No. 112. Zeven en tachtigste Jaargang. 1885. De mijngroeve op Stolzenhagen. ZONDAG 20 SEPTEMBER. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Wel vooruit, maar niet op den verkeerden weg. Prijs der gewone Advertentiën FBUILLBTOISr. Deze Courant wordt Dinsdag', Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f O,SO; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs COS- TER ZOON. In ons nummer van 30 Augustus 1.1. hebben wij getracht het onbillijke ondoelmatige en onuitvoerbare aan te tooneu van het verlangen van het Groninger Werklie den-verbond om voor werkmanskinderen met goeden aanleg van staatswege niet alleen kosteloos booger en middelbaar onderwijs beschikbaar te stellen maar hen tevens almede op 's lands kosten gedurende hun studie tijd te voeden le kleeden te huisvesten enz., kortom te onderhouden. Deze weg, om het lot van den werk man te verboteren, kwam ons voor „de verkeerde weg" te zijn. In zijn nummer van 3 September heeft de Nieuwe Noord-Hollander onze beschouwingen bestreden. Het onderwerp is belangrijk genoeg om er nog eens op terug te komen en de strijd over de beginselen die de vraag beheerechen zal nog lang aan de orde blijven. Haast is er dus niet bij. Laat ons zien, wat den N. N.-H. tegen ons in het harnas jaagt. Wij hebben gezegd, dat de Groninger werklieden met hun wensehen den verkeerden weg hebben ingeslagen. Meent onze bestryderdat zij op den goeden weg zijn Zeker niet. Maar waarom dan be strijding? Hij gelooft, dat onze beschouwingen wei nig indruk zullen maken, en dat het werklieden-verbond ons betoog „weinig klemmend" zal achten. Dat is niet onwaarschijnlijk maar wij schreven niet voor het Groninger werklieden-verbond alleen wij betwijfelen met den N. N.-H. zelfs zeer sterk of een lid van dat verbond de Allcm. Gt. ooit onder de cogen krijgt wij schreven voor het publiek in het algemeen voor onze lezers in het bijzonderen stelden de vraagof het verzoek der Groninger werklieden billijk is en in het algemeen belang ondersteuning verdient. Vindt de N. N.-H. onze bestrijding niet gelukkig en weinig overtui gend waarom ons werk niet verbeterd en krachtiger argumenten aangevoerd Maardat was zijn doel niet. Hij bestreed niet het Groninger werklieden verbond hij bestreed ons. Hij beweert dat wij geen recht hebben om ons teren de wensehen van dat ver bond te verzetten, dat zijn verlangen geheel past in ons stelseldat het daarvan de volledige en billijke toepas sing isen dat het werklieden-verbond eenvoudig van hetzelfde vaarwater wil gebruik maken dat wij in ons eigen belang hebben geopend en waarop wij zoo ge noeglijk en tevreden als echte bourgeois satisfaits voortglij den maar geen ander willen toelaten. De bestrijding onzer bedenkingen tegen het Gronin ger adres is bij de N. N.-H. een bestrijding van de openbare school. Natuurlijk. Nu wij de zaak opnieuw gaan bespreken echter vooraf een onderscheiding. Als de Groninger werklie- 9) „Een vriend van mijnen broeder. Herinner u eens goed, comtesse, hij is dezelfde, die mij voor de hollende paarden van den luitenant redde." „O, die Mexicaan Hij ziet er, niettegenstaande zijnen echt duitschen naam, wel uit als iemand uit het zuiden; wist ik maarwaar ik dat gezicht vroeger meer kon hebben gezien Gerta glimlachte. „Dat is vrij wel onmogelijk. De heer Muller is pas sedert korten tijd weder in Europa." „Gij verstaat mij verkeerd, Gerta. Den man zelf zie ik van daag voor de allereerste maal, maar het komt mij vooralsof ik hier of daar eens een portret van hem gezien had. Ik heb anders zulk een uitstekend geheugen maar ik kan mjj waarlijk niet herinneren