3nggz0uben stukken»
^Telegrafische öertehteu..
Sstabs-fierichteau
5 5i fitnrsbintlitta
liefdesgeschiedenis uit de dagen der jeugd verbonden
die zoo idyllisch en roerend is dat zij nog in onze
dagen belangstelling wekt.
In den kelder van het huiswaarin Lantara woonde,
had een jong meisje uit Picardiëzekere Jaqueline,
een handel in vruchten gevestigd. Het was haar liefe
lijke en toch krachtige en heldere stem die hem het
eerst aantrok wanneer die bij het aanbreken van den
dagals het gezang van den leeuwrik zijn geopend
venBter binnendronghet waren de eerste geluiden in
de tot geraas en rumoer ontwakende staddie hem
weder aan groene bosschen en lachende beemden
deden denken.
Dagelijks was hij langs het vruchtenkelderlje gegaan,
zonder zich om de eigenares ervan te bekommeren
maar langzamerhand verklaarde hij haar bedrijf als het
ware in staat van beleg en leunde den geheelen dag
aan de deur ervan.
Jaqueline was eene prachtige brunette en hare
oogen trokken even machtig aan als hare stem schil
der en vruchtenverkoopster werden weldra bevriend
met elkander en spoedig kregen zij elkander ook lief.
Lantara was ook een groot minnaar van wijn en
het schoone meisje haatte dat vocht ter wille van de
genegenheid die de schilder het toedroeg vaak haalde
zij hem des avonds dan ook uit de lokalen, waar hij
zat te drinken toch bleef zij steeds bereid, om als
hij in tegenspoed verkeerdehare kleine verdiensten
met hem te deelen.
Het was onder den invloed van Jaqueline, dat Lan
tara zijne beste doeken schilderde maar het was eerst
na haren dooddat hij beroemd werd. Zij stierf op
zeer jeugdigen leeftijd en werd door den schilder be
treurd gelijk slechts zelden eene vrouw betreurd wordt.
Vele jaren na haar sterven barstte hij nog steeds in
tranen uitwanneer baar naam toevallig genoemd werd.
Het is bijna onmogelijk, een doek van hem te verkrijgen,
dat in die dagen vervaardigd iswanneer men hem
vraagtwaarom hij eene dergelijke schilderij zooveel
hooger stelt dan andere doeken van gelijke waarde,
antwoordt hij „Hoort ge dan niet, dat Jaqu,el>nes
gezang u uit dit landschap tegemoet klinkt?'
Een te Nieuw York verschijnend blad deelt het vol
gende omtrent een openbaar examen mede, dat in het
instituut voor jonge dames van den heer Vassar te
Pough Keepsie werd gehouden.
De groote zalen van het gebouw waren stampvol
met overgelukkige ouders tantes bloedverwanten en
bekenden die gekomen waren om getuigen te zijn van
de triomfen op geleerd terrein door hunne lievelingen
te behalen. De kweekelingen er waren verscheidene
honderden, zagen er door haar snoeperige toiletjes, die
met zijde, atlas en fluweel prijkten, door het schitteren
van goud en edelgesteenten maar meer nog door het
bekoorlijke harer frissche jeugd, allerliefst uiten men
zou gewaand hebben een bloemenperk in Meimaand
te aanschouwen.
De heer Vassar verwaarloost dan ook ter wille der
intellectueele ontwikkeling zijner kweekelingen in
geenen deele de lichamelijke behoeften en het bloeiend
en gezond uitzicht en ook het grootboek van den ad
ministrateur dat ter inzage was gelegd bewijst zulks
op overtuigende wijze.
Het boek toonde aan dat in het vorige jaar in het
instituut het volgende was gebruikt94.485 ponden
versch vleesch 2380 ponden gevogelte3395 ponden
visch 7 vaten makreelen 30.000 oesters, 100.000 quart
(een quart is ruim een liter) melk 14.000 ponden bo
ter 22.000 ponden suiker, 15.000 bananen, 16.000
sinaasappelen 400 kistjes sardines 576 kistjes bon
bons 690 ponden zoetighedenenz. enz.
