No. 31.
Zeven en tachtigste Jaargang.
1885.
VRIJDAG
13 MAART.
ONZICHTBARE HANDEN.
Prijs der gewone Advertentiën:
©fftctëel (öebecltt.
Buitenlanb.
FEUILLETON.
ILKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Dondörd&g- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers f 0.06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. C08-
TEB ZOON.
KIEZERSLIJSTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen
dat de lijstenaanwijzende de personendie bevoegd zijn
tot het kiezen van leden van de Tweede Kamer der Staten Ge
neraalvan de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad
lijn vastgesteld, aangeplakt en van heden af, gedurende veer
tien dagen, op de secretarie, dezer gemeente, van des voormid
dags 10 tot des namiddags 2 urenvoor een ieder ter inzage
gelegdterwijl zijdie zich ten onrechte daarop niet geplaatst
vinden, of vermeenen mochten, dat anderen daarop ten onrechte
zijn gebracht, worden uitgenoodigdhunne bezwaren bij on
gezegeld verzoekschrift, door de noodige bewijsstukken ge
staafd binnen veertien dagen na heden aan den gemeenteraad
intedienen.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
10 Maart 1885. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente-secretarie
ter lezing is gelegd de staat, vermeldende volgens art. 81,
2e. lid der wet op het lager onderwijsde namen der kinde
ren boven de 6 en beneden de 12 jaren die niet, voorkomen
op de lijsten der op 1 Januari j.l. schoolgaande kinderen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
12 Maart 1885. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
DU1TSCHLAND. Men verwachtdat de Rijnoever-
staten weder spoedig te Berlijn zullen samenkomen
over de zalmvisscherij en dat eenstemmigheid zal worden
verkregen over den tijd van jaarlijksche sluiting dier
visscherij.
De Köln. Zeitung beschouwt het engelsche leven
maken over Rusland's bedreigen van Herat als een Ioob
middel, om de aandacht van Soedan at te leiden en
een voorwendsel te vinden voor bet terugtrekken der
engelsche troepen aldaar opdat het publiek zou kun
nen denkendat de russen tot Indie doorgedrongen
zouden zijn had Engeland zijn leger in Egypte niet
vrijgemaakt. Volgens dat blad is prins Bismarck weder
bereid bemiddelend tusschen Engeland en Rusland op
te treden om het bestaande geschil over de afghaan-
sche grenzen uit den weg te ruimenzoodat Enge
land zich bij de vredes staatkunde der overige groote
mogendheden aansluit en ook ten aanzien van Egypte
in overleg met haar zou willen handelen.
R ij k s d a g. Den 6 werd bij de voortgezette be
handeling der staatabegrooting verworpen het voorstel
van den heer von Kardorff, om de muntbijeenkomst weder
te laten doorgaan tot herstel van den dubbelen stan
daard. De bondscommissaris betoogde tegenover de
rede van den voorstellerdat de zwaartillende bewe.
ringen over den omloop van gouden munt in Duitsch.
land geen steek bielden. De Rijksbank was in de laatste
jaren steeds in staat zonder eenige bezorgdheid over
de vraaghoe men goud in het land kon houden
zich nieuw goud aan te schaffen. De vrees, dat bijzon
dere beschermende maatregelen noodig zouden zijn om
het goud in het te land te houden was ongegrond.
Verscheidene tegenstemmers meenden dat in een der
gelijk belangrijk vraagstuk van de regeering de eerste
stap moest uitgaan. De overige posten der gewone
staatsbegrooting werden goedgekeurd.
ENGELAND. De heer Ackers kandidaat der con
servatieven is den 11 met 4837 stemmen tot lid van
het Lagerhuis gekozen voor Gloucester, in vervanging
van het afgetreden liberale lid Kingscote. De liberale
kandidaat verkreeg 4426 stemmen.
Hoogerhuis. De min. van buitenlandsche za
ken antwoordde den 10dat noch de engelsche
regeering, noch het duitsche gezantschap bericht ont
vangen had van het bericht eener beleediging der
enoeische vlag in Kameroen en dat hij overtuigd was,
dat deze taak geen onaangename gevolgen zou hebben.
De onderhandelingen met D.d. werden op vriendschap-
pelijken voet voortgezet.
Lagerhuis. Minister Fitz Maurice zeide den 9,
dat de minister van buitenlandsche zaken eeist onlangs
kennis had gekregen van eene depechedoor prins
Bismarck op 5 Mei 1884 aan den duitschen gezant te
Londen gezonden. Prins Bismarck zeide eenigen tijd
later, dat Duitschland geene vriendschappelijke houding
in het egyptische vraagstuk kon aannemen als Enge
land zich zoo weinig vriendschappelijk jegens Duitsch
land in het koloniale vraagstuk gedroeg. De minister
van buitenlandsche zaken ontkende, dat Engeland on
vriendschappelijk geweest was en gaf de verzekering
dat in het vervolg Engelands houding vriendschappe
lijk zou zijn. Prins Bismarck en de gezant verklaarden
hunne ingenomenheid met die verzekeringen. De latere
spanning ontstond uit verschil van gevoelen over de
vraag, of Engeland zich naar die verzekering gedragen
had. Er bestond grond om te hopen dat deze span
ning weldra voorbij zou zijn. Het voorstel van minis
ter Hartington om het leger met 3000 te vermeerde
ren werd aangenomen. In den loop der Deraadslaging
deelde hij o. a. mede, dat de versterking van het leger
voor het aanstaande jaar op 15000 man geraamd was.