waar dat geweest kan zijn. Ia ieder geval moet bij een bizonder flink en energiek man zijn. Het is geene kleinigheid om zich voor een span paarden te werpen, zoo wild en zoo vnrig als dat van Edgar". „Zonder bem liep ik hier stellig niet meer", zeide Gerta. „Gij kunt u bijna niet voorstellen, hoeveel mijn broeder en hij van elkander houden. Zij zijn oude studievrienden van de bergbouwacademie. Daarna hebben zij elkander verscheidene jaren uit het oog verloren, de brieven, die mijn broeder hem schreef, kwamen hem niet in handen, en hij heeft waarschijnlijk, in zijn veel bewogen levenniet veel tijd kunnen vinden om aan het schrijven van brieven te denken. En nu brengt het toeval ben onverwacht te zamen. In dien tusschentijd is hij milionair geworden". „Gij moet mij meer van hem vertellen Gerta. Nu vandaag nietwij zijn reeds bij uw huis en miss Dowler schijnt ongeduldig te worden, maar morgen morgen kom ik u stellig opzoeken". den voor hunne kinderen kosteloos middelbaar en hoo- ger onderwijs vroegen zonder meerzouden wij altijd bewerengij zijt op den verkeerden weg vraagt voor uwe kinderen geen onderwijs, dat hun later geen middel van bestaan waarborgt en hen zonder kapitaal of andere inkomsten alzoo in gevaar brengt van niet in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Het aantal gestudeerde personendie van de vruchten hunner studiën kunnen leven, is veël geringer dan gij waar schijnlijk vermoedt ziet aandachtig rond en gij zult het weldra ontdekken het is niet voor uitbreiding vatbaar en zal waatschijnlijk nog kleiner worden. Vraagt voor uwe kinderen onderwijs, waardoor zij in staat ge steld worden later voor zich en bun gezin een redelijk middel van bestaan te vinden gelegenheid zoo coodig kostelooze gelegenheid voor een betere opleiding in allerlei vakken handwerken en bedrijven waaraan de maatschappij behoefte heeft en steeds behoefte zal beb ben. Tot dien onzes inziens verstandigen en menscb- lievenden raad zouden wij ous steeds verplicht achten, al vroegen de Groninger werklieden niets meer dan kosteloos middelbaar en hooger onderwijs. VYij hebben er bij verschillende gelegenheden op aangedrongen dat er in dit opzicht meer voor het volk zou gedaan wor den dan thans geschiedtwij hebben herhaaldelijk aan getoond dat de zoogenaamde burgerdag- en avond scholenwaarvan eenmaal werd verwacht, dat zij in de behoeften van den werkman zouden voorzien on toereikend in velerlei opzicht ondoelmatig zijn geble ken en wanneer men let op de groote verwachtingen die velen er eenmaal van hadden in dien zin gezegd kunnen worden mislukt te zijn. Wij blijven er op aandringen dat de meer gegoeden zich zullen beijve ren om in dit opzicht te doen wat mogelijk is en dat gemeenten en staat zullen helpen. Ook wat de zorg voor den ouden dag voor tijden van ziekten of onge vallen betreftdient, naar onze meeuiDg de werkman met raad en daad geholpen hij zelt moet natuurlijk het ijverigst medewerken anders gaat het niet in één woord waar iots gedaan kan worden voor verbe tering en uitbreiding van het onderwijs, waaraan de werkman behoefte heeft en voor zijn opleiding in zijn handwerk en bedrijf, waar een middel te vinden is om zijn levensonderhoud ook onder ongunstige omstandighe den zooveel mogelijk te verzekeren, daar moet de hand aan het werk worden geslagen, met meer belangstelling, meer ijvermeer liefde en opoffering van tijd en geld dun tot nog toe is geschieden gemeenten en Staat mosten, voor zoover dit op buu weg ligt, medewerken. Wij zijn dus alles behalve bourgeois satisfaits, wij zijn noch tevredennoch voldaanmaar er zijn grenzen voor de