Buiteuianb ISimsetiianh. PROVINCIALE STATEN VAN NOORD-HOLLAND. Ook komt de kunst ons te hulp. Een der jongste mmers van den Spectator vermeldde dat de groote ma Tadema de teekeningen op zich had genomen or een meubelmaker, die een zaal te meubelen had or een rijken lord. Zulk een doorluchtig voorbeeld goud waard. Allengs komen de tijden terug toen iv Albert Durer het niet beneden zich achtte, schetsen leveren voor behangselseen Rafaël patronen ont- erp voor tapijten en onze oude schilders werkten >r de porcelein-fabrieken te Delft en aan den Amstel. Wij juichen er indat de zonen van ons geslacht irdeu heengezonden naar den weligen bodem onzer oloniënwaar onze Handel moet herbloeien. Maar et minder zullen wij er in juichenals ze tijdelijk tgaan naar een andere richting in den vreemde in iropa en in Amerika om vandaar terug te keeren et eigen nationaal karakter naar ons land overbren- nd wat ze daar op bet gebied van Nijverheid hebben j (gedaan. En zou daarvoor dan ook bier geen toekomst zijn? en toekomst eervol en benijdenswaardig Het kleine Delft heeft in zijn wallen twee groote organgers. De fabriek van Thooft en Labouchère ndt baar waren uit naar alle landen omdat zij haar beid door de kunst wist te adelen. De naam van ■n Marken heeft zich geridderdal bad 's Lands Bgeering dat ook niet door haar uiterlijk teeken beaamd, e een heeft betoond, hoe Oud-Holland in Jong-Hol- nd herleven kan; de ander bewijst, hoe het ideaal in verhouding tusschen patroon en werkman vol gen kan worden verwezenlijkt. Onze tijd spreekt een ernstige taal. Hij heeft zijn ingende nooden. Hij vraagt om arbeiden door beid brood. Help u zelv' en help uw behoeftigen ■oedergij die vraagt: „Wat moeten mijn jongens orden I" Vorm ze tot mannen zelfstandig en stevig, aat ze een ruimen blik slaan om zich heen en een epen in zichzelv' het nijvere Vaderland zal u en v zonen dankbaar zijn. A. C. KRUSEMAN, Lid van de Ned. Maatschappij ter bevor- Nov. 1885. dering van Nijverheid. BELGIE. Bij een nieuw koninklijk besluit zijn 53 imeenten vrijgesteld van de verplichting om hare eenige hooi voor lager onderwijs te onderhouden. Deze scho- n telden 430 leerlingen. In het verslag dat aan dit isluit voorafgaatwcrdt gemelddat reeds vroeger in 167 gemeenten dezelfde ontheffing was verleend. De tentoonstelling te Antwerpen is den 1 gesloten, et bezoek op dien dag was buitengewoon druk en a verlichting des avonds schitterend. DIJITSCHLAND. Prins Albert van Pruisen heeft an 3 zijn plechtigen intocht als regent in Brunswijk edaan. ENGELAND. Op eene te Londen den 4 gehouden argadering van conservatieven heeft minister Salisbury me redevoering gehouden waarin hij o. a. zeide, dat at niet in strijd is met het vrij handelstelselom de agelsche rechten te verhoogen tegenover elk land it engelsche voortbrengselen uitsluit, terwijl het die in andere landen toelaat. Dergelijke maatregelen te- sn Spanje zouden dus te rechtvaardigen zijn. FRANKRIJK. Het basluit is openbaar gemaakt adien gij vluchtontvlucht ons dan voor altijd." „JaToni ja. Ik zal denken dat ik dood ben aor u en voor mijn dochtertje of dat gij beiden ge- ;orven zijt. Zoo is het ook. Ik ben dood voor u ioet het zijn. Uw leven zal door mij niet worden erontrust. Toniik heb iets goeds in mij door u behoort dit toeen het zal zoo blijven. Maar dat c het gehad heb dat weinige goede het ook trouw ■ilde bewaren, en het ook trouw bewaard heb tot eden toen de duivel mij weder in verzoeking bracht onireken dat mijner herinnering aan en dat wil c dun a a een troost