STAATS-LOTERIJ.
9 Sept., 4e kl., 3e lijst.
Nr. 20009 f 5000Nr. 2388 f 1500 Ns. 10848
en 10926 f 1000; Ns. 4212 en 14444 f 200- Ns
4347, 6664, 11585, 16550 17290 en 20718 f 100.
Bftonderdag lO Sept., 4e l||st.
QUIcrlei.
«- Den 8 stonden voor de arr. rechtbank te Am
sterdam terecht Jan Lnttik 41 jaar, grondwerker
aldaar, een der venters van het blad Recht voor Allen
die den 24 Aug. nabij het Amstelveid aanleiding zou'
hebben gegeven tot een volksoploop en bij die gelegen,
heid den agent van politie Zegeman in» den hals en
den agent Berkum in het aangezicht zou hebben go-
slagen. Hij ontkende deze feiten bewerendedoor
de agenten eerst te zijn aangegrepen en slechts de
Blagen te hebben afgeweerd om niet te worden dood
geslagen. Drie agenten van politie en de marktmeester
werden als bezwarende getuigen gehoord, terwijl het
U. M. op verzoek van den beklaagden zeven getuigen
ter ontlasting opgeroepen had. Het O. M. achtte zijne
schuld wettig en overtuigend bewezen en eisc'hte
4 maanden celstraf.
Hij verhaalde in zijne verdediging, hoe hij werk
rocht doch het niet kon krijgen en voor zijn brood
Recht voor Allen verkocht. Zonder dat hij een oploon
veroorzaaktewerd hij door drie agenten aangevat
die hem begonnen af te ranselen. Het toen gepleegde
verzet verklaarde hij door den natuurlijken aandrang
tot zelfbehoud en achtte hij niet strafbaar, omdat
agenten met dit afranselen niet zouden hebben gehan
deld „ter uitvoering van bevelen of bevelschriften van
het openbaar gezag" (art. 209 C. P.). Hij beschreef
overigens uitvoerig de wijzewaarop hij door de politie
was toegesproken; b. Mozes Jas, 27 jaar, koopman,
beschuldigd van den 24 Aug. op of nabij het Thor-
becke-Plein met een steen te hebben geworpen, waardoor
de agent van politie Brouwer aan den pols werd ver-
AM' lettegen8taande zijne ontkentenis aehtte het
U. M. de schuld bewezen en eischte een jaar celstraf-
e Jan Frederik Glazelap 19 jaarzeemandie den'
Aug. zich verzet zou hebben tegen zijne aanhouding,
legen hem werd 2 maanden celstraf geëisehtd. Jacob
28 Jaarhuisschilderwegens het werpen met
een steen in den avond van 24 Aug., waardoor een
agent van politie aan het been werd verwond. Tegen
hem werd een jaar celstraf geëiseht.
Uitspraak over 8 dagen.
Burg. en weth. van Gouda hebben den gemeente
raad voorgesteld in 1886 de schoone raadzaal met in
begrip van het daer aanwezige oude schilderstuk te
herstellen.
Beroepen naar de Ned. Herv. gemeente te Uks-
werd c. a. ds. W. J. Ellens te Purmerend.
Benoemd tot rechter in de arr. rechtbank te
Winschoten de heer jhr. mr. J. Schuurbeque Boeije
thans substituut-griffier bij de arr. reehtbank te Haarlem.
De heer J. P. Riedel, kapitein bij de dienst
doende schutterij te Leiden heelt uit die betrekking
eervol ontslag gevraagd, daarvoor als reden opgevende,
dat de wet op de schutterijen hem niet kan bescher
men tegen bedreigingen van eenige gewapende schut
ters, zooals die den 11 Aug. 11., na afloop der gewone
oefening te Leiden hebben plaats gehad en dat hij dus
onder die wet niet langer verkiest te dienen.
