No. 115. Zeven en tachtigste Jaargang. 1885. ZONDAG 27 SEPTEMBER. De uiijngroeve op Stolzenhagen. Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaat uit twee bladen, EERSTE BLAD. liet volgend nummer dezer Courant zal, wegens de herdenking van het 50 jarig jubilé van den meesterknecht der Courantzetterfj, L P. v.n. W4AL, in [plaats van Dinsdag-, 1IMIVD1G- AVOKD verschijnen. Bedeeling en uitbreiding van bedeeling? FEÜILLBTOINr. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Eijk f 1, De 3 nummers O 06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEMb. COS- TEE ZOON. De Nieuwe Noord-Hollander meent te mogen aanne men dat althans de bestuursleden van het Groninger werklieden-verbond dat voor de kinderen van den werkman met goeden aanleg kosteloos hooger en mid delbaar onderwijs met voeding kleeding en verder on derhoud ten koste van den Staat verlangt, tot bet couranten-lezend publiek behooren en op die niet ge waagde onderstelling bouwt het blad de volgende redeneering: „Welnu, uit de verschillende bladen vernemen ze eik jaarhetgeen StaatProvincie Gemeente ten behoeve van het openbaar onderwijs uitgeeftvernemen insgelijksboe weinig bet onder wijs als middel van inkomst afwerpt. Dewijl ze te vens bekend zijn met bet getal leerlingendat van dit onderwijs gebruik maaktis spoedig uitgerekend op hoevele guldens elke leerling of student den Staat te staan komtof welke som door den Staat aan de ouders der studeerenden wordt cadeau gegeven." De Groninger werklieden hebben volgens den N. N.-H. tegenover de liberalen recht, om nu ook kosteloos on derwijs en onderhoud voor hunne kinderen te vragen en hun toe te voegen „zegt aan uwe genooten en in uwe kriDgen dat wij de misdeelden ons niet scha men zullen, wanneer wij ons verlangen bevredigd zien, den naam van bedeelden te dragen zoolang gij u niet schaamt in zake van onderwijs u inderdaad te laten begiftigen of te bedeelen." Die redeneering is onjuist. Men heeft geen recht van iemand die voor zich of zijn kinderen gebruik maakt van een staats- of gemeente-instelling, te zeggen dat hij een gunst of bedeeling geniet of een cadeau ont vangt, ook al kost die instelling den staat of de gemeente veel geld. De Staat heeft gemeend, dat het land behoefte heeft aan wetenschappelijke mannen aan rechterlijke ambtenaren advokaten doctoren, letterkundigen na tuurkundigen, ingenieurs enz., aan olficieren voor land en zeemacht. De instellingen voor de opleiding der jon gelieden die zich aan deze vakken willen wijden, zijn zoo kostbaar dat particulieren ze niet kunnen oprich ten en in stand houden. Daarom moet de Staat het wel doen maar hij doet het in het algemeen belang niet in bet belang van de studenten ot hunne ouders. Die genieten volstrekt geen cadeau van den Staat. Zy, 12) Camile's oogen hadden geschitterd toen hij den graaf zag teekenen. Hij trad nu op hem toe. „Graaf, de tusschen ons bestaande twist is hiermede bijgelegd, en zooveel in myn vermogen ligt zal ik trachten de bitterheid te vergetendie jaren lang aan mijn hart heeft geknaagd." De graaf boog beleefdmaar koelbij had zijne zelfbeheersching weder teruggekregen het scheen alsof hij het bezoek nu de zaak was afgedaanals geëindigd beschouwde. Hij zag tenminste verbaasd op, toen zijn bezoeker voortging„Ik moet u de redenen meedeelen die mij noopten aan ons proces een einde te maken die mij dringend deden verlangen, tusschen u, graaf, en mij eene goede verstandhouding in het leven te roepen. Ik heb ia den laatsten tijd onder