medenamen." Als een berouwhebbend zondaar voor de belichaamde erechtigheid stond hij voor haar. In de kracht van aar rein gemoed in de koele vastberadenheid die zij uiten in den tuin na hevigen strijd verkregen had sen zij gebeden had en zich de beteekenis voor oogen esteld van het haar door Michel onthulde geheim van aren manontroerde zij geen oogenblik door deze iting van zijn oprecht zieleleed. Hare liefde was in e ver. n waardiging van haar gemoed ondergegaan en ij die ze eens had opgewektwas nu in bare oogen en ellendige bedrieger, die ontmaskerd was en schuld ektndeü Indien men gekomen was, om hem gevangen e nemen zij had er slechts voldoening over gevoeld. Vanneer hij zijn vonnis aan zichzelf had willen vol- rekken met het pistool daar aan de wand der Blaap- amerzij had geen stap gedaanom het hem te be stten In hare oogen was hij den dood waardigom etgesn hij jegens haar had misdreven, zoowel als jegens et k^nd. Lit laar zwijgen scheen hij dit op te maken, want ij ging op eenen toon van honende verbittering voort: Het zal opzien baren, wanneer morgen hier en in den intrek bekend wordt dat de Condéer nog leeft en Ier als een eerzaam grondeigenaar drie jaren lang on er bescherming der hooge overheid gewoond heeft 'anneer men elkander de geschiedenis van den valschen lorak vertelt Vrouw, vrouw, wat zal uw vader er an zeggen En wat zult gij doen „Maak u niet over mij bezorgd", vermaande zij hem. ,Denk maar aan u zelf!" „Natuurlijk dat moet hij my hoofdzaak zijn. Het is ijd dat ik ga. Maar", bedacht bij zich op eens „in- lien Michel mij ten slotte niet verraadt Was hij het an plan geweest of had hij het gedaan dan zou de lolitie van Kreuzlingen reeds hier geweest zijn Miehei leeft zich met zijne schurkenstreek wel kunnen tevre- len stellen. Hij zal de politie het genoegen niet doen, waarbij de Kamer en de Senaat tegen den .10 tot eene buitengewone zitting bijeen geroepen zijn. Den 31 is te Parijs de nieuwe duitsehe gezant graaf Munster, mot zijne dochter arngekomeu. Mariottieen Corsikaan is de persoondie den moordaanslag op den minister van buitenl. zaken Frey- cinet pleegde. Als reden voor die dood schijnt bij ein delijk opgegeven te hebben dat in hij 1880 in dienst was aan het Panama-kanaal waar zijne dochter door een beambte gewelddadig onteerd en aan de gevolgen daarvan gestorven is. Hij bad in Frankrijk te ver geefs daarvoor recht gezocht enten einde raad ge tracht door eene opzienbarende daad de aandacht op zich te vestigen. Hij bad den minister niet willen vermoorden en daarom zijn revolver met opzet tegen den grond afgeschoten. De Panama-maatschappij moet de juistheid van het verhaal betreffende die dochter bevestigd hebben. GRIEKENLAND. De minister van buitenl. zaken heeft aan de mogendheden een schrijven gezonden, be vattende een antwoord op de jongste stukken van Servië. Volgens hem kan Griekenland den toestand niet als geregeld of verzekerd beschouwen tenzij het in het bezit worde gesteld minstens van de grenslijn in Epirus welke aan Griekenland is toegekend bij het verdrag van Berlyn. TURKIJE. Den 4 is bet besluit verschenen hou dende goedkeuring van het houden eener gezanten-bij eenkomst in zake de regeling van het oostersche vraag stuk. De eerste zitting wordt den 5 gehouden. SERVIE. Er loopen geruchten, dat de Koning den 5 naar Pirot zou vertrekken, om met het leger de bul- gaarache grenzen over te gaan. