No. 154.
Zeven en tachtigste Jaargang
1885
ZONDAG
27 DECEMBER.
In donkere dagen.
Vóór het huwelijk.
Prijs der gewone Advertentiën:
Donderdagavond 31 December,
zal in dit blad gelegenheid bestaan
tot het plaatsen van Advertentiën
betreffende Nieu wj aars wen-
s c h e n a 25 ets., van 1—5 regels
iedere regel meer 5 ets.
FEUHjLETOJNT.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Eijk f 1,
De 3 nummers f O 06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TEE ZOON.
De Uitgevers.
<S>fóri2tl (Sebeeltc.
De DIRECTEUR van het POSTKANTOOR te ALKMAAR
brengt ter algemeene kennis, dat bet den brievenbestel
lers en postboden TEN STRENGSTE VERBODEN
IS, fooien TE VRAGEN of DAAROP TE WACH
TEN bij gelegenheid van het Nieuwejaar en de kermis.
Hij verwacht, dat de ingezetenen in het belang van den
openbaren dienst, althans gedurende de eerste vier dagen van
het Nieuwejaar, geen fooien aan hen zullen uitreiken, waardoor
zij die beambten aan ZEER ERNSTIGE bestraffing zouden
blootstellen.
De Directeur voornoemd
GOUWE.
Lijst van brievenwaarvan de geadresseerden onbekend zijn
verzonden gedurende de 2e helft der maand November 1885:
C. G. Hoefnagel, Lurcher en Comp J. Boon, Amsterdam;
B. Grove, Haaren; J. Commandeur, SchagenJan Veine,
Zierikzee.
Van bet hulpkantoor
Grootschermer: Lena Maria Schrieke, Kolhorn.
Heer Hugowaard: Gerrit Bakker, Haarlemmermeer.
O ter leek: Dienwertje Zomer, Zuidscbarwoude.
Briefkaart: S. J. KosterKampen.
Verzonden geweest naar:
Duitsebland: H. Rosier, Winnelande
Er is geen maand in het jaar, waarin de mensch
zooveel behoefte schijnt te gevoelen om zijn medemenscb
goed te doen en daarbij zooveel aanleiding vindt om
aan die behoefte te voldoen als in de laatste in de
maand December. De donkere dagen zijn aangebroken,
de winterkoude is begonnen en doet de weldaden van
goede voedingvoldoende kJeeding en koesterende
warmte meer dan ooit waardeeren maar tevens leven
diger dan ooit het lijden begrijpen van hen, die deze
weldaden ontberen. Terwijl de behoeften toenemen
ie daarentegen de gelegenheid om bet noodige te ver
dienen voor zeer velen verminderd of wel geheel ver
dwenen. Het werk is schraal of ontbreekt geheel. En
nu kan het zeker niet ontkend worden, dat er zijn, die
in den zomer iets hadden kunnen opleggen voor den
winterdag en het niet hebben gedaan roekeloos alles
verterende wat er gewonnen werdhetzij dan niet
denkende aan de kwade dagen, die zouden kunnen
15)
Zij was bij de herinnering aan zijnen proeftijd opnieuw
in tranen uitgebarsten, maar zij moest zich zelf getrouw
blijven en geen oogenblikkelijke weekheid mocht hier
over haar gebeele leven beslissen.
„In plaats van mij verwijten te doen over mijne hou
ding gedurende ons engagement, moest gij u liever
herinnerendat ik uwe hand slechts aaDnam onder
voorwaarde, dat onze verhouding vooreerst niet van
teederen aard zou zijn. Misschien bebt gij opge
merkt dat ik u niet lief heb, hierdoor reeds, dat
ik deze voorwaarde zoo consequent bleef vasthouden
maar ik meende altijddat gij mij liefhadt.
„En hoeveel malen moet ik je herhalen dat ik je
inderdaad liefheb? Geef mij gelegenheid, bette bewij
zen en gij zult niet bedrogen worden. Maar laat ons
nu zwijgen van deze ergerlijke quaestieneem je ring
terug en wij zullen zeker, zeker gelukkig zyn."
