I
BitmeMil&ïïï* -
IT
heeft de minister van een grooten Staat zoo volkomen
het hoofd gebogen voor den vertegenwoordiger eener
mededingende mogendheid. Men kan volgens dat blad
waarlijk niet inschikkelijker zijn en prins Bismarck zal
zoo wreed niet wezen om dit alles onbeloond te laten;
alles duidt aan dat de betrekkingen tusschen Enge
land en Buitschland eene vreedzame herschepping zul
len ondergaan. Evenwel zal de kanselier in de rede van
dien minister niet meer dan de voorrede zien tot eene
volkomen onderwerping en degelijke gunsten, hetzij in
Nieuw-Guineahetzij aan de St. Lucia-baai. Deze
zullen overigens den alverraogenden staatsman wel niet
geweigerd worden die slechts eene groote stem be
hoeft op te zetten om de fiere bewindvoerders van het
engelsche rijk tot verdrag te nopen. Frankrijk kan
zich over deze vreedzame beslechting van het geschil
niet beklagen, want het kan er slechts bij winnen.
Alleen bij de handhaving van den vrede heeft het in
dezen belang.
GRIEKENLAND. De heer Vagliano een der rijk
ste grieksche kooplieden te Londen heeft voor de na
tionale bibliotheek aldaar eene som van 500.000 ge
schonken. De beroemde Weener bouwmeester Hansen
is met het ontwerpen der plannen belast.
De buitengewone koude |in den afgeloopen wmtei
heeft groote verliezen in den veestapelvooral onder
de schapen doen ontstaan.
ITALIË. De Kamer heeft de spoorwegovereenkomst
met 226 tegen 203 stemmen goedgekeurd.
OOSTENRIJK-HONGARIJE. Het hongaarsche
volkshuis heeft de wet tot hervorming van het Hoo-
gerhuis aangenomen.
De 400 stokers der oostenrijkscbe Lloyd hebben het
werk gestaakt, omdat de gevraagde loonsverhoogtng
geweigerd werd. Het bestuur liet 150 turksche sto
kers uit Konstantinopel komen en vroeg aan den mi
nister van oorlog 150 soldaten die als stokers dienst
konden doen.
CHINA Generaal Brière de l'Isle meldde den
des namiddags uit Tuijen Quan, dat de eerste brigade
den 3 aldaar aangekomen was en de chineezen het
beleg opgebroken hadden. Voor dien tijd had een zeer
hevig gevecht plaats gehad met de Zwarte Vlaggen en
de troepen van Yunnan, die eene sterk verschanste stel
ling ingenomen hadden in den bergpas voor Tuyen
Quan "waarbij de fransche troepen zich bewonderens
waardiger dan ooit gedragen hadden.
EGYPTE. Generaal "Wolseley vaardigde een dag
order uit, waarin hij aan de troepen dank zegt voor
hunnen moed en hunne toewijding en de verwachting
uitspreektdat hij hen tegen het einde van het jaar
naar Khartoem zal brengen. Nu kan vooreerst een
tijdperk van betrekkelijke rust verwacht worden daar
het leger niet is uitgerust met het oog op eene bele
gering van Khartoem. Voorloopig moet hij zich tevre
den stellen met het treffen van toebereidselen tot het
aanbreken van den herfst.
VEREENIGDE STATEN. De door president Cle
veland gedane benoeming van ministers is den 6 door
den Senaat bekrachtigd. Het lid dat namens de
Ieren bezwaar ingebracht had tegen de benoeming van
den heer Baijard gat ze op.
ZülD-AMERIKY. De min. van financiën der
Argentijnsche republiek heeft zijn ontslag ingediend, dat
door den president aangenomen is. De waarde van
het papieren geld iB iets verbeterd.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Vervolg der zitting van den 6.
De heer Lieftinck zegt, dat, wanneer de redacteur van
de Standaard, naar aanleiding van liet voorgevallene op de
Liberale Unie, uitroept: „O, hoe weinig kent menzyn volk.
de anti-revolutionairen nog niet getoond hebben het vol b
noegzaam te kennen, want naar zijne overtuiging is de school
wet van 1878 nog niet veroordeeld. De nederl. openbare school
is nog geliefd in Nederland; de onderwijzers zyn voor het
grootste deel zeer gezienmannendie met raad en daad de
bevolking, vooral ten platten lande, bijstaan, op wier begin-
seltrouw geene verdenking mag vallen. Hij houdt het er voor,
datwanneer bij volksstemming de vraag beantwoord moest
worden of het volk de openbare school voor de school met
den bijbel wilde verruilen, de uitslag met twijfelachtig ten
gunste der openbare school zou zijn. Ook hij wijst er opdat
de bezwaren tegen het onderwijs zich in geldbezwaren hebben
opgelostonder de leuze van bezuiniging bij de verkiezingen.