In Augustus heeft te Zaandijk, eene gemeente
met 2302 inwoners geen enkel sterfgeval plaats gehad.
Te Assendelft is tot onderwijzer benoemd C.
Brandt te Haarlemmermeer.
Aangenomen het beroep naar de Vrije Prot. ge
meente te Grand Rapids (Noord-Amerika) door den
heer P. W. N. Hugenholtz te Sandpoort.
Het te Vlieland gestrande .'schip Sorane is door
de sleepboot vlot gesleept en te Terschelling binnen
gebracht.
Uit een te Zwolle ingesteld onderzoek schijnt ge
bleken te zijn dat de wanordelijkheden aldaar te wijten
zouden zijn aan de opruiing van eenige personen van
elders, waarvan er twee Maandag 31 Augustus in het
Groote Wezenland een viertal kinderen zouden aange
sproken en hun elk een dubbeltje beloofd hebben
wanneer zij dien avond te 8 uur, tijdens de muziek-
voering, met een vlag op de Groote Markt kwamen,
om hen aldaar te helpen zingen.
De parade, die jaarlijks den 14 te 'sGravenhage
plaats had bij gelegenheid van den verjaardag van
prinses Hendrik, thans prinses van Saksen Altenburg,
is afgeschaft, omdat die prinses niet meer tot de vorste'
lijke familie behoort.
De heer D. Koeleman te Enkhuizen, n». 1 op
de aanbeveling voor secretaris te Rijp geplaatst heeft
zich teruggetrokken.
Bedankt voor de doopsgezinde gemeente te Beem-
ster en Oostbuizen door ds. J. J. Honig te Balk.
Uit de omstreken van Amsterdam en Leeuwar
den zijn in de vorige week ongeveer 80 stuks vee naar
Itahe verzonden en in deze week zullen wederom 80
stuks verzonden worden,
Tot wethouder te Nieuwe Niedorp is gekozen de
heer li. Langedijk te Limmen de heer P. Pepping.
De gebouwen van de aigemeene expeditie-onder
neming van Gend enLoos op den Dam en Nieuwendiik
te Amsterdam worden den 22 bij opbod en den 29 bii
afslag verkocht.
Benoemd tot hoofd der nieuwe R. school te
Zaandam de heer H. C. Stolk.
Beroepen naar de Christ. Geref. gemeente te
Wormerveer de heer J.Robert kandidaat te Leiden.
Nr. 4182 f 1500; Nr. 18488 f 100.
Een zonderlinge zeeslag vond dezer dagen op de
kust van Schotland plaats. Daar de mannelijke be
volking van Lewis bijna geheel van den geboortegrond
verwijderd is en zich op de oostkust met de haring
visscherij bezighoudt besloten de mannan van Mi2
om zich wederom van de Mig-eilanden meester te
maken, waarover sedert geruimen tijd quaestie bestond
1 oen de vrouwen en dochters van Lewis lucht van
het fraaie plannetje kregen en de inval kon verwacht
worden hielden zij krijgsraad en men besloot ten koste
van elk gevaar de indringers te water en te land met
kracht van wapenen te keer te gaan.
Een groote vloot zeilvaartuigen werd in gereedheid
gebracht en toen de vijand in het gezicht kwam waren
de dames tot tegenweer bereid.
Zij hadden zich met stevige knuppels gewapend en
hadden de boezelaars vol steenen. Op een mijlafstands
van wal begon het gevecht dat vier uren duurde en
waarin de vrouwen de zegepraal behaaldendoordien
zij de indringers versloegen.
Daarop hielden zjj opnieuw krijgsraad en men besloot
om gedurende den tijd dat de mannen nog ter harine-
visseherij bleven, wachtposten op het eiland uittezetten.
Onderscheidene heldinnen hebben kwetsuren beko
men, die gelukkig niet ern.tig zijn. In het district
JVlig heerseht groote opgewondenheid.
De ISew-York Times bevat oen satirisch verhaal om
trent een diner van microscopisten.