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Grondwetsherziening. De regeering heeft den 1 aan hare voorstellen tot verandering der grondwet alsnog toegevoegd een wetsontwerp tot verandering van het Xe hoofd stuk strekkende om de tweede en derde zinsneden van art. 194 te vervangen door de volgende bepalingen //De inrichting van het openbaar onderwijs wordt door de wet, geregeld. »De openbare scholen zijn toegankelijk voor leerlingen zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid. »In of voor elke gemeente wordt lager onderwijs gegeven voldoende aan de behoefte der bevolking. Het wordtvoor zooveel daarin niet op andere wijze is voorzien van overheids wege verstrekt in openbare scholen; aldaar wordt het aan on- vermogenden kosteloos gegeven." De voorstellen zijn volgens de memorie van toelichting het gevolg van een vernieuwd onderzoek van de bepalingen der grondwet betreffende het onderwijs, naar aanleiding van de gedachtenwisseling in de afdeelingen en de gemeenschappelijke nota's der rechterzijde. Minister Heemskerk wijst er opdat men ook van tegen overgestelde zijde bereid was tot wijziging van dit artikel mede te werken ter beëindiging van den schoolstrijd. Zonder inbreuk te maken op hare beginselen ten aanzien jan het onderwijs, heeft de regeering gestreefd naar eene betere redactie. Zij gaat bij dit voorstel uit van twee stellingen, dat: 1°. de grondwet nooit eene partijwet mag zijn, maar alleen zooveel mogelijk waarborgen moet stellendat geene minderheid door maatregelen der meerderheid hetzij opzettelijkhetzij ondoor dacht worde verdrukt f 2». evenals omtrent andere on derwerpen ook hier de grondwet niet in te vele bijzonderheden moet afdalen, die den gewonen wetgever zouden belemmeren. Uit de meer bijzondere toelichting der wijzigingen blijkt dat de eerste alinea thans uitsluitend strekt, om aan de regee- zichzelf aan haar uit te leveren om mij in hare banden te brengen. Hij toch heeft Horak gedood dat zou hem dus aangaan. Hij zal zich wel wachten in de zaak te roeren. Jawanneer dat zoo waswanneer ik het er op liet aankomen met de pistool in de hand of men mij kwam halen! Ik zou kalm hier kunnen blijven, indien ik «ist, dat Micbel den mond hield. En ik ben er van overtuigd Toni", wendde hij zich nu tot haar in eene soort van roes door de hoop, die hem vervulde. „Wat zoudt gij dan zeggen? Zoudt gij my niet helpenmijn geheim te bewaren Gij zijt toch mijne vrouw het zou uwe plicht zijn. Ik zou het a's uw man kunnen eischen en gij moet gehoorzamen." „Blijf hier," antwoordde zij daarop met eene beslist heid die hem tot de werkelijkheid terugbracht. „Ik deel het huis geen dag langer met u. Ik ben voor God en de menschen uwe vrouw niet meer, al moet ik ook naar de wet der kerk voor mij en de wereld de ke en dragen die mij aan u door leugen en bedrog verbonden heeft. Ik zal dit zware dit verschrikkelijke lot op mij nemen als eene boete voor eene onbewuste schuld. Maar ver van u, voor eeuwig. Dood mij hier ik zal niet vluchten doch voordat ik met u nog tezamen zou levenvluchtte ik liever totdat ik den dood vond." „Het is waar," stamelde hij, zonder woorden te vinden tegenover de vervloekingzoo beslist door zijne vrouw over hem uitgesproken„Miehei kan mij ook later eerst aanklagen en dan komt men morgenover morgen. Hij houdt de bijl boven mijnen nek en laat haar vallen, wanneer hij lust heeft. Ik ben geheel in zijne macht Met deze laatste erkentenis, dat zijn biijven hem voortdurend in gevaar zou kunnen brengen scheen hij in zyn lot te berusten. Vernietigd viel hij voor zjjne vrouw neder. „Toniriep hy hare knieën omvattend „vergeef mij ik zal boete doen. Vergeef