Ml li'JII HI 1 I innering aan den ontslapenewiens heengaan by een treffend verlies voor het college noemde. Hij schetste van Lijnden als een man van buitengewone talentengroote kennis en veel zijdige verdiensteneen sieraad van de Kamereen mandie, ware hij in het leven gespaardongetwijfeld nog vele en ge wichtige diensten aan Koning en Vaderland zou hebben bewezen. Er werd besloten, het wetsvoorstel-Reekers tot wijziging der wet op de zeevisscherijen den 30 te behandelen. Tweede Kamer. De volgende beraadslaging werd den 24 gevoerd over het wetsontwerp tot verbetering van de haven te Lemmer en wij ziging der wet tot bevordering der uitvoering van werken voor de verbetering der scheepvaartkanalen in Friesland. De heer A. van Dedem geeft een geschiedkundig over zicht van het aan de indiening van dit ontwerp voorafgegane en betoogt vervolgensdat het niet wenschelijk isdat de Staat uitsluitend alles betale en de provincie Friesland niets bydrage. Het ware veel redelijker geweest, Friesland de haven te laten verbeteren met rijkssubsidie. De heer D i r k s maakt zijne stem over dit ontwerp afhankelijk van deze voorwaarde, dat de kop van het oostelijk hoofd inge kort worde. De heer R o 11 vraagt eenige ophelderingen en wijst er op, dat de veranderingen, nu nader noodig geacht en die/500.0Ü0 meer zullen kosten vroeger door den waterstaat niet zijn op gegeven. Met het oog op de geschiedenis der zaak betoogt hij dat er een wending is gekomen in de schatting van het aandeeldoor het rijk in de kosten te dragenen datvan een technisch standpunt beschouwdde zaak op zeer grootsche schaal wordt ontworpen. Hij betoogtdat de regeering lang zamerhand er toe gekomen is meer lasten op de schouders van den Staat te leggen, dan aanvankelijk bedoeld is. Hij is nog volstrekt niet overtuigd, dat het rijksbelang niet goedkooper kan behartigd worden door een kleiner planindien althans Friesland zelf niet een flinke subsidie geve aan het grootere plan. De heer Rengers betreurt, dat door den strijd, tegen dit ontwerp geopendde zaak misschien nog zou kunnen schipbreuk lijdenwaardoor de belangen van 't publiek den handel en scheepvaart groote nadeden zouden kunnen lijden. Wel degelijk is het initiatief voor deze havenverbetering ge nomen door de rijksregeering, hoewel op kleiner schaal. Hij beveelt de aanneming van het ontwerp krachtig aan. De heer van den Biesen meentdat de middelen tot dekking dezer uitgaaf eerst moeten zijn aangewezen, en dat, zoolang de haven van Stavoren bruikbaar isdie van Lemmer niet ten koste van zulke groote offers moet verbeterd worden. Nu de regeering zooveel kosten besteedt aan de verbetering der haven van Stavoren, met 't oog op de spoorwegaansluiting, meent hij, dat de bijzondere scheepvaart daarvan alleszins partij zou kunnen trekken. De heer B u m a betoogt de hooge noodzakelijkheid van dit werk in het algemeen belang. De kosten zijn dan ook vol strekt niet te groot. Mocht het amendement A. van Dedem aangenomen wordendan zou hij nog een artikel aan het ont werp willen voorstellen, namelijk, dat geen rijkswerk zal worden gemaakt, zonder dat het door provincie of gemeente wordt on derhouden en beheerd. Indien men altoos dat stelsel gevolgd had, dan zou de toestand der geldmiddelen zeker minder on gunstig zijn. De heer van der Sleyden betoogtdat de verbetering dezer haven noodzakelijk isom aan de scheepvaart op de friesche kanalen een uitweg naar de Zuiderzee te verzekeren, overeenkomende met den diepgang aan die kanalen gegeven. Friesland heeft voldaan aan den eischom de kanalen op de voorgeschreven diepte te brengen. Het ware onbillijk nu Fries land nieuwe lasten op te leggen, omdat dientengevolge de haven te Lemmer dieper moet worden gemaakt. Hij dringt alleen aan op bezuiniging, doch tegen inkrimping van het tegenwoordige plan. De haven van Stavoren heeft