Het getal dorschmachines en het gebruik daarvan is belang-
rnk toegenomen en heeft ten gevolge, dat spoedig belangrijke
partijen ten verkoop gereed zijn en werkelijk daartoe bestemd
worden. De tijdsomstandigheden brengen mede, dat de land
bouwer het voorhanden graan niet oplegt, maar te gelde maakt.
Alleen de groote partijen, die door stoomdorsching verkregen
worden, plegen op monster verkocht te worden en zijn daartoe
geschiktmaar worden ook daartoe bestemd.
De mindere aanvoer heeft met de al of niet vervroeging niets
te maken en wordt niet daardoor veroorzaakt. Ad. Nr. 2. Van
verminderd bezoek is haar niets gebleken en dat is ook moeielijk
na te gaan. Een barer leden verzekert, dat er juist tengevolge
der vervroeging nieuwe koopers kwamen, die door hun bezoek
niet uitgesloten werden van het bezoek der korenbeurs te Am
sterdamwaarheen zij per tweeden trein kunnen vertrekken;
de marktmeester bevestigt dat ook.
De firma Glazekas is steeds ter markt vertegenwoordigd door
den heer Top, ook wel door den heer de Wit zeiven.
Ad Nr. 3. Van verkoop ten huize der verkoopers is haar
niets bekend, doch die kan staan in verband met het sub. 1
opgemerkte.
Ad. Nr. 4. De verkoop van belangrijke partijen elders en
op monsters staat niet met de vervroeging in verband en wordt
sub. 1 verklaard.
Voor zoodanige partijen is deze markt nimmer gebruikt of
bestemd.
Ad. No. 6. Van hen die per as hunne waren aanvoeren,
zijn haar geene overwegende klachten bekend.
Ad. 5. Over het nadeeldat de ingezetenen door de ver
vroeging lijdenhad de adressante zich van een oordeel kun
nen onthouden.
Eene minderheiddie overigens in haar bovenstaand advies
eenstemmig ismeent, dat de neringdoenden ten gevolge der
vervroeging schade lijden en wenscbt een nieuw proefjaar met
een aanvang der markt ten elf ure, om na te gaan of de al
gemeen gedrukte stemming van den landbouwenden stand dan
wel de vervroeging van het marktuur de oorzaak is, dat onze
neringdoenden in hun bedrijf leden.
De overige leden der kamer vinden het daarentegen hoosst
schadelijk voor de markt- en gemeentebelangen om op nieuw
en zonder overwegende redenen eene verandering in het markt
uur te brengen.
Hel bestuur van den bond der Alkmaarsche graan- en zaad-
markt verklaart zich voor het houden der markt tusschen 9
en 10 uur op de volgende gronden:
1. voor de graankoopers is er meer tijd, om zich te kunnen
overtuigendat geleverd wordt overeenkomstig het monster
en meer gelegenheid om te kunnen wegen en meten;
2. de verkoopers kunnen na een volledig onderzoek van hunne
granen en zaden daarvoor dadelijk betaling vorderen dat
vroeger meermalen geweigerd werd op grond van gebrek aan
tijd voor het wegen en meten
3. er bij het houden der markt om 11 uur geen tijd
is voor het behoorlijk bekooken van erwten en peulvruchten
wairtoe nu eene voortreffelijke gelegenheid bestaat, waarvan
veel gebruik wordt gemaakt
4. de marktschippersenkelen uitgezonderdmet het ver
vroegde marktuur zeer ingenomen zijn omdat zij meer tijd
hebben voor bet bezorgen der granen ter bestemder plaatse
5. alle leden van den bond, wier aantal nu 141 leden be
draagt, met het vervroegde uur ingenomen zijn en vele koop
lieden boeren en schippersdie geene leden van den bond
zijn, te kennen hebben gegeven, dat de markttijd van 9 tot
lü uur boven den vroeseren te verkiezen is. Uit de door
het bestuur van den bond overgelegde verklaring der schippers
blijkt, dat zij vóór het vervroegde uur zijn, omdat zij1°. meer
tijd hebben om hunne verschillende partijen graan desgevorderd
te doen wegen of meten en verder a»n de verschillende koopers
van dat graan te kunnen bezorgen2" daardoor beter in de
gelegenheid zijn, om na afdoening van alle hunne zaken tijdiger
dan voorheen te kunnen huiswaarts varen
De marktmeesteropmerkendedat alle begin moeieliik is
en dat hij ook bij den aanvang van de markt op het vervroegde
uur dacht, dat dit zoo aan koopers als verkoopers onaangenaam
zou zijn, gelooft, dat de gevreesde moeielijkheden niet bewaarheid
zijn en datwerd thans aan alle beursbezoekers gevraagdop
welk uur zij de markt wilden houden de groote meerderheid
(enkele personendie nooit tevreden zijn, uitgezonderd) vóór
het vervroegde uur zou stemmen. Tegenover het door hem
toegegeven feitdat eenige neringdoenden schade lijden stelt
hij de feiten dat veel meer vreemde kooplieden de markt be
zoekendie toch ook iets verteeren en dat in 1885 zelden iets
onverkocht is gebleven.