vreemden naam hier op Stolzenhagen vertoefd „Aha", riep de graaf uit en scherp en in gespannen verwachting richtte hij zijne grijze oogen op het ont roerde gelaat van den jongen man. „Eu het toeval bracht mij met uwe dochter tezamen. Ik wil kort zijn graaf. Ik leerde Else kennenen onze harten vonden elkander gisteren gaf zij mij de zekerheid dat zij de mijne wilde worden. En daarom sta ik heden voor u en vraag u de hand uwer dochter 1" De graaf had zwijgend geluisterd zijn gelaat kleurde zich zichtbaar en de aderen op zijn voorhoofd zwollen op. Nu stond bij langzaam op, hij bewaarde blijkbaar slechts met moeite zijne kalmte. „Ik wil u niet vragen mijnheer", zeide hij met scherpe stem, „wat u aanleiding en het recht gaf, u hier onder vreemden naam op te houden ik zal ook het best van mijne dochter inlichting weten te krijgen omtrent de wijzewaarop het toeval u tezamen bracht. die hun tijd en hun geld aan handel of industrie wijden en zich daarop toeleggen, verzekeren zich in den regel een ruimer bestaan dan zij, die later den Staat dienen in een schraal bezoldigde betrekking of zich bezig hou den met de rechtspraktijk, de geneeskunde, het onder wijs of eenig ander wetenschappelijk vak. Meent de Staatmeenen de Nederlandsche Eegeering en de Ver tegenwoordigers des volks dat er geen hoogescholen, gymnasiën of polytechnische school noodig zijn en dat de kundighedendie voor sommige vakken gevorderd worden ook zonder die inrichtingen van onderwijs wel zijn te verkrijgen meent men dat de eischen van de verschillende examens wel wat lager gesteld kunnen worden en de studeerenden roet minder studie kunnen volstaan, welnu, men schade de universiteiten af, sloope de laboratoria verkoope de museade natuur kundige verzamelingen en bibliotheken, maar nooit beeft men het recht te zeggen dat zij die met opoffering van veel geld gedurende een aantal jaren hunne kin deren van deze instellingen gebruik laten maken, omdat zij anders aan de verplichte examens niet zouden kun nen voldoen of althans een gebrekkige opleiding zouden genieten door den Staat worden begiftigd of bedeeld. De Staat legt spoorwegen aan, betaalt de kosten uit de schatkist eu exploiteert ze zelf, of laat dit door anderen doen. Sommige lijnen zijn zoo onvoordeelig dat uit de opbrengst niet alleen geen renten van het aanlegkapitaal opgebracht, maar zelfs de exploitatie kosten niet gelekt kuunen worden. Kan daarom hij die van dien spoorweg gebruikt maakt en zijn kaartje heeft betaald, gezegd worden een cadeau van den Staat te ontvangen omdat de Staat by dat werk zooveel bij legt De havenwerken van Vlissingen hebben mülioe- nen gekost en worden door weinigen gebruikt. Hoe groot zou volgens de berekening vau den N. N.-H. het cadeau wel zijn, dat de schipper ontvaDgt, die deze haven binnenloopt en er zijn lading lost Tot nog toe heeftvoor zoover ons bekend is niemand beweerd dat die spoorwegreizigers schippers of passagiers tot de bedeelden gerekeDd moeten worden. Of moet nuomdat de aanleg van een spoorweg een haven een kanaal een vaarteen wegeen markt of wat het ook zijn moge, aan den Staat, de Provincie of de Gemeente veel heeft gekost en het on derhoud of de exploitatie nog een belangrijke uitgave vordert aan den onvermogende vrij vervoer en vrij gebruik worden toegekend P Kan bij tot Ce reizigers schippersvoerlieden passagiers enz. zeggen gij laat u bedeelen door den Slaatde Provincie of de Ge meente welnu ik schaam mij ook niet, den naam van bedeelde te dragen en eisch daarom