mij ter wille van ons kind Haar verstijfd gemoed voelde niets onder zijne smee kingen. Op het pantser barer verachting gleed ook zijne verootmoediging af. Hij herbaalde als een kind zijne bede, „Waartoe zouden woorden dienen?" antwoordde zij somber. „Mijne ziel kan u niet vergeven. God zij u genadig God moge u vergeven meer kan ik niet zeggen." Kalmer Btond hij op. Hij trad de slaapkamer binnen en kreeg uit eene kast voor een deel het voorbanden ring den plicht op te leggenhet van overheidswege gegeven onderwijs niet te verwaarloozen. Uit de tweede alinea van art. 194, luidende: »De inrich ting van het openbaar onderwijs wordt met eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen door de grondwet geregeld" moeten naar het inzien der regeeringvervallen de woorden met eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen. In plaats daarvan wordt het opnemen van dezen nieuwen volzin voorgesteldDe openbare scholen zijn toegankelijk voor leerlingen zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid. Geen inwoner van het vrije Nederland moet worden geweerd als hij aan eene der door de overheid bekostigde scholen ken nis wil opdoenbehoudens natuurlijk de vereisehten van leef tijd, betaling (voor vermogenden) en voorbereidende studiën, waar dit voorgeschreven is. De openbare scholen zijn toegankelijk voor de leerlingen van iedere godsdienstige gezindheiddat is, dat zijalthans wat het openbaar lager en middelbaar onderwijs betreft, die scholen niet behoeven te ontloopen wegens krenking hunner godsdien stige gevoelens. Met de 3e alinea beoogt menaan alle aanstaande burgers de gelegenheid te geven tot het verkrijgen eener algemeene ontwikkeling en beschaving. In geene gemeente mag het noodige lager onderwijs ontbreken. Het noodige lager onder wijs moet altijd van overheidswege worden gegeven»voor zoover daarin niet op andere wijze is voorzien." Of en in hoever dit het geval iszal dan volgens de bepalingen der wet de regeeringdoor het schooltoezicht voorgelicht, beslissen. Op deze wijze meent de regeering een stap te doen tot bevredigende oplossing der schoolkwestie; in dezen zin, dat de wetgever de handen in groote mate vrij hebbe en aan de mededinging van openbaar en bijzonder onderwijs de meest mogelijke ruimte worde gelaten. Zitting van 3 November. De heer mr. W. H. K. Mouthaangekozen te Amsterdam neemt na beëediging zitting. De volgende voorstellen van Ged. Staten worden ingediend 1°. tot het aangaan eener geldleening van 53 000ter bestrijding der uitgavenvoortvloeiende uit den aankoop der hofstedegrenzende aan de terreinen van het krankzinnigen gesticht Meerenberg en bestemd tot vergrooting dier terreinen; 2°. tot vaststelling, in verband met die leening, van sup- pletoire begrootingen voor 1885 en 1886 3°. tot het waarborgen van rente en aflossing eener door het bestuur van Meerenberg te sluiten leening van ten hoogste f 300.000bestemd tot gedeeltelijke dekking der kosten van uitbreiding van het gestichtdoor toevoeging daaraan van een nieuw gebouw voor de verpleging van omstreeks 400 lijders der 5e klasse 4°. tot aanwijzing eener som van 50.819.52 uit beschikbare saldo's van het beheer van dat gesticht voor hetzelfde doel en tot goedkeuring eener suppletoire begrooting van het gesticht voor 1886. Deze stukken worden gesteld in handen eener commissie, be staande uit de heeren van Stralen Teixeira de Mattosvan Nierop van HallZwaardemaker Brinkerink en Appel. 