No. 40.
Zeven en tachtigste Jaargang.
1885.
V R IJ D A G
3 APRIL.
ONZICHTBARE HANDEN.
©fficiëel (Scbcclte.
SStiiUnlanb.
Prijs der gewone Advertentiën:
De gerokte Zwarte.
ALKHAABSCHECOIBAM.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algeineene kennisdat zij ingewilligd hebben het
verzoek van JAN STUIJT, broodbakker alhier, om vergunning
tot het vestigen eener brood- en koekbakkerij in het perceel
aan de westzijde der Mient, No. 20.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
31 Maart 1885. De Secretaris
NU HOUT VAN DER VEEN.
De verlofgangers der Militie PIETER uALTUS en KLAAS
GELDER worden verzocht zich ter gemeente-secretarie aan
te melden.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de le helft der maand Eeburari 1885:
N. Krijgsman, Amsterdam; J. RiemstraBolswardWed.
J. C, van der Heijden Utrecht.
Van het hulpkantoor:
Grootschermer, M. van Delden, Arnhem.
Schermer horn, C. D. Rezelman, Schagen.
Zuidscharwoude, Kennemerpark, hoek gedempte Baan-
sloot 149, Alkmaar.
Verzonden geweest naar Amerika
Van het hulpkantoor Bergen:
Gerrit de Wever, New-York.
BELGIE. Den 25 heeft de senaat met algemeene
stemmen de begrooting van buitenl. zaken aangenomen
nadat van liberale zijde uitdrukkelijk gewezen was op
het vernederende van bet herstel der diplomatieke be
trekkingen met bet Vatikaan na de wijzewaarop die
indertijd afgebroken waren. De wetsontwerpen betref
fende den Congo werden goedgekeurd en een adres
van dankbetuiging aan den koning vastgesteld.
De Senaat keurde den 28 de begrooting van binnenl.
zaken en van onderwijs goed. Over het geheel ont
hield zich de linkerzijde van stemmingevenals 4
ultra-klerikale leden. Over het hoofdstuk onderwijs
had eene hoofdelijke stemming plaats, op verlangen van
den heer Graux die niet wilde mededoen aan de uit
voering eener wet, welke het belgische volk de schande
zou aandoen van tot de slechtst onderwezenen der be
schaafde volken te behooren. De linkerzijde stemde
uitgezonderd 3 leden die zich onthielden, tegen. Daarna
ging bij tot nadere bijeenroeping uiteen.
DENEMARKEN. De Koning heeft geweigerd het
ministerie te ontslaan. In het begrootingsgeschil was
het ministerie niet bet werkelijke struikelblok en hij
wilde zijn grondwettig recht niet laten varen door het
afhankelijk te maken van de aanneming der begrooting
door de 2e Kamer. Hij verzocht aan beide Kamers,
zich den overblijvenden tijd ten nutte te maken om
tot eene betamelijke schikking te komen. Zijne ge
hechtheid aan de grondwet was niet minder dan die
van de 2e Kamer en hij was vast besloten, de grond-
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM8. COS
TER ZOON.
wettige vrijheid en de grondwettige verdeeling van het
gezag te handhaven.
De Rijksdag heeft eene commissie van 30 leden
15 van elke Kamer gekozen, die eene schikking tussehen
de regaering en de vertegenwoordiging over de be
grooting tot stand maet brengen. Van de gekozenen
behooren 16 tot de oppositie en 14 tot de regeerings-
partij. Onder het publiek heerscht groote bezorgdheid
en de troepen worden voortdurend in de kazernen
beschikbaar gehouden.
DUITSCHLAND. Het Rijks-Gerechtshot te Leipzig
heeft dezer dagen aan een spoorwegbeambte die tegen
bestuurders van den weg die bij om schadevergoeding
had aangesproken wegens ziekte in en door de dienst
ontstaan daar hem bij strenge koude op zijne plaats
als remmer de handen bevroren waren schadevergoe
ding overeenkomstig de wet op de verplichtingen van
ondernemers jegens hunne werklieden toegekend omdat
dit geval buiten de grenzen van overmacht viel.
