F'1
Pt
Tit
ill
d*
!h li
Bfntmettïanö
BULGARIJE. De opening der nationale verga
dering is tot den 24 verdaagdomdat de meeste
afgevaardigden nog atwezig waren.
VEREENIGDE STATEN. Op de steigers van de
Nederlandech-Amerikaansche stoomvaartmaatschappij te
Nieuw-York is den 19 brand ontstaan door gloeiing
van telefoondraden waardoor het houtwerk der loods
in brand geraakte. EeDige uit Nederland aangevoerde
partijen lading en eeuige ter verscheping naar Neder
land gereed liggende partijen hoofdzakelijk tabak
werden beschadigd. De schade is begroot op ongeveer
25000.
ST ATEN-GEN ER A AL.
Den 23 werd het volgende ontwerpadres in behandeling
genomen
Sire!
1. De Eerste Kamer der Staten-Generaal beschouwt het als
een hoog te waardeeren voorrecht Uwe Majesteit wederom te
hebben mogen zien te midden der Volksvertegenwoordiging,
die gereed staat hare werkzaamheden te hervatten.
2. Aangenaam was het ons van Uwe Majesteit te vernemen,
dat de betrekkingen van Nederland met de vreemde mogend
heden van den meest vriendsctiappelijken aard zijn.
Moge de deelneming der regeering aan de conferentiën ge-
honden te Berlijn betreffende den Congostaaten te Parijs
betreffende het kanaal van Suezbevorderlijk blijken aan de
belangen van onzen handel en scheepvaart.
3. Van de mededeelingendoor Uwe Majesteit gedaan om
trent de zee- en landmachten omtrent maatregelen te nemen
tot versterking der schutterijen tot verbetering harer oefeningen;
omtrent den oogst en den toestand van den veestapel en om
trent de nadere voltooiing van den aanleg der staatsspoorwegen
nemen wij met belangstelling kennis.
4. Wij betreuren den ongunstigen invloed door groote daling
der prijzen van producten uitgeoefend op de nijverheid in Oost
en West-Indië.
5. Mochten wij vernemendat de maatregelenberaamd
om den grond te leggen voor een beteren toestand in Atjeh,
zonder groote bezwaren ten uitvoer gelegd zijn, waakzaam
heid en volharding achten wij met Uwe Majesteit aldaar
voortdurend noodig.
6. Een spaarzaam beheer en versterking der middelen wor
den mede naar onze overtuigingdoor de zorg voor 's Rijks
financiën geëischt.
7. Behalve de wetsontwerpen tot herziening der Grondwet
en anderedie reeds aanhangig zijnworden nog belangrijke
voorstellen door Uwe Majesteit aangekondigd. Daarom kan
de taak, die ons in dit zittingjaar wacht, gewichtig zijn.
Gods zegen ruste op den arbeid van Koning en Staten-Generaal
tot bevordering van den bloei des vaderlands.
Bij 3 wijst de heer Eransen van de Putte op de
klachten over de langzame voltooiing van den spoorweg Rot
terdamHoek van Holland.
De min. van waterstaat ontkent, dat dit jaar aan
dien spoorweg niets is gedaan. De onteigening is zoover ge
vorderd dat met grond in uitzicht kan worden gestelddat
dit jaar een belangrijk gedeelte der werken kan worden aan
besteed. Yan de zijde der regeering zal alles worden gedaan
ter bespoediging van de voltooiing.
De heer Moolenburgh had in de troonrede gaarne
meer sympathie gezien voor landbouw en nijverheid en vernomen,
dat de regeering haar leedwezen had betuigd, dat de land
bouwers sterk werden gedruktniettegenstaande den in het
algemeen gunstigen oogst.
De min. van binnen 1. zaken wijst er opdat de
spreker de juistheid der zinsnede heeft erkend. Een gevoel
van algemeene tevredenheidook bij den landbouw, is zeldzaam.
De regeering weetdat de landbouw voor vele voortbrengselen
gaarne hooger prijzen zou bedingen en veel mededinging on
dervindt doch het is niet noodig, in de troonrede alle zijden
van economische en maatschappelijke toestanden te bespreken.
Voor het oogenblik is de toestand bevredigend.
De heer Moolenburgh verheugt zich over dit antwoord.
Zijn indruk wasdat men met groote belangstelling gezien had
den druk in Oost en West en met geene of minder belang
stelling den druk in eigen land. Die indruk is nu weggenomen.
De paragraaf wordt goedgekeurd.
