I i I No. 21. Zeven en tachtigste Jaargang. 1885. WOENSDAG 18 FEBRUARI. ONZICHTBARE HANDEN. Prijs der gewone Advertentiën ©ffictëel (Sebselte. luiteniattb. ALKMAARSCHECOURANT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat tengevolge van herstelling het verkeer over DE BRUG OVER DE OUDEGRACHT BIJ HET GROOT NIEUWLAND voor voetgangers en voer- en rijtuigen GESTREMD zal zijn van af den 18 en de vaart voor vaartuigen van af den 23 Februari 1885 tot nadere aankondiging zal zijn GESLOTEN. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 16 Eebr. 1885. De Secretaris NUHOUT VAN DER VEEN. GEVONDEN VOORWERPEN. Aan het Commissariaat van Politie zijn voor de recht hebbenden terug te bekomen een paardendekeen parapluie met witte knopeen zilveren sigarenpijpeen onderstuk van een gouden belletjeeen gedeelte van een gouden voornaald een zwarte vrouwenzak waarin zakdoekboezelaarportemon- naie en knoopeneen jongenspet met bonteen paar nieuw model sleuteltjes; een paar kinderwantjeseen knipje met ko ralen beursjewaarin 9 cents. Inlichtingen te bekomen omtrent een pakje, inhoudende: een nieuwe broek op bet papier van bet pak staat Konijn 1200. Lijst van brievenwaarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 2e helft der maand December 1884: J. Meijer, P. de Groot, Amsterdam; J. Janen, van der WallenGroningen S. de MoerSchagen H. Grootegoed Veenhuizen. Verzonden geweest naar Amerika: J. BonekampDetroit. DU1TSCHLAND. Rijksdag. Den 14 werd een voorstel van den afgevaardigde Lenzmann betreffende het verleenen van schadevergoeding aan veroordeelde, maar bij revisie vrij gesproken personen, behandeld. De regeering verklaarde met het beginsel van het voorstel mede te gaandoch vooral bezwaar te moeten maken tegen het daarin op genomen verband tusschen het beginsel van verplichte schadevergoeding en vrijspraak bij revisie. Het beginsel van dit voorstel werd door niemand bestreden doch algemeen werden bezwaren geopperdwaarom de ver zending naar eene commissie werd voorgesteld. Alleen de sociaal-demokratische afgevaardigde Kayser wilde het dadelijk behandelen. De voorsteller trok zijn voorstel in, omdat hij het niet in eene commissie wilde begraven sienwaarop de afgevaardigde Kayser het overnam. Daarna werd besloten het niet naar eene commissie te verzenden, maar de tweede lezing in de volle vergadering te doen plaats vinden. Een voorstel van den voorzitter, om de tweede lezing van de wet op de verhooging der graanrechten dadelijk aan de orde te stellen, werd na heftige bestrijding der linkerzijdedie een paar dagen uitstel verlangd had om de ingediende amendementen behoorlijk te kunnen overwegenmet 148 tegen 129 stemmen aangenomen. De rechterzijde wilde dadel yke behandeling om den invoer van graandoor speculanten vóór de aanneming der hoogere rechten nog ontboden zoo spoedig mogelijk te beletten de linkerzijde verklaarde zich bereid bij eventueele aanneming der wet daartoe mede te werken, wanneer haar verlangd uitstel toegestaan werd. Den 16 werd met 229 tegen 113 stemmen aange nomen het voorstel tot verhooging van het recht op tarwe tot f 1.80 en met 192 tegen 151 stemmen dat tot verhooging van het recht op de rogge tot gelijk bedrag. Huis van afgevaardigden. Het voorstel om de rente der pruisische schuld van 4% p.ct. in 4 p.ct. te veranderen is den 11 aangenomen. Alleen het centrum stemde tegen: dr. Windthorst, de aanvoerder, betoogde dat de regeering hoewel gerechtigd tot het doen van zulk een voorstel niet goed handelde met zich te plaatsen op het standpunt van een bankier en alleen te vragen naar den laagsten rentestand. Zij moest ook rekening houden met de belangen van hen die den staat geld hadden voorgeschoten. ENGELAND. De Koningin heeft den 14 haar ver trek van Osborne naar Windsor tot den 16 en later on bepaald moeten uitstellen wegens zware verkoudheid. Minister Gladstone heeft aan de ministeriëele partij in het Lagerhuis een schrijven gerichtwaarin wordt medegedeeld dat onmiddellijk bij de hervatting der werkzaamheden op den 19 zeer gewichtige zaken aan de orde zullen worden gesteld. Ieeland. De Onderkoning graaf Spencer, is den 14 op de jacht van het paard gevallen en heeft zijn sleutelbeen verstuikt. FRANKRIJK. De ministerraad heeft besloten bet stelselom de verkiezingen departementsgewijze te doen plaats hebben, in de Kamer aan de orde te stel len, dadelijk na afloop van de behandeling der wet tot verhooging der graanrechten. Verder om de in de Kamer opengevallen plaatsen voorlonpjg onvervuld te laten. Er wordt gesproken van het ontdekken eener samen zwering, waarin duitsche socialisten