QllUvUu
Jug£20ttben jstukkett.
leiding aan den tegenwoordigen voorzitter blijve toe
vertrouwd en hem mitsdien met erkenning en waar
deering zijner verdiensten, noodigende, zich met die taak
te blijven belastengaat over tot de orde van den
dag," welke motie onder toejuiching aangenomen werd.
Dr. A. Kuijper aanvaardde daarop met een kort woord
zijne taakwaarna de vergadering hem toezong „Dat
's Heeren zegen op u daal."
Mevrouw de weduwe J. M. van Gelder, geboren
Nijhoff, hare kinderen mevrouw A. D. E. L. Versteeg,
geboren van Gelder en de beer H. J. Versteeg hebben
aan het rijk ter plaatsing in 's rijks museum te Amster
dam ten geschenke aangeboden de geheele verzameling
medailjes, penningen, draagteekens enz. en de bibliotheek
van werken over de penningkunde, nagelaten door wijlen
den heer P. H. van Gelder te Velp, welke verzameling
buiten de boeken 8454 nummers telt.
De leden der 2e Kamer zijn uitgenoodigd tot
bijwoning van de opening van het rijks museum.
Lithographie in Perzië in 1884,
Ingesloten in een schrijven van de legatie der Ver-
eenigde Staten te Teheranzond de heer S. G. W.
Benjamin onlangs aan Boston Literary World een lijst
der boeken welke gedurende het jaar eindigende
October 1884 te Teheran zijn uitgekomen. Deze lijst
bevat de titels van 84 boeken, waaronder eene uitgave
van den Koran en van de gedichten van Hafiz Shiraz.
De heer Benjamin vermeldt daarbij het volgende
„Het maken van manuscripten behoort tot de ver
loren kunsten van Perziëhoewel nog veel bekwaam
heid wordt aan den dag gelegd door zulke schrijvers
en illuminators als Mirza Schmet, met het schrijven en
versieren van trouwactendiploma's, koninklijke be
sluiten en dergelijken.
„Al de werken in genoemde lijst vermeld zijn dien
tengevolge gedrukt, niet zooals men natuurlijk zou
denken met typen, maar op lithographische wijze. De
Perzen vinden, dat deze nauwkeuriger en fraaier de
letter, waaraan zij gewoon zijn, teruggeeft. Niet alleen
boekenmaar zelfs de wekelijksche officiëele courant
en het tweemaal in de maand uitkomende geïllustreerde
tijdschrift zijn op deze wijze gedrukt. Pilgrim's Progress,
onlangs hier door de missionarissen uitgegeven, vertaald
door den eerwaarden heer J. L. Potterwas zeer fraai
gelithographeerd. Behalve die in de lijst vermeld, zijn
in het afgeloopen jaar nog verscheidene andere werken
in Perzië uitgekomen.
„In vroegere eeuwen waren de Perzen onovertref
baar in de kunst van het maken van boeken met prach-
banden en het strekt hun tot eer dathoewel zij
achtereenvolgens de nieuwe begrippen en handelswijzen
hebben overgenomen ze steeds een hooge waarde blij
ven hechten aan de prachtig versierde manuscripten
welke de verzamelaars nog niet hebben kunnen be
machtigen, om ze naar europeesche bibliotheken en
museums op te zenden.
Met j het stoomschip, dat 24 Juni, des middags te
vier uurvan Tetschen aankwam dus wordt uif
Aussig geschreven arriveerde ook een jong en keu
rig gekleed man die twee kleine koffers bij zich had,
en in het hotel „Zum goldenen Schiff" zijn intrek nam.
