JSüntsnJaub.
Uitslag der gemeenteraadsverkiezingen.
QUcrlei.
heeft de algemeene hulde bewezen die den geliefden
Onderkoning lord Ripon bij zijn vertrek door hen is
gebracht, in weerwil van de meerderheid der Euro-
peescbe ambtenarendie zijn voor de inlanders zeer
vrijzinnige maatregelen en het bevorderen van zelf
standige plaatselijke besturen afkeurde.
Yan de Muzelmannen die bij den opstand der Ci-
payers getrouw blijven dreigt wel bet grootste gevaar,
naarmate Engeland minder als de trouwe bondgenoot
van den Sultan beschouwd zal worden of wel naarmate
hetzij de Mahdi in Soedan, hetzij de een of ander, die
wellicht na hem zal optredenmeer dan de Sultan
zelf voor den waren leidsman der geloovigen zal door
gaan. De geheele Mohammedaansche wereld verkeert
in een staat van gisting waarvan ook Nederland in
Atjeh de gevolgen ondervindt. De haat tegen de on-
geloovigen is sterk aangewakkerd, de dweepzucht, het
gevoel eener heilige roeping om met hen den strijd te
aanvaarden en zich in dien strijd op te offeren neemt
toe. Engeland zal er steeds meer mee te rekenen
hebben en het zal vooral van gewicht zijnhoe de
gezindheid in dit opzicht tegenover Rusland zal zijn.
De Afghanen die de Engelschen en Russen in Azië
scheiden haten naar het schijnt de eersten meer dan
de laatsten en achten de Russische macht grooter dan
de Engelsche. De bestendige overwinningendoor
de Russen in deze streken gemaakt de onderwerping
van verschillende stammen aan hunne heerschappij is
wel geschikt om dit geloof aan hunne onoverwinnelijkheid
en aan hunne bestemming om Azië te overheerschen
te bevorderen. De Emir van Afghanistan heeft bij het
vorstelijk onthaal dat hij onlangs in Engelsch-Indie
heeft genoten en onder den indruk van al den luister
en al de macht, die men hem te aanschouwen gaf, wel
gaarne verklaard, de hulp der Engelsehen te zullen aan
vaarden wanneer hij door de Russen mocht worden
aangevallen maar hij heeft geen Engelsche troepen in
zijn land durven of willen toelaten. Wie staat hem
borg dat niet eenmaal Rusland nog een veiliger bond
genoot tegen zijn mededingers naar den troon zal blijken
dan Engeland? Wel hebben de Engelseben hem einde
lijk op den troon gezetmaar er is ook een tijd ge
weest, toen zij tegen hem vóór Sjir-Ali partij kozen en
hij van de zijde der Russen steun veiligheid en on
derhoud genoot. Wat eindelijk den Mohammedaanscben
godsdienst betreftis de Russische Regeering zoo ver
draagzaam mogelijk. Niet alleen wordt geenerlei poging
gedaan of toegelaten om de nieuwe onderdanen, voor
wie de Koran het boek der boeken iste bekeeren
maar zij worden op den voet van volkomen gelijkstel
ling met de Christenen behandeld. Rusland zelf is voor
een gedeelte een Mohammedaansche Staat. De Mo
hammedanen zijn er geen overheerscht ras maar on
derdanen als alle anderen. Alle burgerlijke en militaire
betrekkingen staan voor hen open. De koloneldie
de onderwerping van Merv tot stand brachter de
eerste gouverneur werd en tegenwoordig onder ge
neraal Komarof het bevel voert over de cavalerie is
een Mohammedaan. De escadrons van Kozakken en
Turcomannen onder zijne bevelen bestaan uitsluitend
uit Muzelmannen. Zoo kan de Russische legermacht
in Azië in de oogen der Afghanen niet zijn een leger
van ongeloovigen.
Benoemd den 23 tot tweede onderwijzeres aan
de te openen meisjesschool te Zaandam mevrouw A.
