uitstekend leent, daartoe in te richten volgens overgelegde tee- keningzullende eene uitgave vorderen van f 1050. Op den voorgrond stond bij Burg. en Weth de vraag, liedt dit planmet het oog op de zorg voor de veiligheid der openbare icegen, hun opgelegd bij art. 179 letter h der gemeentewet, afge scheiden van andere bezwaren, voldoende waarborgen voor de veilig heid aan En daar zij zich onbevoegd achtten, die vraag te be slissen noodigden zij den kapitein waarnemend kommandant der schutterij, uit, zich te wenden tot den minister van oorlog met het verzoekhet ontwerp der schietbaan te doen onder zoeken door een deskundig officier. De kommandant wendde zich daarop tot dien minister, die goedgunstig op het verzoek beschikte. De kapitein van Schermbeek van het 7e regiment infanterie, in garnizoen te Amsterdam werd met dat onderzoek belast en deze officier bracht een uitvoerig rapport uitdat door den minister van oorlog ter kennisneming is toegezonden. Uit dat overgelegd verslag blijkt, dat èn de plaats èn het plan der schietbaan met het oog op de veiligheid ten eenenmale onge schikt en onvoldoende zijn en dat het niet mogelijk ishier eene schietbaan te makendie voldoende waarborgen oplevert voor de veiligheid zonder belangrijke kosten, afgescheiden van de verder bestaande moeielijkheden ten aanzien van terrein enz. Na deze mededeeling vinden zij allezins vrijheid, voor te stellenaan den kapiteinwaarnemend kommandant, mede te deelen dat de gemeenteraad op grond van het plaats ge had hebbende deskundig onderzoek, in het belang der openbare veiligheid afwijzend moet beschikken op zijn verzoek. Ter lezing voor de leden gelegd. 9. Deelt de Voorzitter mede, dat krachtens art. 68 der gemeentewet de begrooting voor het burgerweeshuis voor 1886 reeds in handen der vaste commissie van financiën om bericht en raad is gesteld. Voor kennisgeving aangenomen. 10. Brief der vaste commissie voor de gasfabriek ten ge leide van een rapport van den directeur dier fabriekwaarbij hij uiteenzet, hoe bij het toenemend gasverbruik de behoefte aan een nieuwen gashouder zich doet gevoelen daar op het oogenblik de verhouding tusschen den voorraad gas en bet grootste verbruik per 24 uren in den wintertijd geheel onvol doende is. Zij behoort te zijn minstens 2/3 of 70 pet. en bedraagt slechts 46 a 47 pet. Hij legt daarbij over eene hegrooting van kosten sluitende in eindcijfer op een be drag van 30236.68. Onder dat cijfer zijn begrepen de kosten van de voor dien gashouder te maken fundeeringalsmede van eene beschoeiing en een afsluithek van gesmeed ijzer op ge metselde voeting rondom het terrein waarop hij dien gashouder wenscht te plaatsen. Van laatstgenoemde werken, beboorende uit den aard der zaak tot den werkkring van den gemeente- architect, zijn specifieke begrootingen overgelegd, terwijl eene situatieteekening aangeefthoe de gashouder op een deel van het plantsoen aan den tielderschen straatweg tegenover het daar geplaatste aanplakbord zal gemaakt worden. De com missie die zich na herhaalde besprekingen met den directeur geheel met deze plannen kan vereenigenherinnertdat zij bij rapport van 21 Maart dezes jaars reeds te kennen gaf, dat de plaatsing van een bekwamen gashouder, bij het toenemend gasverbruik, in 1886 eene eerste zorg zou zijn en dat het met het oog daarop wenschelijk was, een bedrag van 8434.74 van de winst over 1884 beschikbaar te houden voor dien gashouder, ten einde die buitengewone uilgaaf geheel uit eigen middelen te kunnen dekken. Voegt men bij dat beschikbaar gebleven bedrag de over 1885 en 1886 te behalen winst na de rente betaling en de verplichte aflossingdan twijfelt de commissie niet, of deze buitengewone belangrijke uitgaaf kan voldaan worden zonder tot buitengewone middelen van inkomst de toevlucht te nemen. Haar voornemen isde uit te voeren