No» 14. Acht en tachtigste Jaargang. 1886. ZONDAG 31 JANUARI. Bruin Kruit. EERSTE blad. Het ongezeggelijk Griekenland. Prijs der gewone Advertentiën: Dit nummer bestaat uit twee bladen, FEUILjIjBTOIV. Binnenland. ALKMAAftSGHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Sijk f 1, De 3 nummers f 0.06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de UitgeverB HEBMs. COS- TEE ZOON. Zullen de groote mogendheden er in slagen, verdere botsingen tusschen den Sultan en de aan zijn rijk ont scheurde deelen of tusschen die geheel ot half onafhan kelijke deelen onderling te verhinderen Die taak blijkt niet zoo gemakkelijk te zijn, als velen aanvan kelijk verwachtten en de mogendheden zeiven waar schijnlijk vermoed zullen hebben. Ongetwijfeld hebben zij de macht om elke vijandelijke daadzoo niet te voorkomen dan toch te onderdrukken en de weder- spannigen met geweld te noodzaken, zich rustig te hou den en hare besluiten aftewachten en te eerbiedigen maar de weerspannigen zijn in meerdere of mindere mate haar beschermelingen, en die behandelt men niet gaarne al te hard. Met het Turksche Eijk staan zij wel alle in zeer vriendschappelijke betrekking, maar geen harer voelt zich geroepen om zijn bondgenoot te zijn en zijn macht en invloed in Europa te versterken of uit te breiden. Het mag blijven voortbestaan doch daarmede is ook alles gezegd. Bulgarijede aanvankelijke rustverstoorder toont thans de meeste inschikkelijkheid. Het is voorspoedig geweest en heeft goede kans, zijn doel voor een groot deel te bereiken. De inbezitneming van Oost-Eumelië heeft zoo vlug en zoo geheel zonder weerstand plaats gehad, dat niemand haar heeft kunnen beletten. Servië begreep, niet te kunnen dulden, dat een der staatjes die uit verloren grondgebied van Turkije gevormd zijn en zich geroepen achten om ditvoor zoover het in Europa ligt, vroeger of later geheel in bezit te nemen, alleen en eigenmachtig zich alvast een stuk toeëigent. Yan dezelfde meening zijn Griekenland en Montenegro. Zij hebben immers evenveei recht op een stuk. Ging men opnieuw aan het deelen uitmuntend maar waar moet het heen als één der belanghebbenden zijn eigen gang gaat en eenvoudig grijpt wat hij krijgen kan Neen dan is het billijk dat de andere te gelijker tijd ook een deel krijgen. Servië greep terstond naar de wapens, om Bulgarije te beletten, de vruchten zijner vermetele daad te plukken maar bleek daartoe niet in staat. Spoedig zag het de Bulgaren op zijn igen grond gebied niemand kwam te hulpalle mogendheden keurden zijne eigenmachtige handeling af, en het mocht zich gelukkig achten, dat de strijd bij verdrag werd ge ëindigd. Maar nu moest bet ook uit zijn met vechten, meenden de mogendheden zij hadden de regeling der zaken in handen genomenen geen harer pupilien mocht nu weer op eigen gezag den oorlog hernieuwen. Alzoo algemeene ontwapening was het bevel. Bulgarije was het gezeggelijkstschoon niet ten volle gehoorzaam. Ik zou niets liever willen dan aan uw bevel voldoenwas zijn antwoordmaar gij ziet hoe ii) Piccolittis was een voortreffelijk zwemmer. De kracht van zijnen val van aanzienlijke hoogte had hem diep onder water doen gaan en al was het touw van zijn lichaam afgestroopter behoorde toch zeldzame tegen woordigheid van geest toeom onder de kiel van de „Southampton" door te duiken en aan den anderen kant daarvan weder aan de oppervlakte van het water te komen. Door buitengewone behendigheid zij het ook met de uiterste inspanning was het hem daarop gelukt, zich al zwemmende van zijnen hinderlijken