„Gelukkig?" herbaalde zij weemoedig, „ik hoopte
het mettertijd te worden op den grondslag van een
wederzijdsch vertrouwenvan gemeenschappelijke be
langen op het zegem ijke pad van een kunstenaarsleven,
dat ik met al de krachten, die mij ten dienste stonden,
voor u zou geëffend hebben. Gij hebt die illusie ver
stoord en de grondslagwaarop onze verbintenis zou
moeten Bteunen zou blijken week en ydel te zijn. Neen,
Eeinhard tot heden heb ik willen dragen, wat ik my
zelf berokkend had nu echter is het anders geworden
tusschen u en mij. Gijdie jaren geleden het eerste
ontwaken van mijn hart beluisterdet en op dit vluch
tige gevoel zulke groote verwachtingen bouwdet, dat gij
niet schroomdet zelfs met ongeoorloofde middelen mij
te gemoet te gaan, gij zijt een ander geworden. In niets
komen hetzijdoor de ondervinding geleerd daaraan
wel denkende als aan eene Bchier zekere toekomst,
maar tevens vast vertrouwende, dat de helpende hand,
die vroeger niet te vergeefs werd ingeroepenook
ditmaal niet zou ontbreken. Onverantwoordelijk is
ongetwijfeld de handelwijze dezer laatsten. De mensch
is verplichtzoo mogelijk voor zich en de zijnen te
zorgen hij mag het niet op een ander laten aankomen
niet rekenen op de ondersteuning der liefdadigheid
als op een recht, dat hem toekomt. Maar velen zijn
er ook, die niet hebben kunnen sparen en thans werk
zoeken maar niet vindenen tot hunne hulp zal
gaarne medewerken wie kan.
Het is alsof men vóór bet einde des jaars meer dan
ooit de gelegenheid zoekt om elkander aangenaam te
zijnelkander bewijzen te geven van vriendschap en
goede gezindheid elkander het leven op te vroolijken.
De goede St. Nicolaas gaat rond door het land als
de kindervriend bij uitnemendheid, maar vergeet ook
de ouderen niet geheelen aan zijne hand strooit de
mensch, die niet alleen voor zich zeiven leeftkleine
weldaden rondbereidt aangename verrassingen in
zijn kring, en verheugt zich in de heldere oogen en
lachende gezichten van de grooteo en kleinen, die bij
heeft verblijd. Daarna verschijnt het Kerstfeest als
een opwekking tot vrede en goede gezindheid van
allen jegens allen bij uitnemendheid. „Vrede op aarde,
in de menschen een welbehagen!" predikt het. Op
nieuw geeft men elkander blijken van welwillendheid.
Wat naar tweedracht ademt, en twist zou kunnen
telen wordt vermeden zooveel mogelijk uitgewischt en
vergeten. De Christen slaat zijn bijbel opleest van
het groote gebod„hebt uwen naaste lief als u zei
ven en herinnert zich, dat zijn naaste niet alleen is
zijn bloedverwantzijn stadgenootzijn geloofsgenoot
maar dat hy geroepen is barmhartigheid te doen aan
allen met beschaming leest hij het woord des Apostels:
„laat ons goed doen aan allenmaar meest aan de
huisgenooten des geloofs." Sommigendie niet zeer
bijbelvast waren hadden nit de handelingen van vele
Christenen opgemaaktdat er stond„alleen aan
de huisgenooten des geloofs en dat vonden anderen
weer zóó bekrompendat zij om alle bekrompenheid
en eenzijdigheid te vermijden er toe waren overgegaan
aan niemand goed te doen-
Nauwlijks is het Kerstfeest een week voorbijof de
nieuwjaarsdag is daarom te zorgen, dat de goede
indrukken en heilzame opwekkingen, die het gaf, niet
uitsterven met den laatsten klokslag van het oude jaar,
maar worden vernieuwd en verfrischt als reisgidsen
door het nieuwe. Een algemeene wisseling van beil-
wenschen ruisebt door het luchtruimals een koor
van vredetonen en vriendscbapsklanken en toch is er
geen vredegeen onderlinge welgezindheid, geen on
derling vertrouwen.
