QUUrlci.
jSlabs-öeriehfcn.
Wegena het gevaldat zich herhaaldelijk voorgedaan
heeftvan laster en eerroof door middel van brief
kaarten denkt de fransche regeering over twee middelen,
öf dien laster zeer zwaar te straffen of gesloten
briefkaarten in te voeren.
Mark Twain de bekende amerikaanaehe humorist
heeft onlangs bij het feest, dat ter eere van de nage
dachtenis van Benjamin Franklin te Nieuw-York plaats
vond het een en ander medegedeeld uit zijne ervarin
gen als loopjongen aan een kleine courant.
De redevoering was geheel in het genre zijner be
kende humoristische overdrijvingen. Bet feest was door
de typographisehe vereeniging georganiseerd en dat gaf
Twain aanleiding tot de volgende woorden
„Het is wel mogelijk, dat do drukker van onze dagen
anders ia dan die van voor vijf en dertig jaar. Dien
heb ik zeer goed gekend. Ik maakte in den winter
morgen vuur voor hem aan ik bracht hem water uit
de dorpspompik veegde zijn werkplaatsik moest
Zaterdagsavonds papier vochtig maken en het Zondags
omkeerenwant in die dagen wist men er nog nie
mendal van om op Zondag niet te werken ik maakte
drukrolleu en vormen schoon en vouwde en sneed
papier.
Als de courant gedrukt wasdan bracht ik die in
het akelig nest rond vervolgd door straatjongens en
straatmormels. Van uia laatstea had ik altijd een ge-
beele bende achter mij eu ik zou wel wihen dat ik
voor iederen hondenbeet, dien ik had opgeloopen een
dollar kreeg. Ik zou den heer Pasteur een heel jaar
werk bunnen verschaffen.
Ik maakte ook kruisbanden voor de post klaar en
dat ging nog want in den goeden tijd hadden wij hon
derd stadaabocnementen en driehonderdvijftig abonnés
in de provincie. De stadsabonnés betaalden hun abon
nement met koloniale waren en tegenzin en de abon
nés in de provincie met kool en brandhoutwanneer
zij name.ijk betaaldeD, hetgeen vaak genoeg niet gebeurde.
Dergelijk feit maakten wij dun echter in ous b'ad
publ'ek waardoor de lui zeer in de algemsene achting
stegen. Deden wij het nietdan dacht niemand er
aan om een cent te betalen.
Onze kritiek en onze opinie richtten zich natuurlijk
naar de advertentiën, en op die wijze kwamen wij eigenlijk
nooit tot een helder oordeel. Wij hadden een abon
nement, die in contant geld betaalderaaar daarvoor
hadden wij met hem dan ook de meeste moeite. Het
politiek gedeelte van qo courant moest naar zijn pijpen
dansen en om zijnentwil veranderden w ij, in vijf jaar
tijdsviermaal van godsdienst. Als wij ons wilden ver
zetten dan dreigde hij dat hij zijn abonnement zou
opzeggen en dat zou voor ons gelijke beteekenis met
bankroet gaan hebben gehad. Da vreeseljjke man
schreef onophoudelijk hoofdartikelen van anderhalve
kolom, waarboven in de vetste letters, die wij hadden
de opschriften Junius, Veritas of Vox Populi moesten
prijken. Hij wist trouwens niet wat die woorden be
teekeuden en kon ze niet eens goed uitspreken.
Hadden we zoo'n artikel van langen adem gezet
dan kwam de schrijver binnenstuiven om te vertellen
dat er eene wijziging in zijn denkbeelden had plaats
gevonden, hetgeen slechts eene rhetorische phrase was,
want ik heb nooit bespeurd, dat hij er denkbeelden op
nahield.
