I
De Zuiderzee.
No, 17.
Acht en tachtigste Jaargang.
1886.
K i
ZONDAG
7 FEBRUARI.
EEN SLACHTOFFER ZIJNER HARTSTOCHTEN.
Prijs der gewone Advertentiën:
Dit nummer bestaat uit twee bladen,
EERSTE BLAD.
FEUILLBTOISr.
Binnenlaat).
4k-
!oor
DE
ent
ALK1AARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. AbonnementBprijB
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Bijk f 1,
De 3 nummers f 0.00.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEBMs. C08-
TEB ZOON.
Meeren droogmaken inhammen van de zee indijken
en droogleggen is een werk dat in ons polderland uit
den aard der zaak thuis behoort. Met recht wordt ons
land genoemd „ontwoekerd aan de baren". Blijkt het,
dat in vroeger eeuwen groote. stukken van het land
door het water zijn verzwolgen, dan ligt het voor de
hand, dat men er op bedacht is, zoo mogelijk bet ver
loren grondgebied terug te winnen. Onze voorvaderen
zijn dan ook niet in gebreke gebleven te doen wat hunne
hand vond om te doen en vergel ijkt men de tegen
woordige kaarten des lands met die van een drie- ot
viertal eeuwen vroegerdan blijkt de aanwinst schit
terend te zijn. Wel mocht reeds Jan Adriaansz. Leegb-
water in zijn Haarlemmer-Meerhoek met groote inge
nomenheid wijzen op het aanzienljk getal meeren, dat
inzonderheid sedert het midden der zestiende tot de
helft der zeventiende eeuw werd drooggelegden in
de vaste overtuiging dat „'t bedijken van Meeren en
schadelijke bederfleiijke Wateren tot goet tand te
brengen een van de noodwendigsteprofjtabelste en
Godzaligste dingen in Holland is", zijn plan tot
droogmaking van de Haarlemmermeer zijn tjdgenooteu
met warmte aanbevelen. Onze eeuw heeft het werk
zien tot stand brengen en onze eeuw ziet tevens bij
herhaling plannen ontwikkeld tot droogmaking eener
veel grootere „binnen-landsche Zee", zooals Leegh water
de Haarlemmermeer noemde.
Men kent de verschillende plannen sedert 1848.
Dat van Wenmaekeis en van Diggelen tot drooglegging
der geheele Zuiderzee dat van jhr. Opperdoes Alewijn,
waarin eene afsluiting van Wieringen naar Hiudeloopen
werd voorgesteld dat van Beyerinck en Stieltjes
volgens hetwelk de afsluiting zou loopen van Enk
huizen langs Urk naar Kampen het Begeenngsvoor-
stel van 1877 dat in hoofdzaak met het laatstgenoemde
plan overeenkwam, en eindeljb het plan-Bumaeerst
in tien vorm van een wetsvoorstel als onderwerp van
onderzoek voorgedragen thans aan het volk zelf als
nationale onderneming voorgelegd.
Zou de droogmaking der Zuiderzee een winstgavende
onderneming zijn Het is tot nog toe niet beweerd
het tegendeel is altijd erkend. De cijfers van vroegere
begrootingen hebbon natuurlijk alle waarde verloren
maar er kan toch altijd uit blijken hoe men zich de
verhouding tusschen uitgaven en ontvangsten voorstelde.
Yeel zekerheid hebben die cijfers eigenlijk nooit aan
geboden, Yooral omtrent de groote afsluitwerken aan
zee bestond steeds tusschen de deskundigen groot ver
schil van gevoelen. De dichting van het Eierlandsche
gat tusschen Tessel en Vlieland b v. werd door de
Begeering in 1877 op 4.400.000 gesteld terwijl de
heer J. F. W. Conrad in het volgende jaar voor dat
i)
Mijnheer Philip Horsten chef van het huis Karei
Andreas Horstende grootste importhandel van kolo
niale waren in de hoofdstadliep onrustig in zijne
kamer op en neer. Den deftigen man was het niet aan
te zien dat hij reeds diep in de vijftig was. Zijn bruin
haar vertoonde wel is waar reeds zilveren draden, maar
het was nog niet gedund en op het donkere voorhoofd
kon men eerst de rimpels van den naderenden ouderdom
bemerken, wanneer het zich, zooals nu, gramstorig samen
trok. Eene goed onderhouden baard van eene lichtere
kleur dan het hoofdhaar omlijstte het ernstige en ka-
raktervo le gelaatwaaruit een paar donkere oogen
schrander en scherpzinnig uitkeken.