een bijzonder doel voor de spoorwegaansluiting, maar is onvoldoende voor de uitgebreide binnenlandsche scheepvaart der provincie. Overigens deelt hij de meening van den heer A. van Dedem dat de onderhoudskosten van dat deel der werkendat strekt ten behoeve der binnenlandsche scheepvaart in die provincie, blijven voor hare rekening. De billijkheid brengt overigens medede haven voor rijksrekening te nemen. De minister van waterstaat wijst er opdat deze haven een rijkswerk is ten gevolge van de staatsregeling van 1798. Het onderhoud zal niet zwaar zijntoch zou de regee ring gaarne ziendat de provincie dit overnammaar zij kan het aan de provincie niet opleggen. De haven staat niet in verband met de provinciale werken en Friesland heeft volstrekt niet uitsluitend belang bij de haven. De helft der schependie er van gebruik makenzijn Groninger sche pen. Een inkrimping van een der hoofden naar den wensch van den heer Dirks zal hij gaarne overwegen. Hij betoogt overigensdat hij zooveel mogelijk de taak van het rijk bij dit werk heeft beperkt. Wat de bedenkingen van geldelijken aard betreft, verklaart hij, dat voor deze werken geen uitgaven op de begrooting van 1886 behoeven gebracht te worden. De heer A. van Dedem houdt vol, dat Friesland de kleinste helft heeft betaald vau de kosten der verbetering van de binnenlandsche scheepvaartkanalen. Van den heer Buma had hij geene verdediging van dit ontwerp verwacht, want, wordt de Zuiderzee drooggemaaktdan verdwijnt het scheep vaartverkeer van zelf. De heer Dirks zal voorstellente bepalen dat de oostelijke havendam aan de punt 120 el korter zij dan de westelijke. De heer Buma meentdat de zaak der droogmaking van de Zuiderzee nog zoo ver niet gevorderd isdat men daarom dit havenplan moet verwerpen. Ware de droogmaking aan staande, dan kon het materiëel voor de haveuverbetering nog bestemd worden voor de droogmaking en dus enkel arbeidsloon verloren zijn. De algemeene beraadslaging wordt gesloten. Art. 1 bepaaltdat voor staatsrekening eene buitenhaven te Lemmer zal worden gemaakt buiten de van wege de provincie te bouwen schutsluisbenevens eene tot ligplaats voor de schepen en tot vluchthaven dienende geul tusschen de buiten haven en de mede van wege die provincie te onderhouden uitwateringssluis. De heer A. van Dedem stelt als amendement voortot de uitvoering dier werken niet over te gaan, voordat Friesland zich bereid heeft verklaard het beheer en het onderhoud der havenwerken aan de Lemmer, voor rekening te nemen. De heer Dirks stelt als amendement voorte bepalen, dat de ooster havendam aan de punt 120 el korter zij dan de westerlijke. De heer Lief ti nek betoogt, dat het Rijk eene haven moet verbeteren die van interprovinciaal belang is. Als het rijk ver plicht was eene slechte haven te onderhoudenmoet het zeker ook de betere onderhouden. De heer W y b e n g a wijst er op dat het havenplan is ont worpen met het oog op de bescherming der provincie tegen overstroomingen. De Kamer is niet in staat eene technische verandering, als de heer Dirks nu voorstelt, te beoordeelen. De Voorzitter stelt voor, de beraadslaging te verdagen en over te gaan tot het trekken der afdeelingen. Daartoe wordt besloten. De nieuw saamgestelde afdeelingen kozen tot voorzitters de heerenKeuchenius, van Delden, Blussé, Gleichman en Oor ver Hoofttot onder-voorzitters de heerenSchaepmanRut gers, Mees, Roëll en van Wassenaer; tot leden der commissie voor de verzoekschriften de heerenRengersKielstra, Heldt, Sluiter en Hingst. Den 25 bestrijdt de heer van der Sleyden het amen- dement-A. van Dedem, maar wenscht geconstateerd te zien dat het deel der buitenhavendat nu binnenhaven wordtin onderhoud kome bij het Ryk. Hij stelt voor aan het artikel toe te voegen: mits de Staat in het vervolg te Lemmer met geen ander onderhoud van haven en aanverwante