No. 78.
Zeven en tachtigste Jaargang.
1885.
V li IJ I) A G
ONZICHTBARE HANDEN.
Prijs der gewone Advertentiën:
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- an
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
(Bcbsclte.
jBniUntant)
^EÜILiXjETOW.
64)
Het hoogste geluk.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Dee> 3 nummers 0.06.
Jacob v. d. Bnsse, laatste woonplaats Heer Hngowaard
Gerrit Post1. w. Haarlem en Helena Constantia Kirsch, 1. w.
Nieuwer Amstel, worden verzocht zich ter gemeente-secretarie
aan te melden.
Lijst van brieven waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden geweest door het Postkantoor Alkmaar:
Mr. J. M. van Stipriaan Luiscius, Abrweiler, prov. Neder -
Pruisenadres dokter von Ehrewall.
Briefkaart: Mevrouw Mosselvan HamelF
BELGIE. De gemeenteraad van Bouwsel beef; op
voorstel van het college van dagelijksch bestuur
f 200.000 toegestaan voor de electriscbe verlichting
van het stadhuis. Slechts 2 leden stemden tegen
dit voorstel als naar hunne meening een ongeoor
loofde weelde bij den ongunstigen stand der stedelijke
geldmiddelen. De voorstanders voerden aan, dat alleen
de inrichtingskosten hoog waren dat overigens bespa
ring werd verkregen en bet brandgevaar aanmerkelijk
verminderen zou.
DUITSCHLAND. De jury te Frankfort heeft Lieske,
beschuldigd van moord op den commissaris van politie
Rumpff, schuldig verklaard, waarna het gerechtshof hem
tot 4 jaren tuchthuisstraf en verlies van zi.ne burger
schaprechten voor 10 jaar veroordeelde.
ENGELAND. Den 1 is te Launeeston tot lid van
het Lagerhuis gekozen do heer Webster, de nieuw be
noemde procureur-generaal, met 417 stemmen tegen
374 st. op den liberaal Pethick, en te Eije herkozen
de heer Bartlett met 473 st. tegen 336 op den liberaal
Hawkes.
FRANKRIJK. Den 28 beeft in verscheidene ge
meenten en vooral te Parijs een zwaar onweder gewoed.
Te Yilleneuve werd de vrouw des huizes door het in
slaan des bliksems gedood en eene dochter verloor de
spraak. Hier en daar richtte een hagelslag groote
schade aan.
Kamer. Den 30 werden de laatste artikelen
der begrooting voor openbaar onderwijs aangenomen.
De beer Langlois bestreed de scheiding van Kerk en
Staat en de opheffing van de begrooting van eere-
dienst als voorbarig. Artikel 1 dier begrooting werd
aangenomen met 330 tegen 132 stemmen.
Minister Legrand diende een voorstel in strekkende
om de voortbrengselen uit Rumenië met een buiten
gewoon invoerrecht van 50 pet. te treflen.
ITALIË. De heer Depretis deelde den 1 in de
Kamer mede, dat de heer Tajani benoemd was tot mi
nister van justitie en dat hij tijdelijk tot minister van
buitenlandsche zaken aangewezen was. De ministers
zouden aan de liberale beginselen getrouw blijven en
Du Cat had zich half in zijnen stoel opgericht en
met groote opmerkzaamheid geluisterd. De in alle
streken volleerde avonturier had bij de eerste woorden
van Menken reeds geweten dat bij tegen dezen niet
opgewassen was. Toch achtte bij het noodigzijne
drieste houding te bewaren alleen zijn toon was on
willekeurig beleefder en meer onderworpen geworden.
„Wanneer ik u van dienst kau zyn monsieur de
Menken", antwoordde hij beleefd „dan ben ik daartoe
bereid zonder daarvoor eene belooning te verlangen.