Philip Horsten was een breedgeschouderdkrachtig
man en elegant gekleed. Op zijne zwarte jas prijkte
in het bovenste knoopsgat een ordeteekenwaarvan
het lint verscheidene kleuren telde
Een lamp verspreidde een helder licht in de kamer
die met weelde maar zeer gezellig was ingericht.
Beeds een kwartier lang had Horsten zijne onrustige
wandeling voortgezet, nu bleet bij plotseling voor
een groot schilderij staandat tusschen kunstig
bijeengevoegde draperiën en Makartbloemen aan den
wand hinghet portret van de reeds jaren geleden
overleden echtgenoote van den koopman. Het was
een fijn besneden en voornaam gelaatdat met don
kere zwaarmoedige oogen op Horsten neerzag een
gelaat van een onmiskenbaar aristocratisch type. In
derdaad had Horsten's echtgenoote behoord tot een oud
adelijk geslacht in de provincie en veel moeite had
het gekostvoordat er eene verbintenis tusschen de
liefhebbende jonge harten tot stand kon komen, daar
werk 12 millioen noodig achtte. In 1849 maakte de
ingenieur van Diggelen een begrooting voor de droog
making der geheele Zuiderzee dio ruim 326 millioen
bedroeg; de opbrengst van den grond, 475 duizend
bunders, schatte hij op 237% millioen, aannemende
dat de bunder f 500 zou gelden. Het verlies zou alzoo
88% millioen bedragen. Maar wie durft thans de ver
koopwaarde van het land begrooteD wanneer men met
omstreeks een half millioen bunders te doen heeft?
Moge bij de begrooting der kosten van het werk uit
den aard der zaak een speling van eenige millioenen
onvermijdelijk zijnveel gewaagder moet zeker vooral
in den tegenwoordigen tijd de raming zijn van de op
brengst van het drooggemaakte land. Het wetsvoor
stel der Begeering van 1877 dat evenals het plan der
heeren Beijerinck en Stieltjes zich tot de droogmaking
van het zuidelijk gedeelte bepaalde maar de indijking
van 195,300 bunders dezer heeren tot 156.200 beperkte,
begrootte de kosten van het werk op 116 millioen en
het renteverlies op 49 millioen de verkoopprijs van
den bebouwbaren grond, 137,200 bunders, werd daarbij
op 1000 gesteld, en het verlies alzoo op 28 millioen.
Zooveel is zekerdat dit werk zich niet aanbeveelt als
een eenvoudige financiëele speculatie. Moest dit het
standpunt zijn van waar het behoort te worden be
schouwd dan zou wel nooit aan de mogelijkheid der
uitvoering gedacht kunnen worden. Maar geheel an
dere zaken komen bij een werk van dezen aard en om
vang in aanmerking.