werken in het openbaar aan te besteden en daar de omstan digheden voor het uitvoeren van dergelijke werken zeer gunstig zijn, acht zij het zeer waarschijnlijk, dat de kosten blijven beneden de gevraagde somdie natuurlijk als een maximum moet worden beschouwd. De commissiedie het wel wenschelijk achtdat met de voorbereidende werkzaamheden spoedig een aanvang worde gemaaktstelt voor te besluiten a. tot het maken van een vierden gashouder bij de gemeentelijke gasfabriek alhier b. dien gashouder te plaatsen op het gedeelte van het plantsoen aan den Helderschen straatweg, tegenover het aldaar staande aanplakbord op de wijze, als aangegeven is op de overgelegde teekening c. haar te machtigen het maken van dien gashouder met fun deering, van een gesmeed ijzeren afsluithek op gemetselde voe ting om het terrein en van de beschoeiing langs een deel daarvan in het openbaar op de aangegeven wijze aan te be steden en haar voor de uitvoering dier werken een krediet toe te staan van ten hoogste f 30236.68 d. haar te machtigen, deze uitgaaf te voldoen op het dienstjaar 1886 uit de reeds beschikbaar gebleven winst der fabriek over de dienst 1884, ten bedrage van f 8434.74, en uit de over de dienstjaren 1885 en 1886 te behalen zuivere winst, dus na de rente-betaling en de verplichte aflossing. Gesteld in banden der vaste commissie van financiën om bericht en raad. 11. Verzoek van de heeren Jos, de Kuijper te Rotterdam en Jhr. J. H. van Reigersberg Versluijs, directeur der Gooische stoomtramwegmaatschappijom verlenging der hun tot 1 Juli 1885 verleende concessie tot het aanleggen en in exploitatie brengen eener stoomtram tusschen Alkmaar en Oosthuizen tot 1 Juli 1886, daar de omstandigheden, die reeds sinds langen tijd elke onderneming op industrieel gebied drukken, hen voort durend in het voltooien dezer onderneming bemoeilijken en zij geen acht wenschen te slaan op onéreuse aanbiedingen daar zij overtuigd zijn van de rentabiliteit hunner onderneming. 12. Adres van den heer Evert Bleeker, landman, wonende bij de kade of het dijkje langs de Bleekersloot alhier, houdende verzoek middelen aan te wendendat in het belang der zede lijkheid de jongens niet langer zwemmen in het water langs die kadede Bleekerslootdaar vele wandelaars en o. a. zijne kinderen dagelijks die kade moeten voorbijgaan. Nos. 11 en 12 gesteld in handen van Burg. en Weth. om bericht en raad. 13. Adres van Jan Hart, houdende verzoek om hem zoo lang geen betere dagen voor hem aanbreken, te ontheffen van de verplichting tot betaling van plaatselijke directe belasting, daar hij niet meer betalen kan. Zijn inventaris is zelfs reeds vóór 5 jaren verkocht aan den heer G. J. van Leeuwen, die ze hem tot heden in gebruik afstaat. Als op ongezegeld papier geschreven ter zijde gelegd en overgegaan tot de orde van den dag. 14. Adres van de classicale vergadering van Alkmaar, daar bij verzoekende, allen openbaren handel in vee op Zondag in deze gemeente voor het vervolg te verbieden, opdat de groote veemarktdie volgens officieele aankondiging op Maandag wordt gehoudenniet vóór den bestemden dag aanvange, daar het houden van zulk eene markt op Zondag in de plaats zelve niet alleen moeilijkheiddrukte en rumoer veroorzaakthin derlijk en verstorend voor eene behoorlijke Zondagsviering, maar ook in de naburige gemeentenwier bewoners zulke beesten van de hand willen zetten van welke beweerd wordtdat zij bepaald op Zondag verhandeld moeten worden, om een beteren prijs op te brengen, terwijl anderen, wetende, dat er reeds han del gedreven wordt, door nieuwsgierigheid geleid, de markt gaan bezoeken, om hoogte te nemen van de prijzen, die besteed worden. Is nu Zondagsrust voor den mensch eene behoefte, zoowel uit een godsdienstig als uit een maatschappelijk oogpunt beschouwd en wordt zulks door de hooge regeering erkend, zooals uit genomen maatregelen betreffende den postdienst blijkt, de classicale vergadering vertrouwtdat dit ook door den raad zal worden erkend en dat dit aanleiding zal geven tot het ne men van zulke maatregelen, waardoor voorschreven verzoek, dat met algemeene stemmen genomen werdterwijl onder de leden der vergadering zich verscheidene bevonden, die dejaar- lijksche veemarkten in den regel bezoeken, tot het gewenschte doel zal leiden. 