Voor ik u echter verzoek mij uw verlangen mede te
deelen zou ik eene beschuldiging die gij mij voor de
voeten werptten deele ten minste willen tegenspre
ken. Wij zijn onder ons en ik kan dus zonder vrees
spreken. Gij spraakt zooeven over uwe verliezen op
dien avond in Saint-Estain waarop ik de eer had u
te leeren kennen. Niet mij hebt gij echter deze te
wijten, doch uwen landsman en krijgsmakker Hilgersdorf
geheel alleen Ik lieg zeer dikwijls en heb veel gelogen
in mijn leven dat behoort nu eenmaal tot mijn vak
ditmaal eebter spreek ik de zuivere waarheid
„Ik betreur slechts dat gij daarvoor geene getuigen
kunt bijbrengen, monsieur du Cat, want in dit geval
zoudt gij reeds mijnen wenscfa vervuld hebbencog
voor ik dien uitgesproken heb. Ik zoek om kort te
zijn, naar de een of andere strafbare handelwijze in
het leven van Hilgersdort, die zoo noodig ook voor
het gerecht met bewijzen kan gestaafd worden
„Maar Hilgersdorf isvoor zoover mij bekend,
in November of December 1881 in San Remo gestorven",
viel de markies hem in de rede. „Wilt gij van eenen
doode rekenschap vorderen f'
dezelfde regelen volgen tot heden als richtsnoer door
de regeering aangenomen. Op eene vraag over de
koloniale staatkunde antwoordde bij dat bij naar ge
lang van omstandigheden zou handelen maar op
zijn leeftijd (73jaar) is men tot avontuurlijke onderne
mingen niet meer geneigd. Men kan tegen hem stem
men, maar dan zal hij weten wat te doen. De Kamer
ging tot nadere bijeenroeping uiteen.
SPANJE. Den 28 overleden aan cholera: te Ma
drid 1, te Aranjuez 15, te Ciempo Zuelos 5in de
provincie Castellou 74, in de provincie Valencia 338,
te Alicante 61, te Saragossa 9, te Toledo 18 personen;
in al die p aatsen en provinciën kwamen zeer vele
nieuwe ziektegevallen voorden 29 in het geheele
rijk 600 sterfgevallen waarvan slechts één te Madrid.
EGYPTE. Er is sprake van bet verlengen der be
zetting van de provincie Dongola, nog gedurende eeni-
gen tijd.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Zitting van den 30.
üe beraadslaging over de wijziging van art. 240, 242 en 247
der gemeentewet wordt voortgezet.
De heer Rutgers van Rozenburg wijst op eene mis
vatting van den minister van financiën, alsof bij de inkomsten
belasting van 1871 rekening was gehouden met de grondbe
lasting. Juist omdat dit niet bet geval was, werd het ontwerp
verworpen. Hij erkentdat er vele klippen in het vaarwater
zijnmaar waarom heeft de reg ering dan de klassenbelasting
juist op dezelfde klip laten stranden, n.l. door de grondbe
lasting niet in aanmerking te nemen. Vandaar dan ook dat
hij tegen de klassenbelasting stemde. De minister van finan
ciën blijkt, geërgerd te zijn geweest over zijne aanduiding van
bemantelen. Hij bedoelde niet met bemanteling opzette
lijke verhelingmaar verkeerde raming der tekorten. De re
geering meent, dat de middelen van 1885 wel degelijk meer
dan 6j(, miljoen meer zullen opbrengen dan de raming. Hij
blijft dat ontkennen. De meerdere opbrengst van 11 ton in
vijf maanden bewijst dit niet, want daarin zat een buitenkansje
van de successie, terwijl daarbij ook gerekend is op f 3 meer per
vat gedistilleerd. Volgens zijne berekening zullen de middelen
eer minder dau meer opbrengen en het tekort wel stijgen tot
4 a 6 miljoen. De besparingen, door den heer Bahlmann aan
gegeven, doen weinig aan dat tekort af £r zal veel op publieke
werken overschieten, in hel bijzonder op het Merwedekanaal, dat
niet meer in de gunst van den minister van waterstaat deelt,
daar hij in 1883 en 1884 ruim 4 miljoen, daarvoor toegestaan,
niet heeft uitgegeven. Maar die uitgaven zijn buitengewone
uitgaven, wel kasruimte gevende, maar het tekort niet dekkende.
Deze kunstmiddeltjes om de schatkist te vullen brengen samen
niet meer dan 2% miljoen op. Hoe dan de overige 3% miljoen
te vinden F Door indirecte belastingen F Neen, men zal wel
moeten komen tot een belasting op het roerend vermogen, tenzij
men zich met gelatenheid onderwerpe aan de zoogenaamde ban-
kroetierspolitiek. Hij bestempelt liet omwerp zelf als een middel om
langs een omweg te komen tot een ontoereikende en overbodige
regeling. Dit voordeel is toch te verkrugen zonder omweg. De
minister neme de geheele personeele belasting terug, geeft eene
„Dat niet maar ik wil een wapen hebben tegen de
weduwe van Hilgersdorfdie mij in eene voor u vol
komen onverschillige zaak tegenwerkt", gaf Menken
ten antwoord.
