Ml
li'JII
HI
1 I
innering aan den ontslapenewiens heengaan by een treffend
verlies voor het college noemde. Hij schetste van Lijnden als
een man van buitengewone talentengroote kennis en veel
zijdige verdiensteneen sieraad van de Kamereen mandie,
ware hij in het leven gespaardongetwijfeld nog vele en ge
wichtige diensten aan Koning en Vaderland zou hebben bewezen.
Er werd besloten, het wetsvoorstel-Reekers tot wijziging der
wet op de zeevisscherijen den 30 te behandelen.
Tweede Kamer.
De volgende beraadslaging werd den 24 gevoerd over het
wetsontwerp tot verbetering van de haven te Lemmer en wij
ziging der wet tot bevordering der uitvoering van werken voor
de verbetering der scheepvaartkanalen in Friesland.
De heer A. van Dedem geeft een geschiedkundig over
zicht van het aan de indiening van dit ontwerp voorafgegane
en betoogt vervolgensdat het niet wenschelijk isdat de
Staat uitsluitend alles betale en de provincie Friesland niets
bydrage. Het ware veel redelijker geweest, Friesland de haven
te laten verbeteren met rijkssubsidie.
De heer D i r k s maakt zijne stem over dit ontwerp afhankelijk
van deze voorwaarde, dat de kop van het oostelijk hoofd inge
kort worde.
De heer R o 11 vraagt eenige ophelderingen en wijst er op,
dat de veranderingen, nu nader noodig geacht en die/500.0Ü0
meer zullen kosten vroeger door den waterstaat niet zijn op
gegeven. Met het oog op de geschiedenis der zaak betoogt
hij dat er een wending is gekomen in de schatting van het
aandeeldoor het rijk in de kosten te dragenen datvan
een technisch standpunt beschouwdde zaak op zeer grootsche
schaal wordt ontworpen. Hij betoogtdat de regeering lang
zamerhand er toe gekomen is meer lasten op de schouders van
den Staat te leggen, dan aanvankelijk bedoeld is. Hij is nog
volstrekt niet overtuigd, dat het rijksbelang niet goedkooper
kan behartigd worden door een kleiner planindien althans
Friesland zelf niet een flinke subsidie geve aan het grootere plan.
De heer Rengers betreurt, dat door den strijd, tegen
dit ontwerp geopendde zaak misschien nog zou kunnen
schipbreuk lijdenwaardoor de belangen van 't publiek den
handel en scheepvaart groote nadeden zouden kunnen lijden.
Wel degelijk is het initiatief voor deze havenverbetering ge
nomen door de rijksregeering, hoewel op kleiner schaal. Hij
beveelt de aanneming van het ontwerp krachtig aan.
De heer van den Biesen meentdat de middelen tot
dekking dezer uitgaaf eerst moeten zijn aangewezen, en dat,
zoolang de haven van Stavoren bruikbaar isdie van Lemmer
niet ten koste van zulke groote offers moet verbeterd worden.
Nu de regeering zooveel kosten besteedt aan de verbetering
der haven van Stavoren, met 't oog op de spoorwegaansluiting,
meent hij, dat de bijzondere scheepvaart daarvan alleszins partij
zou kunnen trekken.
De heer B u m a betoogt de hooge noodzakelijkheid van dit
werk in het algemeen belang. De kosten zijn dan ook vol
strekt niet te groot. Mocht het amendement A. van Dedem
aangenomen wordendan zou hij nog een artikel aan het ont
werp willen voorstellen, namelijk, dat geen rijkswerk zal worden
gemaakt, zonder dat het door provincie of gemeente wordt on
derhouden en beheerd. Indien men altoos dat stelsel gevolgd
had, dan zou de toestand der geldmiddelen zeker minder on
gunstig zijn.
De heer van der Sleyden betoogtdat de verbetering
dezer haven noodzakelijk isom aan de scheepvaart op de
friesche kanalen een uitweg naar de Zuiderzee te verzekeren,
overeenkomende met den diepgang aan die kanalen gegeven.
Friesland heeft voldaan aan den eischom de kanalen op de
voorgeschreven diepte te brengen. Het ware onbillijk nu Fries
land nieuwe lasten op te leggen, omdat dientengevolge de
haven te Lemmer dieper moet worden gemaakt. Hij dringt
alleen aan op bezuiniging, doch tegen inkrimping van
het tegenwoordige plan. De haven van Stavoren heeft een
bijzonder doel voor de spoorwegaansluiting, maar is onvoldoende
voor de uitgebreide binnenlandsche scheepvaart der provincie.
