lil
I
3
gtH
3 o
KR
3 2..
3 g
S
£3 5
s s*"
3
W
Ir
§s
^eUgr«ft«chc ISmcfaftn,
Onderstaande cijfers wijzen het plaatselijk ver
bruik (aantal kannen) van veraccijnsd gedistilleerd,
per hoofd der bevolking aan, gedurende 1876 tot
1883, van de volgende gemeenten in Noordholland
zijne eischen. Daarna staat hij stil: 1° bij den tegenzin tegen
het staatstoezicht op het onderwijsen verzoekt hijdat dit
toezicht de bijzondere school niet te veel bemoeielykeen dat
ook schoolopzieners gezocht worden onder de voorstanders der bij
zondere school2° bij de examenswelke te hooge eischen
voor de ontwikkeling stellen en vele bezwaren opleveren. Hij
wenscht verlaging der eischen voor de hootdacte, vermindering
van het aantal vragen in de verschillende vakkenschrapping
van de paedagogiek als hoofdvak3° de opleiding op de rijks
kweekscholen, als te weelderig en te kostbaar. Hij zou toelagen
aan kweekelingen willen geven, om zich voor onderwijzer te
bekwamen.
De heer ïtoëll, opmerkende, dat allen betreuren, dat de
wet op het lager onderwijs het land verdeelt, vraagt, waarom
dan niet medegewerkt om dien twistappel weg te nemen Omdat
hij aarzelt zich onbepaald over te geven met het oog op de
lessen der geschiedenis en der werkelijkheid. Hij heeft nog niet
den indruk vergeten, dien de lezing der rapporten omtrent den
toestand van het. schoolwezen na de Eransche omwenteling op
hem maakte. En wat zijn de lessen van het heden Een
duidelijk program van de inrichting van het lager onderwijs is
door de rechterzijde nog nooit ontvouwdhare tijdschriften
raden ieder een afzonderlijke oplossing aan. Nu kan men toch
niet de wet. prijs gevenwaar zooveel verschil bestaat over de
wijze om haar te verbeteren. Thans heeft de heer labius ge
sproken over andere regeling der examensde opleiding der
onderwijzers en het toezicht. Kon men op die grondslagen tot
een duurzamen vrede geraken, weinigen zouden zich waarschijn
lijk onttrekken. Maar is het aannemelijk Werd het niet bij
de verkiezingen op alle toonen gezongendat de houding der
liberaleu ten aanzien van de wijzigingen der schoolwet in SGGn
enkel opzicht het verzet tegen die wet kon verminderen Wat
het middelbaar onderwijs betreftkomt hij er tegen opdat
alleen voorstellen zijn gedaan om de posten der begrootingen
te besnoeien, in plaats van de regeling aan te vallem len aan
zien van het hooger onderwijs verwijt hij den heer Schaepman
eenzijdigheid. Breedvoerig weerlegt hij zijne bedenkingen en
de opheffing van een der hoogescholen. In elk geval hoopt hij,
dat hij spoedig met zijn voorstel zal komen tot wyziging der
wet op het hooger onderwijs. Een motie toch zou strijden met
staatsrecht en practijk wil men één of meer hoogescholen op-
heflenmen doe het dan na ridderlijken strijddat zijn we
aan het vaderland, de wetenschap en de nationale eer verplicht.
Moet, er een of meer hoogescholen vallenze verdwijnen dan
niet in de hinderlagen van een Guerillaoorlog
De heer de Beaufort doet uitkomendat thans een be
raadslaging in beginsel over het lager onderwijs niet mogelijk
is, waar de overzijde zich terugtrekt en een wetsherziening
niet vooropstelt. Voorts wijst hij er op, dat de neer rabius
te kennen heeft gegeven, dat het denkbeeld, indertijd door hem
in De Gids uiteengezet om een einde aan den strijd te maken
niet uitvoerbaar is en dus de anti-revolutionairen voor goed
afgezien hebben van het denkbeeldom door subsidieering van
de bijzondere school de schoolvraag op te lossen. Bij deze
gelegenheid neemt hij ook eene opmerking van den lieer Keu-
chenius van vroeger op, dat men op Katholieke scholen moeielijk
kan verstaanbaar makenwat als het vaderland te beschouwen
is. Hij voor zich heeft zijne katholieke landgenooten nooit
verkeerd verstaanen mits het tegendeel werd uitgemaakt
steeds begrepen, dat zij onder vaderland het land verstonden,
waar zij geboren waren. Mochten er echter werkenjk Katho
lieke scholen bestaan, waar de verklaring van dat woord zooveel
moeite inhaddan kon men voor zulke scholen zeker geen
staatsgeld toestaan. Ten slotte behandelde hij de eindexamens
der gymnasia en bestreed het adres van curatoren van het.
gymnasium te 's Bosch. De eischen nu voor dat examen ge
steld, waren niet hooger dan vroeger voor het propadeutische.