Aan de geestes-producten die ten beste werden
gegeven kou men dan ook ontwaren, dat de lichame
lijke voeding niets te wenschen had overgelaten ver
scheidene onderwerpen werden behandeld die zeer
vreemd uit de rozenmondjes van jonge dames klonken.
Er werd bijv. over politiek gesproken en eene kwee-
kelinge betoogde de wenschelijkheid „dat de president
door het Congres gekozen werd", terwijl eene andere
aan „directe keuze door het volk" de voorkeur gaf.
Eene der spreeksters sprak over „het kenmerkende
der moderne wetenschap" eene andere behandelde
„de ridders der 19e eeuw" en eene derde had het
zelfs over „het intellectueele element in de getuigenis"
terwijl twee jeugdige geleerde dames over „staat en
individu" disputeerden.
Welk nut dergelijke onderwerpen voor aanstaande
practische vrouwen en moeders hebben is voor het
Nieuw-Yorksche blad niet recht duidelijk. Meer in den
geest er van was de laatste voordracht„De scho
lierster in het practische leven"; daarin werd de hooge
waarde eener door en door degelijke ontwikkeling
ook voor het vrouwelijk geslachtvoor alle omstan
digheden des levens, op overtuigende wijze aangetoond.
Een vermogend rentenier te Coburg, Theodor Koep-
pen stelde zich sedert eenige jaren ten doel, de nach
tegalen, die in zijne woonplaats geheel verdwenen waren,
op kunstmatige wijze weder aan te kweeken. Dit gelukte
hem boven verwachtiug en daarom legde hij de resul
taten van zijn streven neder in eene brochurewelke
den titel draagt van „Handleiding tot het kweeken
van nachtegalen". Zijne pogingen strekten zich in twee
richtingen uit. Hij legde groote volieres aan waarin
hij de vogels liet paren en hunne eieren uitbroeden,
en hij liet oude en jonge nachtegalen importeeren en
zette ze in zijne tuinen in vrijheid. De oudste vogels
moest hij echter kortwieken, om ze aan hnnne nieuwe
woonplaatsen te wennen. In het begin keerden de
vogels in 't voorjaar niet terug ja zelfs de eenjarige
bleven uit en men zag ze slechts terugkomen, wanneer
de ouden gedurende den winter in gevangenschap ge
houden waren. Dit feit wordt nog raadselachtiger, wan
neer men weet, dat de ouden en jongen niet tegelijk
weggingen noch tegelijk terugkeerden.
Later gelukte het den heer Koeppen steeds beter,
de nachtegalen naar Coburg terug te trekken. Thans
houdt hij ieder wijfje gedurende drie winters in zijne
-studeerkamer, terwijl hij ze zomers in de vrije natuur laat
nestelen. In den herfst trekt het mannetje met het
jonge broedsel weg en het wijfje zoekt haar kunstmatig
winterkwartier weder op. Thans hoort men op schoone
zomeravonden den slag der nachtegalen over het geheele
Itzdalwaarin Coburg ligtuit den tuin van Koeppen
weerklinken.
In het atelier van den beeldhouwer Fedite Rome
die in die stad zeer bekend ishad dezer dagen een
rumoerig tafereeltje plaats.
De echtgenoote van den kunstenaar vermoedde sedert
geruimen tijd dat haar man teedere relatiën met een
zijner modellen had aangeknoopt.
Onlangs begaf zij zich nu naar het atelier en vond
haren echtgenoot in gesprek met een jong en schoon
meisje dat reeds herhaaldelijk als model voor hem had
geposeerd.
Het kwam tusschen de beide vrouwen tot een hevi-
gen woordenstrijd en mevrouw Eedi greep een hamer
ten einde daarmede het model te treffen; het was aan
de spoedige tusschenkomst der politie te danken dat
het meisje niet door de woedende echtgenoote werd
gedood. Het model kwam er met eenige lichte ver
wondingen af; Fedi had tijdens het opstootje het hazen
pad gekozen.
Uit Berlijn wordt aan de „Kölnische Zeitung" ge
schreven dat in landbouwkringen ernstig wordt aan
gedrongen op strenger bepalingen tegen de vervalsching
van levensmiddelen. Als argument wordt opgegeven dat
alleen te Altona uit Nederland jaarlijks 50 tot 80.000
ponden kunstboter worden ingevoerd die sleehts één
tiende tot één vijfde natuurboter bevat. De consu
menten schijnen het bedrog niet te merken en de zui
velbereiding in Duitschland lijdt hierdoor groote schade.