werken belast blijve, dan dat van de dammen der genoemde buitenhaven. Overigens moet hij stemmen tegen 't amendement-Dirks, omdat het z. i. niet aangaat, de Kamer over een technisch punt te laten beslissen. Dat late men aan de verantwoordelijkheid der re geering over. De heer Dirks ontkentdat de Kamer niet over 't tech nisch punt zou kunnen beslissen. De heer A. van Dedem bestrijdt den heer Lieftinck en wijst er op dat de haven een nieuwe is. De heer Buma bestrijdt het amendement-van der Sleyden. De minister van waterstaat laat de beslissing over het amendement-van Dedem aan de Kamer over maar merkt alleen opdat de nu gemaakte regeling eerst na rijp overleg is tot stand gebracht en door de aanneming alles weer op losse schroeven wordt gezet. Ook tegen het amendement-van der Sleyden heeft hij geen bezwaarmaar hij verzekert uitdruk kelijk dat het vaststaatdat de oude haven niet zal worden onderhouden door het rijk. Wat het amendement-Dirks aangaat, kan hij niet inziendat de Kamer, practisch gesprokenwel zal doen de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de regeering over te nemen. Hij verzekert dit punt nader te zullen onderzoeken, waarna de heer Dirks zijn amendement intrekt. De heer van der Sleyden acht het toch raadzaam in de wet te bepalendat het onderhoud der oude haven kome voor rekening der provincie. Het amendement-A. van Dedem wordt verworpen met 48 tegen 29 stemmen; het amendement-van der Sleyden aange- genomen met 76 tegen 2 stemmen. Het artikel wordt goedgekeurd. Het geheele ontwerp wordt aangenonen met 74 tegen 4 stemmen van de heeren A. van Dedemvan den Biesen Roëll en Bahlmann. Zonder beraadslaging wordt aangenomen het wetsontwerp tot wijziging der wet omtrent de uitvoering van den binnen- landschen waterstaat in Friesland. Vervolgens worden aangenomen het ontwerp tot goedkeuring van den verkoop van grond achter het rijkspark te Maastricht, tot wijziging der begrooting van oorlog voor 1884 en tot vereeniging der gemeenten Rotterdam en Delfshaven. Een verzoek van ingezetenen uit Andel omtrent den toestand in die gemeente, daar er noch raad, noch wethouders zijn, wordt naar den minister van binnenlandsche zaken verzonden met 59 tegen 20 stemmen om inlichtingen. Bij de daarop aangevan gen beraadslaging over het wetsontwerp tot herziening der kiestabel dringt de Voorzitter aan op beperking der be sprekingen. De heer Vermeulen verklaart aan het regee- ringsontwerp boven alle amendementen de voorkeur te geven. Hij zou op gemeenschappelijke intrekking van alle amendemen ten willen aandringenook met het oog op de grondwetsher ziening of althans wijziging der kieswet. Hij is in hoofdzaak voor onveranderde aanneming van het ontwerp. Worden er vele amendementen aangenomendan durft hij zijnerzijds geen onpartijdigheid bij het uitbrengen zijner stem te beloven. De heer van Baar kan niet met het ontwerp meegaan. De be staande kiestabel is partijdig en dit ontwerp verergert de fouten der bestaande tabel. Liever de beslissing uitgesteld dan eene slechte beslissing. De heer Schaepman deelt het gevoelen van den heer van Baar en bestrijdt den heer Vermeulen. Hij wil niet meewerken tot bestendiging van het onrechtdat Sneek een drieledig district is. Het prestige der Kamer wordt niet verhoogd als men onrechtdat men kan wegruimen laat bestaan. De heer Oorver Hooft is geneigd tegen te stemmeu om de staatkundige verhoudingennu beslissingen moeten afhangen van het toeval. De zoo lang verzuimde her ziening kan worden uitgesteld, totdat de bestaande toestand verbeterd is. De heer Godin de Beaufort bestrijdt de benaming des ministers voor deze wet van noodwet, begrijpt niet, waarom men hier niet evenals in Engeland eene regeling kan treffen welke ook, waarvan de onpartijdigheid door niemand betwij feld en de onbillijkheid door niemand beweerd wordt en ver