Den 6 kwam de heer Lobman op tegen het toezicht op
de examens der gymnasia. Voorts bestreed hij uitvoerig de
beweringen der liberale partij dat de anti-revolutionairen van
het verkiezingsprogram afgeweken waren. Zij bleven de her
ziening der schoolwet voorstaan maar hun politiek was niet
gericht op portefeuillebejag. Dan eerst zullen zij de portefeuilles
opnemenals de regeering weigert datgene te doen wat zij
verlangen. Willen de liberalen de openbare school handhaven,
dan eischt de rechterzijde althans gelijkheid van recht op finan
cieel gebied. Zij willen die wet zoodanig makendat zij de
meerderheid en de minderheid voldoet. Het in 1806 ingevoerd
openbaar onderwijs was goed en is zulks gebleven, totdat men
ter wille van de gemengdheid de bijbel niet meer toegelaten
heeft. Hij hoopte, dat de liberalen zouden meegaan om
den twistappel, die het land verdeelt, weg te nemen. De
heer van Houten bestreed krachtig het voornemen tot op
heffing van eenige Hoogeschool, wat vooral de natuurweten
schappen zeer zou benadeelen. Zijn standpunt in zake de
schoolwet, namelijk het terugkeeren tot de wet van 1857 voor
zooveel betreft de regeling der school en de verhouding
tusschen het Rijk en de gemeente is nog niet voor verwezen
lijking vatbaar. Hij verweet echter aan de overzijde slechts
de bezuiniging nu op den voergrond te stellen overtuigd dat
by de uitvoering barer beginselen de meerderheid zou vervlie
gen; dat zij steeds klaagde, maar nu de grieven niet wegnam.
Overigens verbaast het hem zeer, den heer Schaepman als apostel
der vrijheid te zien optreden. Dit kan hij niet begrijpen. Is
dat geen persiflage van het katholicisme
In de daarop gevolgde beraadslagingwaarop nog terugge
komen wordt, heeft de minister van binnenl. zaken verklaard,
dat van hem geene wijziging der wet op het lager onderwijs te
verwachten is.
teletten gegeten had als Knusperbein welk een
vreeselijke naam voor eenen chef de cuisineze
wist klaar te maken doch de magere majoor heeft nu
eenmaal zeer bizondere meeningen over de keuben en
hare geheimen. Een fijnere smaak dan in dit opzicht,
schijnt hij met betrekking tot vrouwenschoonheid te
hebben zooals de kleine gebeurtenis van gisteren be
wees neen het geval was te belangwekkend
om niet eene plaats in deze bladen te vinden.
Wij d. w. z. de generaal met zijne beide adjudanten,
de overste met zijn Miltiadesgezicht de magere majoor
en zijn partnerde dikke asthmatische wachtmeester
en eenige kapiteins bij wie ik mij als diplomatiek
pennelikker slechts noode durfde aansluiten zaten den
26 in de officierstent te praten. De wijn dien de
overste Miltiades in den een of anderen hoek van den
kelder van een heerenhuis van Prèdrok had opgedoken,
was wel is waar niet slecht, doch de Kalauer, dien de
dikke asthmaticus ten beste gaf, maakte iemand mis
selijk en daarom was het mij zeer welkom, toen buiten
opeens een groot rumoer ontstond en een jongedrif-
tige ordonnansofficier de tent binnenstormde met de
tijding dat men eene vrouwelijke spion gevangen had.
