het oogenhlik ter uitvoering minder gelukkig gekozen achtten,
den minister in ernstige overwegingom alle nitgavenvoor
de oefeningen der schutterijen uitgetrokkenten bedrage van
60.992, weder uit de begrooting te lichten.
Bij de bespreking van het eindcijfer der begrooting had het
vrij algemeen een ongunstigen indruk gemaakt, dat de oorlogs
uitgaven voor 18S6 hooger geraamd waren dan hot bedrag, voor
1885 toegestaan. Het verschil was zelfs zeer groot en bedraagt,
de uitgaven tot voltooiing van het vestingstelsel medegerekend,
ruim 475.000.
Hoezeer werd erkenddat de minister tegenover sommige
terhoogingen volkomen machteloos stond meende men met des
te meer kracht te moeten aandringen op bezuinigingen die
èf door de daling der prijzen van levensmiddelen, grondstoffen
vn arbeidsloonen öf uit anderen hoofdemogelijk geacht moes
een worden.
De slotsom der beschouwingen was, dat sommbe leden reeds
nu hun voornemen aankondigden om, mocht het eindcijfer geene
belangrijke vermindering oudergaantegen de begrooting te
zullen stemmen Andere wenschten zich daarover thans niet
uit te laten, maar gaven in ernstige overweging, de begrooting
te verlagen en het eindcijfer ten minste totdat van 1885 terug
te brengen.
Naar aanleiding van het in verschillende dagbladen vermelde
werden inlichtingen gevraagd omtrent hetgeen er toe geleid
haddat aan een hoogleeraar aan de Koninklijke Militaire
Akademie, na meer dan veertigjarigen dienst, plotseling werd
aangezegdbinnen zeer korten termijn pensioen aan te vragen.
Men had overigens bezwaar tegen de verdere opdrijving van
uitgaven voor deze instelling.
GRON DWETSWIJZIGING.
De voornaamste wijzigingen, door de regeering voorgesteld
zijnbehalve het reeds medegedeelde artikel betreffende het
kiesrecht, de volgende:
Aan art. 34 is toegevoegd de bepalingdat ook de Prins
van Oranje, zoo hij regent wordt, meerderjarig is als zijn
achttiende jaar is vervuld.
In art. 47 is opgenomen de bepaling dat het koninklijk
gezag wordt waargenomen door den Raad van State, ook bii
overlijden van den Regent, zoolang zijn opvolger niet benoemd
is en het Regentschap aanvaard heeft.
In art. 66 is bepaalddat bij hst uitoefenen van het recht
van gratie de rechter, die het vonnis gewezen heeft, gehoord
wordtwanneer het veroordeeling'-n betreft tot hechtenis of
gevangenisstraf van niet meer dan drie jaren, en tot geldboete
of verbeurdverklaring van voorwerpen, samen of afzonderlijk.
In art. 68 zijn onder de geschillen van bestuur opgenomen
die tusschen provinciën of gemeenten en waterschappenveen-
schappen en veenpolders.
In art. 78 is het ledental der Eerste Kamer voor elk van
de twee provinciën Utrecht en Drente op 3 gesteld.
In art. 91 wórdt nu onvereenigbaar met het lidmaatschap
van de Staten-Generaal verklaard de betrekking van vice-presi
dent of lid van den Raad van State president, vice president
of lid van of procureur-generaal bij den Hoogen Raad, president
of lid van de Algemeene Rekenkamer en Commissaris des Ko-
nings in eene provincie. Vervallen is de onverenigbaarheid
voor "geestelijke of bedienaar van de godsdienstals zoodanig
werkelijk dienstdoende".
Van datzelfde artikel is de laatste alinea aldus gewijzigd:
»zij die na hunne verkiezing tot lid van de Staten-Generaal
een bezoldigd staatsambt, dat zij niet reeds tijdens die verkie
zing vervuldenaannemenverliezen van rechtswege het lid
maatschap maar zijn herkiesbaar".
De bepaling, dat ook bevordering in zoodanig ambt het lid
maatschap doet verloren gaanis das vervallen.
Art. 106 is thans zoodanig gewijzigddat voor de openbare
beraadslaging van wetsvoorstellen als eisch is gesteld, dat eene
commissie van rapporteurs daarover een verslag heeft uitge
bracht, al of niet voorafgegaan door een onderzoek in de
afdeelingen.
