Het getal dorschmachines en het gebruik daarvan is belang- rnk toegenomen en heeft ten gevolge, dat spoedig belangrijke partijen ten verkoop gereed zijn en werkelijk daartoe bestemd worden. De tijdsomstandigheden brengen mede, dat de land bouwer het voorhanden graan niet oplegt, maar te gelde maakt. Alleen de groote partijen, die door stoomdorsching verkregen worden, plegen op monster verkocht te worden en zijn daartoe geschiktmaar worden ook daartoe bestemd. De mindere aanvoer heeft met de al of niet vervroeging niets te maken en wordt niet daardoor veroorzaakt. Ad. Nr. 2. Van verminderd bezoek is haar niets gebleken en dat is ook moeielijk na te gaan. Een barer leden verzekert, dat er juist tengevolge der vervroeging nieuwe koopers kwamen, die door hun bezoek niet uitgesloten werden van het bezoek der korenbeurs te Am sterdamwaarheen zij per tweeden trein kunnen vertrekken; de marktmeester bevestigt dat ook. De firma Glazekas is steeds ter markt vertegenwoordigd door den heer Top, ook wel door den heer de Wit zeiven. Ad Nr. 3. Van verkoop ten huize der verkoopers is haar niets bekend, doch die kan staan in verband met het sub. 1 opgemerkte. Ad. Nr. 4. De verkoop van belangrijke partijen elders en op monsters staat niet met de vervroeging in verband en wordt sub. 1 verklaard. Voor zoodanige partijen is deze markt nimmer gebruikt of bestemd. Ad. No. 6. Van hen die per as hunne waren aanvoeren, zijn haar geene overwegende klachten bekend. Ad. 5. Over het nadeeldat de ingezetenen door de ver vroeging lijdenhad de adressante zich van een oordeel kun nen onthouden. Eene minderheiddie overigens in haar bovenstaand advies eenstemmig ismeent, dat de neringdoenden ten gevolge der vervroeging schade lijden en wenscbt een nieuw proefjaar met een aanvang der markt ten elf ure, om na te gaan of de al gemeen gedrukte stemming van den landbouwenden stand dan wel de vervroeging van het marktuur de oorzaak is, dat onze neringdoenden in hun bedrijf leden. De overige leden der kamer vinden het daarentegen hoosst schadelijk voor de markt- en gemeentebelangen om op nieuw en zonder overwegende redenen eene verandering in het markt uur te brengen. Hel bestuur van den bond der Alkmaarsche graan- en zaad- markt verklaart zich voor het houden der markt tusschen 9 en 10 uur op de volgende gronden: 1. voor de graankoopers is er meer tijd, om zich te kunnen overtuigendat geleverd wordt overeenkomstig het monster en meer gelegenheid om te kunnen wegen en meten; 2. de verkoopers kunnen na een volledig onderzoek van hunne granen en zaden daarvoor dadelijk betaling vorderen dat vroeger meermalen geweigerd werd op grond van gebrek aan tijd voor het wegen en meten 3. er bij het houden der markt om 11 uur geen tijd is voor het behoorlijk bekooken van erwten en peulvruchten wairtoe nu eene voortreffelijke gelegenheid bestaat, waarvan veel gebruik wordt gemaakt 4. de marktschippersenkelen uitgezonderdmet het ver vroegde marktuur zeer ingenomen zijn omdat zij meer tijd hebben voor bet bezorgen der granen ter bestemder plaatse 5. alle leden van den bond, wier aantal nu 141 leden be draagt, met het vervroegde uur ingenomen zijn en vele koop lieden boeren en schippersdie geene leden van den bond zijn, te kennen hebben gegeven, dat de markttijd van 9 tot lü uur boven den vroeseren te verkiezen is. Uit de door het bestuur van den bond overgelegde verklaring der schippers blijkt, dat zij vóór het vervroegde uur zijn, omdat zij1°. meer tijd hebben om hunne verschillende partijen graan desgevorderd te doen wegen of meten en verder a»n de verschillende koopers van dat graan te kunnen bezorgen2" daardoor beter in de gelegenheid zijn, om na afdoening van alle hunne zaken tijdiger dan voorheen te kunnen huiswaarts varen De