De heer van der Kaay gelooft niet, dat vereenvoudiging van dat onderwijs eene vruchtbare besparing zal opleveren en betwist den heer van Baar, dat de vruchten zoo slecht zijn. Overigens meent hijdat de gevangenen in de huizen van be waring het te goed hebbenvooral wat de voeding aangaat. De heer van Alphen keurt af de bijdragen van het Rijk aan de gemeenten voor de kosten der kantonnale gevangenissen die nog wel niet aan de commissiën van beheer rechtstreeks worden uitgekeerd, maar met onnoodigen administratieven omslag. De minister meentdatal bestaan er termen om het onderwijs in de groote gevangenissen te beperkende Staat niet karig moet zijn met het onderwijs in de gevangenissen voor minderjarige veroordeelden, en verwijst overigens naar het ontwerp betreffende het gevangenisstelselbij de behandeling waarvan dit punt ter sprake komt. Den heer van Alphen merkt hij op, dat hij het recht heeftop de begrooting tractementen voor te stellen ter bezoldiging van ambtenaren als hij bedoelde. Het ontslag van den godsdienstonderwijzer in de cellulaire gevangenis te A msterdam den heer Mohrmann, werd door den heer Donner ter sprake gebracht. Deze afgevaardigde zocht de reden van de mindere overeenstemming tusschen hem en de commissie van beheer daarin dat de godsdienstige geest, die hem bezielde, niet strookte met het gevoelen der commissie, dat hij ook afleidt uit des ministers mondelinge verklaring aan dien leeraar, dat hij gebroken zou hebben met de godsdienst. En dit kan geene reden tot ontslag opleveren, lenzij hij gevoelens had uitgesproken in strijd met. zijne instructiën. Dit punt lichtte hij breedvoerig toe. Ten slotte beval hij den minister aan, de behartiging der godsdienstige belangen aan de kerkgenootschappen over te- laten in overleg met de commissiën, meenende, dat die genootschappen gaarne het daarvoor uitbe taalde salaris zullen loslaten, waardoor tevens voor de schatkist eene besparing kan worden verkregen. De heer Mees, herinnerende, dat de hoogst ernstige klacht van den heer Mohrmann nog niet afgedaan ismeent, dat de rang schikking van hen, die tot de Vrije gemeente behooren, onder hendie met den godsdienst gebroken hebbenalle perken te buiten gaat. Het eenigedat men dezen leeraar ten laste kon leggen wasdat hij geen confessioneel man was. Hij neemt aan dat de min. zich in de richting van den heer Mohrmann vergist heeft, doch gelooft, dat gevangenissen toch altijd gemengde inrichtingen blijven en geene secte-gevangenissen worden moe ten. Hij moet den minister ontraden den weg, door den heer Donner aanbevolente volgen. In deze zaak acht hij èn het persoonlijs èn het algemeen belang gekrenkt. Hij wil het op perbestuur der regeering in dezen tak van dienst niet prijsge ven maar meentdat de minister in deze zaak daarvan geen krachtig bewijs heeft geleverd". De minister ontkent, dat het ontslag een dieperen grond heeften verzekertdat de zaak hoogst eenvoudig was. Toen Morhmann, de Hervormde gemeente verlaten hebbende, als pro- testantsch kerkleeraar ontslagen was, meende de commissie, hem ook te moeten ontslaanwaaraan de toenmalige minister geen gevolg gaf. Hij zette uiteen, dat het ontslag verleend is, omdat hij niet het genoegzaam aantal lessen gafwaartoe bij verplicht was. Dat was de reden van ontevredenheid. Daarbij verzochten de gevangenen aan de commissie, geen on derwijs van dien heer te ontvangen omdat hij geen onderwijs gaf, maar bij hen aandrong op toetreding tot de Vrije Gemeente. Hij heeft nagegaan, wat hij kon doen om hem pensioen te ge ven maar kon geen termen daartoe vinden. Moet hij nu uit vrees, dat in de Kamer een ingenomenheid of tegen ingenomen heid op godsdienstig gebied is, zijn plicht verzaken De heer Donner merkt op, dat men aan ambtenaren, die zich aan plichtverzuim schuldig makcu, geen eervol ontslag geefthoudt voldat daarvoor een diepere grond is en blijft er bij dat godsdienst en godsdienstonderwijs behooren tot de taak der kerkgenootschappen en niet van den godsdienstloozen neutralen Staat. De heer Mees merkt op, dat het feitdat de heer Mohr mann propaganda maakte voor de Vrije Gemeente, voor hem geheel nieuw is. Hij acht het