No. 53.
Zeven en tachtigste Jaargang.
1885.
ZONDAG
3 MEI.
ONZICHTBARE HANDEN.
Grondwetsherziening.
Prijs der gewone Advertentiën:
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
©fftttëel (Bcbeelte.
feuilleton.
Moet het kiesrecht worden geregeld in
de Grondwet
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat bun vergunning gevraagd
is, om den verkoop van sterken drank in het klein te mogen
voortzetten door JANNETJE KUNST, weduwe JAN MA-
REES Dz iu het perceel aau de PaardensteegNo. 7 en
door de weduwe JOHANNES van der HAAGEN in het
perceel aan de ChoorstraatNo. 25.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar A. MACLAINE PONT.
1 Mei 1885. De Secretaris
NU HOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
vestigen bij dezen de aandacht van de belanghebbenden op de
art. 3 en 28 der wet tot regeling van den kleinhandel in
sterken drankzooals die gewijzigd zijn bij de wet van 16
April 1885 Staatsblad No. 78), op 1 Mei 1885 in werking
getreden luidende (bij uittreksel).
Art. 3. De in art. 1 bedoelde vergunning wordt geweigerd
1". enz.
8°. Wanneer de vergunning wordt gevraagd voor eene loca-
liteit, waarin eene andere winkelnering wordt uitgeoefend of
loten worden verkocht in de Nederlandsche Staatsloterij of die
met zoodanige localiteiten binnensbuis gemeenschap heeft.
Ouder andere winkelnering wordt niet verstaan het bedrijf
van slijter in sterke dranken wijnen of bieren restaurateur
sociëteit-, billard-, kollbaan-, kegelbaan- en opentafelbouder
koffiehuis-, wijnbuis-, of bierhuisbouder.
Art. 28 (thans 26). Voor de localiteiten, waarin op 1 Mei
1881 zonder strijd met de wet of verordening sterke dranken
werden verkocht, kan, zoolang aan die localiteiten de bestemming
om voor verkoop van sterken drank in het klein te worden
gebruikt niet door eene daad van den eigenaar of gebruiker is
ontnomende vergunning, tenzij in de gevallen bedoeld bij
art. 3, Ns, 2—7, 9 enlO niet geweigerd worden:
a. aan hem die op vermeld tijdstip daarin bet bedrijf uitoefende
zoolang hij leeft;
b. aan anderen gedurende de eerste twintig jaren na voormeid
tijdstip.
Na 30 April 1885 wordt, tenzij de vergunning verleend is
op grond van eene vrijstelling krachtens het 2e lid van art. 4, de
verdunning voor de bovengemelde localiteitenwaarin eene
andere winkelnering wordt uitgeoefend of die met zoodanige
localiteit binnen 's buis gemeenschap hebbenbij tijdige be
taling van bet vergunningsrecht slechts geacht verlengd te
zijn onder voorwaarde
1. dat de verkoop van sterken drank geschiede in gesloten
flesschen kannen of kruiken
2. dat in de voor bet publiek toegankelijke loealiteiten geen
aangebroken vatenflessebenkannen of kruiken, sterken
drank inhoudende aanwezig mogen zijnen
3. dat het drinken van sterken drank in die localiteiten met
worde toegelaten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE P0N1.
2 Mei 1885. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
41)
Eindelijk kwam men aan de Rüttliweide, en nu ver
diepte men zich in klassieke herinneringen. Lucia
dronk van het heilige water der drie bronnen en
ging naar den rand van de rots om een blik op de
Tellsplatte te werpen waar de heldhaftige schutter,
volgens de sage, aan de handlangers van den landvoogd
ontsnapte. Tegelijkertijd bemerkte zij, dat mevrouw
Dreyt'usz toch wel eens gelijk zou kunnen hebben met
hare bezorgdheid voor het weer. De kleine wolk in
het westen was op bedenkelijke wijze in omvang toe
genomen de groene golven van het meer waren staal
grijs geworden en hadden witte koppen en scherp
blies de wind en drong gierend in de spieten der rotsen.