Mijnheer de Redacteur
Andermaal doe ik beleefdelijk een beroep op uwe
welwillendheid voor plaatsing dezes in uw blad.
Overtuigd houd ik mij dat bijna een ieder, die ge
bruik zal maken van de vriendelijke uitnoodiging van
den heer v. d. Poll voorkomende in uw 2e blad
van 5 dezer ter bezichtiging van een gedeelte der
afbraak afkomstig van het eiken plafond der Groote
kerk alhier, hem zal toestemmen, dat die ma3sa, zooals
die zich daar bevindtblijkt geen geschikt materieel
te zijn om aan meergenoemd plafond te laten. Maar
juist hen die zich op deze wijze meenen te over
tuigen dat mijn onderzoek een onjuist onderzoek is
geweest zooals de heer v. d. Poll beweert wil
ik opmerkzaam maken, dat zij mij moeten toestemmen,
dat eene hoop tot brandhout geslagen af braak zelfs een
kenner in deze indien hij zich niet vooraf overtuigd
had bij het aanschouwen zou misleiden en dat men
hier en daar nog eeuwenoude eiken beschotten en an
dere werken aantreft, die bij een weinig onderhoud
nog ettelijke geslachten kunnen dienen, terwijl bij sloo
ping en vernieling eene zelfde onoogelijke massa zal
worden verkregen als bovengenoemde.
Verder beweert de heer v. d. Poll: 1°. dat het hout
zich wel degelijk in abnormalen toestand bevindt2".
dat het hout bij de eerste aanraking breekt. De eerste
bewering zou hij weggelaten hebben als hem bekend
ware geweest, wat men onder versteening van eiken
hout verstaathet vraagteeken achter het woord ver
steening verraadt totaal gemis aan kennis in deze.
De twijfel aan de waarheid zijner tweede bewering
wordt versterkt door het feitdat het aan den heer
Kayssr uit Yenloo verkochte gedeelte reeds uitgesloopt
en vervoerd is en voor een leek zelf? zal het toch dui
delijk zijn dat dit niet zonder aanraking geschied is
terwijl het voor wederopstelling evenzeer onvermijdelijk
is en ik geef de verzekering dat eene bekwame hand
en een bekwaam hoofd in staat zal zijn aiie voorko
mende bezwaren te overwinnen en dit werk weder
voor ette ijke geslachten zal doen behouden. En de
laatste zin dat het zelfs onmogelijk washet aan den
heer Kayser verkochte hout in zijn geheel uit te bre
ken, zal iedereen toestemmen aangezien zooals mij
bij inzage mijner opneming dier werken bleek dat
de 7 beschilderde schilden te zamen eene oppervlakte
van 95.20 M» bevatte.
Wil schrijver echter hiermede te kennen geven, dat
het hout zoo slecht was dat het niet kon worden af-
gesloopt zonder enkele planken te breken het is ge
noeg bekend, dat bij slooping van nieuw werk dit even
eens kan gebeuren.
Ten slotte raad ik den heer v. d. Poll aan, niemands
onderzoek in welke zaak ook een onjuist onderzoek
te noemen, tenzij hij op degelijke gronden zijne meening
baseert.
Wat verder over deze zaak voorkomt onder rubriek
Stadsberichten (in brieven uit Kennemerland) sluit ik
mij aan bij de beschouwing die de redactie laat vol
gen dat dit schrijven blijkbaar van eene bevoegde
hand en met kennis van zaken geschreven ismaar
toch hoeveel bekendheid met deze zaak de schrijver
ook hebbe bewezenblijf ik beweren en om in
deze bewering niet geheel alleen te staan, beroep ik mij
nogmaals op den aankoop van het beschilderde eiken
hout door den limburgscken architect, den heer Kayser
uit Yenloo die door deze daad bewees, met mij de
overtuiging der mogelijkheid van restaureering te deelen.