betrokken zouden zijn. Den 11 hebben de heer de Lesseps en de directeuren van het Suez-Kanaal een maaltijd aangeboden aan de leden der internationale commissie voor dat kanaal. De beer de Lesseps voerde het woord en herinnerde o.a., hoevele bezwaren in den eersten tijd te overwinnen waren geweest en hoe zijne voorspelling bij de opening, dat het handelsverkeer iedere vijf jaar zou verdubbeld worden uitgekomen was. Hij deed met vreugde uit komen dat het bestaan der internationale commissie waarin alle beschaafde volken vertegenwoordigd waren, het bewijs was dat alle mogendheden in het kanaal dat eerst zooveel tegenstand en naijver had opgewekt belang stelden en vriendschappelijke betrekkingen en algemeenen vrede verlangdon. Onder hen die het woord voerdenwas het lid der nederl. 2e Kamer de ingenieur Dirksdie de gezondheid van den heer de Lesseps dronk de hoop uitendedat het hem nog gegeven mocht zijnhet Suez-Kanaal te verbroeden het Panama-Kanaal voltooid te zien en zich nog lang te verheugen in den goeden uitslag van wat hij tot stand had gebracht. Een der engelsche leden verklaarde, dat in de laatste vijf jaren het verkeer door het kanaal meer dan verdubbeld was. Den 16 waren te Parijs, bij de teraardebestelling van het stoffelijk overschot van Jules Valléslid der voormalige commune, eenige duizenden personen bij eengekomen waarvan sommige roode vaandels droegen. Op een der vaandels las menleve de Commune Langs den wegdien de stoet aflegdetoonde de bij- eengestroomde volksmenigte zich vrij onverschillig alleen werd hier en daar de kreetleve de Commune aangeheven. Onder de kransen, op de lijkkist neder- gelegd was er een van de duitsche socialisten afkom stig daardoor ontstond eenige beweging eenige stu denten kwamen hiertegen op en wilden den krans ver wijderen zoodat eene korte worsteling ontstond. Op verschillende punten werd herhaaldelijk de kreetweg met de Duitschersaangeheven. De politie vertoonde zich niet. Senaat. Met 142 tegen 111 stemmen werd den 13 besloten, door 3 leden een onderzoek te laten instellen naar de handelingen der geestelijkheid bij de verkiezing in het departement Finistère waar de republikeinsche partij geslagen werd. Het wetsontwerp tegen de onverbeterlijke misdadigers werd met 198 tegen 20 stemmen aangenomen. Kamer. Den 12 werd de graanwet verdedigd door drie voorstanders en bestreden door twee tegenstanders van bescherming. Den 14 werd na twee redevoeringen van voorstan ders de algemeene beraadslaging over het wetsontwerp gesloten en met 364 togen 136 stemmen tot de arti- kelsgewijze behandeling overgegaan. De heer Germain diende daarna onmiddellijk een wetsvoorstel in tot verhooging der belasting op den alcohol en wel vau f 78 tot f 150 per vat. Het werd naar de commissie verzonden, EGYPTE. Uit de later ontvangen berichten om trent het gevecht bij Sjakoet, waar generaal Esrle sneu velde, is gebleken dat de meeste arabieren met Rem- mington-geweren gewapend waren die zij zeer goed wisten te gebruikengetuige het groot aantal gesneu velde en gekwetste engelsche officieren. Ü3ar de engel sehen hunne stelling geheel omgetrokken waren, konden slechts enkelen die den Nyl wisten over te zwemmen, ontkomen. De duitsche regeering heeft den heer Richthofen en de russische den heer Mourousi aangewezen als verte genwoordiger bij de schuldkas. Hunne benoeming door de egyptische regeering wordt spoedig te gemoet gezien. Een ooggetuige der inneming van Khartoem zegt 1*1 12) Men had er vaak over getwistuit welke oorzaak de baron zoozeer tegen het kaartspel was hij speelde zelfs geen whist of hombre maar niemand wiet de ware reden. Menken had zelf bekenddat hij verscheidene jaren geleden met groote hartstocht en met bestendig geluk hazard gespeeld had nu echter te zenuwachtig was geworden om nog met de oude koelbloedigheid de kansen te kunnen berekenen. Deze bewering stelde echter niemand tevreden. Menken bezat een ijzeren zenuwgestelal beweerde hij ook het tegen deel anders zou hij niet zulk een voortreffelijk schutter en moedig paardrijder zijn. Zijn tegenzin in bet spel moeBt dus eene dieperliggende oorzaak hebben. Hetgeen de wereld van het verleden van Menken wistwas slechts weinig. Hij had oorspronkelijk in de rechten gestudeerdwas vervolgens in het ministerie van buitenlandsche zaken werkzaam geweest, had echter spoedig de diplomatische loopbaan vaarwel gezegd en sicb als kamerheer bij een klein dnitsch hof laten aan stellen. Gedurende den oorlog met Frankrijk was hij in aetieven dienst getreden en had als officier der ku rassiers met waren heldenmoed gevochten. Na het einde