Eene vrouwelijke spion 1 jongens dat was
pikantdat komt niet eiken dag voor De generaal
zette snel den helm op overste majoor en kapiteins
deden hetzelfde alleen ik waagde het niet met mijne
tamelijk versleten campagnemuts mijn hoofd te bedekken,
doch beproefde mijn gezicht in eene hoogst ernstige,
met deze gewichtige gebeurtenis overeenstemmende
plooi te brengen. Zoo ontvingen wij de gewaande spion,
die de jonge driftige ordonnansotficier als een cicuspaard
in de manege binnenleidde. Ik wist reeds vooruit
dat het weer een misverstand zou blijken te zijn, zooals
dit in de laatste dagen reeds dikwijls voorgekomen was,
ik had echter een oud vrouwtje verwacht, dat den
braven schildwachten gevaarlijk was toegeschenen. Nie
mand kon bet mij dus kwalijk nemen dat ik de oogen
een beetje verder opendetoen eene jonge vrouw ons
geïmproviseerd salon binnentrad eene vrouw bruin^,
schoon en donkeroogig als Meijerbeer's „Afrikaansche
en in houding gelijk aan Lucia, zooals ik haar kort
vóór het begin van den veldtocht in de Berlijnsche
i pera gezien had. Drommels, die vrouw was schoon,
schoon van de zool van haren kleinen, ongeschoeiden
De diefdie den 2 des avonds na negen uren te
Arnhem uit de wachtkamer der station eene pendule
ontvreemddeis in hechtenis genomen. Hij is een
17jarig jongeling, die opgeleid werd tot onderwijzer en
bij het plegen van den diefstal door een kameraad ge
holpen werd. Hij had in den ochtend van den 3 haar
beleend.
Bij kon. besluit van den 4 is benoemd tot kan
tonrechter te Bolsward de heer mr. J. Boldingh Gzn.,
griffier bij het kantongerecht te Purmerend.
Bij kon. besluit van den 4 is 's Konings adjudant
in buitengewonen dienstde schout bij nacht de heer
F. H. P. van Alphen eervol ontheven van de betrekking
van bevelhebber der zeemacht en hoofd van het depar
tement van marine in Nederl. Indie onder dankbetui
ging voor zijne daarin bewezen diensten en die betrek
king opgedragen aan den schout bij nacht J. W. Binkes
een en ander met den dag van overgave en overname
van dat bevel.
Bij bon. besluit van den 4 is te Gorinchem o. a.
tot 2en luitenant bij de dienstdoende schutterij benoemd
de heer A. J. G. A. Verboefl.
Den 4 is te Utrecht overleden de heer J. A.
baron vau Hardenbroek, president directeur der maat
schappij tot exploitatie van veestallen en veetransporten
in Nederland.
Den 4 trad de heer Bottinga van Harlingen
weder te Oudkarspel op ditmaal in het locaal van den
heer J. van Zalingeen verschafte door de schoone
en welsprekende voordracht van verschillende stukken
op dramatisch en komisch gebied zijnen talrijken hoor
ders een recht genotvollen avond. Een en ander werd
afgewisseld door pianospel van den jongenheer Pluister
uit het naburige Broek op Langedijk, dat blijkbaar ook
in den smaak der aanwezigen viel.
Den 5 had te Zandvoort de herbesteding plaats
voor den verbouw van een huis tot vereenigd post
en telegraafkantoor. Het werk werd gegund aan de
laagste inschrijvers J. Giebels en D. Servelle voor
ƒ4900.
Bij kon. besluit van den 5 is de heer J.T, Smits
van Oijen lid der le Kamer, benoemd tot ridder in
de orde van den Nederlandschen Leeuw.
De notaris Smits te Venraai die in December 1.1.
zijne betalingen staakte, is den 5 in hechtenis genomen
als verdacht van misbruik van vertrouwen.
Den 5 zijn te Zwolle door het springen eener
machine in de machinekamer van den staatsspoorweg
twee werklieden zwaar gekwetst en één gedood.
Den 6 is in de centraal station te Amsterdam
een JR.. K. geestelijke, de heer C. Overmars van Haar
lem, die met den trein van 3.45 uur naar 's Hertogen
bosch zou vertrekken, in de wachtkamer le klasse plot
seling dood gebleven. Het lijk werd naar de Boomp-
jeskerk gebracht.
Voor het vergelijkend examen voor surnumerair
der registratie hebben zich voor de 10 plaatsen 43
personen aangemeld.
voet tot aan het blauwzwarte haardat met een rood
lint op het achterhoofd was saamgebonden. Dat zij
een kind van het zuiden was misschien Zigeunerbloed
in de aderen had zag men op den eersten blik. Slechts
zelden verft onze zon zulke goudbruine tinten op wang
en hals kleurt die de lippen zoo donkerrood en de
haren zoo zwart en glanzend
Ik was nog geheel in de beschouwing van dit be
koorlijk wezen verdiept, toen plotseling een sissend
geluid van de lippen mijner schoone drong en zij tege
lijk met vlammende oogen beide armen naar den ach
tergrond der tent uitstrekte.