Du Cat begreep hem alleen de oorzaak van Men
kens handelwijze beoordeelde hij verkeerd. „Hij is een
schurk evenals ik", dacht hij, „maar hij kent mij en
daarom moet ik mij naar hem schikken I"
„Ik begrijp u", antwoordde bij „en het verheugt
mij u te kunnen helpen. Ik vertelde u dat ik Hil
gersdorf reeds als zeer jongen man leerde kennen.
Reeds toenmaals was hij een hartstochtelijk speler, en
hield hij ervan, het toeval te hulp te komen. Tot de
meest bekende spelers in Rome behoorde in die dagen
een Piemontees, Emmanuele Fratto bij hem had zich
een kleine kring van jonge heethoofdenwaaronder
ook Hilgersdorf en mijn persoon, aangesloten. Een der
offers van dezen kring was een jong romeinsch koop
man, Annibale Faresi. Aonibale schoot zich dood, na
dat hij op zekeren dag het overschot van zijn vermogen
verspeeld haden het onderzoek naar de oorzaak van
zijnen dood leidde ongelukkiger wijze tot onze ontdek
king. Fratto ik en een zekere Krysofïsky, een Pool
van geboorte, werden veroordeeld, Hilgersdorf was reeds
buitenslands, en bleef daarom, èn omdat wij zijnen
naam in het verhoor niet genoemd hadden op vrije
voeten toch was hij even schuldig als wij.
Kiysoffaky is dood of verdwenen, Fratto echter leeft
nogen daar hij nog steeds evenals ik het spel als
handwerk ofschoon op gematigder wijze dan vroeger
beoefent, woont hij natuurlijk ook in de nabijheid van
Monaco, en wel in Mentone. Emmanuele Fratto stond,
zooals ik zeker weetmet Hilgersdorf jaren lang in
zeer intieme briefwisselingdie zeker nog sterker het
duistere verleden van uwen landsman karakteHseeren
zal dan wij beiden dit vermogen en Emmanuele is
een veel te voorzichtig man om zulke kostbare stuk
ken, als de brieven van Hilgersdorf, niet zorgvuldig te
bewaren. Daar Emmanuele mijn vriend ishoop ik
vaste som aan de gemeenten en heft, om de 9 ton te krijgen, 20
opcenten op de gebouwde eigendommen voor het rijk, in plaats
van die heffing aau de gemeenten over te laten. Hij meent
overigensdat de algemeene belastingwetgeving van het rijk
niet mag bedorven worden door den bijzonderen toestand, waarin
de friesche gemeenten zich bevinden. Is het noodig, men make
voor die noodlijdende gemeenten een bijzondere regeling. Vrees,
dat de gemeenten dat vaste bedrag zouden weigeren, koestert hij
niethoe men het ook moge noemen alimentatie, bedeeling of
fooi zelfs, de gemeenten zullen de handen wel ophouden. Wat
het amendement betreftde voorstellers bedoelen wel degelijk
daarmede het voorstel 2zr der commissie van rapporteurs in te
dienen.
De min. van bin n. zaken wijst op de onmogelijkheid,
om eenig belastingvoorstel in te dienen zonder het verwijt van
druk, benadeeling of economische schade te loopen. Men weegt
op een goudschaaltje de nadeelen van zulk een voorstel, prijst
andere belastingplannen aan en zoodra deze worden ontworpen,
gelden dezelfde bezwaren. Wat beteekent het te spreken van
inkomstenbelasting, rentebelasting in het ijle, als men ze niet
in ontwerpen ziet geformuleerd F Er zijn onjuiste argumenten
aangevoerd. Er is beweerd, dat dit ontwerp vooruit zou loopen
op een inkomstenbelasting. Hij ontkent dit ten sterksteaan
neming of verwerping van dit ontwerp zal de invoering van
een rijksinkomsten- of rentebelasting geen stap voor- of achter
uit brengen. Onjuist is het ook, dat ket overgangsrecht geen
indirecte belasting zou zijn. Men heeft getracht de geschie
denis van 18ti5 te hervormen en het doen voorkomen, alsof
de gemeenten toen een evenredige vergoeding zouden ontvangen
hebben door de 4/5. Maar men vergeet, dat oorspronkelijk slechts
was voorgesteld de helft van het personeel aan de gemeenten
af te staan.