ironiedat iemand in de gevan genis van de Vrije Gemeente spreekt? (Gelach). Hij blijft er bijdat de min. de teugels niet uit handen mag geven. De minister wijst er nog op, dat de statuten der Vrije Gemeente bepalen, dat elk lid ophoudt deel uit te maken van het Hervormd kerkgenootschap en houdt vol, dat de commissie van beheer moet toezien op hen, aan wie eene betrekking in de gevangenis is toevertrouwd. Nadat den 3 de le termijn van den bouw eener nieuwe gevange nis te Breda, groot f 50.000, verworpen en de begrooting voor justitie met algemeene stemmen aangenomen waskwam de begrooting voor binnenl. zaken in behandeling. De voorzitter verzocht bij de algemeene beschouwingen het onderwijs niet te behandelenmaar bij de afdeeling onderwijs. De heer van der Eeltz wees op de zucht naar centralisatie en het ingrijpen van het hooger gezag in de bevoegdheid van het lagerzooals o.a. gebleken is uit het terecht wijzen van een burgemeester, die zich met verkiezingszaken inliet. Het onderteekenen eener verkiezingscirculaire door een burgemeester is geen ongeoorloofde bemoeiing of invloed. Ieder burgemeester, mits geen gebruik makende van zijne betrekkingstaat met een burger daarin volkomen gelijk. Daarvoor verdient hij van hoogerhand geene terechtwijzingwant hij doet hetzelfde als van het jonge meisje toen zij antwoordde „Gij vergist u lieve oom wanneer gij denktdat wij ook slechts een oogenbiik met uw geld rekening hebben gehouden. Integendeel Wij hebben reeds overwogen wat ons te doen staatzelfs voor het geval dat Hans 'zijn ontslag moet aanvragen." „Inderdaad gij schijnt reeds ver met elkander ge- komen'', knorde de raad en de rimpels op zijn voor hoofd werden steeds dieper. „Mag ik ook weten in welke hoedanigheid mijnheer de luitenant later zijn brood denkt te kunnen verdienen Als conducteur van de tram of misschien als kautoorlooper Anna keerde zich stilzwijgend om en verliet zonder een woord te spreken het vertrek waarna Dreyfusz opnieuw met woedende gebaren zijne gestoorde wan deling voortzette. Toen Anna in haar klein vriendelijk kamertje terug keerde ging zij dadelijk aan hare schrijftafel zitten. Snel g(eed de pen over het papier; alvorens, toen zij gereed was, den brief te sluiten, las zij het geschrevene nog eens aandachtig over. „Mijn eenig geliefde 1" luidde het korte epistel„je hebt goed gezien dat oom niet van plan is, ook slechts het minste toe te geven. Zijn antwoord was niet van dien aard dat ik het nog eens wagen zou met hem over dit onderwerp beginnen het zou toch te vergeefs zijn Wij staan dus nu werkelijk voor de lang ver wachte beslissing voor ons laatste besluit. Je weet dat ik doewat jij voor het beste houdtdat ik je volgwaarheen je wiltJou lot is het mijnejou toekomst een stuk van mijn leven. Je zeidet mij eens, dat ik een verstandigenergisch meisje was ben ik het niet, dan wil ik het nu worden, om moedig ook het zwaarste te kunnen dragen. Laat mij omgaand je antwoord weten. Je je boven alles liefhebbende Anna." Wordt vervolgd. de min. van binnenl. zaken die te 's Gravenkage aan de kiezers te kennen gaf, dat zij den heer Wintgens konden stemmen In de 2e plaats komt hij op tegen het telegrafisch bevel naar. Buikslootom de bevoegdheid tot het houden der collecte voor de school met den bijbel te geven. Daartoe was hij onbevoegd. Hij hooptdat de minister zal inziendat hij te spoedig ge handeld heeft en niet het bevel aan den burgemeester had moe ten geven. Burgemeesters zijn zelfstandige personen, geen kin deren. De heer L o h m a n kan niet inziendat in beide deze zaken op de vrijheid der burgemeesters inbreuk is gemaakt en zet de redenen daarvoor uiteen. O.a. durft hij zeggendat de verordening te Buikslootwaar de meerderheid modern is opzettelijk gemaakt is om de collecte voor de vrije school te beletten. Hij aarzelt nietdit een schandaal te noemen want niet alleen verbiedt zij de collecte aan de huizen doch ook de verspreiding van brieven om bijdragen voor die school. Hij vraagt rechtook voor de vrije schoolal is die op de onderwijskaart van binnenl. zaken met zwarte stippen aangeduid. (Gelach.) Volgens hem zijn er termen om die verordening wegens