Zoodra de heeren aan tafel zaten zette ieder hun
ner een microscoop naast zich neder en onderzocht
zeer nauwkeurig de spijzen die zich in zijne nabijheid
bevonden. Vreugdegeroep weerklonk toen in de groen
ten en de worstin de soep sporen van metalen wer-
dek ontdekt. Onderzoek van het drinkwater toonde
aan dat zich daarin zooveel infusie-, zoog- en dikhui
dige dieren bevonden dat de heeren bepaald weiger
den om het te drinken.
Zeer trok de mededeeling van professor Wit de aan
dacht dat hij in de biefstuk geen sporen van houten
ot ijzeren nagels had kunnen ontdekken waardoor hij
de algemeen aangenomen theorie ontzenuwde, dat de
bietstukken in Amerikaansche hotels uit chemisch ge
zuiverd geroosterd zooileder bestonden.
Later verkondigde professor Zwart de ongelooflijke uit
spraak dat hij in eene poddiDg van bosehbessen werke
lijk bessen en in wijnsaus eebten wijn had gevonden.
Een heftig dispuut was hiervan het gevolg, gedu
rende hetwelk achtendertig microscopici den professor
een domkop en gewetenloozen praler noemden.
Elf andere disebgenooten gingen van de overtuiging
uit dat professor Zwart te goeder trouw had getuigd
en zij verkondigden ter zijner rechtvaardiging de theo
rie, dat de kellner hem bij vergissing een stuk podding
met wijnsaus had gegeven, dat bepaaldelijk voor de
private tafel van den eigenaar van het hotel bestemd
was geweest.
mijne gevangenis te orienteeren en het klinkt ro
mantisch Bruno, maar is het leven niet altijd rijker
aan vormingskracht, dan de stoutste verbeelding?
de eerste blik overtuigde mij dat ik met het boven
lichaam lag op een ader van bijna geheel zuiveren
Byrargiriteen ertsdat een buitengewoon groot zil
vergehalte scheen te bezitten. Beneden mij gaapte no<*
eene aanzienlijke diepte, daar de put nog veel verder
doorliepen slechts aan een gelukkig toeval had ik
het te danken dat ik op eene breede trede was ge
vallen. Het duizelde mij voor de oogen daar be
neden de doodonder mijn bereik naar het scheen
onmetelijke rijkdom en boven mij de schemering van
hefc daglicht het zonnebeeld als het ware eener nieuwe
toekomstLangzaam keerde mijn bewustzijn miine
denkkracht geheel terug. De tropische regen had
met de kracht van een waterval in de put nederstor-
tendein den loop der eeuwen de ader blootgelegd
die de oud-aztekieche mijnwerker eens achteloos was
voorbijgegaan ik was naar alle waarschijnlijkheid
een rijk man, wanneer het mij gelukte, mij naar boven'
te werken
Bespaar mij de schildering van de inspanning, die
mij dit kostte. Honderdmaal den moed opgevende
honderdmaal opnieuw al mijne krachten inspannende'
vaak van pijn in het gebroken voetgewricht eene on
macht nabij, die mij onfeilbaar in den afgrond had
doen stortenop tallooze plekken ontveld en bloedend
kwam ik eindelijk bij de monding der put. Hier bleef
nadat ik in een loodzware slaap was gevallen
verscheidene uren liggenen sleepte mij dan half
kruipendnaar de dichtstbj zijnde haciëndawaar ik
Het Journal des Inventours bevat eene mededeelt»
omtrent eene nieuwe toepassing van den telephoou.
Wanneer men op een afstand van zeven of acht
meter twee ijzeren staven plaatst die door middel van
een koperen draad die met caoutchouc of gntta-pereba
omwonden is, met een telephoon verbonden wrden, geeft
dit laatste instrument door een dof geraas minstons
twaait uren van te voren te kennen wanneer er een
storm in aantocht is.
