren maar op prijs stellende de goede, bedoelingen, waarmede de com missie hare taak aanvaard had, werd hot ooilege van dagelij ksch bestuur gemachtigd in overleg met haar eenig werk aan te wijzen, zooals dan ook heeft plaats gevonden. Werk te verschaffen, kon het zijn werk, dat eenig nut in de toekomst geven kan, werd door de commissie uitsluitend verlangd, om aan het uit te betalen geld het voorkomen van verdiend 1 oon te kunnen toekennen en den schijn van liefde giften te vermijden. Voor den vorm werd dus werk gezocht, niet met het doel om een noodig werk op de minst kostbare wijze tot stand te brengen. Liefdadigheid te oefenen in den minst kwetsenden vorm stond op den voorgrond, was eigenlijk het eenig doel der commissie. Niets zou dus natuurlijker en meer logisch zijn, dan dat de commissie hare taak als geëin digd beschouwdezoodra de liefdegiften uitgeput waren en de liefdadigheid dus ophield. DeZe meening wordt blijkbaar door adressanten niet gedeeld. Zij zijn van oordeel en hierin verschillen zij met de gegoede ingezetenen, die niet meer wen scben bij te dragen, dat de ondersteuning van behoeftige in gezetenen moet worden voortgezet, maar van gemeentewege. Daartoe vragen zij voor een werkdatslechts ten deele uit gevoerd voor de gemeente van weinig nut is en aan de uit voering waarvan niemand zou hebben gedacht, belooning. Daar mede verlaat de commissie het eenmaal door haar betreden ter rein der liefdadigheid en hecht zij waarde aan een werk, dat eerst alleen gekozen was als middel, als een vormom liefdadig te kunnen zijn op eene voor den arbeider niet kwetsende wijze. Op dien weg mag de gemeente haar niet volgeu. Dat niemaud aan de uitvoering van het thans op de begraafplaats tot stand gebrachte gedacht heeft, bewijzen de officieële stukken.' Noch bij Burg. en Weth., noch bij den gemeenteraad bestond eenig plan tot vergrooting van het voor het begraven van Protes- tantsche lijken bestemde deel der begraafplaats: bij de behan deling der gemeente-begrooting voor 1885 is met geen enkel woord daarvan gesproken. Na verloop van jaren kan de ge meente misschien eenig nut daarvan trekken, op het oogenblik beeft zij daarvan zeer zeker geen nut. Uit de door den ge meente-architect verstrekte opgave omtrent den stand der werk zaamheden die reeds verricht zijn en nog verricht moeten worden, blijkt, dat bet door de werklieden der commissie uit gevoerde werk waarvoor f 2077,22J betaald iseene waarde heeft van f 1200.dat nog 1200,verwelkt moet wor den wanneer de gemeente op het oogenblik het werk over neemt, om alles in orde te brengen, ongerekend ƒ600,—voor boomen beplantingengewassengras enz. De gemeente is dus verplichtwanneer de commissie hare taak als geëindigd beschouwt, zich eene vrij belangrijke uitgaaf, hetzij nu, hetzij in een volgend jaar te getroosten voor een werkdat zij niet gewenscht heeft en waarvan zij vooreerst niet het minste nut heeft. Eenparig is de commissie van financiën dan ook van oor deel dat de gemeente aan het verzoek der commissie niet kan voldoen. Had zij, zooals de commissie te Amsterdam deed, aan den gemeenteraad vergunning gevraagd, eenig op de ge- meentebegrooting uitgetrokken werk te mogen uitvoeren tegen vergoeding der somdie het werk bij aanbesteding aan de ge meente gekost zou hebben, de inwilliging van dat verzoek zou bij baar geen bezwaar ontmoet hebben. Doch nu zij uit de gemeentekas een bedrag vraagt, om een werk te kunnen voortzetten en afmakendat alleen om liefdadigheid te kun nen uitoefenenondernomen is, zou inwilliging van dit verzoek strekken, om liefdadigheid te blijven uitoefenen, eene taak, die niet ligt op den weg van een gemeentebestuur. Is de commissie op vorenstaande gronden eenparig van oordeeldat op het verzoekzooals het daar ligt, afwijzend moet worden beschikt, een andere zaak wordt hetwanneer de gemeenteraad van oordeel is, dat het wenscheïijk is, de tijdelijke commissie voor de werkverschaffing nog eenigen tijd in staat te stellen, aan sommige ingezetenen werk te ver schaffen. In dat geval zou voor het werkdat nog verricht moet wordenzoodra de door de liefdadigheid bijeen gebachte gelden uitgeput zijneene nadere regeling tot stand gebracht j V

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1885 | | pagina 3