Bij 5 doet de heer Eransen van dePutte een vraag
aan den min. van koloniën. Een groot dagblad (het Handelsblad)
heeft een beweging op het getouw gezet ten voordeele van
het indische legerdat niet voldoende voedsel en verpleging
zou genietenwat strijdt met zijne bekendheid met vroegeren
toestand. De meening wint nu velddat het indische leger
onvoldoende gevoed wordt. Hij wenscht of een geruststellende
verzekering van den ministeróf voorziening zoo er iets mocht
ontbreken.
De min. van koloniën verheugt zich over het vragen
dezer inlichting. Nadat, dank zij de geestkracht, het beieid
en den moed van den bevelhebber der troepen in Atjeh en
„Vergun mij eene vraag hoe hoog schat gij graaf,
de waarde van het landgoed Stolzenhagen met alle
daartoe behoorende rechten inkomsten en zoo voorts?"
De graaf dacht een oogenblik na, „Ik begrijp wel
is waar nietmijnheerwaarom gij zoo iets vraagt
betreffende mijne eigendommen", antwoordde hij dan op
scherpen toon „maar ik heb geen reden u niet te
antwoorden. De netto inkomsten beloopen nu reeds
vijf en veertig duizend gulden jaarljjks, maar zullen
binnen enkele jaren tot zestig duizend gulden stijgen
ik mag dus Stolzenhagendat zoo goed als niet be
zwaard is, op eene waarde van ruim 1 miljoen schatten."
„Ik moet uw geduld eenige oog» nblikken op de proef
stellen en vraag u verschooning dat ik eenige minder
aangename punten moet aanroeren. Gij zult u omtrent
den stand van ons proces vermoedelijk wel geen illusies
maken
„Mijnheer, ik moet u verzoeken", stoof de graaf op.
„Maar dat doet hier ook weinig ter zake", ging Ca-
mile kalm voort. „Er is mij voor het oogenblik slechts
zeer veel aan gelegen, om deze twist uit de wereld te
makenverondersteld ten minstedat ik zonder ge
rechtelijke tusschenkomst in het bezit van mijns vaders
erfdeel het landgoed Stolzenhagen geraken kan. Ik
bied u daarom voor de openlijke erkenning mijner
rechten en den afstand van bet landgoed ij miljoen
gulden in wissels op Baring Brothers te Londen en
Torlonia te Romebetaalbaar acht dagen na zicht."
De graaf staarde Caraüe met groote oogen aan bij
meende een oogenblik met een waanzinnige te doen te
hebbenzoo dol scheen hem het aanbod. Of dreef
deze man de spot met hem P En daarbij zat de jonge
man zoo rustig zoo kalm op zijnen stoelalsof dat
miljoen slechts een bagatel was.
Eerst na eenige minuten vond de graaf een ant-
dank zij het legerdat een zware taak te vervullen had
plannen waren beraamd om een beteren toestand te doen ont
staan toen men nieuwe versterkingen opgericht en de oude
verbeterd had waren de militaire bevelhebber en het leger
bestuur van oordeeldat een vroegere maatregeldat niet
alle officieren hunne gezinnen bij zich konden hebben veilig
kon worden opgeheven. Overeenkomstig hun voorstel werd
bepaalddat die beperking der vrijheid voor eenigen tijd zou
worden opgeheven. Daaruit nu misschien anders kan hij
het zich niet verklaren is bij velen de vrees ontstaan, dat alle
uitzonderingsmaatregelen, ten opzichte van de troepen in Atjeh
genomen, zouden zijn of worden ingetrokken.
Bij sommigen veranderde die vrees zonder reden in zeker
heid. Toch werd die vergunning alleen gegeven aan officieren,
die het verlangden. Andere maatregelen zijn niet genomen
envoor zoover hij weetnooit beraamd. De geheele beweging,
alsof het leger minder verpleging zou genieten, berust dus op
volkomen ongegronde geruchten. Voeding en verpleging van
het leger waren volgens het oordeel van deskundigen goed.
Waar twijfel bestond omtrent meer of minder verschaffing be
sloot de regeering steeds liever te veel dan te weinig toe te
kennen. Die eene maatregeldie wellicht het gerucht deed
ontstaanis overigens geschorstomdat de indische regeering
zagdat de officieren er niet op gesteld waren.
Deze en de overige paragrafen werden goedgekeurdwaarna
het adres in zijn geheel eenparig aangenomen wordt.
Het wetsvoorstel Reekers wordt in de volgende bijeenkomst
behandeld.
De Kamer is vervolgens gescheiden.