FRANKRIJK. De ministerraad heeft ten aanzien
van de door den Senaat in de begrooting van eeredienst
gebrachte wijzigingen besloten aan te bevelen de ver
mindering van het krediet voor de kanunniken, behoud
te vragen van den herstelden post voor de seminarie
beurzen zich onzijdig te houden over de bezoldiging
van den aartsbisschop te Parijs en te ondersteunen het
herstelde krediet voor de bisschoppen in Algerië en
zich te verzetten tegen vermindering daarvan.
De Senaat benoemde den 7 de commissie voor bet
21)
Hij zag in dien noodlottigen nacht den vicomte weder
voor zich staan en meende zelfs deze op bedaarden toon
gesproken woorden opnieuw te hooren„Laat ons
elkander niet verkeerd begrijpen mijnheer het is
niets als een eenvoudige handeldien wij sluiten. Ik
geef u mijn eerewoord dat ik niet eens uwen naam
weet, ik vraag u er ook niet naar. Wat hebt gij er
aanom brieven en documenten te lezendie voor
mij misschien kompromitteerend voor u in elk geval
geheel van belang ontbloot zijn. Gij kunt het doen
c'est la guerre doch het zou een ondankbaar werk
voor u zijn. De tijd dringtmijnheer" de vicomte
keek onrustig op zijn horloge „hier ligt het geld
laat ons gaan
Welk een vloed van gewaarwordingen bestormde
hem in deze weinige minuten. Wat konden die pa
pieren inhouden en waarom gaf de vicomte zulk eene
aanzienlijke som om den inhoud voor vreemde blikken te
verbergen Doch wat aarzelde hij noghij die aan den
rand van den afgrond stond werd hem niet eene red
dende hand aangeboden keerde het oude geluk niet
terug tot zijn verwend kind? En deed hij onrecht,
wanneer hij de hem aangeboden som aannam om zijne
eer te redden? „Ja, gij doet onrecht!" riep het ge
weten luide „want gij voeltgij vermoedtgij weet
dat de vicomte iets in bet schild voert tegen uw vader
land c'est la guerre
Met geweld richtte de baron zich op. Zijne eer
was verloren wat hij ook deedHij legde de hand
op de hem toegeschoven bankbilletten.
„Gazeide bij toonloos.
Zachtjes knarste de deur een gefluister een geruis,
een schuifelen toen was alles weder stil
Doodelijk bleek bijna zonder bezinning met matten
blik keek de baron het vertrek rond. Was het een
visioen geweestdat hem verschenen was, een vreeselijke,
angstige droom? Doch neen, hij voelde, hoe onder
zijne bevende vingers de banknoten knetterden.
In groote opgewondenheid sprong hij op en doorliep
met groote schreden het vertrek. Het onherroepelijke
was gebeurd, hij zocht zichzelf gerust te stellen, zich
wijs te maken dat de papieren van den vicomte mis
schien slechts onbelangrijke familiedocumenten geweest
warendat hij niettemin iederen schrede van Saint-
Estain zorgvuldig bewaken zijne superieuren voor den
man waarschuwen zou.
Toen kregen spanning en de vermoeienissen van de
laatste dagen de overhand. Geheel gekleed wierp hij
zich op het bed en sloot de oogen.
Buiten schemerde het reeds toen de baron verschrikt
opsprong. Het scheen hem toedat er zachtjes aan
zijne deur geklopt was. De kaarsen op het beddetafeltje
waren opgebrand en uitgegaan de bobeches gesprongen,
een vaal licht Btroomde door het venster en toekende
zijne schaduwen op muur en plafond. In den haard lagen
nog half uitgedoofde kolen het was koud in het vertrek.
Daar werd opnieuw gekloptditmaal duidelijk hoor
baar. De baron stond langzaam op, schoof de bank
billetten die nog op dezelfde plaats lagenwaar Saint-
Estain ze neergeworpen had in eene lade en opende
eindelijk de deur.
Een officier in eenen grooten mantel gehuldgeheel
besneeuwd met bemodderde laarzen stond voor hem,
en drukte hem vriendschappelijk de hand.
„Goeden morgen kameraad", zeide hij op hartelijken
toon „dat is een vroeg bezoek vindt gij niet Maar
ik kom zooeven eerst van Belfort terugen ik moest
u vandaag nog over eene ernstige zaak spreken."
De baron schrikte hij was wantrouwend geworden.
„Kom binnen Hackert", antwoordde hij„gij ziet
er verkleumd uitIk heb nog madeira hier dat zal
u verwarmen
door de Kamer aangenomen wetsontwerp tot verboo
ging der graanrechten. De negen gekozen leden zijn
allen vóór het ontwerp gestemd.