Hn gelooft, dat de rechterzijde aan de economische toestanden
der tijden hare overwinning te danken heeft. De graanprijzen
zijn laagde boeren verdienen nietbezuiniging is plicht. Hij
wijst op verschillende argumenten ten betooge, dat de uitspraak,
dat de schoolwet van 1878 veroordeeld ismet opgaat; met
vaste hand regeeren durven en kunnen de anti-revolutionairen
niet, want met de katholieken kunnen zij niet gaan zetelen in
één ministerie. Hij beschouwt het als den plicht van den ötaat,
te zorgen, dat overal voldoend openbaar lager onderwijs worde
gegeven, dat andersdenkenden niet kwetst. Hij eindigt met den
wensoh dat, wanneer men de bazuin blaast, men tot den
strijd zij toegerust of het land met vrede late, verzekerende,
dat geen lid der liberale partij verhooging van belasting zonder
noodzakelijkheid wil. maar dat in ieder geval het geld moet
worden gevonden voor goed onderwijszonder overdaad.
De heer Boreesius bestrijdt de bewering van den heer
ïabius, dat de slechte uitkomsten van de hooidonderwyzers-
examens bijna uitsluitend te wijten zijn aan het programma;
hij erkent echter met den ministerdat het wijziging be
hoeft zonder daaruit echter de paedagogtek geheel te
doen vervallen. Hij dringt aan op korteren duur van het
examen en andere wijzigingen waarmede spoed moet wor
den gemaakt in het. belang aer aanstaande kandidaten. Hij
vereenigt zich geheel met de uitstekende rede van den heer
van Houten omtrent de houding der rechter zijde tegenover de
schoolwet. Bittere ironie van het noodlot noemt hij het da
juist de rechterzijde, meerderheid geworden, steun en reddmg
zoekt bij het ministerie Heemskerk, waaraan nog korten tyd
geleden van die zijde alle steun ontzegd werd. Gok hy wijst
er op dat geen enkele door de anti-revolutionairen bij
stembus gedane beloften en voorgespiegelde leuzen is ver-
WeDen'mkin. van bin. zaken acht de vraag van afschaffing
eener hoogeschool niet vatbaar voor behandeling by de begroo
ting en zal zijne wapenen niet vooruit laten zien aan een athleet
als den lieer Schaepman. 'Wat het hooger onderwijs betreft,
het is onmogelijk terug te keeren tot eeu minder getal hoog
leeraren bij het afscheiden der vakkenen tegenover de voor
beelden van weelde, die bij dit onderwijs zou heerschen wyst
hij er op, dat de uitgaven voor het Pathologisch Laboratorium
116,000 beneden de raming zijn gebleven. Verschillende o er-
wegingen weerhouden hem alsnoghet initiatief te nemen tot
116 De6' bespreking8 der amendementen tot de artikelen latende
rusten, zegt hij omtrent den wensch der curatoren te s Her
togenbosch tot verlaging der eischen voor de ?y,nna8Vl1®
mens, dat inderdaad de uilslag dier examens in 1882 beden
kelijk wasmaar dat de eischen nog lager moeten worden ge
stelddaaraan iwijfelt hij. Voor hem bestaat geene reden o n
dat reglement op nieuw ter hand te nemen. Ook ontkent hy
dat bij de jongste eind-examens van slechte verhouding tusschen
de gecommitteerden en de leeraren gebleken is
Hij is niet afkeerig van herziening der wet op het middel
baar onderwijs; wat hem huiverig maakt, is, dat men ^eenen
zou dat het tot veel bezuiniging zou lijden. Vakscholen zijn
goed, maar de breede zoom van den middenstand kan met
worden losgelaten.
