No. 63. Zeven en tachtigste Jaargang. 1885. V R IJ D A G 29 MEI. ONZICHTBARE HANDEN. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f 1, Bij dit No. wordt aan onze abonné's in de stad de dienstregeling van het Postkan toor alhier verzonden, aan te vangen 1J uni welke aan onze abonné's buiten de stad op verlangen gratis worden toegezonden. Ove rigens is zij voor niet-geabonneerden a 10 cents verkrijgbaar. (Dfficiëtl (Bebeelte, Prijs der gewone Advertentiën I3nit«ni«nb. Biaticttlattb. FEÜII ,T ,ETQ3V. ILK SCIIE COURANT. De 3 nummers 0.06 Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEBHs. COS- TEB ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat in hunne beden gehouden vergadering van de in 1883 voor het overnemen der gasfabriek gesloten geldleening van f 120000 uitgeloot zijn zeven aan- deelen van duizend gulden, zijnde Nos. 78, 99, 43, 85, 115, 86, en 71, betaalbaar den l September 1885 ten kantore van den' gemeente-ontvanger te Alkmaar of bij de Kasvereeniging te Amsterdamzullende na dien dag die aandeelen geene rente meer afwerpen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar! A. MACLAINE PONT. 27 Mei 1885. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat zij in hunne heden gehou den vergadering ingewilligd hebben het verzoek van D. J. LE VERT, goud- en zilversmid alhier, om vergunning tot het oprichten eener goud- en zilversmidswerkplaats in het perceel aan de AppelsteegNo. 5. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 27 Mei 1885. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis datten gevolge van noodza kelijke herstellingen het verkeer voor voetgangers, rijtuigen en vaartuigen over en door de brug over het Luttik-Oudorp bij de Appelsteeg GESLOTEN is van M.aandag 1 Juni 1885 's namiddags 2 uren, tot Vrijdag 5 Juni 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 27 Mei 1885. De Secretaris, NUHOUT vak de» VEEN. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR roepen mits deze op alle verlofgangers der militie te land, vóór 1 April 1885 in het genot van onbepaald verlof gestelden te Alkmaar woonachtigom zich op Donderdag den 18 Juni dezes jaarsdes voormiddags te 9 uren te laten vinden vóór het Raadhuis dier gemeente om aldaar door of van wege den Militie-Commissaris te worden onderzochtg e- kleed in uniform en voorzien van al de door hem van het korps medegebrachte kleeding- en equipementstukkenbe nevens zakboekje en verlofpas. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 28 Mei 1885. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. BELGIE. De heer Bogier minister van staat, een van de grondleggers der Belgische onafhankelijkheid, is den 27 te Brussel overleden. EBANKBIJK. Het lijk van Victor Hugo is den 23 door middel van inspuitingen gebalsemd waardoor het ongeveer 15 jaren behouden kan blijven. De be grafenis is op den 31 bepaald. Aan zijn schriftelijk te kennen gegeven wensch, om in den lijkwagen der ar men te worden begraven zal worden voldaan. Op de kist zal slechts ééne krans liggen de overige aange boden kransen zullen op afzonderlijke wagens gelegd worden. Zijn uiterste wil is gedagteekend 9 April 1875 tot uitvoerders daarvan benoemde hij de heeren Jules Grévy Jules FavreGambettaHuard en Bouillon. Een deel daarvan bevat een soort van letterkundig en wijsgeerig programma. De regeering ontving o. a. van de italiaansche regeeringeene betuiging van deelne ming in zijn overlijden. Tegenover de loftuitingen in de republikeinsche bladen den grooten dichter toege zwaaid, staat een geheel ander cordeel van het bekende ultramontaansche blad de Univers. Dat blad schrijft, dat hij gevallen is naar den kantwaarnaar hij over helde. De omwenteling, welke hem hoop gaf op macht, de ongodsdienstigheid, welke hem populariteit beloofde, hebben hem verleid en beheerscht. Hij heeft haar gediend, niet uit overtuiging en liefde, want liefheb ben kon hij haar nietmaar met toorn en gal gelijk afvalligen dienen. Hij was nooit een verheven geest veel minder een edel karakterdeze mandie zijn leven lang toejuichingen bedelde dien de minste uit fluiting tot de buitensporigste woede dreefdie zich over een hekeldichtje wreekte met grofheden en laster taal die sedert dertig jarenom de volksgunst te be jagen niet ophield de ellendigste hartstochtende slechtste aandriften te vleien. En hart vertoont zich naauwelijks in zijn werk. Als dichter het kleurige en luidruchtige beminnende, hield hij gewaarwordingen voor gevoel. Indien hij roerde, deed hij zulks door op de zenuwen te werken, de hartstochten te prikkelen, maar