De mindere aanvoer ter marktniettegenstaande den goeden
oogst van 1885 moet volgens hem niet aan bet vervroegde
marktuur, maar aan andere oorzaken toegeschreven worden.
Zoowel de gedrukte toestand der landbouwers als het toenemend
gebruik van stoomdorschmacbines enz. noodzaakt of dwingt hen
hunne waar in steeds grootere partijen van de hand te doen
dat vroeger niet zoo was. Dan kwam men met 50 a 60 H L.
ter markt. Vroeger werd op marktgeld of vracht van den
schipper niet geletthans wel, vooral nu men granen naar Am-
ste-dam of elders goedkooper kan vervoeren dan naar Alkmaar.
Bovendien zal het op monster verkoopen waardoor marktgeld
en vracht bespaard worden, steeds onder de groote landbouwers
toenemen met de ontwikkeling van hunne kennis van koophan
del en routine. De oprichting van den bond, aanvankelijk veel
tegengewerkt, voldoet beter: de erwten en peulvruchten kokerij
heeft een groot, vroeger bestaa>>d ongeriet weggenomen; de schade
is voor beide partijen voor goed uit de wereld. Ook ten aan
zien van den verkoopde betaling en de goede levering der
granen zijn veel minder moeielijkheden dan vroeger. Hij blijft
het vervroegde marktuur in het belang van den bloei der markt
achten.
De heer Helling zal, niettegenstaande alle adviezen, om de
graan- en zaadmaakt om 9 uur te blijven houden, stemmen voor
het houden der markt om 11 uur. De genomen proef heeft
geleerd, dat by een beteren oogst de aanvoer ter markt met
ongeveer 9000 hectoliters verminderd is; dat vooral de aanvoer
per as sterk achteruitgegaan is, doordat de landbouwers uit de
onmiddelijke omstrekende kleine aanvoerderszoo vroeg niet
ter markt kunnen zynwaardoor de verkoop aan buis zeer
toegenomen is. Nu gebleken is, dat het vroegere marktuur
nadeelig is èn voor de marktbezoekers èn de burgerij, acht hij
het plicht terug te keeren tot het vroegere marktuur van li
tot 12 uur.
De heer Kraakman wil den heer Helling dadelijk beantwoorden.
Wat betreft den verminderden aanvoer, verwijst hij naar den
volgenden, door bem opgemaakten staat van den aanvoer over de
jaren 18731884 op de graan- en zaadmarkt. In die jaren
werden aangevoerd
in 1873
1874
1875
1876 -
- 1877
1878
v 1879
v 1880
m 1881
v 1882
1883
V 1884
alzoo samen
of 1/12-
bijna
76589
89785
77502
89549
87121
86880
63355
100236
104630
97818
95245
108238
waarvan haver
20424
36095
41921
386 >5
33307
43875
1076978
90000
1885 werden aangevoerd 99120 H.L. waarvan 52152 haver.
Daaruit volgt, dat het middencijfer van den aanvoer over
die 12 jaren van 90000 H.L. in 1885 nog met 9000 H L. over
troffen is. Grootendeels is het verschil tusschen 1883 en 1884
in den aanvoer van haverin 1884 44000 H.L en in 1883
83000 H.L Ten aanzien van den belemmerden aanvoer peras merkt
hij opdat de zaadgewassen in de naaste omstreken van Alk
maar, te Heiloo, Limmen enz, minder opbrachten dan in 188 4.