niet alleen kosteloos vervoer en kosteloos gebruik van al die in richtingen maar daarenboven, zoolang ik b.v. van den staatsspoorweg gebruik maakkostelooze voeding aan de buffetten in de stations? Geheel onmogelijk is bet niet, dat den eenen of' anderen dag een dergelijke eisch wordt gehoord tot nog toe is men zoo ver niet gegaan; maar als het eenmaal gebeurt, zullen w y toch Op uw aanzoek heb ik u alleen te antwoorden dat mijne dochter nooit, met mijnen wil nooitde uwe wordt!" Het zuidelijke bloed zijner moeder kookte Camile in de aderen zulk eene directe afwijzing bad bij niet kunnen verwachten. Maar bij trachtte zich te beheerschen met geweld drong hij de heftige wooiden die hem op de lippen zweefden terug. „En waarom graaf", vroeg hij met bevende stem, „waarom wilt gij u verzetien tegen het geluk van twee menscheudie elkander lief hebben De graaf kruiste de armen op de borst. „Ik had u en mij gaarne het antwoord bespaard. Gij wilt echter volstrekt mijne redenen weten uwe afkomst, mijnbeer, stemt niet met mijne wenschen overeen." Camile duizelde terug alsof hem een geweldige slag getroffen bad. „Mijnbeer wat veroorlooft gij u kwam bet met moeite over zijne lippen. „Dat en in dit uur?" Hij kreeg geen antwoord. De graaf draaide hem den rug toe en borg de zooeven ontvangen papieren in zijne portefeuille. Deze beweging gal Camile zijne bezinning terug. Hij stiet een luiden lach uit. „Ik gevoel, graaf, dat gij mij niet beleedigen kunt. Behoud uwe papieren en uwen hoogmoed en laat ik u slechts dit eene zeggen zoo niet met uwen wildan wordt Else tegen uwen wil de mijne en misschien is het beter zoowant het ontheft mij van de zorg in u den vader mijner vrouw te moeten zien en achten Met hoog opgeheven hoofd verliet hij de kamer. Langzaam draaide de graaf zich om en woog met een honenden glimlach de portefeuille in zijne hand. „Een gek evenals zijn vader een volslagen gek mom pelde hij tusschen de tanden. „Dat ontbrak er nog aan dat ik hem Else gaf, die een vorst krijgen kan aan dien italiaanschen avonturieraan dien dwaas En hij sloot de portefeuille in zijne schrijftafel. vreemd opzienals de N. N.-H. dien eisch in be scherming neemt. Wij weten dat er vele grieven tegen de inrichting van ons openbaar onderwijs beBtaan en hebben er meermalen onze meening over gezegd. Men heeft eenmaal in Nederland, door de oudervinding geleerd begrepen, dat er geen voldoend onderwijl voor allen, ook voor de minvermogenden en onvermogenden moge lijk is tenzij Staat en Gemeenten een belangrijk deel in de kosten dragen. Om die school voor allen bruik baar te maken heeft men bepaald, dat er niets mocht geleerd worden in strijd met de godsdienstige overtui gingen, die bij ons volk wordeD aangetroffen en dat bet godsdienstonderwijs aan de kerkgenootschappen moest worden overgelaten. Om te bewerken dat het goede zaad, door de leeraars en godsdienstonderwijzers uitgestrooid zooveel mogelijk vrucht zou dragen, heeft men daarenboven bepaald dat het onderwijs de op leiding tot alle christelijke en maatschappelijke deugden zou bevorderenen dat de school kosteloos ten ge- bruike zou worden afgestaan voor het godsdienstig on derwijs. Nu is beweerd dat in de openbare school het geloof wordt ondermijnd. Dat ;s een onwaarheid. Een tweede even ongegronde aantijging is dat er een zooge naamde zelfstandige, niet op den godsdienst steunende zedeleer wordt geleerd Er wordt in 't geheel geen zedeleer onderwezen maar alleen eö zeer terechtgezorgd dat er niets wordt