Het spreekt van zelf, dat, hetzij het werk in zijn
grootsten omvang of op kleiner schaal wordt uitgevoerd,
de staat het moet ter hand nemen of althans belang
rijken steun verleenen. Waar het echter een zaak van
zoo groot algemeen belang geldt als de aanwinst van
een geheele provinciein grootte aan twee onzer te
genwoordige provinciën gelijk daar zal wel niet betwist
worden dat de staat er eenige millioenen voor over
mag hebben. In het nieuwe Weekblad „De ingenieur"
wordtwat het financiëele punt betrefteen verge
lijking gemaakt uiet de staatsspoorwegen, die volgens
het artikel van Mr. H. van der Goes in do Economist
van October 1885 aan den staat in 1884 een gezamenlijk
bedrag van 224 millioen hebben gekosten in dat
jaar opbrachten f 1.900.000 of 0.85 percent- Wil men
bij de verovering eener twaalfde provincievoor ons
kleine land geen weeldedezelfde overwegingen van
algemeen belang laten gelden die tot den aanleg van
ons spoorwegnet hebben doen besluitendan kan er
inderdaad weinig bezwaar tegen bestaan om gedurende
eenige jaren voor dit werk enkele millioenen op onze
begrooting uit te trekken. Verdiende de raming van
het Begeering8plan van 1877 vertrouwen dan was de
aanwinst van de zuidelijke bom der Zuiderzeemet
een afsluiting van Enkhuizen tot Kampenden staat
toch wel 28 millioen waard geweest. Neemt men in
aanmerking wat de verlegging van den Maasmond in
Noord-Brabant zal kosten, wat de Nieuwe Amsterdamsche
en Bottordamsche Waterwegen gekost hebben en nog
zullen bosten dan zullen de millioenen voor de Zoi-
de vader van barones Dorner in het huwelijk zijner
dochter met den koopmanszoon eene mésaillance zag
dienaar zijne meeningnooit tot iets goeds leiden
kon. De oude vrijheer bedroog zich intusschen het
huwelijk leidde wel degelijk tot iets goeds, want bet
was zeer gelukkig. Philip Horsten had zijne schoone,
bevallige en zeer goedhartige vrouw hartelijk lief; zijne
toewijdende liefde werd door Valerie even oprecht
beantwoord en zoo had het huwelijk tusschen beiden in
volkomen ongestoorde harmonie kunnen voorbijgaan
indien het niet met betrekking tot de opvoeding van
Eduard het eenige kind nu en dan tot verschillen
gekomen was, die lichte wanklanken gaven in het
anders zoo vreugdevolle leven.
Valerie bedierf den knaap met al de teederheid van
een moederhart, dat in het kind de volmaking van
eigen natuur ziet. Het was een schoone vroolijke
zeer talentvolle jongenmaar jammer genoeg was
hij ook wispelturigen had hij neiging tot opper
vlakkigheid en lichtzinnigheid. Te vergeefs had de
handelsraad herhaaldelijk beproefdpaal en perk te
stellen aan deze zwakheid zijner anders zoo verstandige
vrouw waarvan hij ernstig nadeelige gevolgen vreesde
Valerie duldde zelfs niet van haren man eenigen in
vloed op hare wijze van opvoeding. Zoo was Eduard
bij den dood zijner moeder, die hij afgodisch liefhad,
een jongeling geworden die de natuur met groote en
schoone gaven bedeeld had maar wien de geestkracht
ontbrak om weerstand te bieden aan zijne lichtzinnige
hartstochten.
Innig, maar niet minder weemoedig, rustte Horsten's
blik op het portret zijner vrouw, op die zachte, voor
name en trotsche trekkendie men lijn voor lijn op
Eduard's gelaat terugvond. De sterke, krachtige man
had geheel onder den invloed gestaan van het paar
donkere, peinzende oogen, hij had op de lieve vrouw, die
om zijnentwille, met een blijmoedig hart, gebroken had met
een talrijke schaar bloedverwanten, nooit boos kunnen
zijn en haar evenmin kunnen tegenspreken. Nu wreekte
derzee over eenige jaren verdeeld ophouden onB te
verschrikken.
Thans hebben de heeren Barna en van Diggelen de
medewerking hunner landgenooten en inzonderheid van
de onmiddellijk belanghebbende provinciën waterschap
pen en gemeenten ingeroepen om een plan te onder
zoeken tot afsluiting van de geheele Zuiderzeeom
daarna het afgesloten water bij gedeelten droog te
leggen. Men lette wel op het geldt hier geen bepaald
voorstel met een uitgewerkt plan maar alleen een
onderzoek van een plan, waarvan een schets is
ontworpen en dat in groote trekken is omschreven.
Dat onderzoek kan leiden tot aanbeve ing maar ook
tot afkeuring en evenzeer tot vereenvoudiging van het
plan of tot voorstellen van afsluiting en inpoldering
van een gedeelte der Zuiderzee gelijk de heer Alewijn,
de heeren Beijerinck en Stieltjes en de Begeering ia
1877 voorstelden. Onderzoek alleen maar een deug
delijk onderzoek dat rekening houdt met alle belangen,
met alle voor- en nadeelen wordt gewenschten het
belang der zaak is een onderzoek waard.