En waar de redactie in eene verdere beschouwing en
vergelijking der over deze zaak geschreven artikelen
zegtdat mijne bewering dat het hout nog stevig ge
noeg is om behouden te blijven nog volstrekt niet is
gebleken moet ik haar toelichtendathoe gaarne
ik het bewys zou willen leveren door eigenhandige
restaureering, en hoe ik ook wensch het plafond verder
anders bewerkt en het geheel in zijn oorspronkelyken
staat geverfd en beschilderd te zien, dit geheel afhan
kelijk i3 van de houding van het kerkbestuur, die in
deze naar willekeur schijnt te kunnen beslissen.
In het zwijgen van het kerkbestuur en van den
opzichter over mijn ingezonden stuk van 3 Juli vind
ik het bewijs dat in al wat ik daarin gezegd heb
over de geheele toedracht der zaak en over de 2 kerk
ramen zij het volkomen met mij eens zijn.
Met de opneming dezer regelen zult UEd. ten zeer
ste verplichten UEd. dw. dn.,
Alkmaar K. BAKKER Dz.,
7 Juli 1885. Bouwkundige en Mr. Timmerman.
Donderdag 9 Juli.
Londen. Gisteren hield de ministerraad zitting over
de tegenwoordige handelscrisis. Men verwacht stappen
in protectionistischen zin Yolgens petersburgsche de-
peches rukt het afghaansche leger in versnelden marsch
tegen de Russen op en is eene ernstige botsing te
wachten
Een begin van brandin den nacht van den
6 op den 7 omstreeks half twee ontdektin de
stookplaats achter het huis van den heer J. den Har-
tog, goud- en zilverkashouder aan de Hekelstraat, werd
gebluscbt door de politie, bijgestaan door eenige buren.
De stookplaats is geheel afgebrand.
Woensdag, den 8, des namiddags 1 ure, zag men
een groot deel van Alkmaars ingezetenen verzameld aan
de Voormeer om een der booten van den heer Bos
man te zien afvaren. Zelden was een „Alkmaar Pac
ket" zoo vol en dat was toch niet, omdat de eigenaar
gratis heen- en thuisreis had beloofdwaarvoor hem
zeker de dank van alle welgezinden toekomt zij, die
onder en boven alle mogelijke en onmogelijke plaatsen
hadden ingenomen hadden daarvoor meer gedaan dan
betalen. Zij hadden zich iets goeds voorgenomen en zij
haddon standgehouden tegen alles wat middellijk en on
middellijk in het werk werd gesteld, om hen te verleiden.
Een vierhonderdtal kinderen toch hadden gedurende
een jaar zoo weinig schooltijden verzuimd dat zij ge
rechtigd waren, een feest bij te wonen, door de vereeni-
ging van Volkonderwijs hun aangeboden, en door Alk
maars burgerij mogelijk gemaakt. De tocht ging naar
Schoorldatn en vandaar naar Sehoorl. De wijze van
feestvieren was omtrent als in het vorige jaar. Drinken,
eten, spelen, dninbeklimmen en zingen wisselden elkaar
af, en zelfs viel nu en dan een buitje tot verfrissching
van allen. Het opstijgen van twee luchtballons, een
boer en een boerin voorstellende slaagde vrij goed
hoewel de wind den oplater leelijke parten speelde.
Was 's middags blijdschap te lezen op al die kinder
gezichten 's avonds, toen de boot de stad naderde
was de blijdschap overgegaan in geestdrift. Onder het
afsteken van bengaalsch vuurmuziekgeschal en het
gejuich van honderden kwam men weder aan de aan
legplaats terug. Dank zij de genomen maatregelen en
de goede gezindheid van de burgerij konden de feest-
genooten geregeld de boot verlaten on naar de Laat
marcheereDom door huane respectieve families te
worden begroet en afgehaald. Zoo is dit feest weder
tot aller genoegen geslaagd en zonder ongelukken af-
geloopen. Het is zeker voor de ouders eene gerust
stelling dat zij weten aan wie zij hunne kinderen
toevertrouwendaar anders meerderen dan nu door
vrees zouden teruggehouden zijn.