regenmantel te ontdoen en nu spande hij alle krachten in om, den nabijgelegen ingang der binnenhaven doorgaandede Butenkade te bereiken in het midden waarvan, zooals hij zich meende te herinneren zich eene trap bevond, waarmede men de straat bereiken kon. Hij was zich maar al te zeer bewust, dat hij eenen strijd op leven en dood tegemoet gingen de woestetrotsche uit drukking zijner gelaatstrekkendie nog daarenboven krampachtig vertrokkentengevolge van zijne boven- menschelijke inspanning om zwemmende te blijven niettegenstaande zijne kleederen van OJgenblik tot oogenblik zwaarder werden scheen aan te duiden dat hij vast besloten was dien kamp op te nemen. Zijne vervolgers moesten op een dwaalspoor gebracht zijn. Hij wist nietdat een van die lange schuiten die de koopmansgoederen uit de haven naar de pak huizen in de binnenstad brengen en tot diep in den nacht alle deelen van den stroom in grooten getale doorkruisenhem aan hun oog onttrokken en zijn ontkomen begunstigd had. Doodelijk uitgeput had hij eindelijk de kleine trap aan de Butenkade bereikt en die met moeite beklommen; ik door Servië bedreigd word en dat is onwillig om zijn troepen naar huis te zenden. Ontwapen ik mij dan word ik overvallen. Servië begrijptdat het na de jongste droevige ervaring op het oorlogsveld al te dwaas zou handelen, nu het blijkt dat bet den mogend heden ernst is, zich langer te verzetten; Montenegro zwijgt maar Griekenland slaat de verzenen tegen de prikkels. Het heeft zich met opoffering van veel geleend geld ten oorlog toegerusten nu zou het zonder iets ge wonnen te hebben al dat dure oorlogstuig weer moeten bergen en die soldaten wier onderhoud zooveel heeft gekost weer moeten afdanken neen, dat is te veel! Gedurende den laatsten BussischTurkschen oorlog heeft het zich op raad van Engeland stil en gedwee gehouden ofschoon het eene schoone gelegenheid had om aan Turkijeterwijl dit al zijn krachten aan den Balkan moest inspannen Macedonië en Epirus te ont nemen. Men heeft Engeland» raad gevolgd en wat is zijn loon geweestp Na veel gehaspel een luttel strookje gronds aan zijD noordelijke grenzen. Is dan Griekenland niet de eerstgeroepene tot de nalatenschap van het stervende Turksche Byk En ondertuaschen vormen zich allerlei nieuwe staatjes neemt zelfs één dier staatjes opnieuw een deel van Turkije in bezitbijna zoo groot als het zelf isen Griekenland zou dat alles rustig moeten aanzien om ten slotte met een kluitje in het riet te worden ge stuurd Dat kan nietzegt de Grieksche Eegeering en met haar de Grieksche natie en ondanks de be dreiging van Engeland dat het elke onderneming t< gen Turkije des noods met geweld zal beletten gaat de Grieksche vloot in zee. Hoe groot de opgewonden heid in Griekenland echter ook moge zijn het is nau welijks denkbaar, dat de Eegeering zich zal verstouten haar plan door te zetten als de vloot Engelsche oor logschepen op haren weg vindt om haar terag te houden. Nu de mogendheden althans eenstemmig zijn geweest in haar herhaalde en steeds ernstiger waar schuwingen zal ook Griekenland evenals de andere staatjes op het Baikan-scniereiiand wel het hoofd m den schoot leggen, en het merkwaardig schouwspel van een zeegevecht tusschen Engelsehe en Grieksche sche pen zal Europa bespaard blijven ongetwijfeld ook zeer tot vreugde van Engeland; want de warme verdediging, die Griekenland in een paar liberale Engelsehe bladen van den eersten rang heeft gevonden, is de openbaring van het gevoelen van een niet onaanzienlijk deel der natie. Steun tegen Bulgarije