Het is van algemeene bekendheid, dat door de aanhoudende
droogte in 1885 de oogst op de hooge geestlanden belangrijk
minder heeft opgeleverd. Als bewijs haalt hij aan, hoe de op
brengst der tiendverpachting onder Heiloo aanzienlijk lager was
dan in 1884. De aanvoer per as geschiedt juist uit die ge
meenten en het is daaraan toe te schrijven, dat die aanvoer
in 18S5 veel minder is geweest. Het derde punt, de aankoop
van granen aan huisheeft niets te beteekenen Men weet
toch algemeen dat de groote kooplui niet de huizen afloopen
om marktproducten te koopenmaar dat die aankoop geschiedt
door menscben die trach'en goedkoop aan huis te koopen, om ter
markt misschien eenige vrmst te behalen. De kaasmarkt leert,
dat de aankoop aan huis niet zooveel beteekent; niettegenstaande
hetgeen de landlieden op die markt moeten betalenvoeren
zij hunne kaas ter markt aan om den hoogeren prijsdien zij
door de concurrentie daar kunnen verkrijgen. De kosten van
het marktgeld halen zij daardoor er wel uit.
Wat nu de zaak zelve betreft, herinnert hij, wat het uit
gangspunt van de geheele geschiedenis der graan- en zaad-
markt is geweest. Op die markt bestond de gewoontedat
het gekochte dadelijk door den koopman betaald werd vóór de
levering. Daardoor ontbrak de gelegenheid om het gekochte
na te gaan. Hieruit ontstonden tal van moeielijkhedende
landbouwer werd op die wijze door den koopman geknepen of
omgekeerd de koopman door den boer bedrogen. Dat groote
bezwaar heeft aanleiding gegeven tot een voorstel der koop
lieden tot het invoeren van verscheidene maatregelen waarvan
de slotsom is geweest, dat eindelijk, op voorstel der vaste
commissie voor de verordeningen tegen welker overtreding
straf bedreigd isbesloten ishet marktuur te vervroegen
waardoor ruimschoots de gelegenheid ontstondom het ge
kochte vóór de levering en betaling te onderzoeken.
Eene tweede moeielijkheid op de markt was de handel in
erwten. Het is een algemeen bekend feitdat bij rijzende
markt alle erwten goed kookten en dat daarentegen bij dalende
markt alle erwien slecht kookten. Door het vervroegde markt
uur bestaat thans gelegenheid om de erwten op de markt te
kookenwelke, maatregel uitstekend gewerkt en verscheidene
moeielijkheden weggenomen heeft. Doordien maatregel is rechts
zekerheid ontstaanzeer ten gerieve van den handel. Wat
den verminderden aanvoer betreft, merkt hij op, dat in den
IVaard- en Groetpolder, te Anna Paulowna en Wieringer
waard tegenwoordig 16 dorschmachines gebruikt wordenin
1885 zijn er zelfs 3 bijgekomen Daardoor is het voor de
aldaar wonende landbouwers mogelijk geworden, groote partijen
op de Amsterd ousche beurs te verhandelendat vroeger onmo
gelijk was. Daarbij komtdat het een niet te weerspreken
feit isdat hij overigens met leedwezen moet vermelden dat
men tegenwoordig goedkooper granen kan vervoeren naar
Amsterdam dan naar Alkmaar. De veranderde tijdsomstandig
heden hebben tot den verminderden aanvoer zeer medegewerkt.
Wat de ingekomen adressen betreft, hieraan hecht hij niet heel
veel waarde, want daarin wordt volstrekt niet aangetoond, waarin
de schade bestaan heeft. Doch aannemende,datdeiugezeteneneenig
nadi el geleden hebben, dan is het toch de vraag, was het vervroegde
marktuur daarvan wel de oorzaak F Zou dat niet veel eer
veroorzaakt zijn, doordat de boerenstand, ten vorigen jare
zeer ontstemd door de lage kaasprijzen en den achteruitgang
van andere artikelen, niet verteerde? Naar zgne overtuiging
zal de markt veel meer bloeienwanneer zij te 9 uurdan
wanneer zij te 11 uur wordt gehouden. Men vergete toch
ook niet, dat kaaskoopers, die tevens zaadkoopers zijn, nu
de gelegenheid hebbenbeide markten te bezoeken dat
voor de graan- en zaadmarkt niet anders dan voordeelig kan
werken. O. a. haalt hij als voorbeeld aan, hoe de heer de
Jong, voornaam kaas- en graankooper te Hoorn, in 1885 ook
de graau- en zaadmarkt bezocht, waardoor de landliedendie
karweizaad aanvoeren, hier ook hunnen voorraad konden ver
koopen, in plaats van daarmede naar eene andere markt te moe
ten gaan.
