No. 147, Zeven en tachtigste Jaargang 1885. V It IJ I» A G li DECEMBER. Vóór het huwelijk. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en iSaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar 0,80; franco dooi net geheele Eijk f 1, De 3 nummers 0.08. Prijs der gewone Advertentiën ©fficiëtl (Ssbeelte. herinneren, dat het aan aiie op de markten in dienst der gemeente zijnde ambtenaren en werklieden ten strengste VERBODEN IS NIEUWJAARSGIFTEN TE VRA GEN zullende hydie dit ver bod mocht overtreden, onmiddellijk door hen ontslagen of voor ontslag voorgedragen worden. „tiet rUkstelegraafkantoor zal, tc „beginnen met Saterdag t8 SSccein- „ber, weder naar «ie vroegere loka- „len, boven de Waag, ztfn lerplaatst. 81e directeur, u. m b<: t ii i rv 14." dBnittcnlanD ZF\B3UIJL.3L.lS3^L#<C>INr. ËitmcnlauÖ. ALMIAtFISWIK COURANT Per regel f 0,15. Groote lettere naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. KErrrrrcasBs: BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat zij ingewilligd hebben liet verzoek van het bestuur der Alkmaarscke IJsclub, om gedu rende dezen winter, bij eventueel ijs, het toezicht te mogen uitoefenen op de volgende ijsbanena. in de Singelgracht va.n den Kennemerstraatweg tot aan den llelderseben weg; b. in de Oudegraelit en Lindegracht van de brug bij het stadserf tot aan de Lamorale Sluis", volgens het door hen goed te keu ren reglement. Met het oog op de veiligheid zal die club onder hunne goed keuring den dag vaststellen waarop die banen voor het publiek geopend en gesloten worden en die plaatsen, welke tijdelijk gevaar opleverendoor de baanvegers door haar aan te stellen, laten afzetten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 8 Dec. 1885. De Secretaris NU HOUT VAN DER VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 9 Dee. 1885. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. DUITSCHLAND. Pruisen, De stad Berlijn is voor nemens eene leening van 18.000.000 te sluiten. ENGELAND. Den 9 's namiddags 4 uur, waren tot leden van het Lagerhuis gekozen 331 liberalen 250 conservatieven en 83 aanhangers van Parnell. Twee kandidaten der werklieden werden gekozen. FRANKRIJK. Kamer. Den 7 is met 338 tegen 174 stemmen beslotenhet voorstel tot verhooging der graanrechten in overweging te nemen. 8) Toen hij hoordedat professor von Stein reeds drie jaren dood was en moeder en dochter eene andere woonplaats hadden gekozen bedacht bij zich geen oogenblik baar daarheen te volgen bij de beide dameH alleen meende hij veel gemakkelijker zijn doel te zullen bereiken dan toen de vader nog leefde. Hij zag Julie voor de eerste maal weder op den dag waarop ons verhaal begint en toen zij plotseling voor hem stond scheelde het weinig of bij was, door oude herinneringen en nieuwe vurige liefde overmand aan hare voeten gezonkenzoo overweldigend was de indruk die deze ontmoeting op hem maakte. Hare verklaringdat zij verloofd wasen de uit deze verklaring voortvloeiende afwijzing werkten bijna vernietigend op hem maar hij was man van eer genoeg, om zich op verzoek van Julie en dat harer moeder dadelijk te verwijderen. Aan het station vernam hij dat de volgende trein eerst tegen den avond vertrok en daarom ging hij te voet op weg. Zoodoende redde hij den overste von Stein het leven. Dat hij daarop buiten zijn toedoen weder bij de dames Stein in huis kwam dat hij Julie nogmaals zag en den indruk ontvingdat zij niet gevoelloos jegens hem was, dit scheen hem eene beschikking van het lot. Had Julie reeds na het eerste onderhoud met Rein- hard slechts met moeite