klaart al had hij ook liever geene amendementen gezien wasrtoe de rechterzijde echter niet het voorbeeld heeft gegeven, dat zijne stem afhangt, of althans aan de grootste abnormali teiten een einde wordt gemaakt. De heer Beaufort, hulde brengende aan den heer Vermeulen voor zijne rede waarmede hij zich in vele opzichten kan ver eenigen, acht de regeering de meest aangewezene om eene on partijdige kiestabel te maken en meent, dat zij zoo onpartijdig mogelijk gehandeld heeft. Zoo het ontwerp niet ingrijpend veranderd wordtzal hij voor stemmen. De heer van der F e 11 z begrijpt niethoe de rechterzijde de aanneming van dit ontwerp kan ontraden na den vroeger uitgeoefenden aan drang tot herziening der kiestabel. De regeering heeft gedaan, wat zij kon: vermoedelijk stemt hij tegen alle amendementen en voor de onveranderde tabel. De heer H a ff m a n s acht het oogenblik voor verandering juist zoo geschikt, omdat de beslissing van een toeval afhangt. Voor het eerst is de liberale partij bij eene herziening der kiestabel niet oppermachtig. De partijen staan nu gelijk. Den 26 sloot de heer Keuchenius zich aan bij de heeren Vermeulen en de Beaufort. Het onveranderde ontwerp scheen hem het meest aannemelijkmaar hij zou de amendementen naar eed en plicht beoordeelen. De heer Brouwers bestreed het ontwerp, als eene bestendiging van het bestaande onrecht. Alleen met belangrijke wijzigingen zou hij er voor zijn. De heer Viruly Ver brugge ontkende, dat deze wet een noodwet wasdaar zij 5 nieuwe enkelvoudige kiesdistricten schept40 van de 43 districten verandert en 16383 kiezers uit 175 gemeenten naar een ander district brengt. De amen dementen der liberalen trachten om terug te komen tot het oude denkbeeldzij zijn beginsel-amendementendie der over zijde hebben daarentegen eene bepaalde kleur en berusten niet op een beginsel. Door onveranderde aanneming der tabel zouden de liberalen sterk getroffen worden. De heer van Houten meende, dat men elkaar niet bedoelingen moest toe schrijven in strijd met zedelijke beginselen. Hij was tegen het ontwerpomdat door de herziening der kiestabel en door het voorstel-Lohman werd opgehouden de grondwetsherziening. Men zal slechts bestendigen den toestand, dien men afkeurt, n. 1. dat de Kamer niet de juiste volksvertegenwoordiging is. Hij zal tegenstemmen. De min. vanbinnen! zaken ontkende, dat zelfbehoud tot indiening dezer tabel had geleid. De regeering was bereid voor eene bepaalde meerderheid te wijken. Deze tabel is eene noodwet, bestemd om een kort leven te leiden en kon niet anders zijn met het oog op de aanstaande grondwets herziening dan zal het tijd zijn voor eene stelselmatige indeeling. Hij wijst, ten bewijze dat men zich deerlijk kan vergissen als men denktdat men eene tabel partijdig kan herzien, op het district Almeloodat altijd goede keuzen deedmaar toch ten slotte leden van alle richtingen in de Kamer heeft gebracht. Na het sluiten der algemeene beraadslaging lichtten de voor stellers hunne verschillende amendementen toe. Het amendement der liberale leden wordt door den minister van binnen! zaken hoofdzakelijk bestreden omdat het in vele opzichten zeer willekeurig is en naar zijne meening strijdt met de grondwet, die wil, dat op iedere 45000 zielen een afge vaardigde moet gekozen worden ter plaatse waar de bevolking is toegenomen. Den 27 werd bij den aanvang der zitting door den min. van binnen! zaken medegedeeld dat de regeering alsnog voorstelde een afzonderlijk district Schie dam te vormen uit Schiedam, OverschieSchiebroek, Hille- gersberg en Kralingen en dus Rotterdam geen vijfden verte genwoordiger te geven. Het voorstel om Sneek te splitsen en een nieuw district Heerenveen te vormen werd verdedigd door de heeren Huber en Godinde Beaufort, die een gruwelijk onrecht zien in het drieledig district Sneek en be streden door de heeren Wybenga, Buma en den minis- ter; eerstgenoemde zag juist gruwelijk onrecht in de poging, om dit district uit elkaar te halen. De behandeing der verschillende districten gaf tot geene beteekenende besprekingen aanleiding. Alleen stelde de heer van der Feltz voor, Rotterdam een vijfden vertegenwoor diger te geven en Schiedam niet tot een afzonderlijk district te maken- dat voorstel kon alleen door den minister overgenomen zijn uit partijbelang, dat de minister ten sterkste ontkent. De amendementen worden in stemming gebracht. 