„La daar
Aller oogen wendden zich naar de aangeduide rich
tingdaar stond met eenen honenden grijns om den
monddoch toornig saamgetrokken wenkbrauwen
de magere majoor von Hilgersdorf.
Eene zonderlinge gedachte schoot mij door het hoofd,
ik moest onwillekeurig glimlachenReeds had
Hilgersdorf zich met de hand aan den helm tot den
generaal gewend.
„Pardon excellentie ik ben in eene pijnlijke ver
legenheid ik vrees, dat ik zelf de onschuldige oor
zaak van deze stoornis ben. Deze vrouw is -dat
kan ik bezweren geen spion zij is eene waanzinnige!
In Podol bracht mij het toeval voor de eerste maal
met haar in aanraking. Een gevangen oostenrijksche
kameraad van het regiment Wallmaden verhaalde mij
van haar zij is eene Italiaansche en begeleidde in het
jaar '59 Garibaldi's alpenjagers als marketentster. Bij
eene overrompeling mede gevangen genomen moet
zij op eenen Duitscher verliefd zijn geworden die later
door hare eigen landslieden doodgeschoten werd. Van
dat oogenblik af is zij waanzinnig. Wanneer uwe excel
lentie het veroorlooftzou ik eenige woorden met
haar alleen willen spreken
De generaal dreigde hem lachend met den vinger.
„Majoor majoor", zeide hij zachtjesopdat de anderen
het niet verstaan zouden „midden in het veld zelfs
Don Juan. Wanneer men dat in Berlijn te weten
kwam Nu ik wil geen onmensch heeten gij moet er
echter voor zorgen dat uwe schoone uit onzen ge
zichtskring blijft schoone vrouwenzelfs al zijn zij
geen spionnen brengen maar onrust."
Hilgersdorf boogmen zag het hem aan hoe wel-
p o
Oj cd
i-Ö o a.
p 23 PS:
a *<3
03 ^3 O
o
O'
00 tri
2-1-1
er o
O CD
03
CD
NSjtd
o
Pj(D
JLai 3
f=e o
£0 q-,
-i
O O
P O O
CD Qj
CD
O S
O O
H-A
O
o
^CfQ CT3 I
O O t
a, B
g p- o-
0 so a-
ESJ§ a',
CD P
0 N
2 v
p y-o
P O
oi
O
O
p ïi'
8- 5 d?
2.B J
0 03 CD
co
01 O
O ODsS
O O
w O
GD CD
CD
2
SS? PT
CcGS
co
O O
00 £3
CD P
P 3>
p
-s t-i
Cn
CD'Q
00
O
O
to
jaar tuchthuisstraf veroordeeld.
De heer S. Duifte St. Pancras, is verkozen tot
hoofdingeland van het Ambacht van Westfriesland ge
naamd Gee8tmerambacht.
In de spaarbank te Oost-Graftdijk is in 1884
ingebracht 640.61 en opgezegd f 647,86. Op 31
December was zij aan de deelhebbers 2036 71 schul-
dig. Het reservefonds klom van 77.55 tot 90.55.
In die te West-Graftdijk werd ingebracht f 629.86%
en opgevraagd 1187.09zij was op 31 December I
aan de deelhebbers f 8761.06 schuldig. De bezittin-
gen der bank vertegenwoordigen een bedrag van
9654.01% zoodat er thans een reservefonds van
892.95% is, zijnde 163.85% meer dan bij het einde
van 1883.
Den 1 is te St. Hippolyteshoef op Wieringen
een fancy-fair gehouden ten voordeele van de voor I
een paar jaren aldaar opgerichte bewaarschool.