staatsbemoeiingen zoo de staat al op zich neemt voor on bemiddelden kosteloos of voor lagen prijs gelegenheid open te stellen om onderwijs en opleiding te ontvangen met voeding en onderhoud kan en mag hij zich niet inlaten. Goedkoop en kosteloos lager on derwijs goedkoope of kostelooze middelbare burgerdag- en avondscholen teeken-, industrie- en ambachtscholen Gerta vond geenen tijd om te antwoorden, want reeds had de gravin zich omgewend en nam zij afscheid van de heeren terwijl zij tegelijker tijd met de hand den koetsier van het rijtuig dat in de nabijheid stond te wachten, wenkte naderbij te komen. Miss Milly maakte eerst voor Camile en daarna voor Renner eene plechtige buiging, welke niet slecht bij haar steeds nog pruilerig uitziend gezichtje paste; toen stegen beide dames in den gereedataanden landauer. Was het toeval, dat Else nog eens het hoofd omwendde, juist op hetzelfde oogenblik, dat ook Camiledie reeds op het punt stondaan Renners arm, bet huis binnen te gaan zich omkeerde, zoodat hunne blikken elkander ontmoetten en beiden onwillekeurig het bloed heftiger door de aderen stroomde? „Dat is dus de dochter van mijnen doodvijand van dien man die mijne arme moeder beschimptmij van mijne rechtenmijne bezittingenvan mijnen naam beroofd heeft was de vraagdie Camile op dit oogenblik zich zei ven deed. En te gelijker tijd vloog ook Else de gedachte door bet hoofd, waar zij toch dat energieke, sprekende gelaat meer kon hebben gezien. Wat eene zonderlinge ont moeting I Pas weinige dagen geleden had het toeval haar in eene onbewoonde met allerlei ouden rommel opgepropte kamer op de bovenverdieping van het slot gebrachtwaar eene oude verschoten fluweelen por tefeuille die daar lag, hare nieuwsgierigheid geprikkeld had. Het was haar niet moeielijk gevallen het oude, verroeste slot te verbreken. Eene menigte van schetsen en onvoltooide studiën vormden den inhoud bovenop echter lag het in olie uitgevoerde portret van eenen jongeling in den bloei zijner jaren dat het schilders- merk droeg Horna 1852. En dat was trek voor trek zijn gezicht geweest IY. 't Was de jonge gravin wonderlijk te moede sedert die bewuste ontmoeting met Camile. Zij wist zich van zijn steeds door otis verdedigd en aanbevolenmaar met evenveel instemming hebben wij gezien dat ver zoeken om kostelooze voeding op de school door de gemeentebesturen zijn afgewezen en datwaar het noodig bleek particulieren voor deze ondersteuning van onvermogende ouders hebben gezorgd Alle burgers moeteu overtuigd zijn, dat de staat de zorg voor hun onderhoud niet op zich kan nemen, maar dat zij zeiven verplicht zijn zich en huune kinderen te on derhouden. Wel moet de staat door voor het onderwijs en waar het noodig en uitvoerbaar is voor de oplei ding zijner aanstaande burgers te zorgenkrachtig medewerken om hen in staat te stellen later in het onderhoud van zich en hun gezin te voorzien. Dat is noodig, volstrekt noodig, wil men geen talrijke klasse van mensi'hen zien ontstaandie ongeschikt zijn om een middel van bestaan te vinden verder te gaan ook voor het onderhoud te zorgen is ondoenlijk. Die dat wensehen verlangen dan ook een geheele omkee- ring onzer maatschappij. Tegea hen tegen communis ten en sociaal-democraten was onze bestrijding van het Groninger adres niet gericht. Hunne beginselen hebben wij meer dan eens bestreden hen laten wij ditmaal rusten. Voor hen die van deze beginselen uitgaan hebben deze beschouwingen dan ook geen waarde. Waar het noodig is eu de gelegenheid zich voordoetzullen wij voortgaan hunne beginselen in het algemeen te bestrijden maar bij de behandeling van