strijd met de wet te vernietigen, omdat zij in strijd is met het recht en de natuurlijke vrijheid van ieder Nederlander. De heer van Asch van Wijck acht het zeer ongepast, dat burgemeesters bij verkiezingen hun naam en betrekking laten gelden, want dat des burgemeesters invloed groot is, blijkt uit het hem bekende feit, dat een kiezer den burgemeester niet durfde aanzien, omdat hij aan ziju gezicht kon zien, wien hij stemde. Hij wenscht opzending der processen-verbaal van dé onderkiesdistricten aan het hoofdbureaumeer zorg voor het zegelen der stembriefjes en het gebruik van eenvormige stembriefjes. De heer R o 11 wsnscht onderzoek naar de wenschelijkheid om wijziging te brengen in de indeeling door de provinciën van de districten voor verkiezing, van leden der Prov. Staten. De heer "W i n t g e n s wijst er op dat niet overal dezelfde opvatting bestaat on trent het plaatsen van patentbetalenden op de lijsten van hoogstaangeslagenen voor leden der le Kamer; moet men uit eigen hoofde aangeslagen zijn, of geldt ook de aanslag als directeur of commissaris eener naamlooze vennootschap? Verder meent hijdat een algemeene lijst van verkiesbaren moet worden gemaakt en niet 11 lijsten provinciesgewijze. De min. van binnenl. zaken antwoordde, dat van regeeringswege in zake de verkiezingsbemoeiingen van burge meesters niets geschied was. De door hem aan een vriend gegeven raad was geene verkiezingsbemoeiing. Wat het telegram uit Buiksloot gezonden betrefthij was te Akentoen het ontvangen werd. In den geest van hem en zijne 3 voorgangers is door den secretaris-generaal geantwoord. Voortaan zal niet dadelijk op dergelijke telegrafische verzoeken beschikt worden. Zucht naar centralisatie of om een oordeel uit te spreken over de verordening heeft niet bestaan. Over die verordening laat hij zich niet uit, zoolang de zaak bij den Hoogen Raad aan hangig is. Er bestond geen reden om den burgemeesterdie overigens zijn plicht goed waarneemtte straffen of te ontslaan. Over het opzenden der processen-verbaal van de stemmingen bestaat naar zijne meening een aanschrijving in den verlangden geest. Over eenvormige stembriefjes zal hij denken. De door den heer Roëll verlangde herziening acht hij niet volstrekt noodzakelijk, al is hij bereid haar te overwegenwant de wan verhouding bestaat. Patent van naamlooze vennootschappen mag niet mederekenen bij het samenstellen van de lijst der hoogstaangeslagenen. Tegen die lijst kan ieder Nederlander echter opkomen. Tot het opmaken eener algemeene lijst zijn reeds 5 provinciën bereid maar bij hem is de vraag gerezen of die maatregel wel toe te laten is zonder wetswijziging. Nadat de heer" v an der Peltz opgemerkt had dat de mi nister dus niet verantwoordelijk was voor het gebeurde te Buiksloot en een Commissaris des Konings eene berisping uitgedeeld heeft aan een burgemeester in zake verkiezingsbe moeiingen. richt hij tot de antirevolutionaire partij de vraag, waartoe die vrees voor de geoorloofde bemoeiingen der burge meesters met de verkiezingen gijdie onder de hoede Gods ter verkiezing opgaat Ten slotte merkt hij nog opdat de geestelijkheid, dikwijls den kansel misbruikt, om zich met de verkiezingen te bemoeien. Bij de behandeling der onderdeelen herhaalt de heer Lob man het ten vorigen jare gezegde over het gebouw voor het provinciaal bestuur te Assen, welke zaak hij als een voorbeeld blijft noemen hoe de ambtenaren met 's lands gelden omsprin gen en houdt de minister voldat het gebouw gevaar lijk was. Het amendement Beelaertsstrekkende om de provincie Zee land te vereenigen met een andere provincie voor den genees kundigen dienst, een besparing van f 3500 opleverende, wordt bestreden door den min. en de heeren Gliechman en K e rk w ij k. Nadat de minister den post met f 500 vermin derd hadwaarvan wellicht het gevolg is, dat in Zeeland een adjunct-inspecteur zal worden benoemd, wordt het daarop inge diende amendementom die f 3000 te laten vervallen, verwor pen met 35 tegen 33 stemmen. Den 4 werden door den heer Beelaerts eenige wenken ge- geven in verband met de toegezegde hervorming van den genees kundigen dienst, aangedrongen op het vereenvoudigen