marktmeesteropmerkendedat alle begin moeieliik is en dat hij ook bij den aanvang van de markt op het vervroegde uur dacht, dat dit zoo aan koopers als verkoopers onaangenaam zou zijn, gelooft, dat de gevreesde moeielijkheden niet bewaarheid zijn en datwerd thans aan alle beursbezoekers gevraagdop welk uur zij de markt wilden houden de groote meerderheid (enkele personendie nooit tevreden zijn, uitgezonderd) vóór het vervroegde uur zou stemmen. Tegenover het door hem toegegeven feitdat eenige neringdoenden schade lijden stelt hij de feiten dat veel meer vreemde kooplieden de markt be zoekendie toch ook iets verteeren en dat in 1885 zelden iets onverkocht is gebleven. De mindere aanvoer ter marktniettegenstaande den goeden oogst van 1885 moet volgens hem niet aan bet vervroegde marktuur, maar aan andere oorzaken toegeschreven worden. Zoowel de gedrukte toestand der landbouwers als het toenemend gebruik van stoomdorschmacbines enz. noodzaakt of dwingt hen hunne waar in steeds grootere partijen van de hand te doen dat vroeger niet zoo was. Dan kwam men met 50 a 60 H L. ter markt. Vroeger werd op marktgeld of vracht van den schipper niet geletthans wel, vooral nu men granen naar Am- ste-dam of elders goedkooper kan vervoeren dan naar Alkmaar. Bovendien zal het op monster verkoopen waardoor marktgeld en vracht bespaard worden, steeds onder de groote landbouwers toenemen met de ontwikkeling van hunne kennis van koophan del en routine. De oprichting van den bond, aanvankelijk veel tegengewerkt, voldoet beter: de erwten en peulvruchten kokerij heeft een groot, vroeger bestaa>>d ongeriet weggenomen; de schade is voor beide partijen voor goed uit de wereld. Ook ten aan zien van den verkoopde betaling en de goede levering der granen zijn veel minder moeielijkheden dan vroeger. Hij blijft het vervroegde marktuur in het belang van den bloei der markt achten. De heer Helling zal, niettegenstaande alle adviezen, om de graan- en zaadmaakt om 9 uur te blijven houden, stemmen voor het houden der markt om 11 uur. De genomen proef heeft geleerd, dat by een beteren oogst de aanvoer ter markt met ongeveer 9000 hectoliters verminderd is; dat vooral de aanvoer per as sterk achteruitgegaan is, doordat de landbouwers uit de onmiddelijke omstrekende kleine aanvoerderszoo vroeg niet ter markt kunnen zynwaardoor de verkoop aan buis zeer toegenomen is. Nu gebleken is, dat het vroegere marktuur nadeelig is èn voor de marktbezoekers èn de burgerij, acht hij het plicht terug te keeren tot het vroegere marktuur van li tot 12 uur. De heer Kraakman wil den heer Helling dadelijk beantwoorden. Wat betreft den verminderden aanvoer, verwijst hij naar den volgenden, door bem opgemaakten staat van den aanvoer over de jaren 18731884 op de graan- en zaadmarkt. In die jaren werden aangevoerd in 1873 1874 1875 1876 - - 1877 1878 v 1879 v 1880 m 1881 v 1882 1883 V 1884 alzoo samen of 1/12- bijna 76589 89785 77502 89549 87121 86880 63355 100236 104630 97818 95245 108238 waarvan haver 20424 36095 41921 386 >5 33307 43875 1076978 90000 1885 werden aangevoerd 99120 H.L. waarvan 52152 haver. Daaruit volgt, dat het middencijfer van den aanvoer over die 12 jaren van 90000 H.L. in 1885 nog met 9000 H L. over troffen is. Grootendeels is het verschil tusschen 1883 en 1884 in den aanvoer van haverin 1884 44000 H.L en in 1883 83000 H.L Ten aanzien van den belemmerden aanvoer peras merkt hij opdat de zaadgewassen in de naaste omstreken van Alk maar, te Heiloo, Limmen enz, minder opbrachten dan in 188 4. Het is van algemeene bekendheid, dat door de aanhoudende droogte in 1885 de oogst op de hooge geestlanden belangrijk minder heeft opgeleverd. Als bewijs haalt hij aan, hoe de op brengst der tiendverpachting onder Heiloo aanzienlijk lager was dan