No. 46.
Zeven en tachtigste Jaargang.
1885.
V R IJ I) A G
17 APRIL.
ONZICHTBARE HANDEN.
Prijs der gewone Advertentiën:
©fficiëel ©cbeelte.
iiuitculanö.
PEUIL.LBTON.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Dondörd&g- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheeie Rijk f 1,
De 8 nummers 0.00.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van belanghebbenden
dat aan hen vergunning is gevraagd door ALPHONSUS
HUSKEN tot het voortzetten van den kleinhandel in sterken
drank het in perceel aan bet Hof, genaamd »de Zon," laat
stelijk gebruikt door B. DUMANS.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
15 April 1885. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd bet
aan hen ingediende verzoek met de bijlagen van N1C0LAAS
JOHANNES OUT, sigarenfabriekant alhier, om vergunning
tot het oprichten van een ijzeren eest in bet perceel aan de
Laat, hoek Krebbesteegwijk A, No. 137, en dat op Don
derdag, 30 April 1885, 's middags ten twaalf uren, ten raad-
huize gelegenheid wordt gegeven oin tegen het oprichten van
dien eest bezwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
16 April 1885. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
Lijst van brieven, waarvau de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de 2e helft der maand Eeburari 1885
E. J. Jasperse, C. Korff, wed. Kleiu, Directie Nederl. Bank,
D. Boon Dz., te Amsterdam G. v. Hul, Breda.
Van de hulpkantoren
Egmoud aan den Hoef'H. Oudshoorn, Amsterdam.
Rustenburg: T. HolejanP
Briefkaart: K. Oven Hz., Haarlem.
BELG1E. Den 13 vierde de nederlandsche gezant te
Brussel, mr. J. L. H. A. baron Gerieke van Herwijuen
het feest van zijnen vijftigjarigen staatsdienst,waarmede de
min. van buitenl. zaken hem in een zeer vereerend
ecurijven geluk weusehte. Het belgische blad, het
Journal de Bruxelles, schrijft, dut, sedert den heer Falk,
te Brussel geen nederlandsch gezant gekend is, die
meer gezien was. Herhaaldelijk en gedurende vele jaren
bij het Hof verbonden, heeft hij eene belgische vrouw
gehuwd en zijn zijne kinderen in Belgie gehuwd. Nooit
zijn Nederlands belangen beter noch met beminnelijker
doorzicht ten aanzien van Belgie's eigene belangen ver
tegenwoordigd. Een man vau veel ondervinding en
van uitgelezen vormen schranderen gematigden
voorwaarts strevenden geest, is hij werkelijk een band
geweest tusschen de twee landen. Ondanks zijne vijftig
jaren dienst is bij lichamelijk en geestelijk nog vol
frissche kracht. Wij rekenen er op hem nog lang in
ons midden te zien. De heer Gerieke en zijne echt-
genoote zijn een sieraad der hoofdstad.
DUITSCHLAND. De bekende leider der centrums-
partij Schorlemer Alst, heeft zijn mandaat als lid van
den Rijksdag neergelegd.
ENGELAND. De admiraliteit te Portsmouth heeft
bekend gemaakt, dat all gepensioneerde manschappen
van de marine en van de marine-infanterie die
beneden 50 jaren weder in werkelijken dienst willen
treden daartoe onverwijld aanvrage moeten doen.
De engelscbe bladen van den 15 deelen mede dat
in de laatste 24 uron de kansen op het behoud vau
den vrede gunstiger staan.
Hoogerhuis. De minister van buitenl. zaken
verklaarde den 12dat hij niets te voegen bad bij mi
nister Gladstone's jongsto verklaring over Pendjeh. De
heer van Staal had hem het reeds openbaar gemaakte
rapport van generaal Komaroff medegedeeld. Op ver
der antwoord werd gewacht. Er was geen grond om
geloof te hechten aan de geruchten als zouden de
Russen langs de Murghab oprukken en Herat bezet
hebben.