De Voorzitter antwoordt, dat de aanvoer ter graan-en zaad
markt in de iaatste jaren steeds is toegenomen, behalve in 1885,
toen hij niettegenstaande de oogst 20 p. ct. beter was, achter
uit is gegaan. Wanneer men weet, dat in 1884 108000 H.L.
aangevoerd zijn, dan hadden door dien beteren oogst in 1885
niet 99000, maar ongeveer 130000 mud aangevoerd moeten zijn.
Hy heeft over de zaak der graan- en zaadmarkt gesproken met
den heer Breebaart en den voorzitter van den Alkmaarschen
bond der graan- en zaadmarkt en dan is hem daaruit ook ge
bleken, dat, zooals de heer Kraakman z-gt., de kosten van ver
voer naar Amsterdam tegenwoordig minder zijn dan naar Alkmaar,
terwijl tevens het marktgeld uitgewonnen wordt; dat het koken
der erwten in het belang van uen kooper is, wint daalt de prijs
der erwten ter marktdan ziet men van den koop af duor de
bewering, dat de erwten niet goed koken; dat bovendien verschei-
deue kooplieden hier de markt, kunnen bezoeken en dan om Half
elf onmiddelijk naar Amsterdam gaanom de beurs nog te
bezoeken. Voor den handel is het vroege marktuur dus onsretwij-
feld beter. Maar waarom worden in eene gemeente markten
gehouden Om den ingezetenen voordeel te verschaffen en wan
neer nu blijktdat dit vroege marktuur nadeelig is voor de
ingezetenen, dan is hij, die eenmaal een eed afgelegd heeft,
om de belangen der gemeente te zullen behartigenverplicht
tegen het vroege marktuur te stemmen. Daarna leest hij een
aan hem gerienten brief van den burgemeester van St. Maarten
voor. waarin verschillende bezwaren tegen het vroege marktuur
ontwikkeld worden.
De heer Breebaart gaf hem dan ook toe, dat hij op zijn
standpunt tegen het vervroeg le marktuur moest zijn om het
belang van de ingezetenen te bevorderen. Was het nu rnoge-
lijk èa de belangen van den handel èn die der ingezetenen te
bevorderen, dan zou hij zulks gaarne doendoch nu dit niet
mogelijk schijnt, stelt hij de belangen der ingezetenen hooger.
De heer C. W. Bruinvis is voor het houden der markt om
9 uur. Ook hij stelt het belang der ingezetenen zeer hoog
maar hij twijfelt niet, of, wanneer de markt blijft bloeien,
de ingezetenen daarbij wel voordeel zullen hebben. Dit zal
van zelf wel volgen. Hij wil voor den minderen aanvoer nog
eene reden aanvoerendie hij nog niet gehoord heeft. Door
den lagen prijs der granen wordt vooral in groote polders
veel bouwland tot weiland gemaakt Het spreekt van zelf, dat
dit op de opbrengst van den oogst invloed moet uitoefenen.
De heer Helling antwoordt den heer Kraakman die zorgen
wil voor de groote landbouwers in WieringerwaardAnna
Paulowna, enz., dat bij in de eerste plaats zorgen wil voor
de kleine landbouwers in de onmiddellijke nabijtteid, die niet
om 9 uur met hunne granen en zaden hier ter markt kunnen
zijn. Voor deze menscheu is die zorg veel meer noodig.
De heer Bosman meent zich te herinnerendat uit de door
den marktmeester der graan- en zaadmarkt aan Burg. en Weth.
ingediende statistiek gebleken is, dat de aanvoer uit Wierin
gerwaard, Winkei en Anna Paulowna in 1885 veel minder is
geweest, dan in 1884. Hij geloott, dat de mindere aanvoer
ter graan- en zaadmarkt niet alleen te wijten is aan het ver
vroegde marktuur, maar dat verschillende omstandigheden
daartoe medegewerkt hebben.
De heer Bruinvis de Lange, die liever het marktuur om 11
uren behouden hadis nu voorstander van 9 uur, na al hetgeen
hij bij zijn wekelijksch bezoek aan de graau- en zaadmarkt
gezien en gehoord heeft. Hy herinnert aan de vroegere oppo
sitie tegen het stichten eener overdekte graan- en zaadmarkt en
hoe die stichting toch den bloei der markt bevorderd heeft.