Komt, de storm dichter bij dan hoort men een ge
luid a sof het tegen vensterruiten hagelt iedere blik
semstraal veroorzaakt een klank in den telephoon
alsof een steen tegen de trilplaat geworpen wordt.
De veranderingen in de weergesteldheid brengen
allerlei karakteristieke geluiden teweegdie door een
geoefend oor, gemakkelijk van elkander te onderschei-
den zijn.
Zeer waarschijnlijk zullen de geleerden verbeterin
gen en wijzigingen aanbrengen waardoor het nieuwe
weervoorspelhngs-apparaat goede dieasten zal kunnen
bewijzen.
De heer Duncan, tandmeester te Parijs, klaagde
dezer dagen zijn knechtProsper Vaugan aan omdat
deze toen hij nog slechts weinige dagen in zijn dienst
loopenZ1JU 1,6 had £ePal5fc en stilletjes was wegge-
De knecht een knaap uit Bretagne en die er vrij
snugger uitzag, bracht tot zijne verontschuldiging het
volgende in het midden:
»Den geheelen tijd mijnheer de commissaris dien
ik hij mijn patroon doorbracht is er geen enkele patient
gekomen hij dwong mij echter om den geheelen da
in de nabijheid van het raam op jammerlijke wijze te
schreeuwen opdat de menschen op straat zouden ge
kloven dat hij lederen dag wel duizend kiezen trok
Ais ik een oogenblik ophield omdat ik schor van het
schreeuwen werd riep hij dadelijk: „Schreeuw, kerel,
ot ik geef je een paar oorvegen."
In Konstanfinopel is in de vorige week do derde
Lhadine (wettige echtgenoote) van sultan Abdul Az z
de moeder van prins Seif Eddin gestorven. Zij was de'
dochter van een aanvoerder der Tseberkessen uit de
omstreken van Batoern en verloor toen zij nog zeer
jong was haren vader, waarna zij met hare familie
naar Erzeroem verhuisde; van hier trok zij later naar
Isinoed waar een broeder harer moeder eene betrek
king bij de douane bekleedde.
Toen haar oom naar Constantinopel werd verplaatst
ging zij met hem mede en werd zij aan den toenmaligen
minister van oorlog, Hussein Pacha, voorgestelddie
juist eene bruid voor zijnen gebieder zocht.
Zij werd dank zij hare buitengewone schoonheid
daarvoor aangewezen en toen zij een zoon ter wereld'
bracht werd zij door den sultan tot derde Chadine
benoemd.
Den 30 Mei 1876 klopte Midhat Pacba in den vroegen
morgen aan de deur van haar slaapvertrek en noodigde
haar uit ten spoedigste hare eigendommen bijeen' te
pak,sen aangezien zij haren een oogenblik van te voren
onttroonden gemaal naar het Tscheragan-paleis moest
begeleiden.
De Chadine was zoozeer door schrik ontsteld, dat twee
slavinnen haar uit het bed moesten tillen en naar het
voor haar gereedliggend vaartuig dragen.
Een tourist uit Bazel die, in het vorig jaar, zijn plan
om de Gspa'tenhorn in het Berner Oberland te be-
klimmen, zag mislukken, had dit jaar alle mogelijke
maatregelen genomen om gelukkiger zijn.
Aangezien beo buitengewoon warm is geweest, waren
sneeuw en ijs van een gedeelte van den berg verdwenen,
waardoor de beklimming vergemakkelijkt werd. Zeker
van zijn zaak, nam onze man een fraaie zijden vlag
mede, waarop hij zijn naam had laten borduren en
toen begon hij de bestijging, die prachtig gelukte; de
kommer ontrolde zijn vlag en plantte die in de sneouw-
waarna hij naar zjn hotel terugkeerde, waar hij aan
cie table d hole zijn heldenfeit vertelde.