1°. Het amendement-Viruly c. s. (niet vijf nieuwe districten, maar een lid meer in Sneek, Arnhem, Amersfoort, Haarlem en Utrecht), wordt verworpen met 68 tegen 18 stemmen. 2°. dat van Godin de Beaufort (Sneek een tweeledig district en een nieuw district Heerenveen). De stemmen staken, 43 tegen 43, zoodat het is verworpen, als genomen in een voltal lige vergadering. 3°. dat van Wybenga (Steenwijk een dubbel district en Meppel opgeheven), verworpen, met 75 tegen 11 stemmen. 4». dat van Godin de Beaufort (om Amersfoort ingedeeld te houden gelijk thans), verworpen met 52 tegen 34 stemmen. 5». dat van van Asch van Wijck (om een verschikking te brengen in de indeeling van Amersfoort en Utrecht) verworpen met 43 tegen 43 stemmen. 6°. dat aan van der Feltz (geen district Schiedam, maar een vijfledig district Rotterdam), verworpen met 43 tegen 43 stemmen. 7°. dat van 't Hooft, (onveranderde handhaving van 't district Zevenbergen), verworpen met 55 tegen 31 stemmen. Artikel 1 der tabel wordt aangenomen met 43 tegen 42. Bij deze stemming was de heer van der Borck afwezig en stemde de heer Rengers, liberaal, voor. Het geheele ontwerp wordt verworpen met 44 tegen 42 stemmen. Alle liberale leden met den heer Oorver Hooft stemden tegen. is het voorstel Lohman het eerst aan de orde. In het antwoord op het verslag omtrent het hoofdstuk b u i ten- landsche zaken komt de minister op tegen de meening, dat een goed deel onzer diplomatie kan worden gemisthij wijst daarbij ook op de uitbreidingdie het internationaal ver- keer op ieder gebied voortdurend ondergaat. Ten aanzien van de bijeenkomst over het Suez-kanaal ver wijst hij naar de protocollen, onlangs door de britsche regeering openbaar gemaakt. Er bestaat uitzicht op wederopvatting der diplomatieke onderhandelingen om te trachten tot meer over eenstemming en tot practische oplossing der zaak te geraken. De onderhandelingen omtrent een handelsverdrag met Spanje zijn tijdelijk gestaakt, omdat de Vereenigde Staten van Amerika o. a. ook met Spanje zoogenaamde wederkeerigheidsverdragen slotenwaarbij aan elkander bijzondere gunsten werden ver leend met beding dat deze niet ten bate van derde mogend heden komenkrachtens de bepaling van behandeling als het meest begunstigde volk. Dientengevolge maakte de spaansche regeering bezwaar nederlandsche schepen in Cuba en Portorico toe te laten op den voet der amerikaansche. Daar deze nieuwe leer ook bij verschillende andere mogendheden grooten aanstoot geeft en zelfs in Amerika tegenstand ontmoetis het lang niet onwaarschijnlijkdat bedoelde verdragen niet zullen worden geratificeerd. Ten aanzien van Perzië zijn wij nog op het zelfde standpunt als verleden jaar. Van de japansche regeering wordt eene nadere opening verwacht. Bij de uitdeeling van ridderorden tusschen Nederland en Frankrijk na het gesloten handelsverdrag zijn de gebruikelijke regels gevolgd. Het verschil tusschen de wettelijke bepalingen betreffende den meisjeshandel in de ons omgevende staten belemmert het treffen van internationale maatregelenhet ligt overigens in de bedoeling ook Duitschland te betrekken in de hierover ge voerde gedachtenwisseling. De staatkundige betrekkingen met Venezuela zijn goed. Het tydstip, waarop eene bijeenkomst tot het beramen van internationale maatregelen