„Dat is de Eöhn", riep Lucia en glimlachend decla
meerde zij
Wenn der Sturm
In dieser Wasserklüft sich erst verfangen
Dann rast er um sicb mit des Raubthiers Angst
Das an des Gitters EiBenstabe scblagt
Die Pforte sucbt er heulend sich vergebens
Denn ringsum schranken ihn die Eelsen ein
Die himmelhoch den ganzen Pasz vermauern
„Hoe goed kent gij onze klassiekenmejuffrouw
schertste Waldau. „Ik heb wel is waar ook Schiller
gelezen, vroeger zelfs den Teil-monoloog en het Atting-
hausen's „seid einig einig, einig kunnen declameeren,
maar toch vrees ik dat men te vergeefs bij mij zou
aankloppen, wanneer men van mij zulke nauwkeurige
aanhalingen verlangde als gij daar zooeven ten beste
gaaft Ofschoon de storm, die „in der Wasserkluft
sich hat verfangen", nu juist niet zoo dreigend schijnt,
in ieder geval niet ernstig te vreezen is zoo zou ik
toch in bedenking gevenom aan den terugkeer te
gaan denkeu. Een rijtuig krijgen wij hier niet en de
weg is steil."
De volgende personen worden verzocht zich ter secretarie
dezer gemeente aantemelden
Agnes Helena Maria Kamerling, laatste woonplaats Nijme
gen; Abraham Heespelink1. w. Amsterdam; Cornelia Catha-
rina Schoon, 1. w. Warmenhuizen Elisabeth Nieuwkamp, 1. w
Amsterdam; Elisabeth Krap, 1. w. ScboorlElisabeth Wijn
berg 1. w. Heiloo.
„Iu steeds klimmende mate beefi men ondervonden",
schrijft de Staatscommissie ter voorbereiding der Grond
wetsherziening in haar verslag aan den Koning
„dat regeling van verschillende belangrijke zaken in
overeenstemming met de behoeften en denkbeelden van
het oogenblik door de Grondwet tot nadeel van het
algemeen belang wordt bemoeielijkt zoo al niet ver
hinderd." Onder de voorbeeldendie zij tot staving
van die uitspraak aanvoert noemt zij in de eerste
plaats de regeling van het kiesrecht. Inderdaad hteft geen
onderwerp de behoefte aan verandering der grondwet
telijke bepalingen waaraan de gewone wetgever moet
gehoorzamen sterker doen gevoelen. Herhaalde proe
ven tot verlaging van den census zijn mislukt. Welke
bijdrage in de directe rijksbelastingen van iemand in
zekere gemeente moet gevorderd worden om hem het
kiesrecht te kunnen verleenen bleek telkens moeielijker
uit te makeu vooral daar men niet alleen met de
algemeene personeele belasting te doen beeft, maar daar
enboven met de patentbelasting die niet van alle burgers
wordt geheven, en met de grondbelasting, tengevolge waar
van alleen het grondbezit aanspraak kan geven op kiesbe
voegdheid en elk ander bezit van effecten aandeelen
in maatschappijen hypothekenbuiten aanmerking
moet blijven en de Grondwet bovendien voorschrijft
dat bij de regeling acht moet worden gegeven op d6
plaatselijke gesteldheid, wat tot de meest uiteenloopende
opvattingen aanleiding heeft gegeven. Het vasiknoopen
van bet kiesrecht aan de rijksbelastingen heeft ten
slotte de verbetering van bet belastingstelsel in hooge
mate belemmerd en steeds medegewerkt om pogingen
daartoe te verijdelen.
Welke regeling moet dan de bestaande vervangen
Ziedaar de groote vraag bij welker beantwoording
zich het gewone verschijnsel voordoetdat zij, die een
stemmig zijn iu de veroordeeling van het bestaande
aanmerkelijk van gevoelen verschillen omtrent hetgeen
daarvoor in de plaats gesteld behoort te worden.
