No. 85. Zever en tsch'igste Jaargang. 1885. I Z O NDAG 19 JULI. Een hedendaagsche zeeslag. ONZICHTBARE HANDEN. 1L Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. FEUIIjIjESTOISr. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementapfije per 3 maanden voor Alkmaar f 0,801 franco door het geheele Rijk f 1, Be 3 nummers 0.08. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs COS- TER ZOON. Hoe vreeselijk ook steeds uit den aard der zaak een zeeslag moge zijn hij, die er eene beschrijving vau leest uit de dagen van Tromp of de Ruyterzal moeten erkennen, dat hij een opwekkend schouwspel voor oogen heeft. Die talrijke vloothonderden schepen sterkdie daar met volle zeilen den vijand opzoekt die trotsche zeekasteelen met vlaggen en wimpels ge tooid, waaronder het fiere admiraalschip met den prachtigen standaard zich in slagorde scharende ais een veldleger, alles liedt ons een tooneel van leven en beweging wel tot hoogen ernst stemmende om het geen er volgen zal, maar voor het oog bevallig en vroolijk. En als aanstonds het gevecht aanvangt, als de dui zenden kanonnen vuur en rook braken en bij bet geven der volle laag hunne geduchte stem doen weergalmen over de wateren als die schepen elkander aan boord klampen de aanvaller met de enterbijl in de hand overspringt op den vijandelijken bodem en het gevecht man tegen man wordt gevoerd als de zeilen door de kogelgaten zijn doorboord de ra's naar beneden tui melen de masten in splinters vliegen, dan voorzeker is bet schouwspel ontzettend woelig oorverdoovend verbijsterend. Hoe geheel anders zou men zich tegen woordig een zeegevecht moeten voorstellen 1 Vooreerst bestaat er weinig waarschijnlijkheid dat men elkander in het ruime sop zou opzoeken de strijd zou vermoe delijk gevoerd worden aan de kustin de nabijheid van de eene of andero haven die door de vijandelijke vloot werd bedreigd. Het aantal schepen zou aan merkelijk minder wezen. Geen hooge schoon gebouwde zeekasteelen met prachtig bewerkte achterstevens, rijzige raasten zwellende zeilen en wapperende vlaggen zou den het oog bekoren maar vreemdsoortige ijzeren gedrochten, door stoom bewogen, zouden zich over de wa tervlakte bewegen, van tijd tot tijd oen enkel buitengewoon zwaar schot lossende en de uitwerking van eiken reusachti- gen puntkogel nauwkeurig bespiedende, of met snelle vaart op een vijandelijken bodem aanloopende om hem zoo mogelijk met den verschrikkelijken ram te doorboren en in de diepte te doen wegzinken. Daarbij zouden een aantal kleinere vaartuigen zoo weinig mogelijk in het oog vallende zooveel mogelijk onder water en zoo snel mogelijk den vijand naderende door eene onder- zeesche ontplolfing in den ijzeren kolossus een gat trachten te slaan voldoende om hem van het vlak der wateren te doen verdwijnen indien hij niet door tal van waterdichte beschotten die inwendig aan de bin nenstromende zee weerstand bieden tegen dit gevaar werd beveiligd. Zware versperringen van de haven en stalen netten die de zware gepantserde schepen om- 71) XXIV. Het beslissende uur. Het was ongeveer veertien dagen na de ontmoeting van Cadama met Menken te Monte Carlotoen Lucia door den bediende van mevrouw von Hilgersdorf een briefje werd ter hand gesteld dat behalve het adres nog de woorden behelsde: „Eigenhandig te openen." Het briefje was van den volgenden inhoud „Hooggeëerde mejuffrouw I Vergeef mij dat ik die voor u niet veel meer dan een onbekeüde benhet waagu met het verzoek om een onderhoud lastig te vallen. Toevalligerwijze ben ik dingen te weten