15. Adres van de classicale vergadering van Edam, bestaande uit afgevaardigden van de kerkeraden van 25 gemeenten in W a- terlandondersteunende het onder No. 14 vermelde verzoek om het houden van veemarkt in het openbaar op Zondag te verbieden. Nos. 14 en 15 gesteld in handen van Burg. en Weth. om bericht en raad. 16. Verzoek van C. de Way, zonder beroep alhierom voor de vletten der gemeente-reiniginggevuld met tonnen zoowel volle als ledige die zulk een onverdragelijke reuk ver spreiden en geregeld des namiddags aan de noordzijde van het Verdronkenoord voor zijne woning worden gelegd, een andere ligplaats aan te wijzen, daar hij die voortdurend in een zie- kelijken toestand verkeerthet in huis daardoor niet kan uit houden, met het oog op zijne woning, waarin aan de achterzijde geen versehe lucht kan binnendringen. Gesteld in handen van Burg. en Weth. ter beschikking. 17. Verzoek van C. J. Geels om met het oog op de daar te stellen waterleiding, eene uitwatering te mogen plaatsen tot afvoer van vuil- en hemelwater door middel eener ijzeren buis tot in het gemeente-riool aan het huis aan de Oudegracht, hoek Ridderstraat. Gesteld in handen van Burg. en Weth. om bericht en raad. 18. Verzoek van de beeren D. de Leeuw Jr. en P. Lange- veld Pzn., om de hun verleende concessie voor het leggen en exploiteeren eener drinkwaterleiding in deze gemeente in te mogen brengen in de op te richten maatschappij tot exploitatie van waterleidingen in Nederland, waarvan de ontwerp-statuten worden overgelegd. Gesteld in handen eener bijzondere commissie van 3 leden waartoe benoemd worden de heeren Mr. A. P. de Lange, Mr. J. P. Kraakman en J. C. Vonk. 19. Verzoek van den heer W. P. Stoel, industrieel alhier, om vergunning tot het afvoeren van vuil- en hemelwater uit zijn in aanbouw zijnd woonhuis aan den Kennemersingel door een ijzeren pijpwijd 15 duimonder den grond, naar de Singelgracht. 20. Verzoek van den heer G. J. Cromwel, om vergunning tot het afvoeren van vuil- en hemelwater uit de in aanbouw zijnde perceelen aan de Nieuwlandersingel, van de erven D. Smoreuberg, aan den westkant., door middel van een riool naar de Singelgracht. 21. Bezwaarschrift van J. H. J. Hofhuis, deurwaarder van 's rijks belastingen te Haarlem, als uitvoerder der uiterste wilsbeschikkingen van wijlen de wed. E. Kimman, tegen den aanslag dier erflaatster in de plaatselijke directe belasting, dienst 1885. Nos. 19, 20 en 21 gesteld in handen van Burg. en Weth. om bericht en raad. Zijn in behandeling genomen de volgende voor de leden ter lezing gelegen hebbende stukken. 22. Verzoek van mej. W. van de Geer, om eervol ontslag als onderwijzeres aan de openbare burgerschool met 1 Septem ber a.s., wegens vertrek naar elders. Eervol het gevraagde ontslag verleend, met ingang van 1 Sep tember a.s. Van de commissie van financiën. 23. Rapport op het verzoek van regenten van het mannen- en vrouwen-gasthuis om machtiging tot het doen van af- en overschrijvingen in hunne begrooting voor 1884. De commissie stelt voor de gevraagde machtiging te verleeneu, behoudens het nader grondig onderzoek der uitgaven bij het nazien der rekening. Aangenomen. 