den toon van het hartelijke, het teedere wist hij bijna nooit aan te slaan. Men zal hem nietzooals den ongelnkkigeu Alfred de Musset, kunnen nageven, dat hij geweend heeft. Intusschenmisschien is hij in zijne laatste oogenblikken getroffen geworden her kende hij het licht. Heeft hij d e zoozeer zijne verzen liefhaden zoo goed wistwelke de edelstede schoonste waren zich niet die herinnerd waarin hij God den lovendon God bezongen heeft hij niet als hij zich die herinnerde ze herhaald als een gebed Eene herinnering welke eene bede is om vergiffenis kan het behoud zijn eener scheidende ziellaten wij hopen dat hij die herinnering heeft gehad. De tegen den 24 te Parijs aangekondigde bijeen komst ter eere van de commune heeft tot vrij ernstige ongeregeldheden aanleiding gegeven. Omstreeks tien duizend personen waren om twee uur op Père-Lachaise verzameld, waar talrijke toespraken bij het graf der dood geschoten aanhangers der commune gehouden werden toen omstreeks drie uur eenig gedrang ontstond. De politie wilde de orde herstellen, waarop de roode vlag opgestoken en de oploop algemeen werd. De republi- keinsche garde deed eene charge. Op de agenten ha gelde het steenen en zij werden voor lafaards en moor denaars uitgescholden waarop zij hunne sabels trokken en het volk van de begraafplaats verdreven. Verschei dene personenook van de politiewerden ernstig gekwetst. Een persoon kreeg een bajonetsteek door de borst. Den geheelen avond heerschte in den omtrek dier begraafplaats groote gisting en toen de republikeinsche garde te half acht naar de kazerne trok werden de manschappen met veel woede uitgejouwd. Eenige per sonen meest gewapende liedeno. a. een redacteur van de Ami du peuplezekere Yiolard die van een revolver voorzien was, werden gevangengenomen. Den geheelen avond hadden verschillende kleine oploopen plaats. De begrafenis van een lid der commune op den 26 liep vrij rustig af. Kamer. Minister Allain-Targé, den 26 eene inter pellatie over het gebeurde op Père la Chaise beant woordende heeft gezegddat hij de verantwoordelijk heid voor de daden der politie aanvaardde. Hy had bevolen het dragen der vlag van den burgeroorlog te beletten en hij gaf voor den 24 en 25 dezelfde bevelen. Hij had in het belang der republiek gehandeld. Minister Goblet antwoordde dienzelfden dag aan den heer Lelièvredat hij in de bijzondere commissie ver klaard hadnoch de roodenoch de witte vlag te willennoch te zullen gedoogen. Met 388 tegen 10 stemmen werd eene motie van vertrouwen in de regee- rin<* aangenomen, waarbij verklaard werd, dat de Kamer op de regeering rekende, om de nationale vlag te doen eerbiedigen. ITALIË. 26 Nederlanders onder leiding van Mon seigneur Sneekersaartsbisschop van Utrecht, zijn door den Paus ten gehoore ontvangen. De aartsbisschop las een adres van getrouwheid liefde en onderwerping voor. De Paus ontving hen zeer welwillend. RUSLAND. Het zeekanaal te St. Petersburg is den 27 in tegenwoordigheid van den Keizer en de Keizerin geopend. YEREENIGDE STATEN. Bij een brand in eene drukkerij te Cincinnati op den 28 zijn 17 werklieden, die zich in de bovenverdiepingen bevonden, omgekomen. Van 8 meisjes die uit de vensters sprongen, waren 5 dood. CHINA. De fransche tekst van het met Frankrijk gesloten verdrag is den 24 vastgesteld. STATEN-GENEBAAL. Tweede Kamer. Den 26 werd het wetsvoorstel van den lieer Schepel tot be perking van het vestingstelsel tot de stelling van Amsterdam verdedigd door de heeren Viruly, van der Borch van Ver wo 1de, de Vos van S t e e n w ij k en den voor- steller. De heer vanderBorchvan Yerwolde wenschte 50) Wat Elimar aan Blankner verteld hadwas de waarheid. Aan eenen agent was door den een of an deren Maecenaswiens naam volstrekt niet genoemd werd, opgedragen, Waldau zesduizend gulden voor zijne schilderij te bieden. Elimar aarzelde geen oogen- blik om toe te slaan doch stelde de voorwaardedat zijne schilderijingeval zij aangenomen werdop de tentoonstelling geplaatst zou worden. Vooral de door Blankner geuile vrees had hem daartoe aangespoord. Op een der laatste dagen van September vierde Elimar zijnen geboortedag en had hij 's avonds eenige vrienden en bekenden tot een huiselijk feestje genoodigd, waaronder ook Dreyfusz en baron von Menken. De meesten der aanwezigen waren Menken reeds bekendonder hendie hem vreemd waren en nu werden voorgesteldbehoorde ook een mandie in de hoogste mate de opmerkzaamheid van den baron trok. Het was professor Wijzenbergeen Weener schilder die jaren geleden een der beroemdste mannen in zijn vak wasdoch palet en