den heftigen strjjd in haar binnenste onderdrukthet tweede bracht er nog meer toe bijom haar in verwarring te brengen en Rudolfs beeld in baar hart terug te dringen. De overtuigingdat de schilder veel ongelukkiger zou worden wanneer hij van haar moest afziendan BULGARIJE. Vorst Alexanler heeft aan Servie doen weten, dat, daar zijne voorstellen betreflende een wapenstilstand niets bepaalds inhielden hij zich aan zijne eigene voorstellen hield en dat hij bin nen 24 uren geen antwoord ontvangende een beroep zou doen op de mogendheden op wier aansporing hij de vijandelijkheden staakte. VEREENIGDE STATEN. Den 8 is de heer W. H. Vanderbilt, de spoorwegkoning, plotseling in zijne woning overleden. In de boodschap van den president aan het congres is den 8 verklaard dat do betrekkingen met het bui tenland van vriendschappelijken aard waren en werd vooral de aandacht gevestigd op de handhav.ng der bijzonder goede verhouding met Engeland. Aangezien de staats-ontvangsten de behoeften van den openbaren dienst overschrijden is de president voor eene vermindering van het invoerrecht op voor werpen van noodzakelijk gebruik. Hij verklaart zich nadrukkelijk voor een schorsing der verplichte zilver-aanmunting, voorgeschreven bij de wet van Februari 1878. Verder wijst bij op de noodzakelijkheid van de uit breiding der zeemacht. Hij veroordeelt ten sterkste de veelwijverij en dringt aau op het tot stand komen eener wet, tot wering der Mormonen uit het land. Hjj is voornemensom het verdrag betreffende het Nicaragua-kanaai niet aau den Senaa;. te onderwerpen STATEN-GENERAAL. Eerste Kamer. Den 9 werd na korte bespreking met algemeene stemmen aangenomen het wetsontwerp tot verlegging van de uitmonding der Maas naar de Anier en vervolgens zonder beraadslaging eenige wetsontwerpen van minder beteekeniswaaronder natu- ralisatie-wetien. Vervolgens kwam aan de orde het wetsontwerp, houdende bekrachtiging eener met de Holl. IJzeren Spoorweg Maat schappij gesloten overeenkomst betreffende de exploitatie van den spoorweg Amersfoort KesterenNijmegen. Het werd be streden door de heeren van NaamenÖickesz, Fransen van de Butte en van Swmderen terwijl de heeren lak, Pijnappel en van Tienhoven verklaarden, vóór te zullen stemmen. Het werd ver worpen met 20 tegen 12 stemmen. Tweede Kamer. Zaak der officieren van de huzaren te 's Gravenhage. Omtrent deze zaak is in de 2e Kamer den 4 het volgende voorgevallen. De minister van justitie deelde mede, dat in den avond van den 21 April 1.1. eene vechtpartij plaats had tusschen officieren en burgers in een koffiehuis op het Plein. De kastelein riep de hulp der polilie in, die de officieren met geweld verwijderde Daarvan is proces-verbaal opgemaakt, dat den 22 gezonden is aan den officier van justitie, die het inzag en naging, of er ook burgers bij betrokken waren, in welk geval de zaak bij Rudolf en eindelijk hare diepo ontroering over zijne vierjarige trouw waarvan zij vast overtuigd was in dezen maalstroom van gevoelens vond Rudolf haar bij zijnen terugkeer. Welke wending het onderhoud der ver loofden nam is den lezer reeds bekend. De uiterlijke kalmtewaarmede Rudolf van Julie afscheid had genomen, maakte spoedig voor eene andere stemming plaats. Nauwelijks had hij haar verlaten of zijn toorn kreeg de overhandterwijl deze zich bijna uitsluitend richtte op den man die zich vermeten had zich met zulk eene ongehoorde driestheid tusschen hem en zijne verlooide to stellen. Een somber besluit rijpte spoedig in zijne ziel en bij aarzelde geen oogen blik, daaraan uitvoering te geven. Weinige