van den veldtocht liet hij zich bij den landweer overschrijvenverkocht zijn klein erfgoed in den Lausitz ging voor verscheidene jaren op reis en vestigde zich daarna voor goed te Berlijn wnar hij naar men zeidevan zijne renten leefde en in een deel van de berlijnsche wereld eene niet onbeduidende rol spoelde. Dat was in korte trekken de levensbeschrijving van den „geheimzinnigen'' baron iets naders was omtrent hem niet bekend en toch zou men zoo gaarne tot in de kleinste bizonderheden over zijn vroeger leven 'ijn ingelicht geweest. De zucht tot kwaadspreken is eene ondeugddie alle maatschappelijke kringen gemeen hebben. Zij is de kwaalwaaraan onze moderne maatschappij lijdt eene uitterende ziekte, die langzaam doch niettemin vernietigend werkt. Niemand was in staat, van ba ron Menken in eenig opzicht iets kwaads te vertellen, maar daar hij geen Just had zelf zijn persoon in zulk een helder licht te plaatsen als men verlangde, waren er spoedig eene geheele reeks van avontuurlijke verhalen verzonnendie door fantastische hoofden en vlugge tongen weldra behoorlijk vergroot en vermeerderd verbreid werden. Zijn plotseling vertrek uit Duitsch- land kort na het Bluiten van den vrede met Frankrijk, werd op eene eigenaardige wijze verklaard. Menken zou, volgens deze geruchten van .velke men moeielijk zeggen konwie ze het eerst verteld had met eene rijke fransche damedie hij in Chantilly had leeren kennen, verloofd geweest zijn. De vader zijner bruideen oude markieswerd echter als spion gevangen genomen en doodgeschoten dit zou de dochter ook den doodsteek gegeven hebben op haar sterfbed was zij echter nog met Menken getrouwd en daardoor haar vermogen hem toegevallen. Zonder zich te bekommeren over het feit, dat deze avontuurlijke verhalen de van andere zijde uitgesproken vermoedensdat Menken zonder fortuin wasdirect weerspraken fluisterde men elkander integendeel ook nog toe,-da', de baron zelf het dood vonnis van zijnen toekomstigen schoonvader bewerkt hadom de gevolgen vooruitziende in het bezit van het geld zijner bruid te gerakendie hij beminde noch achtte. Menken zou toenmaals in meer dan be krompen omstandigheden hebben verkeerdomdat hij toen nog een hartstochtelijk speler was. Het was begrijpelijk dat dergelijke over hem in omloop zijnde geruchten ook den baron zelf ter oore moesten komen. Hij glimlachte er over maar juist deze on verschilligheid omtrent hunne boosaardig verzonnen verbalen verbitterden zijne heimelijke tegenstanders nog meer. De overleden generaal von Hilgersdorf had er vroeger ook een bizonder groot genoegen in gevonden, zich met het verbreiden van dergelijke kleine pikante verhalen over hem bezig te houden deze was ook de eenige geweestmet wien Menken eens in eenen werkelijk ernstigen twist was geraakt. Het moest tot een uiterst heftige scène tusschen beiden gekomen zijn, men moippelde allerlei daarover de gevolgen echter waren geweest, dat de generaal voortaan steeds met den meesten eerbied van Menken sprak. De kring waarin baron Menken het liefst verkeerde, was die van de door kapitein von Hackert en den han- delsraad Dreyfusz gegeven partijen. Hier vond hij ten minste menschen die nog niet geheel bedorven wa ren door de sociale kwalen welker adem de wereld steden doortrokken heeft. Daarbij kwam dat Hackert een oude wapenbroeder van hem wasop den met bloed gedrenkten bodem van Frankrijk hadden zij met elkander vriendschap gesloten - en een vriendschaps band in het aangezicht van den dood wordt niet zoo licht verbroken. Hackert behoorde dan ook tot de weinigen tegen wien Menken zich in zijne ware ge stalte vertoonde. Natuurlijk vertelde men elkander nu, dat de overste ingewijd was in zekere duistere ge schiedenissen welke op den baron betrekking hadden en dat Menken zich om die reden van hem afhankelijk- voelde. Alleen daardoor was dan ook die merkwaardige vriendschap tusschen beidenmeende menverklaar baar, daar hunne karakters geheel verschillend waren. Er was nog een ander tegen wien Menken nu en dan eerlijk en openhartig was uit toegenegenheid Elimar Waldau. De jonge schilder had eene tamelijk ongelukkige jeugd gehad. Zijn vader was docter geweest en had zich als zoodanig naam gemaakttot een zwaar longlijden hem het praktiseeren belette. Docter Waldau was niet vermogend nu hij zijn beroep niet meer kon uit oefenen kwam de ellende over de familie. Eené ver schrikkelijke ellendede trotsehe armoede Als een doodelijk gewondedie zelf aan zijn naderend einde gelooft en hét toch tegen anderen niet bekennen wil t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1885 | | pagina 1