Het elegante jongmensch sprak geradbraakt Duitsch,
maar drukte zich zeer vloeiend in Engelsch Eransch
en Zweedsch uit. Hoewel hij zich zoo vrij mogelijk
voordeed, kreeg men argwaan en dat te meer omdat
hij geen pas of eenig ander document bezat. Toen de
politie zich met de zaak bemoeide, bekendeAde jonge
man na geruimen tijd te hebben ontkenddat hij
eene dame was en te Kalmar eene betrekking als on
derwijzeres vervulde. Bij eene visitatie der koffers werd
een reistaschje met negenhonderd gulden (in Zweedsche
kronenmarken en francs) gevonden.
Op eene telegraphische aanvrage aan het stedelijk
bestuur te Kalmar, werd het telegraphisch antwoord
ontvangen: „mejuffrouw Alma L, onderwijzeres te Kal
mar dochter van zeer deftige en fatsoenlijke ouders
reist over Dresden Praag en Weenen naar Elorence
en heeft een reisgeld van veertienhonderd kronen
bij zich."
De Zweedsche jonge dame was overgelukkigtoen
dit antwoord kwam, en zij vertelde, dat zij manskieede-
ren droeg om ongehinderd te kunnen reizen.
Men gaf haar een paspoortwaarmede zij den vol
genden dag als knap jonggezel', vroolijk en wel naar
Praag spoorde, vanwaar zij haar reis over Weenen,
naar Florence zal vervolgen.
Zeven jaren geleden werd ten nadeele van de Itali"
aansche Nationale Bank, op den weg van Ancona naar
Homeeen koffer gestolen die twee millioen lires in
bankbiljetten bevatte. De dieven werden gevat en tot
langdurige gevangenisstraf veroordeeldmaar van het
geld was geen spoor te vinden.
Een der verdedigers der dievenzekere Lopez
maaktekorten tijd na het proces en niettegenstaande
hij kort te voren door schuldeischers werd belegerd en
op het punt stond, bankroet te gaan, goede sier, schafte
paard en rijtuig aan en trokdoor zijne dwaze ver
spilling zeer de aandacht.
Men kwam tot het vermoeden dat Lopez van ver
trouwelijke mededeelingen van een der beschuldigden
gebruik gemaakt en zelf het geld behouden had hij
werd dan ook gearresteerd maar een ingesteld onder
zoek bracht niets ten zijnen nadeele aan het licht
zoodat hij weder op vrije voeten werd gesteld.
Hij verwierf als advocaat veel vermaardheid en was
in de laatste dagen voor het geruchtmakende proces
Sbarbaro werkzaamtoen hij plotseling den 26 Juni
op bevel van den rechter van instructie te Ancona
weder werd gearresteerd en naar die stad gebracht.
Naar men verneemt zijn in de woning van Lopez brie
ven gevonden, die zeer eompromitteerend voor hem zijn
en honderd zeven en negentig duizend francs in bank
biljetten, waarvan hij de herkomst niet wist aan te wijzen.
Op de brieven en het geld werd beslag gelegd en
te Ancona werdennaar aanleiding van de zaak, zeven
personen gearresteerd.
Iets eigenaardigs in de vogelenwereld doet zich voor
in een groote volière van den heer Anderegg te Ros
malen. Een jonge koekoek wordt daar door allerlei
vogels van voedsel voorzien het meest eigenaardige
is evenwel, dat de twee jonge nachtegalen en het jonge
roodstaartje, die dit liefdewerk verrichten, zelf nog pas
kuDnen pikken en dat ook de buitenlandsche vogels,
zooals de roode kardinaal en de parkieten zich over
den verlatene ontfermen. Yan de parkieten is hij ech
ter minder gediend, hetzij om de minder gemakkelijke
voedingswijze, hetzij omdat zij hem slechts zaad bren
gen, terwijl de anderen hem voorzien van pieren, meel -
wormen en miereneieren.
Mevrouw E. L., huishoudster van een Engelschman,
die eene villa in de nabijheid van Saint-Denis bewoont,
keerde dezer dagen nadat zij eenige inkoopen had
gedaan naar huis terug toen zij in den tuin der villa
door twee mannen en eene vrouw werd aangevallen.