De heer Reekers heeft vrij uitvoerig geantwoord op de inlich
tingen door den minister van waterstaat aan de Eerste Kamer
verstrekt omtrent zijn wetsvoorstel tot herziening van de art.
8 en 17 der wet op de zeevisscherijen. Hij is overtuigd, dat
het herhaald onderzoek de onjuiste grondslagen der wet in het
helderste licht heeft gesteld.
Dat de intrekking van artikel 8 eenig gevaar kan opleveren
voor de handhaving van het gezagis in het allerminst niet
te vreezen. Integendeel meent hijdat het gezag versterkt
wordt door het vertrouwen op de billijkheid en rechtvaardig
heid der wetgeversdie niet schromen zelfs yan een onlangs
genomen besluit terug te komenzoodra de maatregel blijkt
schadelijk en voldoende gewettigd te zijn. De geheele zaak is
bovendien zeer eenvoudig en komt alleen hierop neêr, dat de
herziening niet vódr Januari 1888 maar reeds vóór Januari
1886 plaats heeft. De wet zelve geeft daartoe volkomen vrij
heid en de vrees voor schade aan het gezag schijnt van al te
groote bezorgdheid te getuigen. Hij zet verder nogmaals de
redenen uiteenwaarop zijn voorstel rust.
Tweede Kamer.
Bij de eerste stemming voor den eersten kandidaat voor
Voorzitter op den 22 werden 85 biljetten ingeleverd. Daar
van verkregen mr. Cremers 40mr. A. baron Mackay 39
Mackay 3 en Cremer 1 stemterwijl 2 blanco biljetten waren
ingeleverd.
Er werd tot eene nieuwe vrije stemming overgegaan, waarbij
86 briefjes werden ingeleverd, dus 1 te veel, waarom op nieuw
tot stemming wordt overgegaan.
Alsnu verkrijgen mr. Cremers 42 en mr. A. baron Mackay
41 stemmen, terwijl 2 blanco biljetten zijn ingeleverd. Alzoo
was mr. Cremers eerste kandidaat.
Tweede kandidaat 85 biljetten. Uitgebracht op mr. A. baron
Mackay 36, op mr. S. Wijbenga 39, op Reuther 8 stemmen
en op van der Loeff 1 stem. Eén blanco biljet.
Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbende, heeft
eene tweede vrije stemming plaats.
Ingeleverd 87 biljetten. Uitgebracht op mr. A. baron Maekay
42, op mr. 8. Wijbenga 38 stemmen, op Reuther X stem, 6
blanco biljetten.
Daar twee biljetten meer zijn ingeleverd, dan het aantal aan
wezige ledenwordt op nieuw gestemd.
Ingeleverd 84 biljetten. Uitgebracht op mr. A. baron Mackay
42, op mr. S. Wijbenga 36 stemmen, op Reuther 1 en op
Cremer 1 stem Alzoo was de heer mr. A. baron Mackay de
tweede kandidaat.
Derde kandidaat 84 biljetten. Uitgebracht op Reuther 40
op mr. S. Wijbenga 40 stemmen, op Verniers van der Loeff,
1, Rutgers van Rozenburg 1 en Röell 1 stem. 1 Blanco biljet.
Bij de daarop gevolgde tweede vrije stemming worden 82 bil
jetten ingeleverd. Uitgebracht op mr. S. Wijbenga 40, op
Reuther 37 stemmenop Rutgers van Rozenburg 1 stem. 3
blanco biljetten. Mr. S. Wijbenga was alzoo derde kandidaat.
De lijst werd den 23 des voormiddags 11 uur den Koning
aangeboden.
De minister van waterstaat beeft aan de 2e Kamer zijne me
morie van antwoord ingezonden omtrent het wetsontwerp tot
verbetering van de haven te Lemmer.