J. Mackenzievan Eyk te Lochem met ingang van
1 September a.s.
De arr. rechtbank te Arnhem heeft twee personen
die zich onlangs schuldig gemaakt hadden aan het
werpen van steenen tegen politie-agentendie hunnen
plicht dedenveroordeeld tot 5 en 6 maanden gevan
genisstraf.
Op 1 Juli 1.1. waren bij de Ned. Herv. Kerk
276 plaatsen onvervuld of 11 minder dan op 1 Januari
1885 Slechts 4 kandidaten waren nog beroepbaar.
Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben be-
kelijk, zich bij deze duisternis te orienteeren, maar toch
zag de advokaat tamelijk spoedig, waar hij zich bevond.
Vlak voor hem verhieven zich de witte muren eener
villa, een grintweg voerde daarheen. Cadama ging
eenige stappen verder en stond toen plotseling voor
eenen reusachtigen palmboom. Nu wist hij waar hij
zich bevond. Die palmboom stond in de villa Woletzka,
rechts van hem moest zich een pad bevinden, dat over
eenen heuvel naar het oude San Remo leidde.
Cadama veegde zich met zijnen zakdoek het bloed van
het gezichtdat uit de door de doornen veroorzaakte
wond stroomde en overlegde wat hem te doen stond.
Waarheen Naar mevrouw von Hilgersdorf? Moge-
gelijk waarschijnlijk zelfs, dat de weduwe hem in haar
huis zou opnemen wanneer hij haar verteldedat hij
voor Lucia's beschermers gevlucht was, het wasechter
te vermoeden, dat Menkens eerste werk wanneer bij
van de vlucht van den gevangene hoorde, zou zijn, om
de villa van mevrouw Hilgersdorf te laten doorzoeken.
Plotseling schoot Cadama te binnen dat hij in de
stad nog een goeden kennis had een ouden boer
die van het verkoopen van gesmokkelde waren uit
Erankrijk leefde en wien hij kortgeleden bij een proces
goeden raad gegeven had. De oude Corali had eenen
slechten naam maar dat kwam juist zeer te pas. Deze
moest hem opnemen en hem verder bij de vlucht behulp
zaam zyn de fransche grenzen waren slechts eenige
mijlen verwijderd en daar was hij in veiligheid.
Ondanks de duisternis viel het hem niet moeielijk
den weg te vinden. Hij stapte flink door, hij ontmoette
geen sterveling in dezen regenachtigen nacht.
Na verloop van een kwartier was hij reeds aan de
eerste huizen der oude stad. Westelijk lag de wijk
Castigliuoli oostelijk de koepelkerk der Madonna,
waarvan de witte muren duidelijk te herkennen waren.
Cadama liep snel de eerste straten door en bleef toen
voor een verweerd zwartgerookt huisje staanwaar
naast de deur een wormstekig uithangbord hing, waar
van zelfs bij dag moeielijk het opschrift te ontcijferen
slistdat de bijzondere kerkelijke begraafplaats te Oos-
terwolde niet voldoet aan de voorschriften der wet en
dus gesloten moet worden uiterlijk October a.s.
Door de Nederlandsche Yereenigmg te Parijs is een
liefdadigheidsfonds opgericht dat zich ten doel stelt
Het inrichten van een Informatie-Bureautot het
geven van inlichtingen en het doen van onderzoek naar
de zedelijke waarde van de personen die zich aanmel
den om onderstand. Het verschaffen van weik en zoo
mogelijk van een bestaan. Het geven van onderstand,
zoo weinig mogelijk in geld maar in goederen bons
voor eetwareD, geneesmiddelen, geneeskundige hulp enz.
Het geven van renteloos voorschot aan neringdoenden.
Het opmaken en bijhouden van een register der namen
van de Nederlandsche behoeftigen te Parijs.
Als grondslag wordt aangenomen dat daarbij geen
sprake mag zijn van geloofsrichting of kerkgenootschap.