24. Rapport omtrent de door het bestuur der bad-en zwem inrichting ter goedkeuring ingezonden rekening over de dienst 1884 5waaruit blijkt dat de ontvang te laag geweest is, om de volle rente ad t 442.50 aan de aandeelhouders te kunnen betalen. Het voorstel strekt tot goedkeuring der rekening daar het onderzoek geene bedenkingen opleverde en tot uitbe taling van f 442.50 aan het bestuur dier inrichting uit den post voor onvoorziene uitgaven op de gemeentebegrooting voor 1885. Met genoegen vernam de commissie uit het begeleidend schrijven van het bestuurdat van aansluiting der inrichting aan de duinwaterleiding vermeerdering van het aantal warme baden wordt verwacht en dat pogingen zullen worden aange wend om het bestaande tekort, dat niet onaanzienlijk is ge dekt te krijgen. Zij hooptdat die pogingen naar wensch mogen slagen. Zonder beraadslaging met algemeene stemmen het voorstel der commissie aangenomen. Yan Burg. en Weth. 25. Voorstel om tegen 25 December 1885 de huur op te zeggen aan P. Engelsman, mandenmaker alhiervan de bij hem krachtens raadsbesluit van 2 November 1859 tegen f 45 per jaar in huur zijnde Tiendcingel of Kranesteynsweid, om de volgende reden. Het terrein achter het Heiliglandwaar tot heden het uit de uitgediepte grachten gebaggerde zand en modder zijn opgeslagen, biedt geene ruimte meer aan tot ber ging van zand en modder, wanneer in 18S6 met dat uitbag geren wordt voortgegaan. Daarom moet eene gelegenheid tot berging daarvan gezocht worden. En dit terrein, waarvan in de laatste jaren door de mandenmakers zeer weinig gebruik gemaakt wordt, biedt daarvoor uitstekende gelegenheid aan. Het water kan gedempt en het terrein, dat laag en drassig is, behoorlijk opgehoogd worden, waardoor een flink stuk grond zal worden verkregen. De commissie van financiën kan zich met dat voorstel vol komen vereenigenwel mist de gemeente daardoor tijdelijk eene inkomst van 45maar daartegenover staat een aanzien lijke besparing van kosten, omdat bij aanwijzing van een terrein, op grooter afstand van de gemeente gelegen, tot opslagplaats de kosten van vervoer veel booger zullen zijn. Aangenomen, nadat de Voorzitter had opgemerkt, dat van dezen grond altijd toch nog wel eenige inkomst zal worden verkregen. 26. Voorstel, om, behoudens goedkeuring van Ged. Staten, aan P. Messelaartimmerman albier, overeenkomstig zijn ver zoek voor den tijd van 3 jaren, ingaande 1 Januari 1886, on der de band te verhuren de steenwerf aan de Oudegracht voor t 150 per jaar en bet terrein der voormalige ascbscbuur aan het Zeglis voor f 27 per jaar, zijnde voor denzelfden prijs, en verder onder dezelfde voorwaarden, waaronder de perceelen hem verhuurd zijn bij de openbare verhuring van 28 Nov. 1882. Vooreerst beeft de gemeente geene behoefte aan die terreinen, doch bovendien is zij ten allen tijde gerechtigd de buur te doen eindigen, mocht zij die terreinen voor eigen gebruik noodig hebben, daar in artikel 1 der voorwaarden van verhu ring de bepaling opgenomen isdat de verhuur van de zijde der verhuurders ten allen tijde kan worden opgezegd na eene voorafgaande driemaandelijksche waarschuwing aan den huur der schriftelijk aan hem zeiven of san het door hem te kiezen domicilie te doen. Eindelijk is in de tegenwoordige omstandigheden bij openbare aanbieding dezer perceelen geene verhooging van huurprijs te wachten. De commissie' van financiën kan zich met dit voorstel geheel vereenigen. Ook zij gelooftdat die onderhandsche ver huring in de tegenwoordige omstandigheden op de aangegeven gronden meer in het belang der gemeente is dan eene openbare verhuring. Aangenomen. 27. Rapport op het bezwaarschrift van den heer C. van der Oord, zonder beroep alhier, tegen zijn aanslag in de plaat selijke directe belasting, dienst 1885. Zijn aanslag is; zooals aangetoond wordtgoed berekend. Zijn bewerendat lieden met hooger inkomendoch die kleiner huis bewonenlager aangeslagen zijn, kan volkomen juist zijn, evenzoo dat zijn inkomen door de uitkeering van het erfdeel aan zijne kinderen na het overlijden zijner vrouw verminderd is, doch dit alles doet bij de tegenwoordige heffing naar huurwaarde en mobilair niets ter zake en zou alleen bij een heffing naar het inkomen in aanmerking komen. Het voorstel strekt daarom om aan den verzoeker, onder mededeeling der redenen, te kennen te geven, dat zijn aanslag in de plaatselijke directe belasting voor 1885 niet voor vermindering vatbaar is. Aangenomen. 