het Groninger adres richtten wij het woord tot allen, die met ons van oordeel zijn dat de slaat welwaar particuliere krach ten zich onttrekken of te kort schieten zelfstandig of door steun en hulp zijn burgers de middelen moet verschaffen om te 1 e e r e n zich en hun gezin te on derhouden maar niet zelf moet onderhouden wel on derwijs en opleiding wel de wapenen om zich en de hunnen te kunnen onderhouden maar niet het onder houd zelf'. De behoefte moet de prikkel bi ij ven om te werken. Zonder dien prikkel gaat onze maatschappij te gronde. Dien prikkel mag de staat uaarom niet verzwakken. Het zou een ramp zijn als hij het deed. Hij pleegde een misdaad als hij er toe overging. En juist omdat die weg zoo uiterst gevaarlijk is, wachte men zich voor den eersten stap. Geheel in overeenstemiug met deze beginselen zouden wij dan ook het Groninger adres riet met ingenomen heid begroet, tegen overdreven verwachtingen en gevaar lijke proefnemingen gewaarschuwd maar het niet be streden hebbenindien daarin voor de kinderen van on vermogenden kostelooze toegang was ge>raagd tot alle openbare inrichtingen van middelbaar en hooger on- cerwijs kunstonderwijs enz., teeken-, schilder-, muziek scholen etc. zonder meer. Maar juist om dat meerdere, om voedingkleedinghuisvesting is het te doen. De werkman begrijpt zeer goed, dat bij er Diet veel aan heeft, indien men voor zijn zoon geen schoolgeld op de hoo- gere burgerschool of het gymnasium geen collegegel den aan de universiteit of bijdrage aan de Delftsche polytechnische school vordert. De onderhoudskosten hare onverklaarbare opgewondenheid geene rekenschap te geven ja zij schrikte terug voor de vermoedelijke beteekenis er van. Toen zij op den dag der ontmoeting met Camile in het slot was teruggekeerd had zij de portefeuille met schetsen dadelijk op hare kamer laten brengen. Uren lang zat zij daar in gedachten verzonken voor het portretonbewegelijk starende op de schoone, jeugdige trekken van den jongen man wiens evenbeeld zij zoo even in levenden lijve had aanschouwd. Voor welk raadsel stond zij Zou deze voorbeeldeloos treffende gelijkenis een spel van het toeval kunnen wezen In ieder geval bleef het haar een raadselhoe dat portret hier op het slot kon gekomen zijn. Zij besloot alles in het werk te stellen om de zaak tot klaarheid te brengen. De slotbewaarder, die zij liet ontbieden kon geene inlichtingen gevenhij was van de eerste bezitting van den graaf naar hier medegenomen en verklaarde schouderophalend dat hij het waarschijnlijk achtte, dat de portefeuille nog van den vroegereu eigenaaar van het Blot afkomstig was, misschien zou de oude Krüger er wel meer van weten te vertellen. De kamerdienaar was echter met den graaf naar Berlijn gegaan er bleef Else dus niets an ders over dan diens terugkomst af te wachten. Het waren twee brieven geweestdie graaf Stolzen hagen aanleiding hadden gegeven om naar de resi dentie te reizen. De eene was van zijnen advokaat. Deze berichtte hem, dat de beslissing in eerste instantie weldra kon worden verwachtdaar het gerechtshof uit stel van termijnten behoeve van het aanvoeren van nieuwe bewijsgrondengeweigerd had. Tevens ver zocht de rechtsgeleerde den graaf om voor een nood zakelijk mondeling onderhoud zelf te Berlijn te komen, aangezien bet onlangs bij hem ingediende bezwaarschrift van den pretendent zulk eenen overvloed van anthen- tieke bizonderheden aangaande de wettigheid van het huwelijk van graaf Hasso inhield dat hij meende dit stuk niet te mogen beantwoorden, vóór de zaak nog eena

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1885 | | pagina 1