5°. tot het verleenen van a. een jaarlijkseh subsidie van 2000 aan de vereeniging vQuellinus", ten behoeve barer Kunstnijverheid-Teekenschoolvoor drie jaren; b. een subsidie van f 3000 voor de uitbreiding van het Museum van Kunstnij verheid te Haarlem. Gesteld in handen eener commissie, bestaande uit de heeren Zimmerman, Oorver Hooft, Hartsen, P. van Eeghen, Donker en Boissevainc. een subsidie voor de beharding van een gedeelte wegs over den Berkmeerdijkwaardoor eene ver beterde gemeenschap tusschen de bestaande harde wegen ter wederszijden van de Berkmeer wordt verkregenten bedrage van 1 der kostendoch van ten hoogste f 500d. tot afwij zing van een verzoek om wijziging van het provinciaal regle ment op de uitoefening der jacht, en visscherij, wat betreft het visschen met de zegen en de afmetingen van de mazen der fuiken; e. tot vaststelling van een gewijzigd bijzonder reglement van bestuur voor den polder Westbeverkoogen f. tot wijziging van het reglement voor de vereenigde Westbijlmer en Klein Duivendrechtsche poldersc., e. en f. gesteld in handen eener commissiebestaande uit de heeren Rendorp van Leeuwen, van Wensen, Heynsius, A. Prins, Oorver van Wessem en den Tex en d. in handen eener commissie, be- geld benevens de portefeuille van den vermoorden Bo hemer, die zooveel kostbaars voor hem bevat had. Hij zette zijn hoed op een knoestigen stok nam hij in de handen de pistool borg hij met het zakje ammunitie binnen in zijne jas. Hij keek weder moediger om zich heen de oude zekerheid drukte zich weder in al zijne bewegingen uit. „Klaar!" zeide hij als tot zich zelf, doch zoo, dat Tonidie met ijzige kalmte had toegezien het hooren moest. „Ik ga mij weder eenen anderen weg door het leven zoeken, onverschillig, welke! Dat is om het even Als ik maar eens weg ben weg in de bergen, daarwaar geene menschen zijn. En wat er verder gebeurt is mij om het even Hij boog zich over het slapende kind been en drukte dit een langen innigen bus op het voorhoofd. Hel be woog zich alsof bet boos wasdat haar slaap ge stoord werd zonder evenwel te ontwaken wendde zij haar hoofdje af. Hij zag bij het matte licht dat uit de huiskamer op het bed viellang op het lieve kin- dergezichtje en zijne oogen werden vochtig. „Vaarwel, Lotje 1 Vaarwel, voor altijd!" fluisterde hij boven het bed toen zeide hij tot zijne vrouw met diep bewogen stem ,1k laat het aan uhet kind Zeg hem dat zijn vader omgekomen is. Een leugen is het immers niet 1 Laat het mij niet vloeken Toni Hoort gij Mijne laatste bede Eenig geld voor de huishouding vindt gij daar nog in de kast en alles wat ik u achterlaat, huis en hof, behoort u. Uw vader heeft het als uwe bruidschat op uwen naam doen zetten doe daarmedewat gij wilt. Ik maak op niets daarvan meer aanspraaknoch op iets anders van u nooit. Ik zal voor u gestorven zijn. En als dat wer kelijk het geval isdan zult gij booren dat gij vrij zijt en dat de keten die u aan mij bindt en die ik heiaas niet verbreken kan gevallen is. Vaarwel dan en al kunt gij mij niet vergeten beklaag mij dan eens een enkele maal 1 Ik vervloek mij zelf Hij reikte haar geen hand, hij raakte baar niet aan. Met een diepenveeizeggenden blik echter nam hij afscheid van baar. Zij zag hem niet r.a, Zij luisterde naar zijne schre den hoe deze in deu gang weerklonken en vervolgens, nadat hij de huisdeur geopend had laugzamerhand op den weg wegstierven. Et heerschte eene stilte van het graf in de kamer. Zij barstte in een stroom van tranen los en zij viel voor het bed van haar kind op de knieën, 'Wordt vervolgd,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1885 | | pagina 2