Nu het lager onderwijs. Hij acht liet wel wat haastigte
eischen dat schoolwetwijziging nog vóór behaude mg der be
grooting had moeten worden voorgesteld. Eormulermg m de
wet is iets anders dan formulering van een programma. Dat
de rechter zijde niet op portefeuille-jagt uit iskan hy begrij
pen bij den last, dien het bezit der portefeuilles oplevert
Maar hij zou aanraden, nu toch alle verkiezings-manifesten met
rust. te laten. Overal belooft men bij de stembus stukken van de
maan. Hij beseft ten volle de verantwoordelijkheid van hen
die hem te eeniger tijd vervangende, op zich nemen de school
wet te veranderen. Men mag de lessen der geschiedenis toch
niet vergeten. En nu herinnert hijhoe anderhalve eeuw lang
de richting aan het roer is geweest, thans door de anti-revolu
tionairen vertegenwoordigd. En wat heeft zij voor het volkson
derwijs gedaan in de eerste en tweede helft der 18 0 eeuw
De schoolboeken het schoolonderwijshet volkslevende al-
-remeene moraliteit lieten zeer veel te wenscben over. eenige
uitmuntende voorheelden daargelaten. Met de revolutie zijn
veel dwaasheden hier overgeplant, maar ééne zaak is goed ge
weest: men moest zorgen het onkundige volk te ontwikkelen.
Sedert zijn drie geslachten elkaar opgevolgddie in de rich
ting van het staats-onderwijs werkten. Eerst beging men de
foutde vrijheid van het bijzonder onderwijs uit^te^jsluiten^
Dat tijdperk is vervangen door de gulden vrijheid. Nu mag
men zich wel driemalen bedenken om een andere richting uit
te zeilen en tegen drie geslachten op te roeien. Wil men het
doenmen zal zeker overdreven zuinigheid moeten vermijden.
Het is een zeer gewichtig werk en hij beseft levendig, dat zij,
die wellicht spoedig aan de ministerstafel zullen optreden en
eene sterk ingrijpende wijziging moeten voorstelleneenigzins
terugdeinzen. Maar als dit zoo isdan is thans ook matiging
noodig in bezuiniging. Hetzij de rechterzijde het eens is of
nietgereed of nietzij korne nu niet met voorstellendie de
uitvoering der bestaaude wet zouden belemmeren. Gaarne wil
hij tegemoetkomenals blijkt van weeldemaar zoolang hij het
einddoel niet helder ziet, wachte men zich voor een gevaarlijk
ingrijpen in de bestaande wet. Het ontwerp besluit omtrent
de hoofdacte-examens is bij den raad van state. Bij de benoe
mingen in het schooltoezicht let hij niet op de richting der
personen.
De heer Schaepman verdedigt nader zijn denkbeeld tot
opheffing van eene hoogeschool en noemt het beroep van den
heer van Honten op de vrijheid een Hogenkreet." Ook heeft
hij zich verwonderd over den gemoedelijken preektoon van den
heer van Houten.
De heer E a b i u s verwondert zich alleen dat de minister
zegt, de richting der rechterzijde niet te kennen. Het einddoel
is en blijft toch de vrije school. De algemeene beraadslaging
over het onderwijs werd daarop gesloten.
Den 9 is het amendement der heeren Lohman c.s. tot ver
mindering van art. 83 hoogeschool te Leiden met 4000, om
achterwege te laten de aanstelling van een nieuwen hoogleeraar
in de oude geschiedenis en in de grieksche en romeinsche oud
hedenna eenige bespreking aangenomen met 64 tegen 25
stemmen. De heer Wintgens, er op wijzende, hoe hij steeds
is geweest tegen de inrichting van alle takken van onderwijs,
en hoe de uitkomst zijne bestrijding in menig opzicht volkomen
rechtvaardigt, wil gaarne tot verbeteringen in beginsel mede
werken. Gepaste zuinigheid wil hij ook gaarne betrachten.
