No. 87.
Zeven en tachtigste Jaargang.
1885.
V R IJ O A G
2k JULI.
ONZICHTBARE HANDEN.
Prijs dor gewone Advertentiën:
(JDfficiëel (Bcbcclte,
Ënittulanb.
ftimïenlaub.
FBUHjLiETON.
ALKIAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag», Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers O 06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
hrengen ter kennis van de ingezetenendat de gemeente-reke-
nine dienst 1884., met alle daarbij behoorende bescheiden
den 22 dezer aan den gemeenteraad aangeboden heden op de
gemeente-secretarie voor een ieder ter lezing nedergelegd en
te^en betaling der kosten in afschrift verkrijgbaar is.
g Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
22 Juli 1885. NUHOUT6VAN6 DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat de eerste suppletoirs ge-
meente-begrooting, dienst 1885, beden door hen den gemeente-
raad aangebodengedurende de eerstvolgende veertien dagen
op de gemeente secretarie ter inzage nedergelegd en tegen
betaling der kosten in afschrift verkrijgbaar is
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
22 Juli 1885. NUHOUT6VANe DER VEEN.
ENGELAND. H o o g e r h u i s. Bij derde lezing
is den 21 het wetsontwerp aangenomen om een af
zonderlijk ministerie voor Schotland op te richten.
Lagerhuis. Minister Churchill antwoordde den
21 op de vraag of het waar wasdat Rusland met
zijn eisch betreffende Zulfikar bedoelde MeruteehuS te
verkrijgen en een voorstel in dien geest zou doen dat
aan de° regeering zulk een voorstel met gedaan was
en dat Rusland oik niet voornemens was het te doen
Minister Hicks Beach verklaarde den 22, dat de re
geering geen officieel bericht over den dood van den
valseben profeet in Egypte ontvangen had. (Het ge
rucht liep, dat hij den 29 Juni aan de pokken over-
leden was). Een aanval op Kassala was afgeslagen
maar over het verlies aan dooden was niets bekend.
Ierland. De iersche volksleider Michael Davitt heeft
den 19 in eene groote nationalistische bijeenkomst te
Lidmire in bet iersche graafschap Cork tenj aanzien
vau het in het Hoogerhuis ingediende ontwerpom
o. a. door voorsohotten van staatswege aan de iersche
pachters het koopen van land gemakkelijker te maken de
meening bespottelijk genoemd, dat men met/60,000 000
60 000 Iersche pachters tot grondeigenaars kon maken.
Het zou neerkomen op eene soort van onderstand aan
de 1200 met bankroet bedreigde iersche landheeren
een appeltje voor hunne dorst, en de wet moest eigen
lijk heelen wet tot ondersteuning der iersche land
heeren. Hij hoopte, dat de Ieren zich niet in dien
strik zouden laten vangen.
FRANKRIJK. Op voorstel van den heer Michelin
heeft de algemeene raad der Seine den wensch uitge
sproken het hart van Volta-re, thans in de nationale
bibliotheek bewaard naar het Pantheon over te brengen.
De heer Clémenceau heeft den 19 te Bordeaux
eene redevoering uitgesproken waarin hij betoogd
hei ftdat in die departementen waar men de monar
chalen tegenover zich had alle republikeinen moesten
samen werken in de andere daarentegen moest men
de kiezers in de gelegenheid stellen om uitspraak te
doen aangaande de verschillende republikeinsche partij-
groepen. De opportunistische partij was overigens on
geschikt om als regeerings partij op te treden. Deze
redevoering werd zeer toegejuicht. Met nog 4 afge
vaardigden der uiterste linkerzijde heeft hij het plan
gevormd, hier en daar verkiezings redevoeringen uit te
spreken zooals indertijd Gambetta deed.
Kamer. Een afgevaardigde van Lyon stelde den
20 voorde katoenen garens tijdelijk vrij te stellen
van invoerrechten opdat de fabriekanten aldaar de
mededinging met liet buitenland in het vervaardigen
der halfzijdenstofieu beter zouden kunnen volhouden.