heeft de Sultan noch by de conservatieven noch bij de liberalen in Engeland gevonden en steun tegen Griekenland zou hij daar bij een groot deel des volks evenmin vinden. Griekenland beletten, iets ter zee tegen Turkije te ondernemen, is echter nog niet hetzelfde als Turkije tegen Griekenland verdedigende tussehenkomst kan inderdaad gezegd worden in het belang te zijn van Griekenland zelf, dat noch te land noch ter zee tegen Turkije is opge- op de laatste trede zakte hij zich niet meer kunnende staande houden ineen. Met alle inspanning moest hij een gevoel van onmacht en verdooving van zich af schudden. Na e?ne korte rust ijlde hij als een gejaagd wild opnieuw verder. Weinige schreden echter had hij zich nog slechts voortgesleept, toen hij weder aarzelend zijne schreden inhield en moedeloos in het gevoel zijner zwakte tegen de kaaimuur leunde. Met eene vage uitdrukking zweefden zijne blikken over den stroom. In de verte zag hij de „Southampton" met de eb den stroom afzakken. Het doorzoeken daarvan door de havenbeambten kon slechts korten tijd gevorderd hebben. Van de „Meeuw" echter kon hij onder de menigte van vaartuigen die de haven wemelend doorkruisten niets ontdekken. Zouden zijne vervolgers hem reeds op het spoor zijn Hij steunde luid. Een voorbijganger wierp bem eenen vorschenden blik toe en stond op het punthem te naderen. Hij ging echter haastig uit den weg. Zijne tegenwoordigheid van geest dreigde hem te begeven. De gemoedsaandoeningen der laatste uren waarop hij in het spannende vooruit zicht van het gelukken zijner daad nauwelijks gelet had, oefenden nn plotseling baren verslappenden invloed op hem uit. Met glazigen blik staarde hij op het water waaraan hij met levensgevaar ontkomen was. Waarheen zou hij zich wenden Het angstzweet brak hem uit niettegenstaande eene ijzige koude zijne stijve ledematen bevangen hadtoen hij zich deze vraag voorlegde. Zijne kleederen hingen hem slap en druipend aan het lyf en moesten maar al te zeer verraden in welke ge vaarlijke positie hij geweest was. Hij had zijnen hoed verloren en zijne haren hingen hem in lange strengen verward over heb voorhoofd. Er was geen rijtuig te zien. Zijn laatste gelddat hij bij zich hadhad hij aan de schippers gegeven. Waarheen Wie zou bij het zien van zijne doornatte kleederen geene verdenking koesteren In dezen toestand mocht hij in geen geval trachten te ontkomen. Dat stond ten minste bij hem vast. En toch wilde het hem, ondanks alle peinzen, Maar waarom laat men dan na herhaalde ernstige waarschuwing de dwaze Grieken niet aan hun lot over, om een welverdiende tuchtiging van Turkije te onder gaan Omdat daardoor de oorlog op verschillende punten in het oosten zou kunnen ontbranden en de mogendheden zouden eindigen met onderling twist te krijgen die misschien ten slotte niet alleen met woor den beslist zou worden. Kwam Turkije met Grieken land in oorlog dan zouden Servië, Montenegro, Bul garije Eoemenië waarschijnlijk niet te houden zijn. Ook zij zouden de Turken willen aanvallen om zich by voorraad in het bezit te stellen van een deel van den buiten daarbij met elkander in botsing kunnen komen. Zou daarenboven de verscbyning van de Grieksche vloot aan de kust niet hier of daar een opstand in het gebied van den Sultan kunnen te weeg brengen P Inderdaad zouden de gevolgen onbereken baar zijn. Welk een verwarden oorlog zou het avon tuurlijk optrekken van al die ijverzuchtige en elk voor zich naar uitbreiding hunkerende staatjes opleveren En geen der mogendheden zou het lijdelijk hunnen