155. Zeven en tachtigste Jaargang. 1885. WOENSDAG 30 DECEMBER. Vóór het huwelijk. Prijs der gewone Advertentiën: Donderdagavond 31 December, zal in dit blad gelegenheid bestaan tot het plaatsen van Advertentiën betreffende Nieuwjaarswen- schen a 25 ets., van 1—5 regels, iedere regel meer 5 ets. Nationale Militie. PEniLLiETOIM. £?nit£nlAui). ALK1AARSCHE COURANT. Deze Courant wordt DiQ.8d.Ag-, Doad.0rd.ag-en Zaterdagavond. uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0.80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers f O 06. i/OTki Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. De Uitgevers. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR Gezien art. 19 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsbl. No. 72)J Roepen bij deze op: alle mannelijke ingezetenen, die op 1 Januari 1886 hun negentiende jaar zijn ingetreden, (alzoo alle mannelijke ge borenen van 1867), om zich, ingevolge art 15 en 20 der aangehaalde wet, in de maand Januari 1886 in bet daartoe gereed gemaakte register voor de Nationale Militie te doen inschrijven. De inschrijving geschiedt in een der vertrekken van het raadhuis alhierdes avonds van 5 tot 7 ure op Dinsdag en Vrijdag tot en met 20 Januari 1886 en ver der aan de gemeente secretarie. Zij maken voorts de ingezetenen opmerkzaam op de volgende bij genoemde wet gemaakte bepalingen, als: De verp ichting tot het doen der aangifte berust op den militieplicktige zeiven; hij ongesteldheid, afwezigheid ot ont stentenis, op zijn vader; is deze overleden, op zijne moeder, en, zijn beide overleden, op den voogd. Voor ingezeten wordt gehouden: 1°. hij wiens vaderot is deze overledenwiens moederol zijn beide overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van 28 Juli 1850 (Staatsblad n°. 44) SE hij diegeen ouders cf voogd hebbendegedurende de laatste 18 maanden voor 1°. Januari 1886 binnen Nederland verblijf hield 3°. bij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits bij binnen bet Rijk ver blijf boude. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdelingbe- hoorende tot een Staat, waar de Nederlander niet aan de verplichte krijgsdienst is onderworpen, of, waar ten aanzien der dienstplieutigbeid bet beginsel van wederkeerigüeid is aangenomen. De inschrijving geschiedt 1°. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of is deze overleden de moederof zijn beiden overledende voogd woont 2°. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente waar hjj woont; 3°. van hem die geen vader, moeder of voogd heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd builen 's lands ge vestigd is, in de gemeente waar hij woont; 4°. van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlan der, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond beeft. Voor de Militie wordt niet ingeschreven 1°. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een inge zeten, die geen Nederlander is; 2°. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten; 16) Thuis vond hij eindelijk eenen brief zijner zuster. „Ik ontken niet", schreef zij „dat wij u met opzet omtrent de veranderde levensomstandigheden van freule von Stein in onwetendheid hebben gelaten. De familie is verarmd on zij die vroeger met hare luimen hare omgeving gekweld heeft, heeft nu moeteu leeren zich te schikken naar die van anderen. Zij is gouvernante geworden. Ik hoop nitfc, dat gij er in ernst over denkt, u weder in nadere betrekking te stellen tot het hartelooze meisje, dat nu uwe hand zal beschouwen als het gouden redd-ngsanker." Hij slingerde met verachting het papier weg en bracht zich voor den geest de uitdrukking van echt vrouwelijke innigheid, die Julie's trekkeu hadden aangenomen en waardoor het karakter harer schoonheid veranderd, maar slechts te aantrekkelijker geworden wa*. En arm was zij geworden 1 Hij had kunnen jubelen over die tijding, want hij was immers rijk en daarop had de hatelijke toespeling zijner zuster betrekking. Het erfenisprocesdat hem eens in dat noodlottig uur noodzaakte, zijne verloofde aan den invlood van dien andere over te laten, was eindelijk na lar.ge jaren ten gunste der familie von Harder beslist en het aan zienlijke vermogen afkomstig van eenen verren bloed verwantging gelijkelijk op ouders en kinderen over. Hoe onverschillig bad bem dat bericht gelatentoen hij bet op zijne vroegere verre standplaats ontving ol nu Hoe heerlijkwanneer hij naast al het an dere wat hij bezatook deze aardsche bezitting met haar deelen mochtMaar hoe zou hij haar naderen hce baar alles zeggenwat hem vervulde. Hij wist niet, hoe hij