De afgevaardigden van Rouaan bestreden dit voorstel
heftig, omdat zij de schromeJijkste gevolgen daarvan
vreesden voor hunne katoen nijverheid. Na een lang
durige beraadslaging vetklaarde de minister van handel
dat dit voorstel niet in behandeling kon worden ge
nomen. Met 252 tegen 200 stemmen werd den 21
overeenkomstig zijnen wensch tot de orde van den dag
overgegaan.
SPANJE. Den 20 kwamen 2128 cholera- en 837
sterfgevallen aan die ziekte voor waarvan 12 te Ma
drid 228 in de provincie Valencia en 190 te Saragossa;
den 21 1831 cholera- en 619 sterfgevallen, waarvan
9 te Madrid 184 in de provincie Valencia 243 in
Saragossa 65 in Murcia en 73 in Castellon.
EGYPTE. Kapitein Chermside heeft gemeld dat
eene groote menigte opstandelingen den 15 en 16 Juni
de buitenwijken van Kassala had aangevallen doch na
een hardnekkig gevecht door het garnizoen terugge
dreven waswaarbij van de opstandelingen 3000 sneu
velden terwijl het garnizoen 1000 oasen 1000 scha
pen en 700 geweren buit maakte.
STATEN-GENERAAL.
Eerste Kamer.
In het eindverslag der afdeelingen omtrent het wetsvoor
stel-Reekers tot toelating van den wouderkuil werd opge
merkt dat vele ledengesteund door het oordeel van het
college voor de zeevisscherijen, gestemd waren voor bestendiging
van beperking van den wonderkuil. Andere leden aarzelden
nog, hunne stem te bepalen, ofschoon ongeneigd om nu reeds
van de beslissing van 1884 terug te komen. Vele leden wensch-
ten voorlichting der regeering en sommigen van hen uitstel
van de behandeling, in afwachting van voldoende inlichtingen.
Eenige leden ondersteunden het ontwerp als af keerig van iedere
belemmering en wel op bet gezag van de minderheid in ge
noemd college.
De heer Reekers heeft naar aanleiding van dit eindver
slag enkele van de voornaamste motieven, die voor de intrek
king van het verbod pleitenopgegeven.
Deze motieven laten zich hierin zamenvatten dat de naring-
visscherii op de Zuiderzee niet is achteruitgegaan door de wijze
van visschen op dat waterde achteruitgang ook van andere
visohsoorten niet gebleken is; het opzettelijk visschen naar zoo-
genaamd nest verboden blijft, en inmenging de wijze van uit
oefening van het visschersbedrijf zal belemmeren.
Hii verklaart, volslrekt niet te willen toegeven aan een fei
telijk' verzet der Vollendammers tegen de wet, waarbij men zich
trouwens, al viel het hard, heeft neergelegd. Hij bestrijdt de
meening, dat sedert de herziening der wet van ^l^ene
nieuwe gezichtspunten zijn geopend. Het wetsvoorstel van 1884
miste z. i. den grondslag van een voldoend onderzoek naar het
betrekkelijk nadeel van het gebruik van den wonderkuil Lu
nu wijst hij er op, dat sedert zich met alleen hier te lande,
maar ook elders feiten hebben voorgedaan, die een geheel nieuw
licht over deze zaak verspreiden. t
Overtuigd, dat het verband der wet met de gunstige uit
komst der visscberij niet gemakkelijk aangetoond kan worden,
wenscht hij het lot van een aantal gezinnen met van eene toe
vallige gebeurtenis afhankelijk te maken.
Beraadslaging over de wijziging van art. 240 der gemeentewei.