Daarom kan hij zich met vele amendementen vereenigenvoor
zoover ze strekken de uitbreiding der tegenwoordige regeling
te keer te gaanmaar als daaraan de gedachte ten grondslag
ligt, om ze als hefboom te gebruiken tot herziening der begin
selen, om wettelijke regelingen te niet te doen, dan kon hij er
zich niet mede vereenigen. Herziening, zeer ingrijpende
en afdoende herziening der schoolwetten vreest hij niet niet
enkel herzieningen van geldelijken aard, maar ook herziening
met 't oog op den bedreigden toestand van ons samenleven
door de kwade hartstochten, die ook in ons vaderland woe
den. Wat hij verlangt, is dat het onderwijs ophoude als
shibboleth bij de verkiezingen dienst te doen. Hij wil komen
tot een goede uitkomst, een billijk vergelijk, een duurzame
vrede. Deze amendementen zijn geene voorboden van den
eerlijken strijddie tot duurzamen vrede leidthet volk is
trouwens deze toeren op onderwijsgebied moede. Het verlangt,
dat men eindelijk hier de economische, financiëele, justitiëele
belangen ga behartigen. Door deze amendementen wordt geen
enkel vraagstuk opgelostmaar de spanning aangewakkerd en
de onrust vermeerderd. Daarom zal hij er tegen stemmen.
Het amendement om/ 1500 te schrappen voor een conser
vator bij de geologie en mineralogie vervieldoordat de mi
nister den post voorloopig terugnam.
Den 1 is te Oudesluis gemeente Zijpede kaas-
fabriek geopend.
Het kohier van den hoofdelijken omslag te Zype
is den 3 vastgesteld op f 8093.86; dat te Schagen den
4 op 6188.15.
Den 4 wae te Rotterdam voor het bouwen van
een rundveeslachthuiseen stoomketelhuis en eenige
andere werken op het terrein van het openbare slacht*
huis de heer W. L. Helmer aldaar voor f 47776
laagste inschrijver.
Gedurende Februari is geen enkel geval van be
smettelijke longziekte onder het vee in Nederland waar
genomen. Het laatste geval kwam den 23 Januari voor.
Den 4 is weder een geval voorgekomen.
-— De gemeenteraad van Meppel heeft den 4 be
sloten in voldoening aan de onlangs door den Koning
genomen beslissingover te gaan tot den bouw eener
inrichting ter afzondering en verpleging van lijders aan
besmettelijke ziekton op eeu gunstig terrein in de on-
middelijke nabijheid van de kom der gemeente.
Den 4 waren voor het wegruimen van het wrak
van het beneden Maassluis in den beuedenmond van
het Scheur gezonken stoomschip Hartclifi laagste in
schrijvers gebroeders Newton te Huil voor f 1795.
Op de le voorjaarspaardenmarkt te Sloten waren
den 4 65 paarden aangevoerd waaronder 20 hitten.
Bij vrij levendigen handel liepen de prijzen van 75 tot
f 230.
in bet sousterrain Slechts door het op het westen uit
ziende hoekvenster bemerkte men een zwak licht
en achter de bevroren vensterruiten de schaduw van
eenen in de kamer op en neer loopenden grooten man.
Dat was de baron. Hij had twee dagen geleden een
rid van bijna vierentwintig uur gedaan en sedert weinig
gerustdooh hij kon niet slapenhij werd door de
vreeselijkste gedachten gekweld.
Op het beddetafeltje lag een geladen pistool. Tweemaal
reeds was de baron daarvoor blijven staan en had het
wapen in de hand genomenWat zou het te be-
teekenen hebben, wanneer hij den kouden mond op het
voorhoofd zette en afdrukte? Een knal en een weinig
kruitdamp en er was een verloren leven minder
op de wereld
De oorlog was hem juist van pas gekomen dien
dwaas wien noch het stof der acten, noch de hofdienst,
noch de kronkelpaden der diplomatie noch de stille
Tust van zijne bezitting in oen Lausitz hadden aunnen
bevredigen. Naar alle zijden had hij zijn geld wegge
worpen voor dwaze genoegens zoowel als voor meestal
slecht geplaatste weldaden zonder nadenken, zonder
bezinning tot het geld opraakte en de lust voor
dolle vermaken verdween Juist in dit hachelijke
oogenblik was aan gindsche zijde van den R;jn de lust
naar wraak weder levendig geworden kon er een
betere uitweg bestaan voor iemand, die op den rand van
eenen afgrond stond dan een oorlog met zijne duizende
gevaren
En toch aan één gevaar had de baron nooit ge
dacht n.l., dat er een dag in dezen grooten strijd
komen kon waarop hij ongelukkig in het spel zou
zijn. Een kogel midden door het harteen sabelhouw,
dwars over het hoofdkogels in armen en beenen
alles had hy voor mogelijk gehouden dat echter nooit.