Een Lngelschman die aan het einde van de maaltijd
verdweeD, had stilzwijgend toegeluisterd. Den vol
genden morgen ging de bergbeklimmer naar Bazel
terugtoen hij er aankwam bemerkte hij dat een
postpakket voor hem was gearriveerd; hij opende het
en vond er zijne vlag in die heel netjes opgevouwen
was en die de Engelschman hem terugzond.
een rijtuig naar Lauricocha vond. Nog 's middags
van dienzelfden dag stelde ik eene aanvrage op aan
den mij peroouiijk bekenden districtsambteuaar, om mij
concessie te verleecen voor het ontginnen van de vel
den der Inca's en verzocht gelijktijdig Sennor Peranni
mijn onmiddelijk ontslag. Reeds 's avonds stelde mij
eerstgenoemde in hoogsteigen persoon het document
ter hand niet zonder eenige spotternij over mijne
zooals te voorzien wasverlorene moeiteen mijn
vroegere patroon zond mij met eenige beleefde woor-
den van leedwezen over het ongevaldat mij getroffen
had het gevraagde ontslag. Toen ik beide in handen
had was ik verstandig genoeg om in de eerste plaats
aan mijne gezondheid le denken en ik was dan ook
binnen vier weken weder op de been. De volgende
veertien dagen sprak geheel Mexico van mets anders
dan van de nieuwe zilvervondst op de velden der Inca's
en ik verkreeghetzij ter loops gezegd reeds in het
eerste halfjaar, eene winst van driehonderd duizend
francs."
Renner had het verhaal van zijnen vriend in adem-
looze spanning gevolgd. Nu sprong hij op en drukte
hem hartelijk de hand. „Geluk in het ongelukCa-
mile zooals zoo vaak in het leven 1 Maar ontvang
mijnen innigsten gelukwenschgij zijfc nu een kleine
Cresus
Venaggio lachte maar zijn lach klonk hard en bit
ter. „Ik loochen niet, dat het bezit van fortuin mij
verheugde, omdat het mij in de gelegenheid stelde,
den strijd voor mijn recht op te nemen dat mij en
mijne moeder onbarmhartig is ontnomen en mij gelijk
tijdig van de verdenking bevrijddealsof ik ter wille
van den enooden Mammon eene hatelijke twist uit
mijn duim had gezogen. Maar luister verder.
Het was, alsof het geluk mij den rijkdom, die het
mtj zoo lang had onthouden nu met volle handen in
den schoot, wilde werpen. Daar ik uitsluitend de
concessie voor het gebeele veld bezat en men natuurlijk
vermoedde, dat, waar ik zilvererts gevonden had nog
meer schatten moesten verborgen zijn betwistte men
plotseling elkander de in mijne handen berustende
aandeelen en bood mij geld op geld voor kleinere ge-
deeiten grond.
Alsof dit niet genoeg was, vielen eenige speculaties,
waartoe ik bijna gedwongen werd om mijn geld niet
renteloos te laten liggen zoo winstgevend uitdat ik
zeer spoedig doorging voor een rijk man. Ik wil nog
even aanstippen dat men mij van den kant van
bennor Peranni en zijne dochter nog eenige valstrikken
spande en Sennora Juanita volstrekt niet afkeeri»
scheen om baren geliefden Don Quilca voor de tweede
maal te laten varen, maar ik dankte voor de mij vol
gens landsgebruik tamelijk ronduit aangeboden eer, ik
had genoeg aan de eenige pijnlijke wonde die de hui
chelaarster mijn hart bad toegebracht.
Tot het midden van het vorige jaar vertoefde ik in
Mexicotoen maakte ik gebruik van eene gunstige
gelegenheid die zich aanboodom een flink duitsch
ingenieur als mijn plaatsvervanger aan te stellen en
vertrok van Veracruz ais markies Venaggio om te
Genua als graaf Stolzenbagen te landen.
Wordt vervolgd.