Overigens deelt hij de meening van den heer A. van Dedem
dat de onderhoudskosten van dat deel der werkendat strekt
ten behoeve der binnenlandsche scheepvaart in die provincie,
blijven voor hare rekening. De billijkheid brengt overigens
medede haven voor rijksrekening te nemen.
De minister van waterstaat wijst er opdat deze
haven een rijkswerk is ten gevolge van de staatsregeling van
1798. Het onderhoud zal niet zwaar zijntoch zou de regee
ring gaarne ziendat de provincie dit overnammaar zij
kan het aan de provincie niet opleggen. De haven staat
niet in verband met de provinciale werken en Friesland
heeft volstrekt niet uitsluitend belang bij de haven. De helft
der schependie er van gebruik makenzijn Groninger sche
pen. Een inkrimping van een der hoofden naar den wensch
van den heer Dirks zal hij gaarne overwegen. Hij betoogt
overigensdat hij zooveel mogelijk de taak van het rijk bij
dit werk heeft beperkt. Wat de bedenkingen van geldelijken
aard betreft, verklaart hij, dat voor deze werken geen uitgaven
op de begrooting van 1886 behoeven gebracht te worden.
De heer A. van Dedem houdt vol, dat Friesland de
kleinste helft heeft betaald vau de kosten der verbetering van
de binnenlandsche scheepvaartkanalen. Van den heer Buma
had hij geene verdediging van dit ontwerp verwacht, want,
wordt de Zuiderzee drooggemaaktdan verdwijnt het scheep
vaartverkeer van zelf.
De heer Dirks zal voorstellente bepalen dat de oostelijke
havendam aan de punt 120 el korter zij dan de westelijke.
De heer Buma meentdat de zaak der droogmaking van
de Zuiderzee nog zoo ver niet gevorderd isdat men daarom
dit havenplan moet verwerpen. Ware de droogmaking aan
staande, dan kon het materiëel voor de haveuverbetering nog
bestemd worden voor de droogmaking en dus enkel arbeidsloon
verloren zijn.
De algemeene beraadslaging wordt gesloten.
Art. 1 bepaaltdat voor staatsrekening eene buitenhaven te
Lemmer zal worden gemaakt buiten de van wege de provincie
te bouwen schutsluisbenevens eene tot ligplaats voor de
schepen en tot vluchthaven dienende geul tusschen de buiten
haven en de mede van wege die provincie te onderhouden
uitwateringssluis.
De heer A. van Dedem stelt als amendement voortot
de uitvoering dier werken niet over te gaan, voordat Friesland
zich bereid heeft verklaard het beheer en het onderhoud der
havenwerken aan de Lemmer, voor rekening te nemen.
De heer Dirks stelt als amendement voorte bepalen, dat
de ooster havendam aan de punt 120 el korter zij dan de
westerlijke.
De heer Lief ti nek betoogt, dat het Rijk eene haven moet
verbeteren die van interprovinciaal belang is. Als het rijk ver
plicht was eene slechte haven te onderhoudenmoet het zeker
ook de betere onderhouden.
De heer W y b e n g a wijst er op dat het havenplan is ont
worpen met het oog op de bescherming der provincie tegen
overstroomingen. De Kamer is niet in staat eene technische
verandering, als de heer Dirks nu voorstelt, te beoordeelen.
De Voorzitter stelt voor, de beraadslaging te verdagen
en over te gaan tot het trekken der afdeelingen. Daartoe wordt
besloten.
De nieuw saamgestelde afdeelingen kozen tot voorzitters de
heerenKeuchenius, van Delden, Blussé, Gleichman en Oor
ver Hoofttot onder-voorzitters de heerenSchaepmanRut
gers, Mees, Roëll en van Wassenaer; tot leden der commissie
voor de verzoekschriften de heerenRengersKielstra, Heldt,
Sluiter en Hingst.
Den 25 bestrijdt de heer van der Sleyden het amen-
dement-A. van Dedem, maar wenscht geconstateerd te zien
dat het deel der buitenhavendat nu binnenhaven wordtin
onderhoud kome bij het Ryk. Hij stelt voor aan het artikel
toe te voegen: mits de Staat in het vervolg te Lemmer met
geen ander onderhoud van haven en aanverwante werken belast
blijve, dan dat van de dammen der genoemde buitenhaven.