Van oorlogen bleven wij in Europa verschoond
met uitzondering van dien aan den Balkan waar
nieuwe staten in wording zijnen er is alle grond
heb ik den edelen hoogen zin van den jongeling her
kend dan in de producten uwer kunst en ook in deze
slaat gij eene richting in waarmede ik niet kan sym-
pathiseeren."
„Pardon", wierp hij haar met een smadelijken glim
lach tegen „gij kunt onmogelijk de kunstwaarde mijner
werken beoordeelen en geen mensch zal vijl jaren lang
dezelfde blijven."
Zij stond op en ging naar de deur.
„Vaarwel voor altijd Eeinhard", zeide zij. „God
schenke u al het goede dat gy noodig hebthij zegene
uwe scheppingen en brenge u weder op den weg, dien
gij gevaar loopt te verlaten en waarop alleen de kun
stenaar tot heil zijner medemenschen werken kan."
„Maar Julie 1" riep hij weder. „Bedenk toch eens,
je kunt je nu niet weder blootsteilen aan de praat
jes der wereld."
„Wanneer ik de pnblieke opinie tot richtsnoer mijner
handelingen maakte dan waart gij nooit in de plaats
van mijnheer Harder gekomen. Vaarwel en wees ge
lukkig. Ik dank u voor ieder oogenblik dat gy mijner
herdacht met die gevoelens, waaraan de wereld uw
schoonste werk te danken heeft en ik vergeef u alles
wat door uwe schuld over mij gekomen isook den
smaad", voegde zij er in eene plotselinge opwelling van
echt vrouwelijken trots bij „een half uur lang den
zelfden gemeenzamen toon van u te hebben moeten ver
dragen waarmede ik a nw model heb booren aan
spreken."
Zy verliet de kamer; hij bleef sprakeloos staan,
zonder een antwoord te kunnen vinden. Daarop ver
liet by de kamer en het buis met het vaste voornemen
echterdes anderen daags schriftelijk nog eens te
beproeven Julie te bewegenop haar besluit terug
te komen. Hij gaf echter aan dit voornemen geen
gevolgmet reden overtuigddat hij te vergeefs zou
soürijven en na eenige dagen had hij zich reeds getroost
over zijn verlies met de gedachtedat Julie toch
eigenlyk eene lastige vrouw voor hem zou geweest zijn
om te verwachten dat die oorlog reeds geëin
digd is en geen aanleiding zal geven tot andere en ge
vaarlijker botsingen. Buitenlandsche oorlogen dreigen
de Europeesche vo ken niet, maai' de binnenlandsche
vrede is ver te zoeken. Wij willen nu niet wijzen op
den strijd van zeer verschillenden aard die in sommige
staten wordt gestredenniet op Groot-Brittanje en
Ierland waar op het laatstgenoemde eiland het verzet
zóó krachtig is geworden dat ten slotte de bekwaamste
staatslieden zich bezighouden met ernstig na te gaan,
in hoeverre aan den tot nog toe steeds afgewezen eisch
om een eigen bestaan van Ierland kan worden voldaan
zonder de staatseenheid in gevaar te brengen niet op
Frankrijkwaar de strijd tusschen de staatspartijen
steeds minder groote beginselen geldtniet op
Denemarken waar Koning en Eerste Kamer door een
steeds dieper wordende kloof van de meer en meer
democratisch gekleurde Tweede Kamer wordt geschei
denniet op Pruisen met zijn Polen-uitdrijving
en zyn Mei-wetten; niet op het Duiische Eijk met
zijn wetten tegen de Jezuïeten en de socialisten en zijn
Eijksland Elzas Lotharingen niet op Oostenrijk-
Hongarije met zijn strijd tusschen DuitschersSlaven
en Hongaren niet op Eusland met zijn onver
mijdelijke en tegelijk schier onmogelyke hervormingen
en zyn nihilisten niet op Belgie met zijn heftige
verdeeldheid tusschen katholieken en liberalen -
ook niet op ons eigen land met zijn altijd nog onop-
gelosten schoolstrijd wij bepalen ons tot den oorlog,
die ia geheel Europahier meer daar minder hevig
wordt gevoerd tegen de grondslagen der bestaande
maatschappijen de verkondiging van socialisme
communisme sociaal-democratie nihilisme of welken
naam de nieuwe leer dragen mag.