Bij tweede lezing werd het wetsontwerp tot bescher
ming van meisjes tegen verleiding en onzedelijkheid
aangenomen.
Lagerhuis. Minister Gladstone deelde den 12
mede dat het verslag van den Onderkoning van Indië
over de gedachtenwisseling met den emir van Afghanis
tan ontvangen was. Hij kon daarover niet in bijzon
derheden treden alleen kon hij verklaren dat de uit
komst volkomen bevredigend was.
Minister Cross kondigde aan dat hij het voorstel
om tot de artikeisgewijze behandeling van het wets
ontwerp op de egyptisehe leening over te gaan zou
bestrijden met een tegenvoorstelom de verdere be
raadslaging uittestellen totdat de overeenkomst over
het Suezkanaa! aan het Huis was medegedeeld.
Minister Gladstone nogmaals het woord nemende
zeidedat een ernstig onderzoek naar het gebeurde
van Pendjeh noodig was. Hij hoopte dat volledige
inlichtingen verschaft zouden worden omtrent de voor
gevallen feiten. De verklaring van generaal Komaroff1
was ontvangenmaar verdere meriedeelingen van de
russische regeering werden afgewacht.
Minister Edmund Fitzmauriee zeide, dat tot de regee
ring geen officiëele vertoogen gericht waren betreffende
de schorsing der uitgave van den Bosphore égyptien.
Minister Childers deelde mede dat Rothschild een
geldelijk voorschot aan den Onderkoning vau Egypte
had gedaan. Schikkingen waren getroffen voor eene
vermindering der belasting op de coupons der schuld.
Het daartoe betrekkelijk besluit van den Onderkoning
was door de Kas der Schuld goedgekeurd.
Minister Hartiugton zeide met betrekking tot het
antwoord op de koninklijke boodschap betreffende de
legerreserve dat over het krediet voor de krijgsver
richtingen in Soedan en de toebereidselen voor Indië
vóór de behandeling der begrooting moest beraadslaagd
worden. Daarna zou de regeering volledige inlichtin
gen geven. Oproeping van een aanzienlijke macht der
legerreserve zou waarschijnlijk noodig zijndoch eene
oproeping der militiereserve was nog onnoodig.
De heer Laboucbère stelde als amendement voor,
dat het leger versterkt zou worden door het terug
roepen der troepen uit Soedan.
Na korte beraadslaging werd dit amendement ver
worpen met 148 tegen 39 stemmen en het antwoord
op de koninklijke boodschap aangenomen.
Gladstone zeide den 14, in antwoord op eene vraag
van Northcote, dat van Peter Lumsden geen bevestiging
ODtvangen was van het bericht, betreffende bet verder
voorwaarts rukken der russen. Reuters-Offfee ontving
uit Petersburg eene mededeeling, waarin de verzekering
wordt herhaald, dat zulk een oprukken, volgens de be
doelingen en bevelen der russische regeering, niet zou
geschieden.
ITALIË. Uit Rome wordt aan de Temps te Parijs
bericht, dat Engeland Italië officieus verzocht heeft
door zijne troepen de engelsche bezettingen op ver
scheidene plaa'sen in Egypte te vervangen. Italië was
bereid hierin toe te stemmen maar vroeg vooraf,
waarheen de engeische bezettingen zouden gaan. Ver
nomen hebbendedat zij bestemd warfen ter verster
king van de engelsche strijdmacht in Afghanistan had
de ministerraad geweigerd nieuwe italiaansche troe
pen naar Egypte te zenden. Dit antwoord schijnt ge
geven te zijn naar aanleiding van de opmerkingen van
Duitschland en Oostenrijk die herinnerd zouden heb
ben dat Rusland de bondgenoot is dier twee rijken.
Echter moet de italiaansche regeering getracht hebben,
hare weigering te verzachten door aan Engeland te
beloven, nieuwe troepen uaa r Egypte te zenden zoodra
het geschil tusschen Engeland en Rusland beslist was.