in 1884. De aanvoer per as geschiedt juist uit die ge meenten en het is daaraan toe te schrijven, dat die aanvoer in 18S5 veel minder is geweest. Het derde punt, de aankoop van granen aan huisheeft niets te beteekenen Men weet toch algemeen dat de groote kooplui niet de huizen afloopen om marktproducten te koopenmaar dat die aankoop geschiedt door menscben die trach'en goedkoop aan huis te koopen, om ter markt misschien eenige vrmst te behalen. De kaasmarkt leert, dat de aankoop aan huis niet zooveel beteekent; niettegenstaande hetgeen de landlieden op die markt moeten betalenvoeren zij hunne kaas ter markt aan om den hoogeren prijsdien zij door de concurrentie daar kunnen verkrijgen. De kosten van het marktgeld halen zij daardoor er wel uit. Wat nu de zaak zelve betreft, herinnert hij, wat het uit gangspunt van de geheele geschiedenis der graan- en zaad- markt is geweest. Op die markt bestond de gewoontedat het gekochte dadelijk door den koopman betaald werd vóór de levering. Daardoor ontbrak de gelegenheid om het gekochte na te gaan. Hieruit ontstonden tal van moeielijkhedende landbouwer werd op die wijze door den koopman geknepen of omgekeerd de koopman door den boer bedrogen. Dat groote bezwaar heeft aanleiding gegeven tot een voorstel der koop lieden tot het invoeren van verscheidene maatregelen waarvan de slotsom is geweest, dat eindelijk, op voorstel der vaste commissie voor de verordeningen tegen welker overtreding straf bedreigd isbesloten ishet marktuur te vervroegen waardoor ruimschoots de gelegenheid ontstondom het ge kochte vóór de levering en betaling te onderzoeken. Eene tweede moeielijkheid op de markt was de handel in erwten. Het is een algemeen bekend feitdat bij rijzende markt alle erwten goed kookten en dat daarentegen bij dalende markt alle erwien slecht kookten. Door het vervroegde markt uur bestaat thans gelegenheid om de erwten op de markt te kookenwelke, maatregel uitstekend gewerkt en verscheidene moeielijkheden weggenomen heeft. Doordien maatregel is rechts zekerheid ontstaanzeer ten gerieve van den handel. Wat den verminderden aanvoer betreft, merkt hij op, dat in den IVaard- en Groetpolder, te Anna Paulowna en Wieringer waard tegenwoordig 16 dorschmachines gebruikt wordenin 1885 zijn er zelfs 3 bijgekomen Daardoor is het voor de aldaar wonende landbouwers mogelijk geworden, groote partijen op de Amsterd ousche beurs te verhandelendat vroeger onmo gelijk was. Daarbij komtdat het een niet te weerspreken feit isdat hij overigens met leedwezen moet vermelden dat men tegenwoordig goedkooper granen kan vervoeren naar Amsterdam dan naar Alkmaar. De veranderde tijdsomstandig heden hebben tot den verminderden aanvoer zeer medegewerkt. Wat de ingekomen adressen betreft, hieraan hecht hij niet heel veel waarde, want daarin wordt volstrekt niet aangetoond, waarin de schade bestaan heeft. Doch aannemende,datdeiugezeteneneenig nadi el geleden hebben, dan is het toch de vraag, was het vervroegde marktuur daarvan wel de oorzaak F Zou dat niet veel eer veroorzaakt zijn, doordat de boerenstand, ten vorigen jare zeer ontstemd door de lage kaasprijzen en den achteruitgang van andere artikelen, niet verteerde? Naar zgne overtuiging zal de markt veel meer bloeienwanneer zij te 9 uurdan wanneer zij te 11 uur wordt gehouden. Men vergete toch ook niet, dat kaaskoopers, die tevens zaadkoopers zijn, nu de gelegenheid hebbenbeide markten te bezoeken dat voor de graan- en zaadmarkt niet anders dan voordeelig kan werken. O. a. haalt hij als voorbeeld aan, hoe de heer de Jong, voornaam kaas- en graankooper te Hoorn, in 1885 ook de graau- en zaadmarkt bezocht, waardoor de landliedendie karweizaad aanvoeren, hier ook hunnen voorraad konden ver koopen, in plaats van daarmede naar eene