Overigens moet hij stemmen tegen 't amendement-Dirks, omdat
het z. i. niet aangaat, de Kamer over een technisch punt te laten
beslissen. Dat late men aan de verantwoordelijkheid der re
geering over.
De heer Dirks ontkentdat de Kamer niet over 't tech
nisch punt zou kunnen beslissen.
De heer A. van Dedem bestrijdt den heer Lieftinck en
wijst er op dat de haven een nieuwe is.
De heer Buma bestrijdt het amendement-van der Sleyden.
De minister van waterstaat laat de beslissing over
het amendement-van Dedem aan de Kamer over maar merkt
alleen opdat de nu gemaakte regeling eerst na rijp overleg
is tot stand gebracht en door de aanneming alles weer op losse
schroeven wordt gezet. Ook tegen het amendement-van der
Sleyden heeft hij geen bezwaarmaar hij verzekert uitdruk
kelijk dat het vaststaatdat de oude haven niet zal worden
onderhouden door het rijk. Wat het amendement-Dirks aangaat,
kan hij niet inziendat de Kamer, practisch gesprokenwel
zal doen de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de
regeering over te nemen. Hij verzekert dit punt nader te
zullen onderzoeken, waarna de heer Dirks zijn amendement intrekt.
De heer van der Sleyden acht het toch raadzaam in
de wet te bepalendat het onderhoud der oude haven kome
voor rekening der provincie.
Het amendement-A. van Dedem wordt verworpen met 48
tegen 29 stemmen; het amendement-van der Sleyden aange-
genomen met 76 tegen 2 stemmen.
Het artikel wordt goedgekeurd.
Het geheele ontwerp wordt aangenonen met 74 tegen 4
stemmen van de heeren A. van Dedemvan den Biesen
Roëll en Bahlmann.
Zonder beraadslaging wordt aangenomen het wetsontwerp
tot wijziging der wet omtrent de uitvoering van den binnen-
landschen waterstaat in Friesland.
Vervolgens worden aangenomen het ontwerp tot goedkeuring
van den verkoop van grond achter het rijkspark te Maastricht,
tot wijziging der begrooting van oorlog voor 1884 en tot
vereeniging der gemeenten Rotterdam en Delfshaven. Een
verzoek van ingezetenen uit Andel omtrent den toestand in
die gemeente, daar er noch raad, noch wethouders zijn, wordt
naar den minister van binnenlandsche zaken verzonden met 59
tegen 20 stemmen om inlichtingen. Bij de daarop aangevan
gen beraadslaging over het wetsontwerp tot herziening der
kiestabel dringt de Voorzitter aan op beperking der be
sprekingen. De heer Vermeulen verklaart aan het regee-
ringsontwerp boven alle amendementen de voorkeur te geven.
Hij zou op gemeenschappelijke intrekking van alle amendemen
ten willen aandringenook met het oog op de grondwetsher
ziening of althans wijziging der kieswet. Hij is in hoofdzaak
voor onveranderde aanneming van het ontwerp. Worden er
vele amendementen aangenomendan durft hij zijnerzijds geen
onpartijdigheid bij het uitbrengen zijner stem te beloven. De
heer van Baar kan niet met het ontwerp meegaan. De be
staande kiestabel is partijdig en dit ontwerp verergert de fouten
der bestaande tabel. Liever de beslissing uitgesteld dan eene
slechte beslissing. De heer Schaepman deelt het gevoelen
van den heer van Baar en bestrijdt den heer Vermeulen. Hij
wil niet meewerken tot bestendiging van het onrechtdat
Sneek een drieledig district is. Het prestige der Kamer wordt
niet verhoogd als men onrechtdat men kan wegruimen
laat bestaan. De heer Oorver Hooft is geneigd tegen
te stemmeu om de staatkundige verhoudingennu beslissingen
moeten afhangen van het toeval. De zoo lang verzuimde her
ziening kan worden uitgesteld, totdat de bestaande toestand
verbeterd is.