Hy meent, dat men met zijn tijd moet medegaan. Vroegere
jaren bewaarden de boeren, vooral bij lage prijzen, de granen
meerthans hebben zij dit niet gedaan en hun voorraad in
massa verkocht. Het zal later blijken of zij hiermede zullen
voortgaan. Hij twijfelt niet, of de achterblijvers zullen wel
komen en bij de veranderde omstandigheden zal hij daarom
voor 9 uur stemmen.
De heer Goede wil zijne stem toelichten. Wij hebben thans
een proefjaar gehad met de uitkomst, minder aanvoer ter markt
en ontevreden burgers. Ook is hem door landliedendie èn
kaas èn graan aanvoeren verzekerddat zy beide niet te gelijk
kunnen aanvoeren. De kaasboeren hebben daardoor minder
granen aangevoerd. Nu ongeveer 500 neringdoenden uit deze
gemeente verklarendat zij van het vervroegde marktuur schade
hebbenacht hij zich allezins gerechtigd om tegen behoud van
dat uur te stemmen.
De heer Vonk begrijpt niet, waarin dat groote nadeel der
burgers bestaat en vraagt daaromtrent eenige inlichtingen.
Hem is dit niet duidelijk en uit de beraadslaging is dat punt
ook niet opgehelderd.
De Voorzitter antwoordt, dat bij de tegenwoordige regeling
de kooplieden en een deel van de marttbezoezers reeds om
half ell de stad verlatenzoodat zij alleen de markt bezoeken
en dan onmiddelijk vertrekken, terwijl verscheidene landbouwers,
die aan huis ver oopen in het geheel niet komen.
De heer Kraakman antwoordt, dat zij, die per as komen, bij het
latere marktuur langer in de stad blijven, terwijl een deel van hen,
die uit Behagen, Wieringerwaard en omstreken komen, met den
trein om half twaalt weggaan De bewering, dat zij te huis blijven,
is onjuist: zij gaan vroeger weg. Hij antwoordt den heer Goede,
dat het ten vorigen jare door hem aangevoerde bezwaar legen
het vroege marktuurdat de kaasmarkt daaronder lijden zou
niet verwezenlijkt is. Dat bezwaar voert hij thans ook niet
meer aan evenmin als zulks gedaan is in de Kamer van
Koophandel door de kaashandelarendie lid van dat college
zijn. Door de tegenwoordige regeling bestaat er voor beide par
tijen rechtszekerheid en is flinke afdoening van zaken mogelijk,
voordeelenwelke naar zijn inzien met het oog op de toekomst
den bloei der markt zeer zeker zullen bevorderen.
In hoofdelijke sfemming gebracht, wordt het voorstel om de
gram- en zaadmarkt te negen uur te blijven houden, verworpen
met 6 tegen 7 stemmen, van de heeren Helling Buchner, H.
J. Bruinvis, T. L. KoornJ. C. Koorn, Goede en den Voor
zitter. De markt zal dus weder gehouden worden van 11 tot
12 uur.
35. Rapport der in de vergadering van 28 October j. 1.
benoemde commissie in zake de verzoekschriften van het kerkbe
stuur der ned. israëlitiesche gemeente. Zij meent, na onderzoek in
locoin de eerste plaats het gevolg daarvan te moeten mede-
deelen.
De strook gronddoor gemeld kerkbestuur bedoelden
waarover het zijne rechten laat gelden, verdeelt zich van af
den Westerweg in de richting van het westen naar het oosten
in drie deelen, zijnde: 1° een st.uk bouwland met een groenen
weg ten noorden daarvan 2« de tegenwoordige begraafplaats
3° de vroegere.
Benoorden eerstgenoemd gedeelte staat nu nog een houten
hekdat, eenige elleu lang is en de grensscheiding der weder-
zijdsche gronden uitmaakt. De rechte lijn van af dat hek naar
de slootdie de gemelde tegenwoordige begraafplaats van den
gemeentegrond afscheidt, loopt langs den zuidelijken teen van
een dijkje, dat in Januari 1885 is opgeruimd Op dat dijkje
beweert het kerkbestuur rechten te hebbendoch de commissie
heeft niet kunnen ontdekken, waarop die gegrond zijn. Dat
dijkje toch was zoo hier en daar begroeid met eenig houtge
was, dat blijkbaar een deel was van het aangrenzende; dit
behoort onbetwist aan de gemeente Alkmaar en maakte met
het houtgewas van het dijkje een boschje uit.