andere markt te moe ten gaan. De Voorzitter antwoordt, dat de aanvoer ter graan-en zaad markt in de iaatste jaren steeds is toegenomen, behalve in 1885, toen hij niettegenstaande de oogst 20 p. ct. beter was, achter uit is gegaan. Wanneer men weet, dat in 1884 108000 H.L. aangevoerd zijn, dan hadden door dien beteren oogst in 1885 niet 99000, maar ongeveer 130000 mud aangevoerd moeten zijn. Hy heeft over de zaak der graan- en zaadmarkt gesproken met den heer Breebaart en den voorzitter van den Alkmaarschen bond der graan- en zaadmarkt en dan is hem daaruit ook ge bleken, dat, zooals de heer Kraakman z-gt., de kosten van ver voer naar Amsterdam tegenwoordig minder zijn dan naar Alkmaar, terwijl tevens het marktgeld uitgewonnen wordt; dat het koken der erwten in het belang van uen kooper is, wint daalt de prijs der erwten ter marktdan ziet men van den koop af duor de bewering, dat de erwten niet goed koken; dat bovendien verschei- deue kooplieden hier de markt, kunnen bezoeken en dan om Half elf onmiddelijk naar Amsterdam gaanom de beurs nog te bezoeken. Voor den handel is het vroege marktuur dus onsretwij- feld beter. Maar waarom worden in eene gemeente markten gehouden Om den ingezetenen voordeel te verschaffen en wan neer nu blijktdat dit vroege marktuur nadeelig is voor de ingezetenen, dan is hij, die eenmaal een eed afgelegd heeft, om de belangen der gemeente te zullen behartigenverplicht tegen het vroege marktuur te stemmen. Daarna leest hij een aan hem gerienten brief van den burgemeester van St. Maarten voor. waarin verschillende bezwaren tegen het vroege marktuur ontwikkeld worden. De heer Breebaart gaf hem dan ook toe, dat hij op zijn standpunt tegen het vervroeg le marktuur moest zijn om het belang van de ingezetenen te bevorderen. Was het nu rnoge- lijk èa de belangen van den handel èn die der ingezetenen te bevorderen, dan zou hij zulks gaarne doendoch nu dit niet mogelijk schijnt, stelt hij de belangen der ingezetenen hooger. De heer C. W. Bruinvis is voor het houden der markt om 9 uur. Ook hij stelt het belang der ingezetenen zeer hoog maar hij twijfelt niet, of, wanneer de markt blijft bloeien, de ingezetenen daarbij wel voordeel zullen hebben. Dit zal van zelf wel volgen. Hij wil voor den minderen aanvoer nog eene reden aanvoerendie hij nog niet gehoord heeft. Door den lagen prijs der granen wordt vooral in groote polders veel bouwland tot weiland gemaakt Het spreekt van zelf, dat dit op de opbrengst van den oogst invloed moet uitoefenen. De heer Helling antwoordt den heer Kraakman die zorgen wil voor de groote landbouwers in WieringerwaardAnna Paulowna, enz., dat bij in de eerste plaats zorgen wil voor de kleine landbouwers in de onmiddellijke nabijtteid, die niet om 9 uur met hunne granen en zaden hier ter markt kunnen zijn. Voor deze menscheu is die zorg veel meer noodig. De heer Bosman meent zich te herinnerendat uit de door den marktmeester der graan- en zaadmarkt aan Burg. en Weth. ingediende statistiek gebleken is, dat de aanvoer uit Wierin gerwaard, Winkei en Anna Paulowna in 1885 veel minder is geweest, dan in 1884. Hij geloott, dat de mindere aanvoer ter graan- en zaadmarkt niet alleen te wijten is aan het ver vroegde marktuur, maar dat verschillende omstandigheden daartoe medegewerkt hebben. De heer Bruinvis de Lange, die liever het marktuur om 11 uren behouden hadis nu voorstander van 9 uur, na al hetgeen hij bij zijn wekelijksch bezoek aan de graau- en zaadmarkt gezien en gehoord heeft. Hy herinnert aan de vroegere oppo sitie tegen het stichten eener overdekte graan- en zaadmarkt en hoe die stichting toch den bloei der markt bevorderd heeft. Hy meent, dat men met zijn tijd moet medegaan. Vroegere jaren bewaarden de boeren, vooral bij lage prijzen, de