In art. 123 is eene alinea opgenomen, omschrijvende de
vereischten voor het lidmaatschap der Provinciale Statenen
in art 139 eene soortgelijke omschrijving voor het lidmaatschap
van den gemeenteraad.
Art. 162 is zoodanig gewijzigd, dat het niets prejudicieert
omtrent de cassatie in burgehjke zaken.
Aan art. 171 is bijgevoegd de bepaling, dat als belastingen
niet worden aangemerkt heffingen wegens het gebruik van
rijkswerken en inrichtingen.
De twee nieuwe artikelen, die art. 178 vervangenzijn aldus
gewijzigd:
"Art. a. Tot bescherming der belangen van den Staat zijn
eene zee- en landmacht, bestaande uit vrijwillig dienenden en,
voor zoover deze niet toereikend zijn, uit dienstplichtigen.
//De wet regelt de verplichte krijgsdienst. Zij regelt ook
die verplichtingen, die aan hen, die niet tot de zee- of land
macht behooren, ten aanzien van 's lands verdediging opge
legd kunnen worden.
»Art. b. In de koloniën en bezittingen in andere wereld
delen is eene krijgsmacht aanwezig tot handhaving van het
Nederlandsch gezag aldaar."
hem medegaf toen bij reisvaardig voor haar stond 1
„VaarwelTonizeide hij en zijn warme blik rustte
omfloersd op het bleekeuitgeteerde gelaatom
geven door het dun geworden blonde haar. „Misschien
zien wij elkander nooit weer. Denk dikwijls aan mij
„Ja ja Arnold 1" antwoordde zij zich nog aitijd
beheerschende. „Maar gij gaat toch niet voor eeuwig.
Indien God wilben ik spoedig van mijn lijden ver
lost J" kwaai het zuchtend van hare lippen.
„Toni Gij moet ter wille van uw kind zorgen dat
gij weder opleeftO kunt gij dan uw geheim niet
afschudden? Wilt gij er dan onder bezwijken?"
„Houd op, Arnold, houd op Spreek daarover nu niet
meer nu gij afscheid neemt 1" smeekte zij.
Hij vatte ontroerd en door zijne liefde gedreven hare
hand en zeide: „Wat mij van hier drijft ach dat
moest mij met onverbreekbare handen terughouden
Tranen kwamen haar in de oogen.
„Het moet zoo zijn Arnold het kan niet anders.
Het noodlot wil het zoo De hemel behoede u 1"
En in tranen uitbarstendesloeg zij de handen voor
de oogen en jammerend kwam het uit hare borst„Ik,
ik verdrijf u van hier en kan er niets aan verande
ren. Vergeef mij vergeef mij. Mijn leven is vergiftigd;
er is geen hoop meer op herstel
XIII.
Middelerwijl zat von Prangen op zijn bureau te Singen
te peinzen over de berichten, die hij betrekkelijk Ho-
rak van buiten ontvangen had als eene kruisspin in
haar nest.
Zijne eerzucht was geprikkeld en had een koortsach
tig verlangen in hem opgewekt, om achter Toni's ge
heim te komen. Hij rook nu overal iets verdachts, iets
strafbaars, ofschoon zijne neuj vroeger vaak zeer dicht
bij die van den Condéer was geweest zonder ooit iets
van d eus misdaden te ruiken. Wat hem zoo ijverig had
Tot eene verandering van het XI« Hoofdstuk der Grond
wet kan de Regeering niet besluiten omdat:
1» ieder der aanbevolen plannen aan niet minder gewichtige
bedenkingen blootstaat dan de bestaande regeling;
2° het raadzaam voorkomt, nieuwe grondwets-veranderingen
niet te gemakkelijk te maken en
3° de ervaring ten vorigen jare getoond heeftdat de be
zwarenaan de naleving van art 196 en 197 verbonden, niet
onoverkomelijk zijn. De voorgeschreven ontbinding der Sta
ten Generaal is de grootste belemmering tegen iedere grond-
wets-herziening.
Wil men dit voorschrift behoudendan is er geene dringende
reden om de art. 196 en 197 te veranderen.
Na den afloop der interpellatie van den heer Schimmelpen-
ninck over de zeehaven te Scheveningen kwamen den 12 de
volgende wetsontwerpen in behandeling
1. dat, houdende maatregelen tot uitvoering van de intern,
overeenkomst tot vernieuwing van onderzeescke telegraafkabels.