28. Rapport op het verzoek van W. Blaauw, smid alhier» om vergunning tot het nu en dan werken op de openbare straat voor zijne woning aan de Heerenstraat Burg en Weth. ber inneren dat bij raadsbesluit van 2 Sept. 1884 de door hem bezeten vergunning tot het gebruik dier straat ingetrokken is, op grond dat bij weigerde te betalen de recognitie van 1 2,50 's jaars. Het voorstel daartoe werd door Burg. en Weth. in gediend, nadat de gemeente ontvanger hem herhaaldelijk in de gelegenheid bad gestelddat bedrag te voldoen en nadat eene pogingom hem mondeling te wijzen op het gevolg zijner wei gering, mislukt was door de besliste afwijzing van het tot hem gerichte verzoekom zich ten stadhuize ter bespreking dier zaak aan te melden. Dat voorstel werd ingediend in de raads vergadering van 6 Augustus en behandeld in die van 2 Sep tember 1894, zoodat bovendien voor hem nog gedurende eene maand de gelegenheid bestaan had, die recognitie te voldoen. Het tegenwoordig verzoek is ingediend omdat hij onlangs bekeurd is wegens het zonder vergunning verrichten van werk op straat en deswege door den kantonrechter alhier veroordeeld is tot betaling van 1 boete. Zijn zij in het algemeen geene voorstanders om uitbreiding te geven aan het werken op straat en vooral niet in straten, waar op marktdagen zulk een druk ver keer bestaat als in de Heerenstraat, zij vinden geene vrijheid, na de ondervonden moeielijkhedenvoor te stellen aan dezen verzoeker, die door eigen schuld de vergunning in bet bezit waarvan hij washeelt verloren en daardoor getoond heeft weinig belang te stellen in de hem toegekende gunst, op nieuw vergunning te verleenen. Zij stellen daarom voor, afwijzend op dit verzoek te beschikken. Met algemeene stemmen afwijzend op het verzoek beschikt. 29. Rapport op het verzoek van J. Baldermetselaar alhier, om vergunning tot het plaatsen eener houten loods tot berging van metselaarsgereedschappenvolgens overgelegde teekening, op een deel van het zoogenaamde bouwterrein aan de Akerslaan, op ongeveer 21 el afstand van den openbaren weg. Het voorstel strekt om de vergunning tot wederopzegging toe te verleenen onder voorwaarde dat a. de loods nimmer bewoond en al een gebruikt worde tot berging van metselaarsgereedschappen b. nimmer in de loods gestookt worde c. de eigenaar dezer loods nimmer bij de gemeente aanspraak zal kunnen maken op een uitgang naar den openbaren weg, zullende in dat geval deze vergunning onmiddellijk vervallen. Met algemeene stemmen vastgesteld. 30. Mededeeling. dat de stads-klokkenist A. Crefeld vóór den 1 Juli 1885 opgeleverd heeft den trompetter op den Waag- toren, in orde gebracht overeenkomstig de door hem aange geven wijze. Burg. en Weth. vragen thans, of het werk door den raad wordt goedgekeurd en hem dus kan worden uit betaald de overeengekomen som van f 250. Zij leggen een rapport van den gemeente-architect over waarbij deze verklaart, dat dit werkvoor zoover bij bevoegd is daarover te oor- deelengoed opgeleverd is. Alleen zijn naar zijne meening eenige herstellingen noodigten einde het speel- en slagwerk te verbeteren waarvan hij de kosten raamt op ongeveer 1700. De Voorzitter stelt voor, aan Crefeld de som van 250 uit te betalenen wat het door den gemeente-architect ter sprake gebrachte betreftnadere voorstellen van Burg. en Weth. af te wachten. Na eenige bespreking over een door den heer Goede geopperd denkbeeld om nu de helft te betalen en de wederhelft na ver loop van eenigen tijd, nadat gebleken is, dat het werk in orde blijft, wanneer gedurende dien tijd daaraan niets verricht wordt, waartegen door de heeren Bosman en Bruinvis de Lange op gemerkt wordt, dat het van tijd tot tijd gestemd moet worden en dat die bepaling dus niet kan worden gemaaktwordt het voorstel des Voorzitters met algemeene stemmen aangenomen, onder bepaling dat hij tot 1 Januari 1886 zijn werk behoorlijk moet onderhouden. 