Toen zij van haar antwoord op het engelsche voorstel
kennis gaf, was te Rome nog niets van de eerste ont
moeting tusschen de russen en de afghanen bekend.
De italiaansche gezantgn te Petersburg en te Londen
hadden bevelen ontvangen, om eenen verzoenenden in
vloed uit te oefenen ter voorkoming van eenen oor
log tusschen Engeland en Rusland.
TURKIJE. De Koning en de Koningin van Zweden
zijn den 9 te Konstantiuopel aangekomen en werden
door den Sultan in het paleis Dolmabudsche, dat door
dezen tot beschikking der hooge bezoekers was gesteld,
afgewacht. De ziekte van prins Karei heeft een gun
stig verloop, waarom vermoedelijk de Koning den 14
weder de terugreis aanvaarden zal. De toestand van
luitenant Ribbing den reisgezel van den prins, die de
zelfde z ekte heeftis insgelijks bevredigend.
MIDDEN AMERIKA. De vredesgrondslagen zijn
den 14 door San Salvador en Guatemala aangenomen,
waardoor de vijandelijkheden opgehouden hebben. Een
algemeene amnestie is afgekondigd. Het eind-verdrag
betreffende den vrede zal te Acujutla geteekend worden.
BRITSCH-INDIE. De Onderkoning kwam den 15
te Lahore aan en antwoordde op het adres, hem door
het gemeentebestuur aangeboden het volgende „Terug-
35)
Den volgenden middag bracht Lucia hare meesteres
een visitekaartje, waarop „Giulio Cadnma." De naam
was de weduwe wel bekend; wat haar echter een oogen-
blik deed verbleeken waren de met potlood geschreven
woorden „Brutus Cassius."
Cadama trad binnenals altijd in het zwart, doch
nu met eene zacht roode mosroos in het knoopsgat.
De advokaat boog eerbiedig voor Ilona. „Ik hoop,
mevrouw, dat gij mij de geheimzinnige manier zult ver
geven, waarmede ik mij in eene, voor ons beiden hoogst
gewichtigeaangelegenheid bij u indringbegon hij.
„De zaak, die ik met u wilde bespreken, is intusschen
van zulk een groot gewichtdat ik mij eerst van uwe
medewerking wilde verzekeren, vóór ik u openlijk durfde
bekennen dat „Brutus Cassius" en uw onderwijzer in
het italiaanseh een en dezelfde persoon zijn. Voor ik
verder ga, mevrouw, moet ik u, om mij zelfs willen, nog
iets verzoeken beloof mij plechtigdat gij voor het
geval gij na mij te hebben aangehoord mijnen voor
slag niet aanneemt, een jaar lang niemand, wie het ook
zij, iets vertellen zult van hetgeen ik u openbaren zal.
Uw woord, mevrouw, is mij genoeg."
„Ik beloof het", antwoordde Ilona kort. Toen schelde
zij Lisca de kamenier, een meisje, dat zeer aan haar
gehecht was en dat zij van het goed van haren vader
in Hongarije mede naar Berlijn genomen had.
„Breng wijn I" beval zij en voegde er bij„Ik ben
voor niemand te spreken, voor niemand, Lisca
De kleine Hongaarsche knikteten teeken dat zij
bare meesteres begrepen badmet het coquet gefri
seerde hoofdje en bracht spoedig het verlangde. Toen
de wijn op tafel stond zette Ilona de deuren van de
zijvertrekken wijd openom mogelijke luisteraars te
beletten, dicht genoeg het vertrek te naderen en ging
toen vlak tegenover den Italiaan in eenen leuningstoel
zitten.
„Ik ben bereid, uwe mededeelingen aan te hooren,
mijnheer Cadama," zeide zjj.
Cadama richtte zich in zijnen stoel op en steunde het
hoofd in de hand.