gezegdverhaald of gelezen dat niet overeenkomt met de vruchten van het godsdienst onderwijs met andere woorden dat hot onderwijs op die wyze de opleiding der leerlingen tot alle christe lijke en maatschappelijke deugden, waarvan de kerk genootschappen den gronds'ag leggenzal bevorderen of, om de woorden der wet te gebruiken, tot die op leiding dienstbaar zal worden gemaakt. Een en ander heeft niet kunnen verhinderen, dat de openbare 3chool bij velen verdacht is en velen voor hunne kinderen er geen gebruik van maken. Een ontwerp van een an dere regeling van het openbaar onderwijs waarbij na tuurlijk ook gezorgd moet worden, dab overal in Ne derland de arme en de minvermogende zoowel als de gegoede voor zijn kinderen een school vindt, waar voldoend onderwijs wordt gegeven en tevens niets wordt geleerd of behandeld dat in strijd is met zijn geloof, wordt nog altijd vruchteloos te gemoet gezien. Hoe men echter over deze kwestiën moge denken bet denkbeeld om ben, die van de openbare school gebruik maken bedeelden te noemen kan alleen verklaard worden door de hitte van den schoolstrijden de daaruit gemaakte gevolgtrekking dat de onvermogen den niet alleen op alle openbare inrichtingen van on derwijs kosteloos moeten worden toegelaten, waartegen wij vooralsnog geen overwegend bezwaar kennen, maar ook gedurende al de jaren hunner studie door den Staat gevoed gekleed en gehuisvest moeten worden zal wel niet alleen voor den kalmen toeschouwer, maar zelfs voor den minder verhitten deelgenoot aan den strijd onbegrijpelijk blijven. Eene angstige menigte bewoog zich bij de mijn op Stolzenhagen. De gezichten waren doodsbleek met de wanhoop in het oog drongen de vrouwen der in de mijn arbeidende personen naar voren de makkers der arme lieden in de dieptedie door eene of andere omstandigheid heden niet naar beneden waren gegaan, stonden beraadslagend bijeen niemand van hen was tn staat in dit uur van nood een vastberaden besluit te nemen. Tegen den middag ongeveer waren Eenner en de graaf afgedaald de laatste eerst op herhaald verzoek van den directeurdie hem gaarne persoonlijk wilde laten zien boe ver de werkzaamheden aan de Zacha- riasgalerij reeds gevorderd waren. Zij konden een uur beneden geweest zijntoen boven in het mijnhuisje herhaaldelijk de electrische noodklok klonk. Verschrikt ijlden de hier aan het werk zijnde arbeiders naar de openiug der mijn: de machine, waarmede de mijn werkers op en neder werden gelaten weigerde haren dienst. Nog eenmaal klonk schril de noodklok toen werd alles stil. Het was de stilte des doods, die maar al te spoedig verbroken werd duor het gejammer der toesnellende bloedverwanten der twee en vijftig mannen, die daar in den afgrond den ondergang ten prooi waren. In aller harten was ééne gedachteop aller lippen lag één woord EedtMaar de man ontbrak, die geestkracht, vertrouwen en meed genoeg bezat, om de honderd bereidvaardige handen op de rechte plaats op de rechte wijze aan het werk te zetten. Camile was na zijn gesprek met den graaf doelloos de straat door gewandeld het verwonderde hem zelf, toen hij na uren lang ronddolens plotseling voor Eenner's woning stond en Gerta doodsbleek en toch bij zijnen aanblik plotseling met nieuwe boop vervuld hem tege moet snelde en hem met moeite, maar in vliegende haast, de ontzettende tiidiDg mededeelde. „Eed mijnen broeder", riep zij in doodsangst. „Camilegij zijt zijn vriend gij zultgij moet hem helpen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1885 | | pagina 1