penseel had laten rusten, toen hij ouder werd en door eene erfenis in eene schitterende positie kwam. Elimar had den professor eenen vriendelijkenervaren en bereisden mandoor eenen vrienddien hij toevallig bij Gurlitt aantrof leeren kennen men had levendig over de „Liefde in den kerker", gesprokenen de professor had zijnen jongen collega daarover zooveel lof toegezwaaiddat Elimar zich gedrongen gevoeldetegelijk met zijn vriend, bij wien Wijzenberg gedurende zijn verblijf te Berlijn logeerdeook den laatste uit te noodigen. Niet de beroemdheid van den naam Wijzenberg was het echter die Menken zooveel belang inboezemde, maar de herinnering aan eene treurige gebeurtenis die deze naam in hem wakker riep de herinnering aan het sterfbed van kapitein von Hackert. Wijzenberg, zoo had ook die Weener schilder geheeten, die toenmaals met von Hackert en von Hilgersdorf gedurende den italiaansch-oostenrijkschen oorlog gewoond had in het kleine dorpje in het kanton Tessinodat het geheim van Lucia's geboorte bevatte. Het gelukte Menken den professor na het souper waarmede de oude Susanna alle eer had ingelegd, naar een hoekje van het atelierwaar Elimar de koffie liet ronddienen mede te troonen. „A propos, professor", ging Menken na eene kleine inleiding voort, „ik geloof, dat mij uw naam reeds door eenen gestorven vriend met wien gij in het jaar 1859 in het zuiden van Zwitserland waart meer malen genoemd geworden is. Herinnert gij u nog eenen jonkheer van Hackert—Selehern Wijzenberg leunde in zijnen stoel achterover en dacht een oogenblik na. „Hackert—Selehern herhaalde hij op vragenden toon „was hij niet bevriend met den kapitein, d. w. z. den lateren generaal von Hilgersdorf? Ha, juist, nu herinner ik me den naam duidelijk wij brachten het voorjaar van 1859 tezamen in B. door, een klein dorp in het kanton Tessino O, nu staat mij die tijd weder duidelijk voor den geest, mijnheer von Hackert verloor zijne vrouw in B. terzelfder tijdals wijHilgersdorf en ik in het wijngaardeoiershuisje, waar wij woonden, een klein avontuur het verdient eigenlijk nauwelijks dien naam hadden. Eene mooie marketentsterin wie ik eene Campagneese herkendedie mij vroeger tot model voor eene „Schwerttanzerin" diendewas plotseling midden in het tumnlt van den oorlog moeder geworden. De arme vrouw stond geheel verlaten in de wereld en daarom sloegen wij de handen ineenom hare ellende tenminste eenigermate te verzachten. Wij vonden het aardige vrouwtje in een bivouak weer en ik heb haar ten tweede male geschilderd op een aquarel, dat ik voor Hilgersdorf maakte. Ik denk gaarne aan die dagen terug; het was een goede, vroolyke tijd mijn lieve God nu is men reeds oud en grijs ,No^ niet te oud om niet met vreugde aan uwe jeugd terug te denken", lachte Menken. „Het is waarde een na den andere van de deelgenooten aan vroegere vroolijke uren daalt ten grave ook generaal von Hil gersdorf werd op het groote appel geroepen dat ons allen wacht. Met hem is een origineel verdwenen zooals Berlijn niet zoo spoedig er meer een zien zal „Het was een wilde kerel, toen ik hem leerde kennen, die Hilgersdorf", viel de professor hem levendig in de rede„soldaat met hart en ziel wie weetotdat niet het beste was wat van hem te zeggen vielZijne hartstochten beheerschten hem te zeer het spel en de vrouwen, verder bestond er geen genoegen voor hem, wanneer het kanongebulder eens verstomd was. Uok op onze beschermelingede kleine marketentster der Garibaldianen had hij den blik geworpen die dode don Juan 1 0„ „Hij kende deze schoone natuurlijk reeds lang t Menken verborg zijne angstigeopmerkzame blikken achter den brandenden lucifer, waarmede hij zijne sigaar Hflnstflk „Wel neen, volstrekt nietgaf de professor lachend ten antwoord. „De arme vrouw werd direct uit het kamp van Menotti Garibaldide toen nauwelijks twin tigjarige heethoofdige aanvoerder der vrijcorpsen op een ladderwagen naar het onzijdige gebied van het Tessiner dorpje gebracht. Ik kan mij dat nog herinneren alsof het gisteren gebeurd was. Het regende ver schrikkelijk een echt italiaansche landregen toen het voertuig voor ons huis stilhield. Hilgersdorf had nauwe lijks het schoone gelaat van de jonge Carmella - Carmellajuist zoo heette de kleine gezien ot hij wierp zich dadelijk tot haren beschermer op. Mogelijke verwachtingen, die hij gekoesterd mag hebben, zullen zich echter zeker niet vervuld hebben want de kleine Carmella was zeer preutschen kon met hare zwarte oogen drommels wild kijken wanneer men niet eer-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1885 | | pagina 1