Gemiddeld aantal inwoners.
t—i. II
rfK CO CD W p W O CD p tO GO ^1
o co bo to bi bo bo co bi 4*- io> co bo co co bi
QO O CO K) -1 CO HiCP-^COtOOD—1 Ql ^1 1 H bS IQ h-
i—i i ii i i—1
m 'o b co go m 'o b to bo b to br b go bi M
CO on 00 Cf CO to CO^CnQTQTCDCOQO^GOQ^ GO —I CD
^COtOOCOGOCïOiOSOS^O^^OWIOaiHMÜl^
b bo b w to t-1 co bi io cd bi to
«düiOiQH^tOtQtOtO-di^-tOO
H—1 Ii I
4». OO CD CO --A CH CH CD CD CO CD 4»- 4*- CD 4»- O CD CD pi
'.q '-q Ü1 b H ül b O f-1 bi to 00 OD CO O O oo O
to CO CD GD CO tooi^.HÜlCOÜi'X'OC^COlO
l—i 1 I—1 H-1
to to CO H CO iCHCJlQTCDlOOOrf^^OlCOpCDrfi-ht^ÜlQ^
bi k) w 8-1 '-vi '^i b w m 'rfi. io h» co 4»- cd Qo cd m h O
cn lo o CtfCO^tOCitQMMOJCGO^CDCOÜlMC
1—Il t—l 1—
CüCOCOCD^^CJlÜlOlCD^GO^^p^OCD^^^^
m b m bo w b b 'oo o m m 'o io -3 üj
OOOOQitOODOOMÜi COCDCH»<lCDQOOCP«<»tOCHOtf^
tOfcOCOOTtfx—ICNOtrf^CDCTlOOODCOOO^COpDODOnj^OO
00 to 4^ io> CO ^<1 to CD to br 00 "-<1 CD to CD CD CD to to N
CD —1 CO Oï GO QiH4^C04^CG0C0HC^OCDOOO
f—1 f—1
co 1—i CO CD to CD 4^ 4^ Crt 4^- CO CO co 00 OD CO 4*. GC
CD CH *00 to CO 4^ CO 4^. to CD QT CO CO 00 CD i—4 CO CD ,W
OC0HOG0C0t04^CDiL00100CDCD^C5G0005
Londen. Wolseley richtte een dagorder tot de troe
pen waarin hij hen dankt voor den betoonden moed
en de hoop uitspreektdat hij hen in den herfst naar
Khartoem zal geleiden.
Leipzis. Janssensdie onderofficieren verleidde
om dienstgeheimen te verraden is deswege tot acht
kom hem dit korte antwoord was. De generaal richtte
nog eenige vragen aan den ordonnansofficier, waaruit
bleek dat de arme vrouw in de nabijheid van het bi-
vouak geheel zonder roden was gevangen genomen
en gaf daarop den majoor eenen wenk.
„Kom mede, Carmella, ik moet met je spreken", zeid»
deae tot mijne verbazing in vloeiend italiaansch
en gewillig als een goed gedresseerde hond volgde
zij hem
Baron Menken liet de handwaarin hij de bladen
hieldals vermoeid op zijne knieën vallen sloot de
oogen en leunde aehterover in den stoel. Hij begon
te peinzen bonte beelden uit het verledene die het
zooeven gelezene in hem wakker riepen, trokken zijnen
geest voorbij. Er bestaat een soort gedachtenverbinding,
die veel op een visioen gelijkt zoo was het ook by
Menken
In het ongeveer een achtste mijl van Belfort verwij
derde slot van den vicomte de Saint-Estain waren op
den dag der kapitulatie der vestingop den 16 Fe
bruari 1871, talrijke duitsche officieren van hoogeren
en lageren rang ingekwartierd. Het kleineop de
wijze °eener villa gebouwde slot, wiens eigenaar, een
fransch aristocraat van nieuweren datum ondanks de
vijandelijke bedreigingen van alle zijden, niet eenen
dag van zijne plaats geweken was geleek heden meer
op^ eene kazerne dan op een heerenhuismaar eene
kazerne die met alle weelde en gemakken van den
nieuweren tijd ingericht was. De vicomte een mnn
van ongeveer veertig jaren voornaam in zijne geheele
verschijning, betooverend vriendelijk en voorkomend,
had zijne ongenoode gasten met eene hartelijkheid op
genomen alsof zij de meest welkome vrienden waren.
De wijn vloeide in stroomen, en de menu's vertoonden
steeds zulk eene hoeveelheid van lekkernijen dat de
ingekwartierden nauwelijks begrepenwaar hun rid
derlijke gastheer in deze uitgeplunderde landstreek da
alles van daan haalde. De vicomte zelf liet zich ove
rigens slechts zelden zien en dat vonden de duitsche
heeren even begrijpelijk als het hun aangenaam was.
Wordt vervolgd-