Het gezond verstandde atkeer van gewelddadige
maatregelen en de ingeschapen neiging tot zelfbehoud
by allen, die voor zich en hun gezin belang hebben bij
de handhaving der wet en der openbare orde en vei
ligheid komen ons voor voldoende waarborgen te zijn
te ,en de zegepraal eener leerdie de geheele maat
schappij wil omkeeren en den staat wil maken tot den
eeuigen bezitter van alle kapitaalden regelaar en
verdeeler van allen arbeid en den toeschatter van elk
loon. Voor zulk een maatschappij zonder ondernemings
geest zonder voldoenden prikkel tot arbeid bij gemis
van persoonlijk recht op de vruchten voor zulk een
raderwerk zonder veer behoeven wij niet te vreezen
maar wel zal het goed zijndat de met armoe en
gebrek worstelendede vruchteloos naar werk zoekende
de belangstelling ontwaart van de maatschappij, waarin
hij leeft. Het zal goed zijn, dat in tijden, waarin min
der arbeid dan gewoonlijk gevraagd wordt, tijdelijk naar
niet volstrekt noodigen arbeid wordt gezocht en zoo
mogelijk gelegenheid tot werken wordt, gegeven. In
derdaad is dit hulpmiddel bedenkelijk, want arbeid,
waaraan geen behoefte bestaatis krachtverspilling en
geldverspilling tevens, verarmt de geheele maatschap
pij en is daarom op dec duur onmogelijk maar bui-
Zijn noodlot voerde hem toen later in de armen vau
bet meisje, met wie Julie hare rechten niet had willen
deelen.
XI.
Eudolf von Harder wachtte verscheidene dagen te
vergeefs op eenen brief van zijne zusterdie hem in
lichting moest geven omtrent Julie's verblijf. Waar
schijnlijk moest zij zelf eerst inlichtingen inwinnen.
Van dag tot dag werd zijne spanning grooter en werd
hij ongeruster waar en hoe hij haar zou terugvinden.
Buiten zijne beroepsbezigheden, die door de Bpoedige
hervatting der zittingen zeer talrijk warenkon hij
voor niets rust en kalmte vinden. Dag en nacht hield
hij zich met haar bezig.
Toch had hij de ongelukkige gevangene niet verge
ten die hem zulk eene troostrijke onthulling had ge
daan. Zoover het hem mogelijk was, had hy de gronden
voor de verdenking nauwkeurig onderzocht en was bij
tot de overtuiging gekomendat zij niet schuldig
was. Het verdere moest het nader in te stellen on
derzoek uitmaken.
Bij de familie Schoder was hij niet weder geweest
sinds den avond, waarop hij zoo haastig was heengegaan
en daarom besloot hy er weder eens een bezoek te
brengen.
Eene zekere beklemdheid maakte zich van hem meester,
toen hij de kamer binnentrad met het bewustzijnhier
vóór korten tijd nog een zeer bepaald doel te hebben
nagejaagd dat verdwenen was als nevel voor de zon
sedert hij wist, dat Julie niet de vrouw van den
schilder geworden was. Alma's zichtbare vreugde, toen
zij hem zag, ontgiDg hem niet en terwijl hij met hare
ouders sprakscheen zij nauwelijks het oogenblik te
kunnen afwachten, dat ook zij aan het gesprek zou
kunnen deelnemen.
Toen hy zich daarop tot haar wendde zag zy hem
met stralenden blik aan en zeide „Het is al te prettig,
dat gij juisfc nu komtmijnheer Harder Dan heb ik