Met genoegen had hij gezien, dat verschillende leden erken
den dat men eenige zeemanschap moest gebruiken, wilde men iets
tot stand brengen. Tegenover den heer Bahlmann hield hij vol,
dat het ongedekt tekort 3% miljoen bedroeg. Dat vele posten
zullen meevallen is zeker, maar daartegenover staat, dat, hoe
men het ook tegenhoude, overschrijding van andere uitgaven
niet altoos te keeren is. In de heffing van het personeel zal
door dit ontwerp geene voelbare wijziging ontstaan. Hij kan niet
.inziendat de gemeenten veel zouden winnen door de perso
neele belasting geheel te beffen. Volgens eene circulaire van
Tborbecke van 20 April 1859 zijn de bepalingen der gemeente
wet zeer elastisch en hebben de gemeentebesturen onbepaalde
macht tot waardeering der inkomens, tot het letten op uitwendige
omstandigheden, tot regeling van den aanslag en tot het heffen van
opcenten Ook verdedigt hij tegenover den heer van Alphen
den tienjarigen termijn van duur van dit ontwerp wat echter
herziening van het personeel niet zou beletten, üe bedoeling
is alleen, zich niet voor onbepaalden tijd te binden. Wat de
plattelandsgemeenten in Friesland betreftde door den heer
Huber aangevallen adviezen van Ged. Staten zijn juist door
hem gevraagdom zich te kunnen verdedigen tegen de be
wering dat die gemeenten te veel bevoordeeld worden; er zijn
overigens nog zoo vele gedingen aanhangigdat het moeielijk
is te beslissen, of de heer Huber in de andere door hem aange
haalde zaken gelijk heeft. Met de grootste verbazing heeft hjj
van de heeren Buma en van Blom gehoorddat zij het ont
werp afkeuren, omdat de friesche gemeenten er door benadeeld
zouden worden. Dit is zeer onbillijk Steeds is er toch voor
die gemeenten aangedrongen op het heffen van opcenten op de
ongebouwde eigendommen. De 20 opcenten op de gebouwde
eigendommen zijn facultatief. Er zijn vele gemeentendie ze
volstrekt niet behoeven te heftenindien zij hare uitgaven wat
inkrimpen. En als men nu klaagt over de heffing, dan moet
hij er toch op wijzen, dat geene klachten van gemeentebesturen
zijn ingekomen. Bij de toenemende opbrengst van het personeel
in elk opzicht uwe wenschen te kunnen bevre igen."
Menken atond op.
„Ik ben u zeer dankbaar, markies," antwoordde hij',
„en wil u nog slechts verzoeken over mijn bezoek te
zwijgen, tot ik van uwe vriendelijkheid en die van mijn
heer Fratto gebruik gemaakt heb. Kan ik daar zeker
van zijn
„Natuurlijk," zeide du Oat en legde de rechterhand
op die zijde van zijn jas, waarin zijne Makao-kaarten,
voor het geval hij ze «ogenblikkelijk noodig mocht heb
ben geborgen waren. Deze handbeweging was de
duurste eed van den speelprofessor.
XXII.
Ten westen van het station San Remote midden
van eenen grooten tot aan de zee zich uitstrekkenden,
uiterst smaakvol aangelegden tuin ligt eene nette,
twee verdiepingen hooge villamet eenen toren aan
de zuidzijde vanwaar men een heerlijk uitzicht op het
prachtige landschap rondom genoot en eene veranda
die op zee uitzag. Deze villa was jaren geleden
door eenen ouden Engelschman gebouwd en werd na
zijnen dood door zijne erfgenamen gedurende het saizoen
aan de vreemdelingen verhuurd. Op het oogenblik
bewoonde eene kleine duitsche kolonie dit fraaie land
huis nieuwsgierige lieden die gaarne wilden weten
hoe de bewoners der villa aan de zee heetten hadden
de vreemdelingenlijst nagezien en de volgende namen
gevonden August Dreyfusz koninglijk-pruissisch han-
delsraad en gemalin mevrouw von Sporken Lucia
von HackertSelchernmevrouw Anna Döring
allen uit Berlijn.
Do oude Dreyfusz vond het buitengewoon aangenaam
in de heerlijke kalmte en rustdie hij hierver van
de beslommeringen zijner zaakgevonden had. Hij
was anders geen man die van een werkeloos leven
hieldhij had integendeel tot nu toe slechts in voort*