Dit wordt op verzoek der regeering tot later aangehouden.
2. tot bekrachtiging van verkoop aan B. Peel te Raalte van
twee spoorweg-overtioeken. Aangenomen.
3. idem van de overdracht aan de gemeente Oosterhout van
de Oosterhoutsehe haven. Aangenomen,
4. dat tot bekrachtiging eener overeenkomst met de Kon.
Maatschappij "de Schelde" te Ylissingen betreffende de tijdelijke
verlenging van het bestaande erfpachts-contract. Aangenomen
na verklaring van den min. van fin., dat hij nog geene bepaalde
mededeeling kan doen omtrent eene eindovereenkomst.
5. Begrooting der Algemeene .landsdrukkerij. Aangenomen.
6. Bekrachtiging van provincial belastingen. Aangeno
men, alleen die, wat Limburg betreftmet 8 stemmen tegen.
7. Wijziging en verhooging van Hoofdstuk VI voor 1884.
De minister van justitie geeft eenige opgaven om
trent de inning der gerechtskosten.
De heer Oorver Hooft zal tegen dit ontwerp stemmen
nu de voorgestelde verhoogingen niet voldoende door middelen
zijn gedekt.
De minister zegtdat het onmogelijk wasde kosten te
ramendie de uitvoering der drankwet na zich zou slepen.
Het ontwerp wordt aangenomen met 47 tegen 3 stemmen.
8. Verhooging der begrooting van Ommersclians en Veen-
huizen dienst 1885.
De minister van justitie geeft eenige inlichtingen
omtrent den aanmaak van koffiezakken. Voor jutegarens heeft
eene aanbesteding plaats gehad.
Het ontwerp wordt eenparig aangenomen.
9. Wijzi'ring van de indische begrooting voor 1884 en ver
hooging vour 1885. Aangenomen.
10. Wijziging van Hoofdstuk VI der staatsbegrooting voor
1884.
De heer Verniers van der Loef wijst er op, dat de
hierbij betrokken minister van marine is heengegaan. Het
zou onbillijk zijnden nieuwen titularis onaangename dingen
over dit ontwerp te zeggen. Maar deze minister heeft eene
memorie van antwoord verzonden. En daarover dient hij een
enkel woord te zeggen. De uitgavenbestemd voor verschil
lende marine-werken, zijn besteed aan andere zaken dan waar
voor zij waren voorgesteld bij de specificatieen wel voor
werkenwaarvoor de Kamer niets beschikbaar had gesteld.
Speciaal heeft hij op het oog het torpedogebouw. Nu be
grijpt hij weldat de minister in een moeielijken toestand
verkeerde bij het indienen der memorie van antwoordmaar
hij hooptdat hij ten minste zal zorgendat dergelijke mis
bruiken niet meer voorkomen. Het spijt hem echterdat hij
verklaard heeftniet den indruk gekregen te hebben dat men
zich aan zijn departement niet aan de begrooting houdt. Dat
al die uitgaven onvoorzien waren is niet aan te nemen. Ook
spijt het hemdat hij heeft gezegd dat men alle bezwaren
had kunnen voorkomen door zekere uitgaaf anders te bestem
pelen. Indien men nu eenmaal eene fout heeft begaan, is
het ook noodig, er rond voor uit te komen en haar niet te
verbergen.
De minister van marine wijst er op dat verschil
lende werken wel overeenkomstig de voorstellen zijn uitgevoerd.
De torpedo-bergplaats is werkelijk iets nieuwsmaar bet was
onmogelijk te voorziendat de vischtorpedo's niet in het ge
wone bassin konden geborgen wordenmen was toen niet
genoeg op de hoogte. Wat het huis van den administrateur
van eene marinebakkerij betreftdit is verbouwd ten gevolge
van noodzakelijke verandering van de ovens. Gaarne zal hij
trachten dergelijke overschrijdingen te voorkomen. Maar men
kan onmogelijk allts voorzien.
De heer van der Loeff dankt den minister voor zijne
beloften en wijst er op, dat het departement van oorlog on
vergelijkelijk beter is dan dat van marine, wat betreft het zich
houden aan begrootingsposten.
Het ontwerp wordt aangenomen.