Peuisen. Heer enh uis. Den 26 is het voor
onbepaalden tijd gescheiden na o.a. te hebben goed
gekeurd het ontwerp tot schadeloosstelling van het
hertogelijk Sleeswijk-Holsteinsche Huis en dat betreffende
het toekennen van pensioen aan de kinderen van den
vermoorden commissaris van politie Rumpff. Vóór de
sluiting is door den min. van financiën medegedeeld
dat van de in de troonrede aangekondigde voorstellen
tot hervorming der inkomstenbelasting voor deze zitting
afgezien was.
PRANKRIJK. De opgewondenheid te Parijs was
den 30 zeer groot Van 2 uur des namiddags schoolde
het volk voor het gebouw der Kamer samen terwijl
overal de militaire wachten versterkt waren en de troe
pen in de kazernes gereed stonden, om in geval van
nood dadelijk tussehen beide te kunnen komen. De
rust werd evenwel nergens gestoord. De zitting der
Kamer begon eerst te kwart voor drieën. Zoodra mi
nister Perry na het voorlezen der tijdingen eenige op
merkingen maakte was de voorzitter reeds genood
zaakt, de leden tot kalmte en bedaardheid aan te sporen.
Na den minister nam C.émenceau bet woord die ver
klaarde dat de tijd voor eene gedachtenwisseling tus
sehen de republikeinsche afgevaardigden en minister
Perry voorbij was. Men kende dien minister niet meer:
er was geen ministerie meer: er waren slechts gewezen
ministers, beschuldigd van landverraad. Toen de min.
van openbare werken Raynal op dit gezegde begon te
lachen ontstond er eene geweldige opschudding, Clé-
menceau verlangde vergunning tot het houden eener
interpellatie onder verklaringdat geen geld mocht
worden gespaard, om de heldhaftige soldaten in Tonkin
te redden waarna de noodige besluiten moesten geno
men worden om een helder inzicht in den staat van
zaken te bekomen en mannen voor de Kamer te krijgen,
die de waarheid spraken. Aan dit ministerie nog een
crediet toe te staan, was onmogelijk. Hij verlangde
daarom een interpellatie, met een motie van afkeuring
tot besluit, aan de behandeling der ktediet-aanvrage te
laten voorafgaan.
De bonapartist Raoul Duval en de aanvoerder der
centrums-partij Ribot ondersteunden dit gevoelen.
De heer Perry bleef er op staan dat over de be
noeming der commissie vóór de krediet aanvrage zou
worden gestemd en toen dit, zooals gemeld is, gewei
gerd was snelde hij naar de tribune, verklarende, dat
het ministerie zijn ontslag zou vragen. Alle ministers
verlieten daarop de zaal. Daarop vond de bonapartist
Delafosse de aftreding van het ministerie niet vol
doende hij stelde voor, het in staat van beschuldiging
te stellen wegens landverraad, tevens verlangendedat
dit voorstel spoedeischend zou worden verklaard.
Met 304 tegen 161 stemmen werd dit geweigerd. Na
eene motie van bewondering aan het leger te hebben
aangenomen werd onmiddelijk overgegaan tot het be
noemen der commissie voor de kredietaanvrage, waarna
de zitting verdaagd werd. Zes van de tien leden dier
commissie waren onvoorwaardelijk voor het toestaan van
het krediet.
Toen de menigte buiten de aftreding van den heer
Perry vernam riep men „Weg met Ferry Te water
met Perry Des avonds te zes uren begaf zich de mi
nister naar het Elysée. De straten waren nog vo! raen-
schen en voortdurend hoorde men don keet: „Weg
met FerryZoowel de Kamer als de Senaat heeft
den 31 het voor Tonkin aangevraagde krediet aanvan
kelijk tot een bedrag van 25 miljoen met algemeene
stemmen toegestaan, in afwachting van het nieuwe mi
nisterie.