De vrouw belette haar te ziendoor haar de handen
voor de oogen te houden een der kerels hield haar
stevig vast en de ander duwde haar een fleschje met
chloroform onder den neus; de dame geraakte dadelijk in
een toestand van geheele verdooving-
Toen zij er uit ontwaakte was zij niet enkel haar
geld en de gekochte voorwerpen kwijt, maar zij bevond
zich ook in volmaakt Eva's-costuum.
Daar zij zich in dien toestand niet durfde vertoonen,
riep zij geruimen tijd om hulpeindelijk werd haar
geroep gehoord men bracht haar kleederen, en daarna
kon zij bij den commissaris van politie te Saint-Denis
aangifte van het gebeurde doen.
Te Dinslaken sloeg den 25 Juni de bliksem in de
woning van zekeren Schmeling en rukte diens tienjarig
zoontje, dat op een sofa lag, den schoen van het lin
kerbeen het kind had slechts eene brandwond aan
den grooten teen en zijn gelaat was wel geheel ver
wrongen, maar deze toestand verdween, toen de knaap
begon te weenen.
De bliksem had het dak in brand gestoken, gleed
langs de buitenzijde van het huis door een venster
naar binnen en in het woonvertrek, vernielde den vloer
en een bloempot, sprong daarna op het been van het
kind vandaar weder op den vloer en een der muren,
sloeg gaten in vloer en muren, vernielde een bedstede
en verdween, na het merkwaardige reisje te hebben
afgelegd, in den kelder.
Alle huisgenooten die zich in de onmiddelijke na
bijheid van het kind bevondenkwamen met den
schrik vrij.
Mijnheer de Redacteur!
In antwoord op het in uw nummer van 3 Juli 1.1.
voorkomende ingezonden stuk van den heer K. Bakker
vraagt ondergeteekende U beleefd een plaatsje voor het
volgende
1. dat hij ieder belangstellende uitnoodigt, het eeuwen
oude eikenhout, afkomstig van het plafond der Groote
Kerk in zijne werkplaats te komen bezichtigen opdat
men zich overtuigedat het grondig onderzoek van
den bouwkundige K. Bakker, een onjuist onderzoek
is geweestaangezien blijken zaldit hout zich wel
degelijk in abnormalen toestand bevindt, meer gelijkende
op eene schimmelplantdie bij de eerste aanraking
breektdan op door versteening niet aan
bederf onderhevig zijnde stukken
2. dat het zelfs onmogelijk was, het aan den heer
Kayser verkochte hout in zijn geheel uit te breken.
TJEd. dw. dienaar,
J. vak dek POLL, Timmerman,
Laat, D 4.
In „Brieven uit Kennemerland", uit Alkmaar ge
schreven, bevat de Held. en Nieuwedieper Courant het
volgende dat blijkbaar van eene bevoegde hand en met
kennis van zaken geschreven is
„Aan uw verzoek om inlichting aangaande de door
„Tijd" en „Nieuwe Noordhollander" aan Kerkmeesters
der hervormde gemeente verweten daad van wandalisme,
wil ik, voor zoover mij mogelijk is, voldoen. Bij de ver
nieuwing van het houten wulfsel boven het koor der
Groote Kerk, heeft de aannemer een gedeelte van het
hem gelaten oude werken wel het boven de koor
sluiting aangebrachte „Laatste Oordeel" verkocht aan
een architect te Venloo, voor 80. Zoo is het naakte
feit. Vraagt gij of er noodzakelijkheid was tot de ver
wijdering hiervan uit de kerk, dan geloof ik, dat het
antwoord bevestigend moet luiden. De toestand van
het hout was zeer slechtmeermalen vielen er stukken
naar beneden, en wie den moed bad, om van de hooge
balken alles van nabij te beschouwenmoest wel tot
de overtuiging komen, dat geheele vernieuwing nood
zakelijk was. En een bouwkundige koopt het beschilderd
wagenschot om het elders weder in elkander te zetten?..,.