Evenals alle mannen van de wereld was de baron
hen hartstochtelijk speler; hij speelde met voorzichtig-
e daarom ook gelukkig. Slechts een enkele keer
I ad bij deze voorz'c^Hgheid uit het oog verlorenen
deze ééne maal was van daag geweest, maar deze eene
maal zou het verlies zijner eer na zich sleepen.
Ja, dat was het gevolg, de baron verheelde het zich
niet. Hij had in vijf minuten achtendertig duizend gul
den verspeeld die volgens de ongeschreven en toch
strenge wetten der eer morgenavond betaald moesten
worden en de ritmeester was niet in staat ook maar
het kleinste deel dezer som bijeen te krijgen. Daarbij
kwam nog in de eerste plaatsdat hij hem, wien hij
haar schuldig was, sedert lange jaren als een bere
deneerd man, zonder erbarming, kende, van wien
men in vertrouwde kringen vertelde dat hem zijn ge
luk in het spel reeds een vermogen had aangebracht
en ten tweede, dat hij zelf, dank zij het goede bestuur
zijner financiën nog heden terwijl hij aan den rand
van den afgrond stond, algemeen voor een zeer
welgesteld grondbezitter werd gehouden.
De toestand van den baron was verschrikkelijk. Te ver
geefs martelde hij zijn hersensom eenen uitweg te
vinden, hij kreeg geen enkelen gelukkigen inval. ol on
rust liep hij het vertrek op en neer, en rukte eindelijk de
deur open, opdat de koude lucht op den gang zijn
koortsachtig gloeiend hoofd zou verkoelen.
Zonderling Op hetzelfde oogenblik, dat hij de deur
opendeverstomde buiten een fluisterend gesprek
een gesluip, geruisch en gekletter. Een oogenblik luis
terde de baron daarop sprong hij achteruit, greep de
op de tafel staande kaars met de linker- en het pistool
met de rechterhand en snelde de kamer uit. - -
Twee vijanden stonden tegenover elkander Duitsch-
land en Frankrijk. Het matte licht van de kaars viel
op de groote, slanke gestalte van den vicomte de feaint-
Estain die een klein pakket papieren vast tegen de
borst drukte en wiens vingers eveneens een revolver
omspanden. De graaf was doodsbleek, maar zijn koen,
zwart oog beantwoordde uitdagend den blik van den
baron.
„Mijnheer de graaf, ik ben uw gast, en u als zooda
nig verplicht, toch zie ik mij in de tegenwoordige om
standigheden genoodzaakt, u te vragen wat doet jj
hier op dit uur en wat bevatten die papieren
Ik zal u alles zeggenmijnheer," antwoordde de
vicomte, diep ademhalende, „ik verzoek u slechts met
mij in uwe kamer te gaan en dezen hier vrij e
laten wanneer gij mij hebt aangehoord.
De graaf trad ter zijde, achter hem stond een jonge
man in de uniform der pruisische infanterie en toet
geen pruisisch soldaatzooals slechts een blik op
ontegenzeggelijk echt fransche profiel den baron verried.
Een vreeselijke gedachte vloog den ritmeester door
het hoofd.
„Hier is mijn revolver, gij ziet, ik ben weerloos.
De' vicomte glimlachte even en na eene handbeweging
van den baron trad hij met zijnen begeleider het slaap
vertrek van den officier binnen.
Welnu, vicomte, ik verzoek u te spreken.
Saint-Estain kruiste de armen over de borst, waar
de napieren zich bevonden; zijn gelaat droeg eene harde
uitdrukking. Hij haalde zwaar en diep adem en zeide
op haastigen toon „Laat mij u een voorstel doen,
monsieur! Gij laat mij en mijnen medgezel vrij en «w
af van het doorzoeken dezer papieren, ik bied u daar
voor vijftigduizend gulden oogenblikkelijk te betalen.
De baron deinsde terug, als door een ijzeren vuist
geSaint-Èstain nam eene portefeuille uit den zak en
legde die op de tafel.
Het dagboek was den baron uit de handen gevalen,
zonder dat hij het bemerkte. Zijne gedachten ware
afgedwaaldhij zag weder het slot Saint-Estain
stuk voor stuk vertoonden zich de beelden van he
leden voor zijn oog.
Wordt vervolgd-