Prins Orloff, de russische gezant te Berlijn, is den
29 op zijn landgoed te Fontainebleau, waar hij ernstig
ziek lag overleden.
De leden der Kamer Bernard en Paul Bert hebben
een wetsvoorstel ingediend, waarbij bepaald wordt, dat
een vader, die 7 kinderen in leven heeft, een daarvan
kan aanwijzen, om op staatskosten opgevoed te worden,
hetzij ia enn instelling van openbaar ouderwijs, hetzij
op een industrie-, handel- of landbouwschool.
Generaal de Négrier is bevorderd tot divisie-generaal,
De Figaro, het eenige blad, dat rechtstreskscbe
berichten uit Tonkin schijnt te ontvangen schat het
verlies der fransehen bij de laatste nederlaag in Tonkin
op 1500 mau nan dooden gekwetsten of' vermisten.
Generaal de Négrier werd gewond door eon kogel, op
het oogenblik dat hij den terugtocht, dekte.
De commissie voor het Suez-kanaal is den 30 door
minister Ferry verwelkomd. Hare werkzaamheden zijn
aangevangen.
Te Parijs liep den 1 het geruchtdat China de vre
desvoorstellen van minister Perry aangenomen had.
Eene pogingom dei) 1 des avonds te Parijs wan
ordelijkheden te doen ontstaan, werd dadelijk onderdrukt.
OOSTENRIJK-HONGARIJE. Het hongaarsehe
Hoogerbuis is met 234 tegen 81 stemmen overgegaan
29)
XII.
„Goeden morgen, Cadama
„Hoe vaart gij baron
Zij schudden elkander vriendschappelijk de hand
want de italiaansche advokaat en de duitsche student
waren vrienden geworden sedert den dag waarop de
eerste Hackert voor de eerste maal in diens woning in
de Dorotheënstrasse een bezoek had gebracht.
In bet huis dat onmiddelijk naast dat van den
student stond had Giulio Cadama zijnen intrek geno
men. Op het naamplaatje aan de deur stond echter
niet meer de titel „avvocato", maar de bijvoeging
„Onderwijzer in de italiaansche taal."
Cadama schoof eenen stoel bij de tafel en Hackert
nam plaats. De student bekeek eenige seconden in
blijkbare verlegenheid het ingewikkelde monogram op
den ivoren knop van zijnen wandelstok en zeide toen
snel alsof hij vreesde dat hij anders den moed weer
verliezen zou, om de bekentenis, die hem op de tong
lag uittespreken„Ik heb weer geld noodigmijn
waardeik ben in eene doodelijke verlegenheid
De Italiaan stond langzaam op.
„Hoeveel p" vroeg hij.
„Twee a drieduizend gulden zouden voorloopig vol
doende zijn. Ik heb verplichting aan Eisner von den Saxo-
Borussen hij nam voor eenigen tijd de betaling eener
eereechuld voor mij op zich nu vraagt hij eenen der-
gelijken dienst van mijdus moet ik hem helpen
Signor Cadama haalde drie banknoten uit zijne por
tefeuille en legde ze op de tafel.
„Gij, jongelui, verkwist veel geldmeer dan noodig
is", zeide hij met nadruk. „Doch dat gaat mij niet
aan zoolang het mijne eigene fondsen niet betreft
„Gij weetmijn waarde Cadama", viel Hackert hem
in de rede„dat gij alles later met de niet al te lage
rentedie gij pleegt te nemen zult terugkrijgen.
Waarom dus die onnoodige praatjes?"
„Omdat ook eindelijk aan mijn geld een einde komt,
mijn vriendGij zult mij moeten toestemmen dat
het hoogst onaangenaam zou zijn wanneer ons de mid
delen gingen ontbrekenvóór wij het doel dat wij
beoogen bereikt hebben."