ge komendie voor u van het grootste gewicht zijn zij hebben betrekking op zekere geruchten, die voor eenigen tijd door Rahlow's blad in omloop gebracht zijn. Om onnoodig opzien te vermijden wil ik u niet zelf be zoeken doch stel ik u voor mij de eer aan te doen, mij een kwartier aan te hooren in het paviljoen der villa Hilgersdorf. "Wanneer gij de kleine traliedeur, die van de zeezijde in den tuin voertdoorgaatdan zult gij onbemerkt in het paviljoen kunnen komen. Ik heb de eer te zijn San Remo, Uw onderdanige dienaar, 9 November 1881. Gitjlio Cadama." Toen Lucia dit briefje gelezen hadaarzelde zij eenige ongenblikken, of zij den inhoud aan den handelsraad zou mededeelen of niet. Zij dacht aan die kleine soiree by Ilona Hilgersdorf, waar zij het eerst Cadama ont moet haden herinnerde zich nog duidelijkwelk eenen onaangenamen indruk de „Zwarte in den rok", op haar gemaakt had. Sedert dien tijd had zg den „onderwijzer" en lateren „koerier" der jonge vrouw ringen en voor de torpedo's moeten beveiligen zouden de bewegingen der wederzijdsche oorlogsvaartuigen be- moeielijken terwijl het zware geschut van de forten en batterijen aan de kust den naderenden vijand den toegang zouden bezwisten. V«n de beraauning zou onge veer niets zijn te zien. In den romp van sommige vaartui gen verborgen of achter ijzeren blindeeringen verscho len zou zij zoo weinig mogelijk den vijand tot mikpunt zijn. Het zou wezen alsof die geheele vloot door on zichtbare helscbe machten werd bestuurd. Geheimzin nig onheilspellend ontzettend somber zou het schouwspel zijn. Zulk een zeeslag is onlangs aan de Iersehe kust geleverd gelukkig slechts als spiegelgevecht. Het besluit daartoe schijnt genomen te zijn toen het gevaar voor eene vredebreuk tusschen Engeland en Rusland grooter scheen dan thans. Er bestaat tusschen de schependie aan een gevecht van dien aard moeten deelnemen, zooveel verscheidenheid de rol, die zij daarbij te vervullen hebben, is zoo verschillend dat er inder daad onder die omstandigheden voor de Engelsche Ro- geering wel reden bestond, om eens eene proef op groote schaal te nemen zoowel van de zeewaardigheid der schepen als van hun vermogen om te vernielen en tegenstand te overwinnen. Behalve de groots gepant serde oorlogschepen monitors en ramscbepen komen daarbij in aanmerking een aantal kanonneerbocteu adviesjachten, stoom barkassen torpedo booten enz., en daaronder kwamen er voor van een verouderd en sinds lang verworpen stelsel zoowel als van geheel nieuwe samenstelling waaromtrent de ervaring nog uitspraak moest doen en de gevoelens aanmerkelijk uiteenliepen. Zooals reeds vroeger herhaaldelijk was gebleken wat ons eigen iand betreft op zoo treurige wijze door het jammerlijk vergaan van de „Adder", kwam ook nu weder duidelijk aan bet lichthoeveel de zeewaardigheid van sommige schepen te wenschen overlaat. Om ze tegen de vijandelijke kogels te beveiligen en de bemanning te beschuttenmoet hun ijzeren huid zóó diken om de even dikke huid van de vijandelijke schepen te kunnen doorboren moeten de kanonnen die zij voe ren zóó zwaar zijn dat zij veel van het karakter van een schip verliezen en meer op drijvende batterijen ge lijken. Het eerste vereisebte van een schip zal in bot algemeen wel zijn dat het goed kan varen maar hier doen zich daarenboven zoovele andere eischen gelden dat van dat eerste vereisebte veel moet worden opge offerd. Toen de Engelsche oorlogsvloot in zee ging was het weer bijzonder gunstig en de zee zoo stil als men slechts wenschen kon. Toch moesten binnen 