granen meerthans hebben zij dit niet gedaan en hun voorraad in massa verkocht. Het zal later blijken of zij hiermede zullen voortgaan. Hij twijfelt niet, of de achterblijvers zullen wel komen en bij de veranderde omstandigheden zal hij daarom voor 9 uur stemmen. De heer Goede wil zijne stem toelichten. Wij hebben thans een proefjaar gehad met de uitkomst, minder aanvoer ter markt en ontevreden burgers. Ook is hem door landliedendie èn kaas èn graan aanvoeren verzekerddat zy beide niet te gelijk kunnen aanvoeren. De kaasboeren hebben daardoor minder granen aangevoerd. Nu ongeveer 500 neringdoenden uit deze gemeente verklarendat zij van het vervroegde marktuur schade hebbenacht hij zich allezins gerechtigd om tegen behoud van dat uur te stemmen. De heer Vonk begrijpt niet, waarin dat groote nadeel der burgers bestaat en vraagt daaromtrent eenige inlichtingen. Hem is dit niet duidelijk en uit de beraadslaging is dat punt ook niet opgehelderd. De Voorzitter antwoordt, dat bij de tegenwoordige regeling de kooplieden en een deel van de marttbezoezers reeds om half ell de stad verlatenzoodat zij alleen de markt bezoeken en dan onmiddelijk vertrekken, terwijl verscheidene landbouwers, die aan huis ver oopen in het geheel niet komen. De heer Kraakman antwoordt, dat zij, die per as komen, bij het latere marktuur langer in de stad blijven, terwijl een deel van hen, die uit Behagen, Wieringerwaard en omstreken komen, met den trein om half twaalt weggaan De bewering, dat zij te huis blijven, is onjuist: zij gaan vroeger weg. Hij antwoordt den heer Goede, dat het ten vorigen jare door hem aangevoerde bezwaar legen het vroege marktuurdat de kaasmarkt daaronder lijden zou niet verwezenlijkt is. Dat bezwaar voert hij thans ook niet meer aan evenmin als zulks gedaan is in de Kamer van Koophandel door de kaashandelarendie lid van dat college zijn. Door de tegenwoordige regeling bestaat er voor beide par tijen rechtszekerheid en is flinke afdoening van zaken mogelijk, voordeelenwelke naar zijn inzien met het oog op de toekomst den bloei der markt zeer zeker zullen bevorderen. In hoofdelijke sfemming gebracht, wordt het voorstel om de gram- en zaadmarkt te negen uur te blijven houden, verworpen met 6 tegen 7 stemmen, van de heeren Helling Buchner, H. J. Bruinvis, T. L. KoornJ. C. Koorn, Goede en den Voor zitter. De markt zal dus weder gehouden worden van 11 tot 12 uur. 35. Rapport der in de vergadering van 28 October j. 1. benoemde commissie in zake de verzoekschriften van het kerkbe stuur der ned. israëlitiesche gemeente. Zij meent, na onderzoek in locoin de eerste plaats het gevolg daarvan te moeten mede- deelen. De strook gronddoor gemeld kerkbestuur bedoelden waarover het zijne rechten laat gelden, verdeelt zich van af den Westerweg in de richting van het westen naar het oosten in drie deelen, zijnde: 1° een st.uk bouwland met een groenen weg ten noorden daarvan 2« de tegenwoordige begraafplaats 3° de vroegere. Benoorden eerstgenoemd gedeelte staat nu nog een houten hekdat, eenige elleu lang is en de grensscheiding der weder- zijdsche gronden uitmaakt. De rechte lijn van af dat hek naar de slootdie de gemelde tegenwoordige begraafplaats van den gemeentegrond afscheidt, loopt langs den zuidelijken teen van een dijkje, dat in Januari 1885 is opgeruimd Op dat dijkje beweert het kerkbestuur rechten te hebbendoch de commissie heeft niet kunnen ontdekken, waarop die gegrond zijn. Dat dijkje toch was zoo hier en daar begroeid met eenig houtge was, dat blijkbaar een deel was van het aangrenzende; dit behoort onbetwist aan de gemeente Alkmaar en maakte met het houtgewas van het dijkje een boschje uit. Vóór eenige jaren nog werd het houtgewas, op dat dijkje staande, door de gemeente volgens inlichting van