„Waarom maakt gij dan niet kort proces voor den
drommel riep de student geërgerd. „Ik begrijp niet,
waarom gij nog zoo lang draalt en bedenkt. Laat ons
de zaak toch eenvoudig het gerecht in handen geven."
Cadama wiep den student eenen veraehtelijken
blik toe.
„Dank u doe g ij datmaar breng g ij dan ook
volledige bewijzen aan anders zal men u een
voudig uitlachen Denkt gij dan mijn beste baron
dat ik maar voor de grap hierheen gekomen ben
aileen om mij met uw berlijnsch bier de maag te bederven?
Wanneer de zaak zoo eenvoudig was als gij voort
durend schijnt aan te nemen, dan had ik haar ook van
uit Rome kunnen regelen. Laat mij toch vrij spel
gij weethoeveel belang ik er zelf bij heb om deze
aangelegenheid tot een goed einde te brengen Wanneer
gij alleen deedt hetgeen ik u verzoek zonder
u om m ij n e handelingen te bekommeren, dan zouden
wij waarschijnlijk reeds verder zijn Heb de goedheid,
deze schuldbekentenis van zesduizend gulden, betaalbaar
over een jaar na dato te onderteekenen dan staan
u de verlangde drie duizend gulden dadelijk ten dienste."
Hackert greep het papier en zette er zijnen naam
onder. Eene verwensching tegen de woekerwinsten, die
deze schurk nam, lag hem op de tong, doch hij on
derdrukte die nog tijdig. Hij was in de macht van
den Italiaan geheel en al met zijne hulp zou hij een
millionair wordenzonder hem een bedelaar want de
slimme advokaat had er zich wel voor gewacht, om hem
meer tootevertrouwen dan strikt noodzakelijk was.
„Daar Hackert slingerde zijnen nieuwen „vriend"
het papier toe die het bedaard in den zak stak.
„Nu over onze zaken, mijn waarde", begon Cadama
opnieuw en hield den student zijnen sigarenkoker voor,
„ik heb eene nieuwe en tamelijk verblijdende tijding
voor u. Er heeft een zonderlinge samenloop van om
standigheden plaats gehad die onze plannen bevorde
ren kan. Gij verteldet mij immers kort geleden dat
amusante verhaal van de weggeloopen nicht van eenen
hier wonenden rijken industriëel
„Den handelsraad Dreyfusz wel zeker 1"
„Bene en de jonge officiermet wien dat jonge
meisje bij nacht en ontijd het vaderlijke dak verlaten
heeft, is een zekere luitenant Döring niet waar?"
„Döring zeker maar ik begrijp niet
„Laat mij eerst uitspreken Ik ontving gisteren
eenen brief van Francesco Boccanimet het postmerk
Airoio, dat aan den zuidelijken voet van den Gothard
ligt. Francesco deelde mij onder anderen mededat
hij door tusschenkomst van een mijner bekenden bij
den tunneiarbeid is aangesteld. Hij heeft daar zooveel
geschiktheid en handigheid aan den dag gelegd, dat men
hem zelfs eens de overbrenging van eene gewichtige bood
schap naar den aan de andere zijde werkzamen duitschen
ingenieur toevertrouwd heeft. In Göschenen is hij toe
vallig met een ingenieur, een vroeger pruissisch offi
cier Döring genaamd bekend geworden. Uit een
gesprek tussehen dezen en zijne vrouw was hem ge
bleken dat beiden den gestorven kapitein von Hackert
en diens familie intiem gekend hebben. Francesco
die zich natuurlijk hield alsof hem dit niets aanging
vraagt nu aan mij in welke betrekking zij tot dezen
staan en hoe hij zich tegenover dezen ingenieur en
zijne vrouw moet gedragen."
„Een merkwaardig toeval inderdaad Toch begrijp
ikeerlijk gezegd nog niet goedop weike wijze
gij voordeel van deze omstandigheid trekken wilt."