24 uren van de acht groote torpedo-booten drie buiten dienst worden gesteld. Inderdaad eene treurige ondervinding waarbij geen andere troost overblijft dan dat by de andere zeemo gendheden dezelfde gebreken zich ongeveer in dezelfde mate zullen voordoen. Intusschen blijft het eene alles behalve opwekkende gedachte, dat de geduchte geldsom men die deze schepen hebben gekostzoo goed als dikwijls genoeg gezien en de macht der gewoonte had den innerlijken tegenzin dien zij aanvankelijk bij den aanblik van dien man gevoeld had veel verzwakt zij had echter nog heden eene antipathie tegen hem. Dat zij niettemin den ouden Raad ook nu nog niet in het vertrouwen namgeschiedde hoofdzakelijkomdat zij eerst slechts wilde weten welke omstandigheden tot dit courantenartikel dat haar reeds zoo menig droe vig uur gekost had hadden aanleiding gegeven. Lucia was een veel te moedig meisje om slechts een oogenblik vrees te koesteren voor eene bijeenkomst met Cadama, en zij had geestkracht genoeg, om haren af keer tegen hem te onderdrukken daar zij eindelijk hoopte te weten te komenwat zij tot nog toe te vergeefs had trachten uittevorschen en tot eiken prijs wilde weten. Een voorwendsel tot deze ongewone wandeling was spoedig genoeg gevondenen zoo begaf Lucia zich tegen het vallen van den avond op weg naar de villa Hilgersdorf. Zij volgde den straatweg en ging dan door den met groote zorg aangelegden tuin waar zich het door larixen overschaduwde paviljoen bevond, dat Cadama bewoonde. Hier onder het dichte geboomte was het reeds zeer donkeren Lucia schrikte bijnatoen zij plotseling dicht naast zich als uit de aarde opduikendeeene donkere gestalte zag te voorschyn komen. „Ik ben hetmejuffrouw", zeide Cadama op fluiste renden toon „ik wachtte u op, om u den weg te wijzen." De advokaat liep vooruit. Ofschoon het paviljoen slechts vier kleine vertrekken bevatte, was het toch zeer behagelijk ingericht. Het vertrek, waarin Cadama hot jonge meisje bracht, was zelfs met een zekeren comfort gemeubeld. De grond was met dik tapijt bedekten op den schoor steenmantel stonden kunstvoorwerpen van groote waarde. De advokaat schoof Lucia eeneu stoel toedien zg echter weigerde. „Ik ben niet vermoeid", zeide zij, „en daar ons on derhoud volens uw eigen schrijven slechts een kwar- nutteloos zijn uitgegeven, en dat men op dien weg wel licht nog lang zal moeten voortgaan. Is er een vaartuig gemaakt met zulk een dik en sterk pantser dat het te gen de geduchtste vuurmonden bestand isweldra wordt een kanon vervaardigd en een kogel uitgevonden, waarvoor ook deze huid bezwijkt en wat gisteren voortreffelijk was en een gevoel van veiligheid te weeg bracht, is heden van twijfelachtige waardeom morgen voor goed te worden afgekeurd. Als Frankrijk zijne oorlogsvloot verbetertof Duitschland een schip te water brengt, dat alle bestaande schepen in weerstands vermogen of vernielende kracht overtreftkan Enge land natuurlijk niet achterblijven, neemt Rusland nieuwe maatregelen en zet Italië een nieuw schip op stapel. En al wil Nederland er niet aan denken, ooit aan ééne dezer mogendheden in open zee het hoofd te bieden of haar aan hare kusten te gaan bestokenzoo het althans niet van de verdediging zijner eigene zeegaten en stranden voor goed wil afzien dient het toch wel zij het op hoogst bescheiden voet eenigermate aan de beweging deel te nemen en zich rekenschap te geven van de nieuwe gevaren waaraan het kan worden blootgesteld. In dit opzicht heeft ook het spiegelgevecht der En gelsche vloot nieuw licht verschaft. Er