den opzich ter van Kleef, gehakt en verkocht. Het grasgewas van dat begroeide dijkje was voor de gemeente van geen waarde en werd volgens het kerkbestuur laatstelijk gemaaid door den huurder van voormeld perceel bouwland. Al mocht dat buiten weten van Burg. en Weth. of met, oogluikend toezien van den ge meente opzichter geschied zijn, dan volgt daaruit nog niet, dat het kerkbestuur dat dijkje verhuurde en door den huurder als zoodanig het dijkje liet, gebruiken. De commissie kon althans niet inzien en de feitelijke gegevens waarover zij kon be schikken leidden er haar niet toeom te denkendat, het kerkbestuur bezitrecht op dat dijkje heeft uitgeoefend Mocht dat recht beweerd wordendan moet daarvan ook het bewijs worden bijgebracht, en zij gelooft niet, dat dit geleverd kan worden. Maakt zij zich voor de possessore akte niet bezorgd, veel min doet zij dat voor de petitoiredie zich op eigen domsrechten grondt Wellicht kan er eenige verbetering in de nu bestaande af scheiding tusschen de voormelde gronden gemaakt w irden of ontstaat die van zelf by het beter uitloopen van het plantsoen, dan dit gedurende de droogte van den voorgaanden zomer het geval was, doch die nog weinig vrlwasseu afscheiding is voor het oogenblik voldoende, al beantwoordt die niet aan de eischen, gesteld voor de afscheiding van eene begraafplaats. Bezits- noch eigendomsrechten, gevestigd op het weggenomen dijkje, kent zij alzoo aan het kerkbestuur toe en mocht dat bestuur eenige bepaalde vordering doen tot eene duidelijk aan gewezen veranderde afscheiding tusschen de perceelen van par tijen, dan ka-i die vordering, die de commissie niet verwacht, nader nagegaan worden. Voor het oogenblik althans beveelt zij a n, het gedane verzoek niet toe te staan. Het kerkbestuur verkeerde evenwel terecht en geheel te goeder trouw in de meening, dat er eene sloot zou worden gegraven zooals die op bet terrein volgeus vooraf door den architect gedane toezegging werkelijk afgebakend is geweest. Dat bestuur ware door het werkelijk graven dier sloot be- vredied geweest, en nam geene maatregelen om tijdens het afgraven van het dijkje zijne beweerde rechten te laten gelden. Hierin vindt de commissie redenenom liever een geschil te vermij len en vot.r te stellen d„t aan Burg. en Weth zal worden gegeven machtiging en opdracht, om met het kerkbestuur aan de noordzijde van voor meld perceel bouwland te mak n eene afscheiding, voldoende voor eene begraafplaats, onder bepaling dat de kosten daarvan voor de gemeente de som van f 200 niet mogen overtreffen en dat genoemd kerkbestuur in het onderhoud dier afscheiding moet voorzien. Na eene langdurige bespreking wordt het voorstel der com missie, verdedigd door de heeren Buchner, Kraakman en Vonk, aangenomen met 10 tegen 3 stemmen van de hnereu Bosman Preijer en den voorzitter. De voorzitter en de heer Bosman verklaarden zich wel genegen, om aan dit kerkbestuur een be drag van /"200 uit de gemeentekas te geven »ls bijdrage in de kosten van afscheiding hunner begraafplaats, bij wijze van gunst, doch niet op de door de commissie voorgestelde wyze daar het kerkbestuur naar hunne meening volstrekt geene rechten kon doen geldeu en aanvankelijk ook niet had doen gelden en de door de commissie voor haar voorstel aangegeven reden volkomen ongegrond was. 36 Is overgegaan tot het benoemen van twee leden van het stembureau by gelegenheid van de verkiezing van een lia voor den gemeenteraad op den 3 Februari 1886. Benoemd de heeren mr. J. P. Kraakman en T. L. Koorn, wordende de overige leden als plaatsvervangers aangewezen. 37 Daar geen der leden bij de gewone rondvraag iets in het midden had te brengen, sluit de Voorzitter de vergadering.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1886 | | pagina 3