Vóór eenige jaren nog werd het houtgewas, op dat dijkje
staande, door de gemeente volgens inlichting van den opzich
ter van Kleef, gehakt en verkocht. Het grasgewas van dat
begroeide dijkje was voor de gemeente van geen waarde en
werd volgens het kerkbestuur laatstelijk gemaaid door den huurder
van voormeld perceel bouwland. Al mocht dat buiten weten
van Burg. en Weth. of met, oogluikend toezien van den ge
meente opzichter geschied zijn, dan volgt daaruit nog niet,
dat het kerkbestuur dat dijkje verhuurde en door den huurder
als zoodanig het dijkje liet, gebruiken. De commissie kon althans
niet inzien en de feitelijke gegevens waarover zij kon be
schikken leidden er haar niet toeom te denkendat, het
kerkbestuur bezitrecht op dat dijkje heeft uitgeoefend Mocht
dat recht beweerd wordendan moet daarvan ook het bewijs
worden bijgebracht, en zij gelooft niet, dat dit geleverd kan
worden. Maakt zij zich voor de possessore akte niet bezorgd,
veel min doet zij dat voor de petitoiredie zich op eigen
domsrechten grondt
Wellicht kan er eenige verbetering in de nu bestaande af
scheiding tusschen de voormelde gronden gemaakt w irden of
ontstaat die van zelf by het beter uitloopen van het plantsoen,
dan dit gedurende de droogte van den voorgaanden zomer het
geval was, doch die nog weinig vrlwasseu afscheiding is voor
het oogenblik voldoende, al beantwoordt die niet aan de eischen,
gesteld voor de afscheiding van eene begraafplaats.
Bezits- noch eigendomsrechten, gevestigd op het weggenomen
dijkje, kent zij alzoo aan het kerkbestuur toe en mocht dat
bestuur eenige bepaalde vordering doen tot eene duidelijk aan
gewezen veranderde afscheiding tusschen de perceelen van par
tijen, dan ka-i die vordering, die de commissie niet verwacht,
nader nagegaan worden.
Voor het oogenblik althans beveelt zij a n, het gedane verzoek
niet toe te staan. Het kerkbestuur verkeerde evenwel terecht
en geheel te goeder trouw in de meening, dat er eene sloot
zou worden gegraven zooals die op bet terrein volgeus vooraf
door den architect gedane toezegging werkelijk afgebakend is
geweest.
Dat bestuur ware door het werkelijk graven dier sloot be-
vredied geweest, en nam geene maatregelen om tijdens het
afgraven van het dijkje zijne beweerde rechten te laten gelden.
Hierin vindt de commissie redenenom liever een geschil
te vermij len en vot.r te stellen
d„t aan Burg. en Weth zal worden gegeven machtiging en
opdracht, om met het kerkbestuur aan de noordzijde van voor
meld perceel bouwland te mak n eene afscheiding, voldoende
voor eene begraafplaats, onder bepaling dat de kosten daarvan
voor de gemeente de som van f 200 niet mogen overtreffen en
dat genoemd kerkbestuur in het onderhoud dier afscheiding
moet voorzien.
Na eene langdurige bespreking wordt het voorstel der com
missie, verdedigd door de heeren Buchner, Kraakman en Vonk,
aangenomen met 10 tegen 3 stemmen van de hnereu Bosman
Preijer en den voorzitter. De voorzitter en de heer Bosman
verklaarden zich wel genegen, om aan dit kerkbestuur een be
drag van /"200 uit de gemeentekas te geven »ls bijdrage in de
kosten van afscheiding hunner begraafplaats, bij wijze van gunst,
doch niet op de door de commissie voorgestelde wyze daar
het kerkbestuur naar hunne meening volstrekt geene rechten
kon doen geldeu en aanvankelijk ook niet had doen gelden en
de door de commissie voor haar voorstel aangegeven reden
volkomen ongegrond was.
36 Is overgegaan tot het benoemen van twee leden van
het stembureau by gelegenheid van de verkiezing van een lia
voor den gemeenteraad op den 3 Februari 1886.
Benoemd de heeren mr. J. P. Kraakman en T. L. Koorn,
wordende de overige leden als plaatsvervangers aangewezen.
37 Daar geen der leden bij de gewone rondvraag iets in
het midden had te brengen, sluit de Voorzitter de vergadering.