„De zaak geheel aan den wetgever over te laten"
schrijft de Staatscommissie „gaat naar onze meeniDg
niet aan. Het stelsel van verkiezing der leden van
de Staten Generaal is van te groot belang is te zeer
een der voornaamste grondslagen der geheele staats-
Lucia was van hetzelfde gevoelen en dus ging men
op weg. Maar Elimar was geen weerkundige „plot
seling en met de hevigheid van eenen storm in het
gebergte", zooals mevrouw Dreyfusz het voorspeld had,
stak de wind op. Lucia en Elimar waren midden in
het bosch, toen zij dezen op eenmaal boven zich hoorde
suizen suizen zoo luid en zoo dof en geweldig
als een naderend onweder. De toppen der boomen
bogen voor bet geweld van den wind en vlogen pijlsnel
weder omhoog een regen van bladeren viel naar om
laag. Daarenboven was het nu plotseling donker ge
worden in plaats van azuurblauwe luchtdie zich
eenige oogenblikken tevoren door de takken der boomen
vertoond had hingen nu vaalgele en grauwe wolkge
vaarten tot dicht op de kronen der boomen. Men
hoorde voortdurend een steunend en zuchtend geluid
een cogenblik bleef het weder doodstil, dan kwam er
een nieuwe windstoot en nu ging het steeds
door volgde stoot op stoot met zulk eene geweldige
krachtdat de takken zich bogen en de stammen
steunden en kraakten.
Lucia was achter eenen reusachtigen beuk gevlucht,
dien zij stevig omkneld hield. De wind rukte aan hare
kleederen en dreigde haar om te werpen. Af en toe
vielen er reeds dikke en zware regendroppels zij voelde
ze op haar bloote hoofdwant haar hoed was reeds
afgevallen
„Sla de doek om uw hoofd, mejuffrouw", zeide Elimar,
die zich door het woeden van den storm ook slechts
met de grootste moeite op de been hield het zal da
delijk beginnen te stortregenen hier kunnen wij niet
blijven Leunt op mijnen armdan zullen wij be
proeven de overhangende rots te bereikenwaar
wij zooeven die zingende knapen ontmoetten. Daar
vinden wij eene beschutting tegen regen en wind en
kunnen wij den terugkeer der zon afwachten
Lucia deedwat haar gevraagd werd zij legde
haren arm in dien van Waldau en zij bemerkte wel
hoe stevig deze dien aan zijne borst drukte.
Langzaam ging het nu voorwaartsmaar de weg
was steil en met scherpe steenen als bezaaid en de
wind woedde nog steeds met onverminderde kracht.
inrichtingdan dat men het van de inzichten eener
wisselende meerderheid afhankelijk zou mogen maken".
Zoo blijkt al aanstonds, dat de meerderheid der Staats
commissie niet het gevoelen deelt van één harer uit-'
stekende leden den hoogleeraar Buysdie in zijn
bekend werk: „De Grondwet. Toelichting en Kritiek"
de hier veroordeelde vrijheid vaD den wetgever met
nadruk verdedigt. „Liever" lezen wij daar „dan
aan den wetgever de verplichting op te leggen om het
geheele kiesrecht op zulk een bedriegelijken grondslag
(eene bepaalde bijdrage in de rijksbelastingen) te steunen,
late men toedat hij de bewijzen van beschaving en
welstand ga zoeken daar waar hij die op een bepaald
oogenblik meent te kunnen vinden in de ambten en
bedrijven, welke de burgers uitoefenen, in desommin,
welke zij aan huishuur of aan pacht van landerijen be
steden of waar dit bekend isin het inkomen van
de belastingschuldigen 't zij dan in één van die
gegevens alleen 't zij in meerdere van deze te zamen.