der staats examens en op het afleggen van het tandmeesters-examen, niet voor de geheele commissie, maar voor de 2 tandmeesters en den president der commissie. Verder komen hem de werkzaamhe den der geneeskundige raden onbeteekenend voor, behalve voor de schatkist, die hooge reis- en verblijfkosten moet voldoen. De inspectie der apotheken door 2 leden acht hij geheel onvoldoende. Hij zou twee chemici tot inspecteurs alleen voor de apotheken willen benoemen en het getal inspecteurs beperken tot 8. Ver der maakt hij aanmerking op de vele uitgaven voor besmetting; hij vraagt o. a., of het waar is dat te Rotterdam in één win ter voor meer dan i 1000 aan besmette goederen onteigend is. Hij dringt aan op herziening der wet op de besmettelijke ziek ten, met wegneming daaruit van mazelen. Ook beroept hij zich op Pettenkofer over de niet besmettelijkheid van sommige ziek ten zooals cholera. De minister antwoordt op het laatste dat mannen als Pasteur en Koek met doodsverachting de besmettelijkheid van ernstige ziekten aangetoond hebben. Wetenschappelijk mag het als vaststaande worden aangenomendat de besmetting der cholera van persopn op persoon overgaat. De hooge onteige- ningskosten van besmet goed te Rotterdam zijn wellicht daaraan tóe te schrijvendat buurvrouwen van den bewonerwiens goederen onteigend werden, aldaar oude kleeren brachten met het doel om ze in de onteigening te begrijpen en daarvan geld te maken. De verdwijning der mazelen uit de wet zal hij over wegen. De post reis- en verblijfkosten der inspec teurs voor krankzinnigen wordt met 75 tegen 6 stemmen met 400 verminderd. Art. 74 rijks-krankzin- n i g e n ge s t i c h t t e Medemblik 144,150. De com missie stelde voor vermindering met f 28.500, te weten 20.000 minder voor voeding door minder getal verplegingsdagen en t 8500 weglating van den post voor onvoorziene uitgaven. Na bespreking tusschen de heeren de Jong, van Delden en den minister vermindert de minister den post met 5000 daar de godsdienstoefeningen eenvoudiger ingericht kunnen worden. Hij zegt tevens toe wijziging van de termen van opne ming in het gestichtwaarra de commissie haar amendement intrekt. Reeds zijn 188 krankzinnigen door de gemeente bestu ren opgegeven. Tot verslaggevers over de wijziging der drankwet zijn be noemd de heeren van der Kaay (voorzitter), Beelaerts van Blokland, de Vos van SteenwijkGilderoeester en Clerckx. Bij kon. besluit van den 22 Heb. is bepaald dat de lichting der nationale militie van 1885 11000 man bedraagt, waarvan 600 voor den zeedienst. Het aandeel van Noordholland bedraagt 1881 man op 6380 ingeschrevenen. Den 27 is te Krommenie een 3jarig meisje spelende in het water geraakt en verdronken. Den 1, des middags, is te Grave eene boerenhof stede terwijl de bewoners naar de kerk waren met den inboedeleene koeeene vaars en een varken afgebrand. Huis en inboedel waren verzekerd. Den 1 heeft de feestelijke proeftocht plaats gehad met eene der stoombooten waarmede gebroeders Goedkoop te Amsterdam den geregeiden dienst tusschen Edam en het Schouw langs Monnikendam en Broek in Waterland zullen waarnemen. Tot het deelnemen aan den proeftocht waren o. a. uitgenoodigd de leden van den gemeenteraad en de burgemeesters van Mon nikendam Edam en Broek in Waterland. De onder nemers boden aan de genoodigden te Monnikendam een feestmaal aan. Des avonds had een concert plaats o.a. met medewerking van mej. Bertha Post uit Purmerend, leerlinge van mevrouw Collin Tobitchdie uitste kend voldeed. J. G. van Welie te Dordrecht viel den 2 den rijksveldwachterdie hem dagvaardde voor eene mis handeling waarin hij betrokken was, onverwachts aan en bedreigde hem met een pistool. Op het geroep van moord werd die veldwachter door eenige burgers en een politic-agent ontzet. Toen de veldwachterdie hulp gehaald had hem wilde gevangen nemen toonde hij zich eerst zeer gewillig om mede te gaandoch vroeg verlof om zijn jas aan te trekken. Zoodra dit toegestaan wasbegaf hij zich naar den keldersprong door een der luiken op straat en zette het op een loopen naar de Kolkbaven alwaar hij zonder zich te bedenken in het water sprong en verdronk ten aanschouwe