De Kamer heeft den 9 dezen overeenkomst met
Luxemburg goedgekeurd. Eene levendige beraadslaging
werd gevoerd over de door den Senaat gewijzigde be
grooting van uitgaven voor 1885. De heeren Allain-
Target en Floquet hielden vast aan de meening dat
de Kamer in geldelijke zaken den boventoon moesten
voeren en wilden de wijzigingen van den Senaat terug
wijzen. De president-minister Ferry betoogde de nood
zakelijkheid om van weerskanten iets toe te geven. Met
302 tegen 192 stemmen werd besloten tot de behan
deling der artikelen over te gaan.
De Kamer nam den 10 de twee verhoogingen, door
den Senaat op de begrooting van justitie voorgesteld
aan. Die op de begrooting van eeredienstsaven aan
leiding tot levendige beraadslaging de verhoogingen
voor de tractementen van aartsbisschoppen, bisschoppen
en pastoorswerden verworpenin weerwil van de
aanbeveling der regeering. De Senaat had voorgesteld
1.157.000 fr. voor de kanunniken uit te trekken, welk
krediet de Kamer geheel geschrapt had. De regeering
verdedigde dat voorstel behoudens eene verlaging van
het krediet met 57.000 fr. De Kamer vereenigde zich
daarmede met 226 tegen 221 stemmen na verwerping
van het onveranderde Senaatsvoorstel met 317 tegen
125 stemmen.
Na levendige beraadslaging over de kredieten be
treffende de beurzen aan Beminariën waarvoor de Se
naat weder 305.000 fr. wilde uittrekken welk cijfer
de regeering aannam als laatste bijdrage werd dat
voorstel verworpen en de motie van den heer Roche
om geen enkel krediet te verleenen met 260 tegen 212
stemmen aangenomen.
Kamer. Yóór de sluiting der beraadslaging over
het wetsontwerp tot verhooging der graanrechten werden
nog 3 belangrijke voorstellen verworpen. Een om ter
voorkoming van al te hooge brood- en vleescbprijzen
eene vaststelling der prijzen van overheidswege voor te
schrijven een om den verkoop van brood op straat
zonder eenig patent of eenige andere belasting geheel
vrij te laten een om het van granen te heffen recht
met de helft te verminderen wanneer de prijs 13
de 100 pond te boven mocht gaan; dit laatste met 202
tegen 198 stemmen. De beslissingwat met de op
brengst der nieuwe rechten gedaan moet worden is,
bij het groote verschil van gevoelen, dat daarover bestond,
met 329 tegen 98 stemmen uitgesteld tot na afdoening
van het wetsontwerp betreffende de invoerrechten op
vee. Reeds 15 voorstellen worden daarover ingediend.
De minister verklaardedat de opbrengst aangewend
moest worden ter herstelling van het evenwicht der
begrootingwaartegen de bonapartisten zich verklaar
den daar op die wijze de opbrengst moest dienen
om de kosten voor de veldtochten in Tonkin enz. te
helpen dekken.
Hij ontkurkte de flesehvulde de naast de karaf
staande waterglazen en ledigde het zijne in ééne teug.
Majoor von Hackert zette slechts even zijne lippen
aan het glas; hij deed zijnen mantel niet af, maar
ging toch zitten. Hij keek zeer ernstig.
„Gij hebt aan Hilgersdorf groote sommen verloren",
begon hij „ik was er ongelukkig genoeg getuige van.
De zaak is niet te veranderen maar ik verzoek je
baron verzoek je dringend speel niet meer met Hil
gersdorf, ik heb gegronde redenen, om hem te wan
trouwen
Verwonderd keek de ritmeester op.
„Hoe dat, Hackert, ik begrijp u niet?"
„Luisteren gij zult het begrijpen Ik ken Hil
gersdorf langer dan gij ik stond vóór jaren toen
zijne booze natuur nog niet zóó op den voorgrond ge
treden was als nu, zelfs op zeer goeden voet met hem.
Het is waar het is reeds lang geleden bijna twaalf
jaarhij was door de planotechnische afdeeling van
het ministerie van oorlog naar Italië afgevaardigd en ik
bracht mijne zieke vrouw naar het land der oranje-appe
len, zoo kwamen wij met elkander in aanraking. Sedert
dien tijd weet ik dat Hilgersdorf niet een van degenen
isdie onzen stand ons leger tot eer verstrekken
men vindt overal schurkenNude man kan ons
onverschillig zijnzoolang wij hem ons van het lijf
houden dit laatste is nog noodzakelijker, daar ik gis
terenavond bemerkt heb dat verschrik niet, baron
hij een valschespeleris!"
„HackertHoe is dit mogelijk Een officier
De majoor haalde de schouders op. „Ik zeide zooeven
reeds dat men overal in de wereld goede en slechte
menschen heeft. Doch luister verder. Gij herinnert
u', dat Hilgersdorf en de markies du Catdie onuit
staanbare Franschman wiens „toevallige" aanwezigheid
op het slot onmiddelijk na de capitulatie van Belfort
mij reeds dadelijk verdacht voorkwam elkander reeds
kenden; zij beweerden, elkander jaren geleden in Rome
voor de eerste maal te hebben ontmoet. Aan de mo-