Door dus de gelegenheid open te laten om evenals hier
en daar in den vreemde datgene wat men zoekt langs
verschillende wegen op te sporen en daar waar men
onbedriegelijke kenmerken van beschaving en welvaart
aantreftde kiesbevoegdheid aan die kenmerken vast
te knoopen zal men eene regeling van het kiesrecht
verkrijgen welke wel is waar minder eenvoudig is dan
de tegenwoordige, maar dan ook veel meer waarborgen
oplevert dan deze, dat allen wien de uitoefening van
het kiesrecht veilig ban worden toevertrouwdook
werkelijk in de gelegenheid zullen worden gesteld, tot
de vorming van de Volksvertegenwoordiging bij te dra
gen." Ook de bepaling, dat het Rijk in de kies
districten moet worden gesplitst, zou de hoogleeraar
niet in de Grondwet vermeld willen hebben. Niet
omdat hij dit onvoorwaardelijk afkeurt maar omdat
hij den wetgever niet aau banden wil leggen en als
eenmaal de vele pogingen, om een betere regeling van
het kiesrecht te vinden dan thans uitvoerbaar schijnt
met een gunstig gevolg bekroond mochten worden
hem niet wil beletten, haar in te voeren door een grond
wettig gebod tot verdeeling van het Rijk in k esdistricten,
wat wellicht in dat betere stelsel niet zou passen. Men
denke b. v. aan eon kiesstelsel in den geest van dat
van Hare. Om deze redenen zou de heer Buija van
meening zijn dat de Grondwet niet anders zou moeten
bepalen dan: „De leden van de Tweede Kamer worden
rechtstreeks gekozen door hen die de vereischten be
zitten welke de wet stelt en op de wijze in de wet
voorgeschreven".
Ziedaar reeds een zeer belangrijke een principiëele
vraag waarbij het de moeite waard is, een oogenblik
stil te staan. Het is waarop deze wijze wordt de
moeilijkheid, aan het vinden eener goede regeling ver
bonden verplaatst. De Grondwetgever, zal men zeggen,
maakt het zich op deze wijze gemakkelijk, door een-
P—
Plotseling stiet Lucia een zachte kreet van smart uit
en viel.
„Om Gods wiljuffrouw Lucia wat scheelt a f" en
Elimar boog zich, om de gevallene op te richten.
Het jonge meisje trachtte te glimlachen maar Let
ging niet van harte.
„Wij zijn ongelukkig vandaag", fluisterde zij, „ik
liep te onvoorzichtig en verzwikte den voetdoch het
zal nu wel weer gaan laat ons maar eens probeeren
Neen het ging niet! Drie schreden toen bleef
Lucia opnieuw staan en leunde zwaar op Eiimar's arm.
„Wij moeten gaan zitten", zeide zij „de pijn is te
hevig ik kan niet verder
Juist op dit oogenblik begon het te regenen. Plot
seling was het windstildoch nu ruisehte en plaste
het door de bladeren alsof er een nieuwe zondvloed
in aantocht was.
„Wij kunnen hier onmogelijk blijven" zeide Elimar,
„gij zult doornat wordendat gaat nietIn drie
minuten hebben wij de bocht van den weg bereikt
en daar vinden wij beschutting onder de rots. Nood
breekt wetjuffrouw Lucia ik zal u dragen
Hij nam zijn plaid van de schouders en sloeg die
het meisje om dat geene tegenwerpingen maakte. Toen
hief Elimar de lichte last op en snelde voorwaarts.
Hij boog zich daarbij zooveel mogelijk naar voren
opdat de regendroppels hem zouden treffen en niet
haar, die hij droeg. Hij drukte haar vast aan zijne
borstwaarin een hoopvol hart klopte en hamerde
vastzeer vast
De bocht was bereikt. Dicht naast de straat steeg
hier de rots in grillige vormon op zulk eene wijze in
de hoogte dat deze een breed dak op eene dubbele
menschenhoogte vormdedat half over het pad heen
hing. Daaronder groeide en tierde het gras en had
de zorgvuldige hand der natuur eenige blokken ge
worpen die zeer gemakkelijke rustplaatsen aanboden.
Elimar zette zijne zoete last op een dezer steenen
zitplaatsen neer. Zijn ridderdienst was glanzend gelukt,
de regen had Lucia slechts weinig getroffen zij was
bijna droog gebleven.
Wordt tervolf/d.
i.
I a li!