Na breedvoerige wederlegging der gemaakte bezwaren merkt
hij omtrent de vraag van enkele leden, waaruit de bij deze wets
voorstellen bedoelde werken en bijdrage zullen worden betaald,
op datofschoon deze voorstellen, tot wet verheven, in beginsel
vaststellen, dat de daarbij genoemde werken zullen worden ge
maakt en dat de bijdrage aan de provincie Eriesland wordt ver
hoogd, uit die wetten nog niet de onverwijlde noodzakelijkheid
woord. „En gij gij verbindt geene verdere voor
waarden aan uw aanbod
„Geene. Ten einde u te overtuigendat ik mij
volkomen bewust ben van hetgeen ik doe verzoek ik
u dit contract door te lezen dat ik voorloopig reeds
heb opgemaakt en dat slechts uwe, nader notarieel te
bekrachtigen, handteekening behoeft, om uwe rechten
op Stolzenhagen op mij te doen overgaan. Gij zult
daaruit ook zien dat ik als oorzaak van ons geheele
proces heb opgegeven „eene verkeerde opvatting van
italisansche rechtsverhoudingen" en verklaard heb, dat
gij zelf die uit de wereld hebt gemaakt. Iu de oogen
van bet publiek zal daarom wat u aangaat, de afstand
van het landgoed volkomen gerechtvaardigd zijn. Te
vens" hij haalde een pakje papieren uit zijnen
zak „zijn hier de wissels die ik u verzoek te on
derzoeken. Alleen zou ik gaarne willen dat de over
gang eerst over vier weken plaats hadik zal zorg
dragendat de reeds aangegeven termijn verdaagd
wordt."
De graaf was nog altijd sprakeloos. Zwijgend keek
hij haastig de papieren door. Hij moest bekennen dat
hij niet netter behandeld kon worden. De wissels
waren volmaakt in orde en hij had Stolzenhagen zeer
hoog getaxeerd. Hij zou niet de goede rekenaar ge
weest zijn waarvoor hij altijd gegolden hadwanneer
hij niet met beide banden had toegetast. Raadselachtig
waren hem echter Camile's beweegredenen. Maar wat
gingen die hem aan Hij ging dan ook naar zijne
schrijftafel en onderteekende met vaste hand het con
tract. „Hier, graaf," zeide hij, „wij kuDnen de zaak
morgen wei bij mijnen notaris verder in orde brengen,
ik beschouw mij dus nog vier weken hier als eigenaar,
dan gaat Stolzenhagen op u over."
Wordt vervolgd.
tot betaling voortvloeit. Ongetwijfeld zal in dat geval te zijner
tijd een voorstel ingediend worden, om voor de uitvoering dier
wetten bij de begrooting gelden beschikbaar te stellen.
Blijkens de memorie van toelichting zal het Rijk, dat de
thans bestaande havenwerken onderhoudtin het vervolg ook
de nieuwe havendammenmet de daartoe behoorende werken,
onderhouden. In deze wet behoeft die verplichting niet te
worden omschreven, omdat zij in den aard der zaak ligt. Wie
het onderhoud der overige werken op zich nemen, blijkt uit de
memorie van toelichtingvoor den Staat kan uit deze wet in
geen geval de verplichting tot het onderhoud dier werken
voortvloeien.
Op de lijsten van aanbevelingdoor den Hoogen Raad aan
de Tweede Kamer ingezondenom daarop acht te kunnen
slaan bij het opmaken der nominatien voor de twee vacaturen
eener raadsheer plaats in dien raad, ontstaan door het kon. be
sluit van den 21 Maart 1885 n°. 1, waarbij de raadsheer mr.
J. G. Kist is benoemd tot president, en door het overlijden
van den raadsheer mr. J. Pols, op den 10, komen voor:
Eerste lijst: de heeren mrs. P. van Blom, president van de
arr. rechtbank te Heerenveen jhr. P. J. van Swinderen, kan
tonrechter te GroningenE. H. Karsten raadsheer in het ge
rechtshof te Arnhem; A. J. van Emden oud-president van het
hof van justitie in de kolonie Suriname; L. U. de Sitter,
rechter in de arr. rechtbank te ArnhemA. Telders, officier
van justitie bij de arr. rechtbank te Amsterdam.
Tweede lijstde heeren mrs. A. JClant van der Mijll
secretaris-generaal van het departement van justitieD. J.
Mom^ Visch raadsheer in het gerechtshof te Arnhem; A. P.
Th. Eysselladvocaat bij den Hoogen Raad; H. W. de Graaf,
raadsheer in het gerechtshof te 's Gravenhage; P. van Bem-
melenraadsheer in dat te Arnhem; jhr. S. Laman Trip, vice-
president van de arr. rechtbank te 's Gravenhage.