was in den laatsten tijd een nieuw vaartuig gebouwd dat tegelijk ramschip eu torpedo-boot zou zijn. Zooveel mogelijk zou het geheel onder water varen en inderdaad komt de rug vau het vreemdsoortige schip dat ongeveer den vorm van een sigaar heeftgeheel gesloten is en waarop niemand is te zien Blechts gedeeltelijk evon boven het water uit. De stalen huid is natuurlijk van zoodanige dikte, dat het schip bijha onkwetsbaar mag worden genoemd. Het is daarenboven verdeeld in een groot aantal volkomen waterdichte afdeelingen zoodat het, ook al mocht de huid hier of daar doorboord worden toch kan blijven drijven en varen en al die atdvelingen hebben hare eigene stoommachines. De stalen ram, waarmee het den vijand moet doorboreniszooals van zelf spreektvan buitengewone zwaarte en de torpedo's, waarmee bet is uitgerustzijn van geduchte kracht. Voeg daarbij eene zeer groote snelheid, en men kan zich eenigszins voorstellen welk een gevaar lijke vijand deze groote, bijna onzichtbare en onkwets bare gladde snel door het water schietende sigaar ook voor de grootste en sterkste oorlogsbodems is. Door de sterkste versperringen vloog het vreeselijk vaar tuig heen en wel met zooveel gemak, dat do bemanning, die het in zijn binnenste verborg, er niets van bespeurde. Dit is het schip der toekomstschepen als de „Po lyphemus" hebben wij noodig is thans natuurlijk de roep eenigszins getemperd trouwens door de gedachte aan da eerbiedwekkende som die dit wonderschip heeft gekost. Intusschen schijnt voorloopig zooveel zeker dat althans een staat als Nederland zijne veilig heid niet zal moeten zoeken in groote zeekasteelen maar ia forten en batterijen aan den wal, in ver sperringen en vooral in doelmatige snel varende tier duren zalkan ik u ook staande aanhooren. Gij zoudt mij zeer verplichtenwanneer gij dadelijk begin nen wildet." Cadama leunde achterover in eenen hoogen leuning stoel zijne oogen waren op den grond gericht. „Het zijn ernstige dingen, die ik u heb medetedeelen, mejufirouw", begon hij langzaam „en ik zou zeker geaarzeld hebben u die te vertellen wanneer ik niet vreezen moestdat u door mijn stilzwijgen nog grootere onaangenaamheden te wachten stonden dan nu zonder twijfel reeds het geval zal zijn." Lucia's gelaat werd een weinig bleeker en onwille keurig beefde zij. „Dat is een weinig bemoedigend begin mijnheer Cadama", zeide zij „maar juist daarom zou ik u wil len verzoeken zonder verschooning mij alles mede te deelenzonder iets te verhelen of te verfraaien. Ik verlang vóór alles waarheid en ik ben sterk genoeg, om iedere waarheid te hooren hoe droevig zij ook moge zijn." Cadama boog. „Ik bewonder uwen moedsignorina", antwoordde hij „waarlijk gij verdiendet aan het trotsche duitsche riddergeslacht te zijn ontsproten, welks naam gij draagt Lucia begreep den zin dier woorden niet. „Mijn vader was een oud soldaatmijnheer", zeide zij kalm, „en ik ben zijne dochter!" Een oogenblik liet de advokaat zijn vurig oog scherp op Lucia rustendaarna antwoordde hij luid en met vaste stem „Niemand zou dat meer wenschen dan ik ongelukkig is dat echter niet het geval." Lucia trad verschrikt achteruit, alsof eene slang haar gebeten had. Haar bleek gelaat werd plotseling hoog rood en hare oogen schoten vlammen. „Mjnheer riep zij bevend, zij balde de kleine vuist, „hoe kunt gij het wagen Loktet gij mij alleen hier heen, om mg smadelijke beleedigingen naar het hoofd te werpen f" „Ik smeek u signorinaik smeek u dringend eu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1885 | | pagina 1