Afscheiding van de Noord- en de Zuiderzee langs
de eilanden TexelVlieland Terschelling en Ameland,
met de noodige sluizen ten behoeve van de scheepvaart
en tot afvoer van het rivierwater uit IJselEems
en Vecht en van het boezemwater der aangrenzende
provinciënzou do Zuiderzee maken tot een groot
zoetwatermeer niet onderhevig aan eb en vloed; daarin
zonden de vereischte rivierkanalen en de veriiindings-
kanalen voor de scheepvaart gemaakt wordenen
daarna zou de inpoldering van verschillende gedeelten
kunnen volgen. Het afsluiten der Zuiderzee zou vol
gens het plan van staatswege moeten geschieden het
droogleggen en kanaliseeren hetzij van staatswege hetzij
door particuliere ondernemingen onder staatstoezicht.
Door do dichting der zeegaten tusschen de eilanden
zou de aanhoudende afslag dier eilanden zeiven door
de schuring van den stroom door de zeegaten ver
vallen en een zeer aanzienlijke besparing op de kosten
van onderhoud van do zeeweringen om de geheele
Zuiderzee worden verkregen. Geen hooge vloeden zon
den meer te vreezen zijnen de bestaande zeedijken
in Friesland Noordholland en elders zouden later
geheel kunnen vervallen. De verbetering van het
Zwolsche Diep, het Krabbersgat en de loegaugen tot
de haven van Harlingen zou aanmerkelijk vereenvou
digd, de scheepvaart alzoo gebaat warden, terwijl de
vruchtbare rivierslib, bij voortduring aangevoerd, tot
verbetering van minder vruchtbare streken gebruikt zou
kunnen worden.
Inderdaad een groot en een grootsch werk tevens, en
de heer Buma heeft alle recht, wanneer hij daarvoor de
aandacht zijner landgenooten inroept en hunne mede
werking vraagt voor een voldoend onderzoek.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft den 3
besloten, aan Oscar Carré een deel der onbekende
gracht aldaar in erfpacht uit te geven tot stichting
zich die zwakheid Een zucht ontsnapte hem; hij had
ook zijn eigen bloed lief, maar hij had leeren inzien
dat Eduard slechts door eene ijzeren hand in bedwang
kon gehouden en op betere wegen geleid worden.
Met vasten tred liep hij naar de deur en drukte
op het naast de portière zich bevindende knopje van
de electrische bel. De kantoorknecht verscheen en
vroeg naar 's mijnheers orders.
„Is mijn zoon nog op het kantoor
„De jonge mijnheer is zoo even naar zijne kamer
gegaan
„Ga hem roepen hjj moet dadelijk bij mij komen,
ik moet hem spreken."
De knecht ging heen. Hij kende het gelaat van
zijnen strengen meester nauwkeurig. De samengetrok
ken wenkbrauwen voorspelden niets goeds. Daar was
een onweer in aantocht en de oude Karei wist wel
wien de bliksem trefien zou.
„Goeden avond papa Met vriendelijken groet trad
Eduard de kamer zijns vaders binnen. De vijf en twin
tigjarige jonge man geleek inderdaad sprekend op zijne
moeder de donkere, levendige oogen het hooge voor
hoofd, waarboven het bruine krullende haar, het trotsche
profielde genotzuchtige mond, die eene opvallend hoog
moedige uitdrukking kon aannemen, wanneer de boven
lip zieh spottend krulde. Eduard was in wandeltoilet
van gemengd grijze engelscbe stof, dat zijne slanke,
onberispelijk gevormde gestalte op het voordeeligst
deed uitkomen.
De handelsraad wees de hem toegestoken hand af.
„Gij begroet mij als een zoon maar gij handelt niet
als mijn zoon", zeide hij ernstig. „Ga zitten ik moet
je spreken."
Eduard verschoot onwillekeurig van kleur. Hij was
aan dergelijke tooneelendie wel voor het oogenbïik
invloed op hem hadden maar nooit blijvend werkten
wel is waar gewoon maar zoo ernstig als nu had zijn
vader nog nooit tegen hem gesproken. Eduard wierp
zich in een fauteuildie naast de tafel stond kruiste