uren waren voldoendeom inlichtingen in te winnen en zich te vergewissen, dat de schilder niet meer ter plaatse was en des namiddags reeds ging Harderdie zich flauw herinnerde dat zijn medeminnaar te Dresden woonde, daarheen op reis. De schilder trad verbleekend eene schrede terug toen den volgenden morgen eoQ vreemdelingdie hem met somber gelaat van bet hoofd tot de voeten opnam, zijue woning binnentrad en zijnen naam noemde. Een blik op den arm, dien de ander in een verband droeg overtuigde den doodehjk beleedigden Harder dat de voldoeningdie hij in zijnen toorn vorderen wildenu niet gegeven kon worden. Des te heftiger was de verklaring die volgde en waarbij Harder den Bchilder verweet, dat hij eerloos en arglistig gehandeld had. Deze die eerst door het onverwachte bezoek vernam, welk gevolg zijn tweede gesprek met Julie had gehad vond tijd om zijne kalmte te herkrijgen terwijl zijn ongonoode gast hem met de beleedigendste verwijten overlaadde waartoe deze zich liet medesleepenomdat de indrukdien zijn gelukkige medeminnaar op hem maaktegeenszins van dien aard wasom iemand die in gestreng burgerlijke kringen min of meer stijf op gevoed was, zooals Harder, booge achting af te dwingen. Bovendien bevond Reinhard Falk zich in eene omge- de rechtbank zou zijn behandeld. Het bleek echterdut alleen officieren verzit gepleegd hadden. Het proces-verhaal is toen gezonden aan den auditeur-militair, die gemeend beeft, na onderzoek, aan de zaak geen verder gevolg te moeten geven, omdat het niet was uit le maken wie in de drukte zich aan een feitelijk verzet tegen de politie schuldig gemaakt had. Zelfs bij nader onderzoek is daarvan niets gebleken zoudat daaro.n de krijgsraad niet van de zaak in kennis werd gesteld. De advocaat-fiscaal nam daarmede geen genoegen en gelastte eene nadere behandeling. De za'k heeft toen voor den krijgs raad gediend met het gevolg, dat twee officieren zijn gestraft, één met eene kleine geldboete en één met gevangenisstraf van 14 dagen. Nu meent men, dat aan de gerechtigheid is voldaan. Maar hij moet verklarendat een flink soldaat en trouw kameraad is gestraftwant hij is de schuldige niet. De schuldige is een gehuwd mandien de gestrafte niet wilde blootstellen. De officieren hadden den dag na het voorval berouw vergoedden den kotfichuisbouder zijne schade en gaven aan de politieagenten f 50, welke som aan hunnen chef ter hand gesteld werd. Later is door den burgemeester toegestaan, die som aan te nemen. De burgemeesterdie geene reden voor de weigering zaghad de officieren geraden de schade te vergoeden en daarvan kennis te geven aan den auditeur militair. Den dag na bet voorval was de vergunning van den kastelein, om tot 2 uur open te blijven, ingetrokken, maar na het onderzoek der zaak is die intrekking teruggenomen. De beer van Houten komt op tegen de beoordeeling van den minister over eene uitgesproken veroordeeling. Hij verklaartdat een onschuldige is veroordeeld en een ander de schuldige is Hij kent niet genoeg de militaire rechtspraak maar bet Wetb. van Strafvord. voorziet ingeval heteen burger ge,dt. Dan zou de schuldige vervolgd en bij zijne veroordeelng de zaak van den eerstveroordeelde op nieuw behandeld kunnen worden. Als er geene mogelijkheid op herstel is in bet mili taire, dan betreurt bij nog meer de verklaring des ministers en als de onschuld van den veroordeelde niet kan blijken dan werpt hij op dien persoon eene ontzachelijke blaam. Hoogst onvoorzichtig is het, een in kracht van gewijsde gegann vonnis openlijk aan te vallen. Ieder die de rechtspraktijk kent