Men kan lid van genoemd fonds worden voor 10
francs per jaar of donateur door eene vrijwillige bijdrage
of stichter door eene bijdrage van 100 francs en moet
zich daartoe aangeven bij den heer Johs. Pierson 96,
faubourg Poissonnière te Parijs.
Vervolg.
Bivencarspel. Uitgebracht 118 st. Herkozen D.
Kooiman 57 st. en Jb. Boon Cz. 58 st.
Casirikum. Uitgebracht 34 st. Herkozen A. van
der Park 27 st. en F. Glorie 27 st.
Jisp. Uitgebracht 17 st. Herkozen J. Wildschut
16 st., M. Bus 14 st. en C. Wildschut 12 st.
Nieuteendam. Uitgebracht 26 st. Herkozen A Mulder
25 st. Herstemming tusschen J. Hoogeboom, H. Kubbe
en L. A. Faber.
Purmerend. Herkozen D. Schoen 243 st. en H. C. P.
van der Zee 145 st. Herstemming tusschen F. J. B.
Middelhoff 138 st. en A. Switser (aftr. lid) 121 st.
Terschelling. Uitgebracht 125 st. Herkozen D. Ree-
deker 121 st. en S. Brons Boldingh 102 st. Her
stemming tusschen T. D. Pais 55 st., J. H. Stobbe
53 st., G. J. Arket 34 st. en Th. Ruijgh 29 st.
Twisk. Uitgebracht 28 st Herkozen Pieter Donker
Jz. Sr. 27 st., Frederik Slot 26 st. en Hendrikus
Koster Jz. 25 st.
Wormer. Uitgebracht 42 st. Herkozen L. de Leeuw
38 st. en P. Koet Cz. 39 st.
Wijdeicormer. Uitgebracht 22 st. Herkozen K. Kat
21 st. en K. Brouwer 20 st.
Verbeterde opgaven.
Oterleek. Uitgebracht 34 st. Herkozen M. Groot 30
st. en Jb. Blom 29 st.
Oosthuizen. Uitgebracht 80 st. Herkozen K. Kaas-
kooper 46 st. en D. A. Schotsman 45 st.
Omtrent het Rijksmuseum schrijft de Figaro
„Het is moeilijk den stijl te bepalen waarin het
gebouw is ontworpen. Uiterlyk wekt het herinneringen,
waarin verward dooreenspelen het kasteel van St. Ger
main, de Brugsche Statie en die Engelsche villa's, waar
de handeldrijvende bierbrouwers der City droomen van
landelijk genot en Gotbisk. Kan men in den regel aan
nemen, dat het uiterlijk van een gebouw de bestemming
daarvan moet aangeven dan moet men aan deze zware
massa baksteen verwijten dat zij op alles gelijkt'be
halve op een Museum.
Op het grondvlak komt men door eene vrij magere
vestibule in de zalen bestemd voor de prenten en oud
heden. Die vertrekken zijn nog ledig. Alleen de be
roemde verzameling gravures is op hare plaats ge
bracht. De decoratie dezer zalen is gewrongen en valsch
van toon. Het midden van het gebouw is geheel inge
nomen door eene zeer groote halmet glas gedekt
waar men eene goed gekozen verzameling afgietsels
begint aan te leggen. Men ziet er reeds die van En-
gelbert van Nassau's graf, te Breda van de Dordtsche
koorbanken enz.
was„Pietro Coralihandel in fransche en italiaan-
sche wijnen".
Cadama liet den verroesten klopper op de deur vallen.
De bewoners van het huisje schenen nog wakker te zijn,
want bijna dadelijk hoorde men binnen eene brommende
stem roepen: „Maledetto 1 Wie is daar nog zoo laat?"
„Doe open Pietro riep Cadama terug. „Ken je
niet meer de stem van hem, die je kortgeleden je pro
ces deed winnen
De grendels werden teruggeschoven en Cadama stond
eensklaps in het heldere licht.