De heer Godin de Beaufort bestrijdt de benaming des
ministers voor deze wet van noodwet, begrijpt niet, waarom
men hier niet evenals in Engeland eene regeling kan treffen
welke ook, waarvan de onpartijdigheid door niemand betwij
feld en de onbillijkheid door niemand beweerd wordt en ver
klaart al had hij ook liever geene amendementen gezien
wasrtoe de rechterzijde echter niet het voorbeeld heeft gegeven,
dat zijne stem afhangt, of althans aan de grootste abnormali
teiten een einde wordt gemaakt.
De heer Beaufort, hulde brengende aan den heer Vermeulen
voor zijne rede waarmede hij zich in vele opzichten kan ver
eenigen, acht de regeering de meest aangewezene om eene on
partijdige kiestabel te maken en meent, dat zij zoo onpartijdig
mogelijk gehandeld heeft. Zoo het ontwerp niet ingrijpend
veranderd wordtzal hij voor stemmen. De heer van der
F e 11 z begrijpt niethoe de rechterzijde de aanneming van
dit ontwerp kan ontraden na den vroeger uitgeoefenden aan
drang tot herziening der kiestabel. De regeering heeft gedaan,
wat zij kon: vermoedelijk stemt hij tegen alle amendementen
en voor de onveranderde tabel.
De heer H a ff m a n s acht het oogenblik voor verandering
juist zoo geschikt, omdat de beslissing van een toeval afhangt.
Voor het eerst is de liberale partij bij eene herziening der
kiestabel niet oppermachtig. De partijen staan nu gelijk.
Den 26 sloot de heer Keuchenius zich aan bij de heeren
Vermeulen en de Beaufort. Het onveranderde ontwerp scheen
hem het meest aannemelijkmaar hij zou de amendementen
naar eed en plicht beoordeelen. De heer Brouwers bestreed
het ontwerp, als eene bestendiging van het bestaande onrecht.
Alleen met belangrijke wijzigingen zou hij er voor zijn. De
heer Viruly Ver brugge ontkende, dat deze wet een
noodwet wasdaar zij 5 nieuwe enkelvoudige kiesdistricten
schept40 van de 43 districten verandert en 16383 kiezers
uit 175 gemeenten naar een ander district brengt. De amen
dementen der liberalen trachten om terug te komen tot het
oude denkbeeldzij zijn beginsel-amendementendie der over
zijde hebben daarentegen eene bepaalde kleur en berusten niet
op een beginsel. Door onveranderde aanneming der tabel
zouden de liberalen sterk getroffen worden. De heer van
Houten meende, dat men elkaar niet bedoelingen moest toe
schrijven in strijd met zedelijke beginselen. Hij was tegen
het ontwerpomdat door de herziening der kiestabel en door
het voorstel-Lohman werd opgehouden de grondwetsherziening.
Men zal slechts bestendigen den toestand, dien men afkeurt,
n. 1. dat de Kamer niet de juiste volksvertegenwoordiging is.
Hij zal tegenstemmen. De min. vanbinnen! zaken
ontkende, dat zelfbehoud tot indiening dezer tabel had geleid. De
regeering was bereid voor eene bepaalde meerderheid te wijken.
Deze tabel is eene noodwet, bestemd om een kort leven te leiden
en kon niet anders zijn met het oog op de aanstaande grondwets
herziening dan zal het tijd zijn voor eene stelselmatige indeeling.
Hij wijst, ten bewijze dat men zich deerlijk kan vergissen
als men denktdat men eene tabel partijdig kan herzien, op
het district Almeloodat altijd goede keuzen deedmaar toch
ten slotte leden van alle richtingen in de Kamer heeft gebracht.
Na het sluiten der algemeene beraadslaging lichtten de voor
stellers hunne verschillende amendementen toe.
Het amendement der liberale leden wordt door den minister
van binnen! zaken hoofdzakelijk bestreden omdat het in vele
opzichten zeer willekeurig is en naar zijne meening strijdt met
de grondwet, die wil, dat op iedere 45000 zielen een afge
vaardigde moet gekozen worden ter plaatse waar de bevolking
is toegenomen. Den 27 werd bij den aanvang der zitting
door den min. van binnen! zaken medegedeeld dat
de regeering alsnog voorstelde een afzonderlijk district Schie
dam te vormen uit Schiedam, OverschieSchiebroek, Hille-
gersberg en Kralingen en dus Rotterdam geen vijfden verte
genwoordiger te geven. Het voorstel om Sneek te splitsen en
een nieuw district Heerenveen te vormen werd verdedigd door
de heeren Huber en Godinde Beaufort, die een
gruwelijk onrecht zien in het drieledig district Sneek en be
streden door de heeren Wybenga, Buma en den minis-
ter; eerstgenoemde zag juist gruwelijk onrecht in de poging,
om dit district uit elkaar te halen.