Ik meen, dat de ruimte, waarin hij het opstellen wil
niet in de S. Servaaskerk te Maastrichtwaarvan het
steenen gewelf beschilderd is, maar in een der bijge
bouwen veel kleiner is dan die in onze Groote Kerk
en het hem daardoor mogelijk zal zijn met opoffering
van de slechtste einden van het hout en van sommige
figuren en partijen iets samen te stellen, dat eeniger-
ruate gelijkt op hetgeen hier heeft bestaan. Of Kerk
voogden wel in tijds van hun voornemen hebben kennis
gegeven daar, waar men belangstelling voor de bewaring
kon verwachten, durf ik niet beweren, evenmin als dat
zij zich bij hunne herstellingswerken door bevoegde
personen doen voorlichten het behoorlijk onderhoud
van een zoo oud en groot gebouw als de St. Laurens-
kerk, gaat voorzeker hunne kennis en ook hunne finan
cieels krachten ver te boven. Zij doen wat zij kunnen
vertrouwen wij, dikwijls anders en minder goed dan zij
zouden willen. Zoo is het zeker te betreurendat het
weelderig en kleurrijk middeleeuwscb ornement boven
het koor heeft plaats gemaaktgelijk het nu boven het
noorderkruis gaat plaats maken, voor een veel eenvou
diger; en toch spreekt uit dat eenvoudige nog een zucht
tot versiering eene poging om iets te doendie wij
in verscheidene kerken van grooter steden totaal zagen
ontbreken. Hopen wij dat althans de figuren aan het
gewelf van schip en kruizen, die aan onze vroegere
gilden instellingen en geslachten herinnerenbij de
vernieuwing hersteld zullen worden de kosten daarvan
kunnen niet zoo ingrijpend zijn I
„Wat nu de kunstwaarde van het verdwenen schilder
werk, dat van 1518 dateert, betreft, de straks genoemdo
bladen spreken van vermaard, beroemd, de liefhebbers
van christelijke kunst bleven uren in de aanschouwing
verdieptHet laatste zeker ten koste van pijn in den
nek en verbazende gezichtsinspanningwant van bene
den af kon men tusschen de balken en balkjes door,
van de verbleekte lijmverf kleuren niet veel meer bespeu
ren dan een paar engelendie een weegschaal voor
den troon van Christus torschten en enkele figuren van
booze geesten en rampzaligen. Yan nabij gezien, bleek
veel zeer juist en karaktervol van teekening te zijn
maar ook veel door onbevoegde handen overgeschilderd
en verknoeidveel ook onkenbaar geworden en ver
dwenen. Van vermaard- of beroemdheid was in het
geheel geen spraak. Baedeker wees er de bezoekers niet
op Havard spreekt er geen woord over, vaderlandscho
schrijvers als Witkamp, Terwen, e. a. gewagen er even
min van. Ik verneem, dat het bestuur van het Stede
lijk Museum eene goede af'teekening van het „Laatste
Oordeel" heeft doen vervaardigen zoodat men ook in
het vervolg zal kunnen zien hoe het geweest is hoe
een kunstenaar in bet begin der 16de eeuw den ge-
loovigen een voorstelling van den grooten gerichtsdag
trachtte te geven".
Het artikel werpt een ander licht op de houding
der Kerkvoogden dan waarin het over deze zaak ge
schreven groote aantal artikelen haar gesteld heeft.