31. Rapport der vaste commissie van bijstand in zake de ge meente-eigendommen en werken omtrent de in hare banden om bericht en raad gestelde plannen tot verandering der Rootorens- brug. Eenparig betreurt zij, dat over deze brug, welke zulk eene belangrijke uitgave gevorderd heeft, voortdurend klachten wor den vernomen en dat zij niet verbeterd kan worden, zonder betrekkelijk belangrijke uitgaaf. Over de vraagof het wen schelijk is, haar te veranderen in eene ophaalbrug, waren de ge voelens verdeeld. Achtte de meerderheid die verandering wenschelijk en noodzakelijkaan de beslissing van den raad overlatendeof een houten of een ijzeren ophaalbrug zou worden gemaaktde minderheidbestaande uit één lid kon zich met dat denkbeeld niet vereenigen en wenschte een nader onderzoekof deze brug niet verbeterd kon worden. Dat lid was van gevoelendaar dergelijke bruggen toch wel in meer dere gemeenten gevonden worden, dat men, in die plaatsen een onderzoek instellende, wel zou kunnen ontdekken, op welke wijze zij veranderd zou moeten wordenom weg te nemen de thans daarover geboord wordende klachten. Hij zou daarom Burg. en Weth. willen uitnoodigen dat onderzoek alsnog in te stellen. De meerderheid herinnerdedat de verbetering dezer brug reeds meermalen ter sprake was gekomen en onderzocht, ja dat zelfs voor eenige jaren eene verandering aangebracht was, waarvan men groote verbetering verwachtte, welke verwachting niet verwezenlijkt was. Zij stelt zich van een nader onderzoek dan ook geene gunstige uitkomst voor en gelooftdat het maken eener ophaalbrug van hout of van ijzer het, eenige middel is, waardoor een afdoende verbetering zal worden verkregen. Het groote ongerief, dat vooral op marktdagen uit den tegen- woordigen toestand bg het drukke verkeer op dit punt der gemeente voortvloeit, en waarover steedsen terecht, klachten worden vernomenrechtvaardigt naar hare meening allezins die uitgaaf, welke werkelijk niet zoo bezwarend is. Deze brug moet toch eenige herstellingen ondergaan. Reeds ten vorigen jare gaf de gemeente-architect op, dat voor herstelling der dekken enz. eene som van f 768 moest worden uitgegeven, welke werken toen uitgesteld zijn tot de begrooting voor 1886. Dat bedrag moet dus toch verwerkt worden en nu is naar hare meening eene hoogere uitgaaf van f 859 bij het maken van eene houten en van t 1632 van eene ijzeren ophaalbrug niet zoo bezwarend, om op grond der kosten die wenschelijke verbetering achterwege te laten. De meerderheid vindt dan ook allezins vrijheid, voor te stel len de Rootorensbrug in eene ophaalbrug te veranderenaan den raad overlatende de beslissing, of die verandering zal ge schieden door middei van een houten of ijzeren ophaalbrug. De heer Conijn doet zich kennen als het lid, waarvan in het rapport als de minderheid gesproken wordt. Hij blijft een onderzoek elders wenschelijk achten en is tegen de verandering dezer brug. De Voorzitter, die mede tegen de verandering is, daar de klachten over deze brug ook niet zoo veelvuldig zijn .ver wacht echter van nader onderzoek na al hetgeen reeds heelt plaats gehad, niet veel. Met 10 tegen 2 stemmen van den heer Conijn en den Voorzitter wordt daarop tot de verandering der Rootorensbrug besloten. Vervolgens wordt met 7 tegen 5 stemmen van de heeren H. J. Bruinvis, Goede, C. W. Drum-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1885 | | pagina 3