De behandeing der verschillende districten gaf tot geene
beteekenende besprekingen aanleiding. Alleen stelde de heer
van der Feltz voor, Rotterdam een vijfden vertegenwoor
diger te geven en Schiedam niet tot een afzonderlijk district te
maken- dat voorstel kon alleen door den minister overgenomen
zijn uit partijbelang, dat de minister ten sterkste ontkent.
De amendementen worden in stemming gebracht.
1°. Het amendement-Viruly c. s. (niet vijf nieuwe districten,
maar een lid meer in Sneek, Arnhem, Amersfoort, Haarlem
en Utrecht), wordt verworpen met 68 tegen 18 stemmen.
2°. dat van Godin de Beaufort (Sneek een tweeledig district
en een nieuw district Heerenveen). De stemmen staken, 43
tegen 43, zoodat het is verworpen, als genomen in een voltal
lige vergadering.
3°. dat van Wybenga (Steenwijk een dubbel district en
Meppel opgeheven), verworpen, met 75 tegen 11 stemmen.
4». dat van Godin de Beaufort (om Amersfoort ingedeeld te
houden gelijk thans), verworpen met 52 tegen 34 stemmen.
5». dat van van Asch van Wijck (om een verschikking te
brengen in de indeeling van Amersfoort en Utrecht) verworpen
met 43 tegen 43 stemmen.
6°. dat aan van der Feltz (geen district Schiedam, maar een
vijfledig district Rotterdam), verworpen met 43 tegen 43 stemmen.
7°. dat van 't Hooft, (onveranderde handhaving van 't
district Zevenbergen), verworpen met 55 tegen 31 stemmen.
Artikel 1 der tabel wordt aangenomen met 43 tegen 42.
Bij deze stemming was de heer van der Borck afwezig en
stemde de heer Rengers, liberaal, voor. Het geheele ontwerp
wordt verworpen met 44 tegen 42 stemmen. Alle liberale leden
met den heer Oorver Hooft stemden tegen.
is het voorstel Lohman het eerst aan de orde.
In het antwoord op het verslag omtrent het hoofdstuk b u i ten-
landsche zaken komt de minister op tegen de meening,
dat een goed deel onzer diplomatie kan worden gemisthij
wijst daarbij ook op de uitbreidingdie het internationaal ver-
keer op ieder gebied voortdurend ondergaat.
Ten aanzien van de bijeenkomst over het Suez-kanaal ver
wijst hij naar de protocollen, onlangs door de britsche regeering
openbaar gemaakt. Er bestaat uitzicht op wederopvatting der
diplomatieke onderhandelingen om te trachten tot meer over
eenstemming en tot practische oplossing der zaak te geraken.
De onderhandelingen omtrent een handelsverdrag met Spanje
zijn tijdelijk gestaakt, omdat de Vereenigde Staten van Amerika
o. a. ook met Spanje zoogenaamde wederkeerigheidsverdragen
slotenwaarbij aan elkander bijzondere gunsten werden ver
leend met beding dat deze niet ten bate van derde mogend
heden komenkrachtens de bepaling van behandeling als het
meest begunstigde volk. Dientengevolge maakte de spaansche
regeering bezwaar nederlandsche schepen in Cuba en Portorico
toe te laten op den voet der amerikaansche. Daar deze nieuwe
leer ook bij verschillende andere mogendheden grooten aanstoot
geeft en zelfs in Amerika tegenstand ontmoetis het lang niet
onwaarschijnlijkdat bedoelde verdragen niet zullen worden
geratificeerd. Ten aanzien van Perzië zijn wij nog op het
zelfde standpunt als verleden jaar. Van de japansche regeering
wordt eene nadere opening verwacht.
Bij de uitdeeling van ridderorden tusschen Nederland en
Frankrijk na het gesloten handelsverdrag zijn de gebruikelijke
regels gevolgd.
Het verschil tusschen de wettelijke bepalingen betreffende
den meisjeshandel in de ons omgevende staten belemmert het
treffen van internationale maatregelenhet ligt overigens in de
bedoeling ook Duitschland te betrekken in de hierover ge
voerde gedachtenwisseling.