tegen den verkoop van sterken drank op de Noordzee kan bijeenkomen, is nog niet te bepalen. De zaak der kustvaart is bij de duitsche regeering in nader onderzoek en overwegingde kansen op eene bevredigende uit komst staan gunstig, indien geen stoornis in de onderhande lingen tusschen beide komt. Tegen vereeniging der gezant schappen te Madrid en Lissabon heeft hij bezwaarook met het oog op de voortdurende toeneming in belangrijkheid van het gezantschap te Lissabon. Uit het antwoord op het verslag omtrent het hoofdstuk justi tie blijkt, dat de staatscommissie tot herziening van het Burgerlijk Wetboek den tekst van het geheele eerste boek, waartoe ook behoo- ren de titels betreffende de vereenigingen en de stichtingen, heeft vastgesteld; eenige barer leden zijn bezig de memoriën van toelichting met den voor goed vastgestelden tekst in overeen stemming te brengen. Die tot herziening van het wetboek van koophandel heeft het wetsontwerp op het handelspapier vastge steld terwijl aan de ontwerpen op de vennootschappenhet vrachtvervoerde firma en het handelsregister nog slechts de laatste hand behoeft te worden gelegdzij is ook bijna gereed met een ontwerp tot regeling van het faillissement en de sur séance van betaling. Beide commissiën hopen hun arbeid afzonderlijk den Koning aan te bieden, waarna de regeering zal oordeelen, in hoever gedeel telijke wetsherziening ten aanzien van die onderwerpen raadzaam is. Een wetsontwerp tot wijziging van art. 774 W. v. K. is in behandeling. De minister belooft te zullen onderzoeken, in hoever wijzi ging van de bepalingen betreffende huur van dienstboden en werklieden thans noodzakelijk is te achten. De staatscommissie ter voorbereiding van eene wettelijke voorbereiding der Vicariestichtingen is met haar onderzoek aanmerkelijk gevorderd en zet dat met ijver voort. Preventieve maatregelentegen welke partij of richting ook, en het aanwenden van buitengewoon politietoezicht op hare aanhangersbehoudens voldoende zorg voor de handhaving der openbare ordeacht ook hij niet wenschelijk. De bijzondere voorzorgsmaatregelen soms genomen bij optochten van sociaal democratische zijde, hadden niet ten doel, die partij in hare vrijheid van handelen te belemmerenmaar integendeel om hare aanhangers te beschermen tegen eventueele aanrandingen van hen wier belangen zij beweren te behartigen. Aan de uitvoering der drankwet wordt goed de hand ge houden van vermeerdering van herbergbezoek ten gevolge van het verbod van drankverkoopin vereeniging met eene andere winkelnering, is hem niets gebleken. Omstreeks Maart a. s. kan een wetsontwerp op het notariaat den Raad van State bereikenaan de regeling van het toezicht wordt daarin bijzondere aandacht gewijd. Een ontwerp tot regeling der politie is in onderzoekdoch met het oog op de vermeerdering van kosten komt het tijdstip minder gunstig voor. Yan machtsoverschrijding bij voorloopige aanhouding is hem niets bekendmocht zij blijkendan zal hij met de noodige gestrengheid weten te handelen. Met het oog op de aanstaande invoering van het strafwetboek, acht hij vermindering van het aantal rechters in de verschillende colleges niet gewenscht en allerminst verlaging beneden het wettelijk minimum. Het aantal leden van den Hoogen Raad kan zonder bezwaar niet tot het wettelijk minimum beperkt blijven. De benoeming van een vijfden rechter te Utrecht is dringend noodzakelijk. Dat de in 1884 |aangebrachte versterking van het personeel der rechtbank te Amsterdam onvoldoende is erkent hij maar na debeslissing der Kamerkan |hij niet dadelijk andermaal voorstellen doen. Bij nota van wijziging is eene verhooging voorgesteld met f 12,650 voor aanstelling van 23 Rijksveldwachters 3e klasse. Een wetsontwerp tot regeling der visscherij is gereed.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1885 | | pagina 6