Bij kon. besluit van den 12 is bepaald dat er
zullen zijn muntbiljetten van f 10 en van 50de
uiterlijke vorm van die van f 10 blijft voorloopig on
veranderd bij die van f 50 zullen op de voorzijde in
het midden de woorden: Muntbiljet vijftig gulden en het
nommer staan alsmede dezelfde woorden als op die van
f 10 voor de betaalbaaarstelling, in blauwe kleur gedrukt,
omgeven door een in dezelfde kleur gedrukten gegra-
veerden kunstrand waarin voorkomt: aan de rechter
zijde het borstbeeld des Konings aan de bovenzijde,
de woorden Koninkrijk der Nederlanden aan de on
derzijde het Rykswapen; aan de linkerzijde, een figuur,
voorstellende de Nederlandsche maagd, aan wier voeten
een leeuw iust; in beide bovenhoeken en in den rechter
benedenhoek het getal 50. De achterzijde vertoont in
het midden 50 gulden, omlijst door een rechthoekigen
rand, waarin worden aangetroflen een blauw ornament
op gefigureerden zwarten onderdruk in den linker
boven- en den rechter benedenhoek het getal 50 (in
blauw); in den rechter boven- en den linker beneden
hoek de letters van de reeks tot welke het biljet behoort
en het nommer van het biljet; ter rechter- en linker
zijde twee strooken, waarin de strafbepaling van art.
6 der wet van 17 April 1884 (Staatsblad No. 98).
De muntbiljetten worden gedrukt op papier van on
geveer 9.5 by 17 nederl. duim waarin als watermerk
voorkomen in het middenhet woord muntbiljet en
daarboven twee letters in lijstwerk.
Zij worden voorzien van den stempel der liandtee-
keningen van den minister van financiën en van een
ambtenaar van de Nederlandsche Bank. Daarenboven
worden zij ten blijke der registratie geparafeerd door
de personen, daartoe door den minister van financiën
aan te wijzen.
Den 14 werden te Etten (Noord-brabant)den
15 te Ginnekenden 16 te Zundert en den 17 te
Hoeven verschillende diefstallen bij arbeiders gepleegd,
in wier woningen men binnendrong door het verbreken
der ramen of bet inslaan der glasruiten. Te Hoeven
werden 2 dieven op heeterdaad betraptdoch wisten
te ontsnappen. De marechaussées te Oudenbosch aan
wie van het voorgevallene te Hoeven dadelijk kennis
werd gegeven gingen op onderzoek uit eu ontdekten
spoedig, door de vensters eener alleen staande woning
glurende 2 personen aan het werkeen hunner wist
te ontkomen doch de ander werd na een ernstige
worstelingwaarbij een marechaussee een steek met
een groot mes en een ander een zwaren slag ontving
gegrepen en geboeid. Tal van gestolen gouden en
zilveren voorwerpen en ongeveer 20 sleutels werden
bij hem gevonden. Hij gaf op genaamd te zijn Ber
nard Sallaga 26 jaar, scheepmaker te Parijs en zijnen
kameraad niet te kennen. Te Sprundel zijn door de
marechaussées nog twee personen duitschers aange
houden die ook tot deze dievenbende behoorden.
Het nederl. visschersvaartuig Vrouw Jacoba, schip
per Pronkte Scheveningen thuis behoorende is
den 16 ten westen van Doggersbank door het engel-
eohe stoomschip Agnes Louisa in den grond geloopen.
Het volk werd door de bemanning van het stoomschip
gered en te Stettin aangebracht.
De tentoonstelling te Purmerend werd den 18
door ODgeveer 2200 personen, waarvan 1100 betalenden,
bezocht. Op den 20 waren te 12 uur de deelnemers
aan de uitvoering van een deel van het Nederl. Gym-
nastenbond met hunne vaandels vereenigd op de kaas
markt, waar de burgemeester hun het welkom toeriep.
Daarna gingen zij in optocht door de voornaamste stra
ten der stad, begeleid door muziek. Te een uur werden
de voorzitters en de vaandeldragers der verschillende
vereenigingen op bet raadhuis ontvangen. Te 2 uur
ving de uitvoering aan, die te vier uur eindigde. Het
getal toeschouwers was zeer groot. Des avonds had
een optocht met fakkellicht plaats en ten slotte een
concertgevolgd door bal.
Den 19 was de heer H. J. Duport van 15 in
schrijvers voor f 22410 laagste inschrijver voor den
bouw eener groote serre met 2 vleugels voor plaatsing
van Victoria Regia en orchideeën bij de Rotterdamsche
diergaarde.
In den nacht van den 19 op den 20 is door on
voorzichtigheid het plaatsen van een test met vuur
onder een bed om dit te drogen brand ontstaan in
het koffiehuis van B. Rijswijk te Edam die spoedig
gebluscht werd.
Van de 926 door Floralia te Hoorn afgegeven
stekken werden den 20 598 als volwassen planten in
geleverd. De tentoonstellingopgeluisterd door de
muziek der dienstdoende schutterij kan als volkomen
geslaagd beschouwd worden.