het zou aanleggen, en toch groeide zijn verlangen, om haar te spreken, met den dag aan. 3°. de zoon van den Nederlander, die, ter zake van 's lands dienst, in 's Rijks overzeescbe bezittingen of koloniën woont. Zij noodigen hen wien dit mocht aangaan uitzoo moge lijk in eigen persoon de aangifte te doen en daarmede niet tot het einde van Januari te wachtenterwijl zij voorts herinneren aan de siraf, waarmede de nalutigen ter in schrijving bg de art. 183 en 188 der wet bedreigd worden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A, MACLAINE PONT. 20 Dec. 1885. De Secretaris NUHOUT VAN DER VEEN. De DIRECTEUR van bet POSTKANTOOR te ALKMAAR brengt ter algemeene kennis, dat bet den brievenbestel lers en postboden TEN STRENGSTE VERBODEN IS fooien TE VRAGEN of DAAROP TE WACH TEN bij gelegenheid van het Nieuwejaar en de kermis. Hij verwacht, dat de ingezelenen in bet belang van den openbaren dienstalthans gedurende de eerste vier dagen van het Nieuwejaar, geeu fooien aan hen zullen uitreiken, waardoor zij die beambten aan ZEER ERNSTIGE bestraffing zouden blootstellen. De Directeur voornoemd GOUWE. BELGIË. Voor eenige dagen is eene memorie van James Peltzer verschenen strekkende om da onschuld van ZLjnen reeds overleden broeder Armand te doen uitkomen. Daarin komt o. a. voor, dat de procureur- generaal bij het gerechtshof te 's Gravenbage de lieer rnr. van den Bergb bij de behandeling van de strafzaak tegen Jeanne Lorette gezegd zou bebben datterwijl men in België Armoud Peltzer veroor deeld bad, in Holland geen procureur generaal zou gevonden zijn om hem te vervoigeu. De heer van den Bergb is in een br.etopgenomen in de Etoile Beige, daartegen opgekomen: iuj verklaart volkomen zeser te zju de woorden niet gesproken te hebben die men bem toeschrijft. ENGELAND. Toen den 23 de gasontploffiug in de steenkolenmijn bij Mardy in Wales ontstond, was de hootddirecleur juist daaruit opgestegen en waren van de 773 werklieden, die ia schacht No l en van de 520, die in scüacüt No. 2 werken, ongeveer liOO daarin aanwezig. In laatstgenoemde bad de outplolfiug plaats. Door dtn verschrikkehjkeu slag waren in weiuige -ogenblikken hon derden vrouwen en kinderen bijeen die jammerden en sulireiden eu om üulp riepen. Binnen korten tijd wa ren 3UÖ arbeiders levend opgehaald en na verloop van 3 uren 900 geied. Het juiste cijfer der omgekomenen is nog niet bekend maar bet aantal ernstig gewonden is vrij groot zoodat verscheidene nog zulieu sterven of voor altijd ongeschikt tot werken blijven. Naar de oor zaak der ontplolfiug wordt een onderzoek ingesteld. FRANKRIJK, Het ministerie, dat bij de ste Timing over de Tonkin-kredieten eene zedelijke nederlaag leed, Eindelijk ging hij op eenen avond weder eens naar mijnheer Scuoder's woning. Zyue vrees werd echter bewaarheid: Julie vertoonde zich niet. Ook Alma was een tijd lang afwezig, maar kwam toen tot Rudolfs bittere teleuistelling zonder haar. Kort voordat bij opstondom naar huis te gaan verdween Alma nogmaals, maar hij vond haar tot zijne verbazing boven aan de trap staan, met een licht iu de hand en den vinger op de lippen. Zij wenkte hem en liep zucht met hem mede naar beneden. Daar bleef zij staan en zag hem min of meer schelmsch aan, „lk keu u, mijnheer von Harder", zeide zij „gij zijt de eerste verlooide mijner Cara. Ik heb u berkeud in het oogenbiik dat ik Cara in Isabella van Engeland terugvond; mijne moeder heeft niets gemerkt, maar zij wist oek nietdat er zulk een schilderij bestond. Mij heeft Cara eens hare geschiedenis verteld met verzwijging van de namen om mij van eene dwaas heid terug te houden. Nu vraag ik u, of gij mij het in Uank zult afuemen wanneer ik u in de gelegenheid stelhaar zonder getuigen te spreken f" „Mejuffrouw riep Rudolf op zulk een juichenden toon dat zy nogmaals den vinger op den mond legde en een oogeoblik luisterde. Er bewoog zich echter niets in huis „Stil zeide zij toen, „niemand mag vooreerst iets weteo. Ik zie dat ik mij met in u bedrogen beb eu wil u nog een geheim toevertrouwen. Julie beeft noo.t een ander liefgehad dan u. Ik heb het altijd geloofd maar nu heb ik om zeker te zijn een wreed middel gebruikt. Ik heb baar vertelddat gij mijne nietigheid wildet huwen mijnheer von Harder Zij kuchte, om eene vluchtige verlegenheid te verbergen. „Het gevolg bleef niet uit. Zij nam mijne mededeeling zeer kalm opmaar des nachts heeft zij geweend bitter geweend en gesnikt. En van avond wilde zij niet mede in het salon, omdat zij wist, dat gij er waart. Onder een of ander nietig voorwendsel bleef zij op hare kamer. Nog voelt zy