Het paard van den kapitein der infanterie, den
heer W. S. Trouillart Hansen te Borgen op Zoom is
den 6 nabij die plaats op hol geraakt met bet gevolg
gemaakt, was de mededeeling van den uitslag van een
onderzoek te Kreuzlingen. Door den vroegeren knecht,
die later de hoeve van Toni had gepachtwas verteld,
dat Horak des avonds vóór zijne verdwijning waarsehju-
lijk eene twist had gehad met dengenewieo hij een
tijd lang een onderkomen had verschaften deze twist
had plaats gehad in tegenwoordigheid zijner vrouw,
waarop de vreemdeling zichtbaar trotseb en plotseling
heengegaan was. Deze vreemdeling werd Michel ge
noemd, moest een landsman uit Baden zijn, als een oude
bekende in buis zijn gekomen en daar half als een
vriend, half als ondergeschikte zich gedragen hebben
terwijl Horaks vrouw haren afkeer jegens hem niet
verbergen kon. Hij had eene andere en armoediger
kleeding toen hij heenging dan die welke hij in huis
gedragen had en was met eene lange roode baard ge
komen doch had die dadelijk afgeschoren.
Dat alles verklaarde wel is waar nog nietwaarom
Horak terstond na den vreemdeling zijn huis voor altijd
ver aten had en waarheen hij getrokken kon zijn. Maar
blijkbaar stonden de twisthet trotsche heengaan van
den gast en de raadselachtige vlucht van Toni's
man met elkander in verband en Tonidie de twist
had aangehoord, moest het vertiek van haren man
hebben goedgekeurd of te oordeelen naar haar ge
heimzinnig zwijgende gronden daarvan kennen
dus konden het geen onschuldigemaar moesten
het gewichtigeverschrikkelijkeniet uit den weg te
ruimen, blijkbaar alzoo misdadige gronden zijn, in
staatom de liefde der jonge vrouw geheel te ver
stikken zooals Toni volstrekt niet verheelde, en haar een
verder leven aan de zijde van Horak onmogelijk te maken.
Zoo peinsde von Prangen en hij verlangde steeds
sterker zich meer licht in deze zaak te verschaffen
het raadselachtig geheim te ontsluierenen den sa
menhang te vinden der vernomen feiten.
Hoe kwam een arme boer er toevroeg hij zich
zelf af en hij zat over deze vraag uren en dagen
dat die heer van het paard geworpen en een eind weegs
voortgesloept werd hangende in den stijgbeugel. Toen
hij van den bengel los kwamscbijnt hij met het
achterhoofd tegen een steen te zijn geslagen althans
hij werd gewond aan het achterhoofd bewusteloos op
den weg gevonden. In den avond van dien dag over
leed bij reeds.
Bij kon. besluit van den 7 is benoemd tot nota
ris te Medemblik de heer mr. J. W. de Feijfer, kan
didaat-notaris te Wijchen.
Tijdens de groote veemarkt te Hoorn op den 8
en 9 werden per spoor 126 wagens bevattende 1688
stuks veevervoerd. Den 10 bedroeg het personen
vervoer per spoor ongeveer 1400 personen bijna 1000
minder dan in 1884
De Hooge Baad heeft den 9 verworpen het cas
satieberoep van 1°. J. P. Pz., te Akersloot en 2°. P. D.,
te Oostzaan tegen een arrest van het gerechtshof te
Amsterdamwaarbij met bevestiging van het eerst
gewezen vonnis de eerste wegens het in open vischtijd
op het Alkmaardermeer visschen met een verboden
vischtuig en beiden ter zake van gewelddadigheid tegen
den rijksveldwachter, die het vischtuig trachtte in be
slag te nemenzijn veroordeeld tot 15 dagen celstraf
en de eerste bovendien tot 5 boete.
Den 9 des middags bad op de hoogte van Buiten
huizen een aanvaring plaats tusschen het engelsche
driemastschip Drimlunzig komende van Amsterdam,
en een engelsch visschervaartuig, komende van IJmuiden,
waarbij eerstgemeld schip belangrijke schade kreeg. Op
dat schip moet onder de bemanning vreeselijk gevochten
en een hollandseb matroos daarbij erg mishandeld zijn.
In den avond van den 9 is te Haarlemmermeer
de oogst van 5 bunders tarwe aan den Spieringeweg,
van den beer J. M. Evelein met dorschmachine ver
brand.