„Santa Madonna riep de Italiaan verschrikt, „wat
ziet gij er gehavend uit signor Cadama
„Laat mij maar eerst binnen", antwoordde de vluch
teling geërgerd „dan zal ik je alles vertellen Geef
mij wat droge kleeren en een glas warmen wijn ik
druip van den regen en heb geen lustom mij eene
verkoudheid op den hals te halen
De beide mannen traden het vertrek binnenen
Cadama zonk hier uitgeput op eenen stoel neer, die bij
de tafel stond. Intusschen deed de oude alle moeite,
om het zijn gast naar den zin te maken. De kamer
japon die by te voorschijn haaldewas wel niet at te
rein en de groote pantoffels niet nieuwmaar beide
deden goede diensten evenals de heerlijke wijn, die
Pietro boven eene spiritusvlam klaarmaakte.
„Ik word vervolgd oude", zeide Cadama nadat hij
eenen slok van den warmen drank genomen had, „waar
om, kan jou onverschillig zijn Je moet mij dezen nacht
logeeren en morgen in een dier schuilhoeken waar
aan je buis zoo rijk is als een oud Saracenenslot, ver
bergen. Morgenavond zal ik my dan op de eene of
andere wijze verkleeden en verder ontkomen. Heb je
my begrepen oude Je weel weldat het niet tot je
schade zijn zalwanneer je mij helpt."
Pietro knikte zwijgend. Hij had dadelijk begrepen
dat hij voor het verbergen van Cadama eene goede
belooning zou krijgen verder dacht hij niet.
Wordt vervolgd.
De eerste verdieping is geheel gewijd aöü de schil
derkunst. Dit deel van het Museum is verreweg het
best uitgevallen. Eene groote galerij verdeelt het ge
bouw in de diepte in twee deelen. Aan iedere zijde zijn
kleine goed verlichte zaaltjes, in het midden waarvan
men telkens een dier belangwekkende portretten van cor-
poratiën aantreft, die ons den indruk geven van den
ernstigen eerbied der Hollanders van weleer voor hun
ambt en waardigheid. Aan het einde der galerij is een
groot en hoog vertrek, waar de „Nachtwacht", dat eenig
juweelschittert in fantastischen en benevelenden glans.
Volgens de indeeling van het gebouw moest men
het meesterstuk van Rembrandt aanschouwen bij de
eerste schrede in het Museum, welks middelpunt het
is. Maar de decorateurs hebben de galerij overvuld
met draperieën en middelmatig pleisterwerk, die bet
gezicht belemmeren. Nog moet gewijzigd worden de
toon der wanden van de Rembrandtzaai. Heeft men
dan niet gevoeld, dat zulk een schilderstuk eenen war
men toon van het houtwerk behoeft
Onder voorbehoud van het aangestipte dat in een
oogenblik te verbeteren is mag men aan de schikking
van het museum oprechten lof brengen.
Rechts en links van bet midden-paviljoen volgen
groote uitstekend verlichte zalen op elkander, zonder
die afrastingen die verhinderen de manier van werken
der meesters van nabij gade te slaan. Daar is het
overige van de oude collectie van het Trippenhuis
bijeenverzameld met de anatomieën de doeken uit
het Stadhuis, de verzameling Van der Hoop, andere
geschenken en eindelijk de moderne kunst.
De schikking der schilderijen is met oordeel geschied.
Ik heb hooren zeggen, dat enkelen der machtigen, die
onze schoone kunsten besturen de inwijding van het
amsterdamsche museum zijn komen bijwonen. Mochten
zij in het hart wat hebben meêgedragen van de ijver
zucht, die mij bij het bezoek dezer verzameling bekroop;
mochten zij tot het inzicht zijn gekomen dat ook wij
meesterstukken hebben maar dat die meesterstukken
slecht zijn geplaatst, slecht omlijst, slecht verzorgd
en vooral mogen zij zegevieren indien zij ooit den
moed hebben, de stremmende bureaucratie aan te tasten'
onder welke onze musea verkwijnen.