De schrijver spreekt als zijn oordeel uit, dat verwijde
ring van het bestaande noodzakelijk was waaruit mag
worden opgemaakt dat hij het volstrekt niet eens is
met den heer Bakker die in zijn ingezonden stuk in
ons nummer van Vrijdag te kennen geeft, dat het
eikenhout geenzins vergaanmaar wel venteend
was. Men vraagt zich afwie van beiden heeft het
nu bij het rechte eind? De schrijver doet vermoeden,
dat hij niet zonder kennis van zaken schrijft de heer
Bakkerals inschrijver voor de herstellingheeft on
getwijfeld het werk opgenomen en moet zich overtuigd
hebbendat werkelijk het eikenhout nog in goeden
staat wasalvorens zooveel lager dan anderen in te
schrijven. Is dit laatste het gevaldan zou de op
zichter van het kerkgebouw den toestand van het plafond
niet of althans niet naar behooren hebben onderzocht.
En dit is evenmin aan te nemen, want hoezeer de heer
Bakker ook de staf moge breken over dengene, op wiens
advies wat het al- of niet mogelijke van herstel betreft
de Kerkvoogden zijn afgegaan, zeker is het, dat de op
zichter Rengers in vele andere zaken bewijs heeft
gegeven van voor zijne taak berekend te zijn. Men
vergete nietdat de beoordeeling of het plafond kunst
waarde bezatniet van hem kon gevorderd worden.
Het was aan Kerkvoogden om daarvoor den geschikten
persoon uit te vinden. Al staat het nu ook vastdat
deze daarin niet gelukkig zijn geweestin ieder geval
is nog volstrekt niet gebleken dat, wat de heer Bakker
heeft medegedeeldhet eikenhout nog stevig genoeg
was om geenszins vervanging daarvan door eene den
nenhouten zoldering noodzakelijk te maken daarte
genover staat het advies van den opzichter aan Kerk
voogden en de getuigenis van den helaas onbekenden
schryver van de „Brieven uit Kennemerland" boven
genoemd. Wie zal hierin beslissen
Van den 27 Juni tot en met 3 Juli zijn aan de
bad- en zweminrichting genomen: 212 buitenbaden,
waarvan 60 door onvermogenden en 4 binnenbaden
samen 216.
Het nemen der conclusie in de zaak van de wed.
Siebrands zalwegens de afwezigheid van den Officier
van Justitie voor de zitting der Provinciale Staten, niet
in de zitting van den 9 maar in die van den 23 Juli
plaats hebben.
Op Zondagden 5 's namiddags 7 uurzullen
in den Stads Houtdoor het stedelijk muziekkorps de
volgende stukken worden uitgevoerd
1. Marche militaire de l'opéra „Donna Juanita" van
F. de Suppé; 2. Ouverture zum Drama „Rosamunde"
v. E. v. Schubert; 3. „Pêche rêvée", grunde valse v. J.
Klein 4. Grand potpourri de l'opéra „Rigoletto" v.
Verdi5. Marche triomphale du deuxième acte de l'o
péra „Tannhauser" van R. Wagner; 6. Grand air
varié de l'opéra „les diamants de la couronne", arr.
de Sablarolles7. „l'Enclume", polca de concert v.
Laube 8. „Lieblingsklange aus dem Reiche der Töne",
grand potpourri v. R. Clarens.
De heer mr. J. W. Kool, heeft dezer dagen te
's Hage met gunstigen uitslag, het O. I. ambtenaars
examen afgelegd.
BURGERLIJKE STAND.
ONDERTROUWD.
2 Juli. Albert de Lange en Grietje van der Hulst, beiden te
Avereest, laatstgen. onl. te Alkmaar.
GEBOREN.
2 Juli. Cornelia GerardaD. van Dirk Verlee en Catharina
Adriana Bouter.
ALGEMEENE BEWAARSCHOOL.
Oudersdie hunne kinderen op bovengenoemde school wen-
schen geplaatst te zien, vervoegen zich, voorzien van de inentings-
en geboortebewijzenin 't locaal aan de Doelenstraat, op
Dinsdag, Juli, 's avonds te half acht uur.
J. LATENSTEIN VAN VOORST, Secretaris.
Stoomdrukkerij van Herms. Coster Zoon te Alkmaar,