zich niet in staatom zal waarschijnlijk na den afloop van het congres aftre den. De beer Brisson president-minister, schijnt niet geneigd het gezag op nieuw te aanvaarden. Bij de herstemming op den 27 te Parijs voor 5 leden der Kamer zijn gekozen de radikale kandidaten met 172 a 154000 stemmen. De rematigde republikeinen (opportunisten) verkregen 104000 93000 en de con servatieven 83000 a 81000 stemmen. De minister-piesident Brisson beeft in een openbaar ge- maakten brief elke kandidatuur voor president der repu bliek afgewezen. Hij zegt daarin o. a dat twee dringende noodzakelijkheden de zaak bebeerschen. De republi keinen moeten alles vermijden, wat aan de rechter zijde een overwegenden invloed op de keuze van den presi dent zou kunnen geven. Zij moeten reeds bij de eerste stemming hunne stem op eenzelfdeu kandidaat uitbren gen, om hem voor de uitoefening van de hoogste macht in den Btaat het grootst mogelijk zedelijk gezag te ver schaffen. Eene nieuwe kandidatuur zou tweedracht on der de republikeinen veroorzaken en misschien eene tweede stemming noodig makenwaardoor aan de rechter zijde eene kans zou worden gegeven die haar niet mocht verschaft worden. Hij wenschte zijne taak te eindigen, zooals bij baar begmnen was, met nl. de republikeinen van alle schakeringen tot eendracht te vermanen. Congres. Den 28 werd het door den heer Leroijer geopend onder aanhoudend rumoer der rech terzijde na voorlezing van het besluit der bijeenroe- piug. De president wees er opdat het congres eenvoudig een kiescollege was en er geene gelegenheid bestond om van gedachten te wisselen. De rechter en uiterste linkerzijde kwamen op rumoerige wijze bier- tegen op. Er ontstond een onbeschrijfelijke opschud ding, waa> bij de leden der rechterzijde met hunne zakdoeken zwaaiden. De Voorzitter deelde onder dat geraas mededat er voor de stemopnememers geloot zou worden. Te 2 uren ving (ie stemming aan die tot uitslag had dat de heer Jules Orévij met 457 van de 592 uitgebrachte stemmen herkozen werd. Slechts 5 leden der rechterzijde namen aan de stemming deel. Senaat. Het voorstel betreffende de Tonkin-kre dieten werd den 26 ingediend en dadelijk naar de afdeelingen verzondendie eene commissie van on derzoek benoemden waarvan alle leden gunstig voor het ontwerp gestemd waren. Nadat die commissie ver slag uitgebracht hadwerd het met 225 tegen 61 stemmen aangenomen. Kamer. Aan de stemming over de Tonkin-kre dieten ging den 24 nog eene zeer langdurige beraad slaging vooraf. De minister van oorlog generaal Cam- penon die een jaar geleden zijne portefeuiie neêrlegde, omdat hij bezwaar had tegen de vermindering van bet leger in Europa door het zenden van groote verster kingen naar het verre Oosten, verklaarde, dat zijn gevoelen op dit punt onveranderd was gebleven maar dat zijn bezwaar weg te nemen was d ior de spoedige aan te zien hoe gij een ander bet hof maakt. Wilt gij dus morgen middag komen „Ik zal komenik heb zeer naar een onderhoud met freule von Stein verlangd „Des te beter Morgen middag te 12 uur verwacht ik u op mijne kamer, ik sohilder daar en Cara houdt mij dan gezelschap. Ik ga even voor twaalf uur de kamer uit en gij viedt haar dus alleen. Terwijl gij bij haar zijt, zal ik mijne moeder de geheele geschiedenis gaan vertellen." Zij reikte hem tot afscheid de handdie hij vol dankbaarheid aan zijne lippen bracht. XII. Julie zat in Alma's atelier aan het venster en keek peinzend naar buiten. Een boek, waaruit zij had voor gelezen was haar, zoDder dat zij het bemerkt had, ont vallen. Alma had vóóe een paar minuten de kamer verlaten en in gedachten verzonken zat zij nu op deze te wachten. Een gedruiscb aan de deur schrikte baar opzij bukte haastig om het boek op te rapen, maar bet was niet Almadie binnentrad maar Rudolf von Harder. Zij werd doodsbleek en sprong van haren stoel op met ve•schrikt en tegelijk smeekend gelaat. Zij wilde wegsnellen maar als vastgenageld bleef zij staan bijna onhoorbaar fluisterend „Mijnheer von Harder Alma is niet hier en wij „Ik zoek jou, die ik verloren waande en die ik nu. eindelijk heb teruggevonden riep hij en door zijn ge voel overmeesterd was hij op haar toegetreden en strekte hij beide armen naar haar uit. Schuw eu angstig week zij terug. „Gij misleidt u zelve", antwoordde zijzich bebeer- schende„niet om m ij te zoeken, zijt gij hier gekomen; gij kondet niet weten dat gij mjj hier vinden zoudt." „Reik mij je hand ten bewijze dat gij nu eindelijk de mijne wilt worden", smeekte hij en weder trachtte

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1885 | | pagina 1