De Bombay Gazette deelt de volgende treurige
bijzonderheden omtrent het vergaan van de Bark Cape-
land Isle en het lijden der equipage er van, die uit
kapitein Ferguson twee stuurlieden en eenige Britsch-
Indische matrozen bestondmede.
Het schip vertrok in de eerste dagen van April met
eeüe lading rijst en hout van Rangoon naar Bombay
en had onmiddellijk na het vertrek met zwaar storm
weder te kampen totdat het ten slotte lek werd.
De gezagvoerder kon zijne matrozen er slechts door
dreigementen toe bewegenom aan de pompen te
blijven de toestand duurde tot 10 Juni, toen Ferguson
het schip besloot te veriaten daar de zeilen aan flarden
waren gescheurd en acht voet water in het ruim stond.
Twee van de vier sloepen waren door de golven
verbrijzeld en een derde werd bij het neerstrijken tot
splinters geslagen om te voorkomen dat ook de
vierde sloep verloren ging werd roet goed succes
olie op de golven gegoten en toen gelukte het den
schipbreukelingen, om van het zinkende schip af te
komen.
Opdat het broze vaartuig alle personen zoude kunnen
dragen, moest eene kist met levensmiddelen over boord
worden geworpen en de ongelukkigen hielden slechts
wat watereenige instrumenten en eene kaart van
de kust over.
Onophoudelijk moest gehoosd worden en de schip
breukelingen werden drie dagen en drie nachten door
de golven heeu en weder geslingerd. Zij hadden geen
anderen mondvoorraad dan wat tabak en eenige sigaren,
die men in een hoekje vond, en wat regenwater, dat in
een zeil werd opgevangen.
De ongelukkigen leden op vreeselijke wijzehunne
beenen begonnen te zwellen, hunne oogen werden ont
stoken en hun licbaam werd met zweren als overdekt.
Tot zoover klinkt het verhaal van de Bombay Gazette
zeer geloofwaardig, maar haast ongeloofelijk schijnt de
bijzonderheid dat de voeten van eenige matrozen zoo
hard werden dat zij die geen tabak konden kauwen'
stukken van hun eigen lichaam afbraken en opatene
de half verhongerde menschen moeten die afschuwelijk
spijs met smaak hebben verorberd.
Met onbezweken moed zette kapitein Ferguson de
reis naar de kust van Carwar voort, die men ten langen
leste bereiken mocht en waar de geheele bemanning
aan wal werd gebracht.
Den 24 werden te Arnhemop een terrein
even buiten de stad gelegen proeven met de brand-
bluschmiddelen van Stibbe en Stuij genomen die tot
het doelwaarvoor zij bestemd zijn, n.l. voor binnen
branden enz., zeer goed slaagden. De middelen bestaan
uit extincteurs flesschen en ballonsgevuld met stik
stof. Door het gebruik van een dezer bluscbmiddelen,
b. v. door hot werpen van eenige ballons in de bran
dende massa werden de vlammen spoedig geheel en
al uitgedoofd. Behalve den burgemeester eenige leden
van den Raad en de directie van de brandweer, woon
den een aantal belangstellenden deze proefneming bij.
Omtrent eene verduistering van gelden door den brie-
vengaarder-gemeente-ontvanger uit Pijnakkermeldt
men, dat een ingezetene te Pijnakker het bericht ontving,
dat aan zijn adres eeD postwissel, groot ƒ68, was verzon
den. Toen hij evenwel den wissel niet ontving, vroeg
hij om opheldering aan het hoofdkantoor en hier bleek
nudat de wissel behoorlijk afgestempeld en geteekend
reeds weder uit Pijnakker was terugontvangendoch
tevens dat de handteekening voor quitantie valsch was.
Over een en ander door den belanghebbende onder
vraagd betaalde De B. wel terstond de f 68, maar
nu de aandacht der hoofdadministratie eenmaal op den
Pijnakkerschen brievengaarder was gevestigd volgde
spoedig een onderzoek dat tot zijn ontslag heeft ge
leid. Het tekort in de gemeentekas bedraagt ongeveer
f 1000.