„Welaan dan, mevrouw", antwoordde hij, „ik zal begin
nen en, opdat gij een goed overzicht van de zaak zult krij
gen, u alles vertellen, van den aanvang af, zonder mij voor-
loopig met eene kritiek der feiten bezig te houden
Het was in den zomer nu twee jaren geleden toen
ik die mij nu aan u als een der meest gezochte ad-
vokaten van Rome mag voorstellen door eenen knaap
op mijn bureau aangesproken en verzocht werd om
hem naar een zolderkamertje in de Yicoletto delle
Botteghe oscure te vergezellen. Daar lag eene vrouw
op sterven snikte de knaap eene arme verlaten vrouw,
zijne moederdie op het laatste oogenblik door gewe
tenswroeging gepijnigd werd en om een rechtsgeleerde
geroepen had. Ofschoon ik zeer veel te doen had
aarzelde ik toch geen oogenblik om aan de smeekingen
van den knaap die zeer toevallig mijn adres ontdekt
had, gehoor te geven. Ik ben een geboren Romein,
mevrouw en ik heb in de honderden duistere zaken,
waarvan ik de draden heb moeten ontwarren de ge
heimen der modern geworden eeuwige stad in den
grond leeren kennen. Ik wistdat er geen plek op
aarde bestaat waar nog heden zich zoovele verwarde
draden kruisen als juist in Romewaar nog heden
zoovele treurspelen der hartstocht worden afgespeeld
zoovele misdaden geboetzoo menige strijd des harten
wordt gestreden. Rome is niet meer de stad der Ro
meinen maar een internationale verzamelplaats der
volken en juist, omdat zich noord en zuid en oost en
west op deze zeven heuvelen aan den Tiber vereenigen,
met aile goede en edele en alle slechte en kwade
eigenschappen der nationaliteitendaarom is het ook
slechts al te natuurlijkdat zich hier in de hoogste
mate jammer en ellende ophoopen. De vreemdeling,
die als tourist de bezienswaardigheden vau de Tiberstad
bezichtigt bemerkt daarvan slechts weinig wel echter
de. jene die, evenals ik, gedwongen is, ook de treu
rige keerzijde van den uiterlijken glans te zoeken en
die zich te midden der vreeselijke ellende moet bewegen,
welke zich de schilderachtige huizengroepen aan beide
zijden van den gelen stroom tot woonplaats gekozen
heeft. De uitslag deed mij zien dat ik ook ditmaal
gelijk bad toen ik tot mijzelf zeide, dat het zolderka
mertje in dat nauwe steegje het een of ander geheim
in zich verborg dat ik geroepen was te ontsluieren
Het was een jammerlijk nest, waarin de knaap mij
bracht, een verblijf, dat zonder overdrijving gij,
mevrouwnauwelijks uwen houden tot woonplaats
zoudt geven, en zoo klein, dat men er zich slechts met
moeite in kon omwenden. Het geheeie ameublement
van dit vertrekje bestond uit een gebroken tafeltje
een waggelend bankje en eenige bossen stroodie op
den kouden grond uit gebroken steenen bestaande
waren neergeworpen. Eene bedompte verstikkende
met ziektekiemen van aherlei soort doortrokken lucht
vervulde de kleine ruimte ik rukte het venstertje open,
zelfs de walarialucht daarbuiten in het enge steegje
was nog gezonder dan deze vreeselijke atmosfeer
Ineengekrompen en met den dood worstelende
lag in eenen hoek nauwelijks met lompen bedekt
eene vrouw. Uit het vaalbleeke ingevallen gelaat
staarden mij nog slechts de groote zwarte oogen tegen,
een paar oogen die zeker eens in gloeiende hartstocht
moeten hebben geschitterd en waarin nu slechts een
koortsgloed lag. De bevende handen grepen naar de
mijne en trokken mij zachtjes naar omlaag zeer dicht
moest ik mijn oor aan de bevende lippen brengen
om te verstaanwat de zacht gefluisterde klanken
moesten beduiden. Dat wat mij de zieke in afge
broken volzinnen mededeelde was wel geschikt om
mij het verschrikkelijke verblijf te doen vergeten, waarin
ik mij bevond