van eene groote menigte. Te 's Gravenbage zijn den 2 voor het vak nuttige handwerken 6 dames geëxamineerd en geslaagd, waaronder mej. M, Boon te Yenhuizen M. van Balen Blanken te SijbecarspelT. de Liefde te Hoorn C. J, Beets te Sijbecarspel en H. J. Langerein te Medem blik. Mej. Boon werd dien dag mede toegelaten voor bet vak fraaie handwerken de 5 overigen werden af gewezen. Den 3 werden de 6 voor dat vak geëxa- mineerden afgewezen. In den avond van den 2 kwamen de beide friesche hardrijder^ op schaatsen B. Kingma en B. van der Zee, met den laatsten trein van Christiania te Leeuwarden aan, om den 3 naar hunne woonplaatsen terug te keeren. Aan de station werden zij opgewacht door den onder voorzitter van het Ned. Schaatsenrijdersbond den heer mr. S. Salverdadirecteuren en commissarissen der Leeuwarder ysclub en nog eenige belangstellenden be- benevens het stafmuziekkorps van het le. reg. infanterie. Terstond bij de aankomst hief de muziek het „Wien Neêrlandscb blloed" aan, waarna de heer Salverda beide rijders toesprak. Den eerste wenschte hij geluk met de in den internationalen wedstrijd te Christiania behaalde overwinning en wat van der Zee betrof hij had wel voor Axel Paulsen moeten zwichten maar hij had toch getoond na dezen de snelste rijder te zijnen evenzeer als Kingma had hij aanspraak op een woord van waardeering voor de verre reisonder nomen om Friesland's of Nederland's eer ook in den vreemde op te houden. Begeleid door de muziek ging het in optocht naar het friesch koffiehuis van den heer Wagenar op den Wirdumerdijk, waar men eenige uren bijeen bleef. De gemeenteraad van 's Gravenhage heeft den 3 overeenkomstig het voorstel van burg. en weth. besloten, niet te voldoen aan het verzoek der leeraren van de hoogere burgerschool voor jongens met 5jarigen cursus, om vergoeding van hetnadeel geleden door het in ongereede raken hunner jaarwedde over December 1884. Voor de gemeente bestond geen aanleiding om dat te vergoeden terwijl zij zooals de verzoekers volmondig erkendenniet aansprakelijk kan worden gesteld voor de wijze, waarop hun het verlies berokkend was. Vooraf waren twee voorstellen van andere strekking met groote meerderheid verworpen één om zonder eenige verbin tenis voor het vervolg bij wijze van gratificatie,, 300(1 vergoeding toe te staan en één om het nadeel voor de helft door de leeraren en voor de wederhelft door de gemeente te doen dragen. Te Zaandam is den 3 tot lid van den raad g;ekozen de heer S. Schoen Pz. met 69 van de 118 stemmen. Van de 500 kiezers kwamen 124 op. In den nacht van den 3 op den 4 is te Bever wijk afgebrand de bergplaats van lompen en 'vodden oan het Slangenwegje behoorende aan de gebroeders Davidson. Bii bon. besluit van den 4 zyn benocemd tot notaris te Amsterdam de heeren E. C. P. Botferhoven de Haan en H. Kuijper, beiden kandidaat-notaris aldaar. Den 4 werd te Amsterdam de eerste c^nstitu- eerende vergadering der Liberale Unie geopeiyd door den aangewezen voorzitter mr. J. A. Levy m et eene zeer toegejuichte rede. Een voorstel van den ht'ier mr. E. H. Karsten te Arnhem, om in besloten vergadering over te gaan en de beraadslagingen niet openbaar te makenwerd verworpen met 49 tegen 40 ste'fcmmen. Uit het verslag van den aangewezen secretaris i|bleeb dat 62 kiesvereenigingen met 4390 leden toegeaitreden waren. 89 Afgevaardigden waren tegenwoordigu, Het eerste vraagpunt zal de Liberale TJnie worden die-^mtbaar gemaakt aan de vaststelling van een programma voor de li berale partij? werd ontkennend beantwoord doo r de aanneming met groote meerderheid eener motie van prof. Drucker uit Groningen strekbende om te ver blaren dat essentiëele voorschriften als te buit jfe be hoorende in de statuten en niet in het huishoudelijk A reg glementniet behandeld moesten worden. De vri »ag zal de voorbereiding daartoe geschieden bij monde en bv ge schrifte met medehulp der kiesvereenigingen-leden? werd rrrffc met groote meerderheid ontkennend beantwoord d «oor de aanneming eener daartoe strekkende motie van n9B'< Eockema Andreae te Leiden. Het ontwerpen van effe'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1885 | | pagina 2