moet bet bevreemdendat dergelijke verklaring hier wordt afgelegd, en ieder nederlandsch burger zal het bevreemdendat iemand, die dergelijke verklaring geeft, minister van justitie kan zijn. De beer Lohman vraagt, of er nog niet een tweede pro ces-verbaal is opgemaakt en of dit gelijk was aan bet eerste en de beer van der Loeft, of de onschuldig veroordeelde zijne straf heeft ondergaan, of dat de minister, zijne onschuld kennende, kwijtschelding heeft uitgelokt De minister antwoordt, dat zijn plicht meebrengt, als iiij weet, dat een onschuldige veroordeeld is, den Koning daarvan kennis te geven en kwijtschelding uit te lokken. Doch in dit geval is hem de onschuld eerst medegedte'd lang na het gebeurde. Er was niets meer aan te doen. Hij beeft medegedeeld zijne overtuigingmaar als men bewijzen vraagt, zou hij ze niet kunnen leveren. VVanneer officieren van een geheel regiment vechtenis bet moeielijkuit te maken wie een duw of een klap heeft gegeven. Men moet de mededeeling niet beschouwen in den zin der laatste sprekers Hij heeft ze alleen gedaan om te doen ziendat de zaak niet zulk een omvang hadom zoo de gemoederen in beweging te brengen De heer van der Loeff heeft nu den indruk gekregen dat de minister op onbewijsbare gronden in één adem de schuld geeft aan een hem volkomen onbekend, docb voor in gewijden met den vinger aan te wijzen persoon. Iemand die aan het hoofd der justitie staat, had zich daarvan kun nen onthouden. De minister kan verklarenniemand op het oog gehad te hebben. ving, welke in eene andere stemming dan de tegen- woo digeRudolfs lachlust zou hebben opgewekt. De meubelende wanden de vloer zelfs van de kamer waren bedekt met voorwerpen van den meest verschil lenden aard waarvan de bestemming niet altijd nauw keurig te bepalen was die echter in ieder geval op hoogst ongewone wijze dooreengemengd waren. De inhoud van een halt ontpakten reiskoffer, die nog midden in de kamer stond lag op eene wijze op den vloer verstrooid dat de beide tegenstanders daardoor van elkander gescheiden waren want Reinhard stond op een klein eiland van weinige voeten vrije ruimte en Rudolf, die bij zijn binnentreden hem snel trachtte te naderenzag zich plotseling te midden van een hoop linnengoed boeken en kleedingstukken van allerlei aard, zoodat hij gedwongen werd, te blijven staan. Overal stonden en lagen op tafels en stoelen degens, laarzen penseelen paletten flejschen lijsten cou ranten sigarenkistjes pijpen aan de wanden hingen half voltooide schetsen; pijpen en schilderstukken ston den in do boeken en honderd andere voorwerpen lagen op vensterbankenop den grond en op de kachel. De bewoner van dit gezellig vertrek was in een chambre-cloak gehuld waarvan de oorspronke lijke kleur door eene dikke laag vet en verf niet meer te onderscheiden was en uit welks gaten watten en voering nieuwsgierig kwamen uitkijken. Dit alles overzag Rudolf met eenen blik maar veei minder nogdan de omgeving van den manvoor wien hij had moeten wijken, beviel hem deze zelf. Knap was hij hij had een fijn gelaat en Rudolf twijfelde er niet aan of de donkere oogen het lange zwarte haar, dat Julie stellig steeds beter gekamd had ge zien dan 't op het oogenblik was, nu bet hem woest en on ordelijk om het hoofd hing, hadden inderdaad bijgedragen tot den gunstigen indruk, welken zij van hem had moeten ontvangen. Maar zonder twijfel was haar de trek van ongedurigheid en ijdelheid ontgaanwelke Rudolf da- deljjk in het oog viel en hem de overtuiging gat',

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1885 | | pagina 1