De heer van Swinderen acht het geene goedestaat
kunde die ten doel heeft aan de gemeenten bijdragen te ont
nemen oin die aan liet rijk te geven, en tracht te bewijzen, dat
hier aan de geneenten een middel ontnomen wordt, waarop zy
in 1S65 recht hebben gekregen als equivalent voor de afschaf
fing der accijusen. Hij treedt verder in eene bestrijding van
hel door de voorstanders van dit ontwerp aangevoerde. Hij
ontkentdat de tegenwoordige regeling demoraliserend werkt
De heer S i c k e s z betreurt hetdat hij zich bi) deze eerste
ontmoeting met den min. van financien niet aan zijne zijde
kan scharen, ofschoon hij meent, dat dit wetsvoorstel geen
reeeeringsvoorstel is, na de ingrijpende wijzigingen, die het
in de Tweede Kamer ondergaan heeft. Hij houdt inkomsten
belastingen voor slechte belastingen voor de gemeenten gelijt
de ervaring doet zien, in die mate zelfs, dat ingezetenen, met
een groot belastbaar inkomen, met de gemeentebesturen als net
ware overeenkomen, om tot zeker bedrag te worden aangesla-
gen, met bedreiging van anders de gemeente te verlaten, tiet
rijk kan de"ingezetenen treffen waar het wil hetzij zij wonen
in steden Óf dorpen en dus zeer in het belang van den ge-
lijkmatigen druk. Daarentegen acht hij eene verteringsbelasting
uitnemend geschikt voor heffing door de gemeenten, als een hei1-
zamen prikkel voor haar om zich te ontwikkelen. Wat het
ontwerp zelf aangaat, reeds daarom is hy er tegen, omdat
gemeenten in de vaste uitkeering eene soort van alimentatie
ontvangen, het niet zal medewerken tot spoediger herziening
van de persoueele belasting en het onbillijk is de gemeenten
hel uitzicht op vermeerdering van de opbrengst van het per
soneel te ontnemen.
De heer de Briijn acht de afschaffing der gemeente accyn-
sen nog altijd den besten maatregel, m«r.^1r^™1^d"lr
den afstand der het slechtste; een redmiddel, dat door dit
ontwerp bestendigd wordt. Intusschen is hij er voor omdat
het |iu ieder geval iets meer aan het rijk geeft en hy ™°r
rijk geene betere belasting kent dan de persoueele belasting,
welke het rijk nu van leemten kan zuiveren en verbeteren.
Werd het personeel aan de gemeenten gegevende goede
grondslagen zouden zoo verminkt worden, dat zy met.meer
zouden te herkennen zijn. In theorie is hyvoorstande
van rijks-inkomstenbelastingmaar in de praktijk kent by
geene slechtere, want zij is nimmer goed te heffen. Kwam
hem zat hij aan de regeeringstafel, een overeenkomst tusschen
burgemeesters en belastingschuldigen ter ooreals waarop de
73)
Francesco wasop Cadatna's verlangen dat deze
hem den vorigen dag had te kennen gegeven reeds
met den middagtrein van Nizza naar San Remo gegaan.
Hij had den brief van den advokaat, die slechts deze
weinige woorden bevatte: „Ik verwacht je den 9e.
's avonds te 8 nur", dadelijk aan Menken laten zien en
van dezen de noodige aanwijzigingen gekregen. Francesco
zou zich geheel naar Cadama's wenschen voegen, maar
zoolang mogelijk het voorgenomen onderhoud van dezen
met Lucia zoeken te rekken tot Meuken roet Elimar
en eenige gendarmen zou zijn aangekomen.
Francesco had van den baron na het verhaal van
den speelprofessorgehoordhoe hij het ofier eener
schandelijke intrige geworden was en sedert dit oogeublik
was zijn haat tegen Cadama grenzeloos. Het kostte
bem nu reeds moeite zich te beheerschen en niet oogen-
blikkelijk met de vuist rekenschap te vragen voor het
geen deze hem had aangedaan.
Cadama lietzooals dit reeds te voren was afgespro
ken den Campagnees in het kleine vertrek naast de
kamer waar het onderhoud met Lucia zou plaats heb
ben. Francesco had vóór Lucia kwam tijd genoeg
om het kabinet te onderzoeken. Het bevatte slechts een
venster, dat op den grooten weg uitzag en eene deur,
die direct naar buiten voerde. Cadama had den jongen
mun eenige verfrisschingen voorgezet en hem bevolen,
eerst op zijn geroep de deur van het andere vertrek te
openen om als getuige dienst te doen.