De staatkundige betrekkingen met Venezuela zijn goed.
Het tydstip, waarop eene bijeenkomst tot het beramen van
internationale maatregelen tegen den verkoop van sterken drank
op de Noordzee kan bijeenkomen, is nog niet te bepalen.
De zaak der kustvaart is bij de duitsche regeering in nader
onderzoek en overwegingde kansen op eene bevredigende uit
komst staan gunstig, indien geen stoornis in de onderhande
lingen tusschen beide komt. Tegen vereeniging der gezant
schappen te Madrid en Lissabon heeft hij bezwaarook met
het oog op de voortdurende toeneming in belangrijkheid van
het gezantschap te Lissabon.
Uit het antwoord op het verslag omtrent het hoofdstuk justi
tie blijkt, dat de staatscommissie tot herziening van het Burgerlijk
Wetboek den tekst van het geheele eerste boek, waartoe ook behoo-
ren de titels betreffende de vereenigingen en de stichtingen, heeft
vastgesteld; eenige barer leden zijn bezig de memoriën van
toelichting met den voor goed vastgestelden tekst in overeen
stemming te brengen. Die tot herziening van het wetboek van
koophandel heeft het wetsontwerp op het handelspapier vastge
steld terwijl aan de ontwerpen op de vennootschappenhet
vrachtvervoerde firma en het handelsregister nog slechts de
laatste hand behoeft te worden gelegdzij is ook bijna gereed
met een ontwerp tot regeling van het faillissement en de sur
séance van betaling.
Beide commissiën hopen hun arbeid afzonderlijk den Koning
aan te bieden, waarna de regeering zal oordeelen, in hoever gedeel
telijke wetsherziening ten aanzien van die onderwerpen raadzaam is.
Een wetsontwerp tot wijziging van art. 774 W. v. K. is in
behandeling.
De minister belooft te zullen onderzoeken, in hoever wijzi
ging van de bepalingen betreffende huur van dienstboden en
werklieden thans noodzakelijk is te achten.
De staatscommissie ter voorbereiding van eene wettelijke
voorbereiding der Vicariestichtingen is met haar onderzoek
aanmerkelijk gevorderd en zet dat met ijver voort.
Preventieve maatregelentegen welke partij of richting ook,
en het aanwenden van buitengewoon politietoezicht op hare
aanhangersbehoudens voldoende zorg voor de handhaving der
openbare ordeacht ook hij niet wenschelijk. De bijzondere
voorzorgsmaatregelen soms genomen bij optochten van sociaal
democratische zijde, hadden niet ten doel, die partij in hare
vrijheid van handelen te belemmerenmaar integendeel om hare
aanhangers te beschermen tegen eventueele aanrandingen van
hen wier belangen zij beweren te behartigen.
Aan de uitvoering der drankwet wordt goed de hand ge
houden van vermeerdering van herbergbezoek ten gevolge
van het verbod van drankverkoopin vereeniging met eene
andere winkelnering, is hem niets gebleken.
Omstreeks Maart a. s. kan een wetsontwerp op het notariaat
den Raad van State bereikenaan de regeling van het toezicht
wordt daarin bijzondere aandacht gewijd. Een ontwerp tot
regeling der politie is in onderzoekdoch met het oog op de
vermeerdering van kosten komt het tijdstip minder gunstig voor.
Yan machtsoverschrijding bij voorloopige aanhouding is hem
niets bekendmocht zij blijkendan zal hij met de noodige
gestrengheid weten te handelen. Met het oog op de aanstaande
invoering van het strafwetboek, acht hij vermindering van het
aantal rechters in de verschillende colleges niet gewenscht en
allerminst verlaging beneden het wettelijk minimum. Het aantal
leden van den Hoogen Raad kan zonder bezwaar niet tot het
wettelijk minimum beperkt blijven. De benoeming van een
vijfden rechter te Utrecht is dringend noodzakelijk. Dat de
in 1884 |aangebrachte versterking van het personeel der rechtbank
te Amsterdam onvoldoende is erkent hij maar na debeslissing
der Kamerkan |hij niet dadelijk andermaal voorstellen doen.
Bij nota van wijziging is eene verhooging voorgesteld met
f 12,650 voor aanstelling van 23 Rijksveldwachters 3e klasse.
Een wetsontwerp tot regeling der visscherij is gereed.