De Staten van Utrecht hebben den 10 f 2000
beschikbaar gesteld voor een nader onderzoek naar den
waterafvoer in de Gelderscbe vallei.
Te 's Gravenhage moet voor lid van den gemeen
teraad herstemming plaats hebben tusschen de heeren
L J. S. van Kempen die den 10 693 stemmen en
generaal Netscher, (kandidaat der liberalen) die 660
stemmen bekwam. Jhr. mr. Victor de Stuers (kandidaat
der katholieken) verkreeg 482 stemmen.
Den 11 is te Helder in het openbaar aanbesteed
het vervaardigen en leveren van metalen en roodkope
ren bouten ten dienste van de marine te Willemsoord.
Laagste inschrijver was de firma Pen en Bauduin te
Dordrecht voor 10850.
Den 11 is te 's Gravenhage aanbesteed de uit
voering van werken tot normaliseering van de rivier de
Waal onder DrumptOpbemert en Dreumel geraamd
op f 39700. Laagste inschrijvers waren de heeren
W. Baggerman te Nederhemert en C. van Anrooij te
Nieuwaal voor f 33880.
Den II ving de beraadslaging over de indische
begrooting voor 1886 aan en wel het eerst over hoofd
stuk II, uitgaven in Nederlandsch-Indië. De beeren
W. K. van Dedem van Gennep, CremerKielstra,
Schimmelpenninck van der Oije Rutgers van Bozen-
burg en van Kerkwijk voerden het woord en werden
beantwoord door den minister van koloniën die zijne
rede den 12 zal voorzetten.
De arr. rechtbank te Amsterdam heeft den 10
den barbier Willem Karei Baars, die in de vorige week
teiecht stond wegens het lossen van een pistooltc iot
op den 28 September j.l. op den openbaren weg nabij
de brug over de Singelgracht, bj de Biambarrière, ter
gelegenheid van den optocht der socialisten, door welke
onvojrzichtigheid de 56jarige schippersknecht Cornells
Linters d ior een kogel achter het oor gewond werd
schuldig verklaard aan 1°. het onwillig toebrengen
eener verwondingwaardoor ziekte of beletsel om te
werken gedurende meer dan twintig dagen is ontstaan,
en 2°. het dragen van een bij regeerings-reglement
verboden wapen. Zij veroordeelde hem tot eene maand
celstraf en tot betaling van twee geldboetenééne van
f 8 en ééne van f 100 met last tot vernietiging van
het wapen, waarmede de verwonding was toegebracht.
te peinzen om bij Horak een onderkomen te zoeken
En wat gaf zulk een man als den Bohemerdie zoo
teruggetrokken leefde, zooafkeerig was van alle bezoeken
en die zoo gaarne allen omgang met vreemde menschen
vermeedaanleidingom dezen boer bij zich op te
nemen, hem andere kleederen te verschaffen, hem half als
vriend zelfs als vertrouwde, half als ondergeschikte te
behandelen
Verder: om welke reden konden onder zulke om
standigheden deze twee mannen twist hebben gekregen,
waarna dadelijk en als ware het ten gevolge daarvan
beiden het huis hadden verlaten bij nacht en ontijd
zooals het procesverbaal zeide
Von Prangen maakte er een oogenblik het volgende
van deze Michel kan een aardige kerel geweest zijn.
Misschien en dit is mogelijk had hij Toni tot
een intimen omgaug verleid. Vandaar dan het heftige
tooneel in tegenwoordigheid der vrouw. En nadat
Michel was heengegaan omdat zijn langer verblijf on
mogelijk was geworden was eene verklaring tusschen
beide echtelieden gevolgd had Horak zich van de on
trouwe gescheidenzich losgeruktmet verachting
huis en hot aan haar overlatendeomdat het haar
huwelijksgift was en was hij, in overeenstemming met
zijne vroegere reislustvoor altijd weder de wijde wereld
ingetrokkenzonder echter eene gerechtelijke scheiding
te willen tot stand brengen.
Maar spoedig verwierp hij deze oplossing. Toni was
niet de vrouwom zich zoozeer te kunnen vergeten
als hij verondersteld had. Zjne menschenkennis ver
beterde hier zijne verbeelding.
Wie was die Michel Kon men hem maar uitvinden I
Waarom noemde men hem Miehei? Was het zijn
voornaam of zijn familienaam
De zaak liet von Prangen geen rust.
Wordt vervolgd.