Voor Francesco verliep de tijd met bijna onuitstaan
bare traagheid. Tegen acht uur hoorde hij Cadama
en Lucia het paviljoen binnentreden, en omstreeks dien
tijd moest de trein uit Nizza aankomen, waarmede Men
ken en zijne begeleiders werden verwacht. De baron
had de te nemen maatregelen goed overlegd juist op
het oogenblikdat Cadama zich het veiligst en het
dichtst bij zijn doel zou gelooven moest hem de hand
der gerechtigheid treffen. Dit plan was er niet alleen
op berekend om Cadama plotseling uit al zijne illusies
plotseling ter aarde te werpen Menken had ook
nog in andere richting juist gerekend wanneer hij
den advokaat verrassen wilde. Het was niet twijfel
achtig of Cadama zou bij een persoonlijk onderhoud
met Luciavun de vervalsebte documenten gebruik
maken die Menken uit de brieventasch van Cadama
kende en waarvan de getrouwe copiën zich in het bezit
van den commissaris von Hölgen bevonden; de baron had
echter ook zijne goede redenen om op die papieren
eerst dan beslag te leggen wanneer zij tot eene mis
dadige handeling gebruikt werden.
De avondtrein uit Nizza moest om zeven uur acht
en veertig in San Remo aankomen het was reeds
eenige minuten over achtenen Francesco zag nog
steeds te vergeefs naar buiten. De maan was door
wolken bedekthet regende niets was er op den
weg te zien, slechts rechts en links stegen de stammen
der olijven als trotsche reuzen omhoog.
Plotseling was het Francesco, als hoorde hij eenen
onderdrukten gil. Het bloed steeg hem naar het hoofd;
het viel hem plotseling in dat Cadama en Lucia daar
binnen alleen waren Cadama was een gewe-
tenlooze schurk en Lucia slechts een jongzwak
meisje Door het sleutelgat viel eene heldere lichtstraal.
Francesco knielde neer en legde zijn oog voor de kleine
openingen nu was het hem ook mogelijkieder
wootd te verstaan, dat daar binnen gesproken werd.
Hij keek en luisterde, en bij hoorde ook zijnen
naam noemen ten behoeve dier schurkenstreek en
steeds hooger klom zijne woede zijn adem ging sneller,
en zjne vuisten balden zich.
Nu zonk Cadauia voor Lucia op de knieën. Elk
zijner woorden was leugen en huichelarij en sneed den
luisteraar diep in de zielmaar toen Cadama ook be
proefde de hand van het meisje aan zijne lippen te
drukken toen kon Francesco zijne woede niet langer
bedwingen bijna zonder te weten wat hij deed rukte
hij de deur open cn was met eenen sprong dicht bij
Cadama.
Canaille riep bij en zijne krachtige vuist trok den
verschrikten ellendeling bij den kraag in de hoogte
alsof hij een veertje was, „nu genoeg van leugen en
Ledrog, genoeg van die ellendige komedie! Voel nu
eerst eensschurk de vuist van hem dien gij tot
eenen misdadiger wildet maken proef eerst eens mijne
wraak dan kan het gerecht over je zonden oordeelen 1
En met een wilden schreeuw waaruit al de triomf
sprak van een gevangene, die zijne ketens verbreekt,
liet de Campagnees zijne band op het vaalbleeke ge
zicht van Cadama neervallen.
De sla" zou vreeselijk geweest zijnwanneer hij
getroflen had maar hij ging voorbij. Eene andere hand
rukte die van Francesco terzijde. In zijne grenzelooze
opgewondenheid had de knaap met gehoord, dat
byna onmiddeljjk na hem twee beeren waren binnen-
gekomen Menken en Elimar. Daar zij niet wisten,
dat eene deur direet van buiten in het paviljoen voerde,
waren zij door het voorvertrek gegaan en hadden
juist op het goede oogenblik door de tweede deur
de kamer betreden.
„Vergeet gij zoo mijne opdracht1) rancesco e zeide
Menken ernBtig en met donkeren blik terwijl Eiimar
op het bewustelooze meisje toeliep; „schaamt gij u niet,
uwe hand aan zulk eenen ellendeling te bezoedelen?
Laat den schurk los, vrij zal hij voor mij staan!"
Met gloeiende wangen, nog over het geheele lichaam
bevende^, liet Francesco zijne hand zinken. Toen
keerde echter ook de koelbloedigheid van Cadama terug.
Het geheel onverwachte van den plotselingen aanval
had hem bijna van zijne bezinning beroofd, Menken's
ijzige bedaardheid gat ook hem de zijne terug. Hij
was verradendat zag hijmaar verloren nog niet.