Heeft het voorbeeld van verleden jaar uitstekend
gewerkt (het aantal deelnemers toch bedroeg nu hon
derd meer dan toen) het i3 te hopen dat vooral de
ouders zich meer en meer gedrongen mogen gevoelen,
hun kinderen trouw ter school te zenden,
Het departement Alkmaar der Maatschappij tot
Nut van het Algemeen heeft in zijne vergadering van
den 7 besloten zijn afgevaardigde krachtens art. 44
van de departementale wet, den bepaalden schriftelijken
last te geven om tegen het voorstel van Nijmegen
„intrekking van het besluit van 1883 omtrent de stich
ting der kweekschool voor bewaarschoolhouderessen",
Alkmaars stem uit te brengen.
De heer H. S. Loran hoofd der bizondere chris
telijke school alhier, komt voor op de uit een drietal
bestaande voordracht voor hoofd der diaconieschool te
Rotterdam.
De heer J. A. van Middendorp alhier, waarne
mend onderwijzer te Limmen is den 9 benoemd tot
onderwijzer aldaar.
BURGERLIJKE STAND.
GEBOREN.
7 Juli. Anna, D. van Peter Borjeson en Susannn .Maria Boom.
8 Metje, D. van Pieter Visser en Trijntje Sikkink.
Louisa, D. van Hermanus Bartkolomeus Knuppel en
Cornelia Schenkels.
Amsterdam 8 Juli. Aardappelen Andijker Muisjes 3,50
a 5,50, dito ronde 3,50 a 4, Westlandsehe klei in manden
t 3,40, dito lossen 1 3,25, dito Muisjes 4 a 4,50, dito zand
muisjes 4,80 a 5 dito zand f 3,80 a 4Katwijker blauw
zanders /3a 3,50, Rijnsburgers 3.
Raapkoeken 76 a 78 Lijnkoeken f 8,50 a 12 per 100 P.
Peterolie onveranderd, loco t 0,12 Sept.Dec. 9,50 entr.
Aangevoerd 257 vette Kalveren f 0,40 a 0,60 per P., 8
Graskalveren 13 a 18, 44 nuckt. dito f 7 a 12, 142 vette
Varkens 0,36 a 0,40 per P.
Enkhuizen 8 Juli. Kleine Kaas, gras, 26, hoogste prijs,
aangevoerd 27 stapels.
Haarlem 8 Juli. Aangevoerd 110 stapels, uitmakende 14718
stuks, wegende 28134 P., Kleine kaas hoogste prijs 24.
Aangevoerd 8 Koeien en Ossen f 145 a 180, 1 vet Kalf
50, 27 nucht. dito 8 a 16, 32 Schapen 18 a 25, 25
Lammeren /II a 143 Paarden t 70 a 90.
Schagen 9 Juli. Aangevoerd 10 Paarden 60 a 200, 4 Os-
ten 60 a 110 7 Stieren 90 a 170 28 Geldekoeieu t 120
a 260, 6 Kalfkoeien 140 a 210, 4 Vaarzen t 70 a 110, 11
nucht. Kalveren 6 a 22 450 Schapen /13 a 28, 28 magere
Varkens f 10 a 16, 36 Biggen 6 a 8, Boter per kop/0,65
a 0,75, Kipeieren /3a 3,50, Eenden dito 2,80 a 2,90 per 100.
Sneek 7 Juli. Aangevoerd 1437 kwart en 34 achtste va
ten boter, le. soort f 45,50. Vereeniging le. soort 45 a 46,
2e. 43 a 443e 40,50 a 41.
Schiedam 8 Juli. Moutwijn /9,50, Jenever/15 per v.
Texel 7 Juli. Eokschapen 15 a 18, Geldescbapen 19
a 22, Lammeren /8a 9,50 Rammen 20 a 28, vette Koeien
r 175 a 220, Melkkoeien 140 a 180, Geldekoeien 130 a
150, Kalfkoeien 145 a 155Kalfvaarzen f 125 a/150,
Geldevaarzen 90 a 115 nucht. Kalveren 10 a 12 oude
Paarden 50, Werkpaarden 125 a 175, Rijpaarden 150,
vette Varkens /0,52 per P., Schrammen 18 a 23, Biggen
10 a 11,50, Kipeieren 2,75 a 3, Eenden dito/3,50 per 100.