aanzien want èn Eusland èn Oostenrijk èn Engeland hebben bij den toestand in het Oosten groot belang en verschillend belangen voor Frankrijk en Duitschland is de zaak niet zóó onverschilligdat zij geen partij zouden kiezen. De mogendheden zouden daarenboven niet kunnen gedoogen dat Turkije hetzij Griekenland, hetzij eenig ander staatje verpletterdeof dat hare ongehoorzame pupillen elkander vermoordden. Haar optreden zou daarom onvermijdelijk, maar de toestand zóó verward zijndat hare inzichten uiteen zouden loopen en de eendracht niet bewaard zou kunnen worden. Indien men alzoo den Europeesehen vrede niet aan een dreigend gevaar wil blootstellen zal Engeland met goedvinden der overige mogendheden wel verplicht zijn, Griekenland des noods met geweld te beletten, Turkije aan te vallen. Herman Liesevroeger kastelein in het onli afgebrande Heidelberger vat te Zandvoort, thans koffie- huisbediende te Amsterdam, is den 26 door de politie te Amsterdam aangehouden ouder verdenking van den kapper 1' Amblé van Zaandam in het begin van De cember 1885 vermoord en bestolen te hebben. De mededeeling van een kleermakerdie met hem in de tram had gezeten dat zijne overjas zeer veel over een kwam met eenedie door hem aan den vermoorde geleverd was gaf tot die aanhouding aanleiding. Voorwerpen, ten huize van Liese gevonden schijnen de betrekking tot 1' Amblé nader te bevestigen. De gemeenteraad van Helder heeft het bedrag der tegen 4 p.ct te sluiten geldleening den 26 be paald op 80000. De 26 heeft de vaste grens-commissie te Nieuwer- Amstelnaar aanleiding van de weigering van Am sterdam om duinwater aan de nieuw gebouwde per- n'et invallenhoe en met wiens hulp hij in zijne troostelooze positie verandering brengen kon. Alle scherpzinnigheid en alle geestkracht schenen hem ver laten te hebben. Toen hij eindelijk in zijne wanhoop opkeek, bemerkte hij tot zijn grooten schrik aanvankelijk, in de huisdeur van het hem welbekende huis aan de Butenkade, waar hij zich recht tegenover bevondden huurbaasdie een paar gasten uitgelaten had en op het punt stond om weder naar binnen te gaan. Eene plotselinge ingeving volgendeijlde hij den man na en haalde hem, reeds van de straat zijnen naam roependevoor de deur der gelagkamer in. „Wat is er?" vroeg de aangeroepene barschde vreemde en verdachte verschijning wantrouwend op nemende. „Geef mij een onderkomen," stamelde Piccolittis, huiverend van koude in zijne natte kleederen. „Ik zal je goed betalen." „Waar komt ge vandaan, man? Je bent druipnat! Je staat te beven alsof de duivel je op de hielen zat of de politiemerkte de huurbaas wantrou wend optoen hij zag hoe zijn bezoeker angstige blikken op de straat wierp. „Dat zal ik je later wel vertellen huurbaas. Laat mij binnen, als het u belieft, men vervolgt mij. Ik ben op de vlucht. Het zal je nadeel niet zijn wan neer je mij een paar dagen verbergt. Gij kent mij toch?" De huurbaas keek den bezoeker met groote oogen aan. Hij was geenszins aangenaam verrast toen hij in den doornatten vreemdeling eindelijk den heer weder herkende die hem een „mooi zaakje" in het vooruit zicht had gesteld. De tegenwoordige toestand van den vreemdeling zoowel als het feitdat hij vervolgd werd, waren voor hem ernstige bezwa-en en stijfden hem in zijn besluitden verdachte in ieder geval aftewijzen. „Onmogelijk mijnheer antwoordde hij na eene poos, alsof' hij zich bedacht had, kortaf. „Totaal onmogelijk! Ik zou je ook niet bunnen verbergen al beloofdet gij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1886 | | pagina 1