Het artikel moest dan opnieuw worden gezet; om
de oorspronkelijke zetkosten niet te verliezenver
kochten wij het eerste stuk aan een blaadje dat in
de buurt uitkwam. Dit blaadje ging op zekeren dag
aan een dergelijk artikel te grondemaar wij waren
gered
Voor vischlief hebbers is zeer geruststellend eene voor
dracht die onlangs te Londen gehouden werd door
prof. Hux'eyover den vischrijkdom der zee. Hij
schetst den overvloed van kabeljauw aaa de kust van
Noorwegen in Januari en Februari ais een kabeljauw-
berg van 120 tot 160 voet hoogteeu bestaande uit
120 millioen visschen op een vierk. mijl. Het aantal
haringen dat deze kabeljauwen per week eten, schatte
hijals elke viscb een haring per dag buit maaktop
840 millioenterwijl de noorweegache viBseherij nog
nooit het cijfer van 400 millioen heeft bereikt.
De visscherij is, zijns inziens, onuitputtelijk. Al de
volken der wereld vangen te zamen nog geen vijf per
cent van de vischwaarop de groote visscherij jacht
maakt: kabeljauw, haring, sardjnen, makreelen enz. enz.
Van algemeene bekendheid is het, dat de plattelands
bewoners vaa het Schwarzwald zekere vermaardheid
hebben verkregen wegens den eigenaardigen tak van
nijverheid die aldaar druk wordt beoefend het ver
vaardigen van kleine houten hangklokje3. Het stel ra
deren is van ijzer en de spilletjes van koper, het overige
van hout. In het russische gouvernement Wiatka heeft
men aan dezen tak van buisnijverheid eene hoogere vol
komenheid gegeven. Nergens ter wereld behalve in
genoemde russische provincie vervaardigt men houten
horloges. En het vreemde van 't geval isdat daarbij
hoegenaamd geen metaal wordt aangewend. Naar eene
mededeeling, voorkomende iu het duitsche Economische
Journal, zijn die producten niet te rangschikken onder
de montres de précision maar wie de eischen niet te
hoog steltkan met zulk een houten horloge heel
lang toe.
In den nacht van Zaterdag op Zondag werden de
bewoners van het fransche dorp Valigny door een
ontzettend geschreeuw uit den slaap gewekt. Zij snel
den naar vensters en deuren en zagen een brandend
menschboven wiens hoofd de vlammen uitsloegen
door de hoofdstraat van het dorp rennen.
Het was zekere Jean Bonneau, van wien men wist
dat hij sedert eenigo dagen zijne joDgezieke vrouw
op zorgvuldige wijze verpleegde.
De vlammen konden worden gebluachtmaar de
doctoren verklaarden dat aan redding niet te denken
was en Bonneau stierf werkelijk eenige uren later.
Voor zijn overlijden verklaarde hij echterdat toen
hijnaast het bed zijnor vrouw zittendewas inge
sluimerd zijne schoonmoeder hem met petroleum be
goten en daarna in brand gestoken had.
De schoonm eder die in tegenwoordigheid van den
ongelukkige werd geb-achtbeweerdedat Bonneau
zelf de pretroleumlamp had omgeworpen. Zij werd
gearresteerd en een onderzoek ingesteld. Zeker is
bet, dat de vrouw met haar dochter en schoonzoon in
onmin leefde en vaak bedreigingen tegen Bonneau
had geuit.
Verscheidene geneesheeren te Parjs hebben opgewekt
tot bet bijeenbrengen van gelden ten einde langs
experimenteelen weg strijd tegen de tering te kunnen
voeren.
Het initiatief ging van Verneuil, den vermaarden
professor der medische faculteit te Parijs, uitdie in
een schrijven aan doctor Lereboullet, redacteur van de
Gazette hebdomadaire de Médécine zijne denkbeelden
ontwikkelde.
Hij zegt daarin, dat nu men een middel tegen honds
dolheid heeft gevonden, men er ook niet aan wanhopen
mag, dat men er in zal slagen om eindelijk ook met
succes tegen de tering te stnjden, welke vreeselijke plaag
van het meuschdom, enkel iu Parijs, in twee maanden
tijds twee a drie duizend menschenlevens kost.
Tot nog toe werd nagenoeg niets op dit gebied gedaan
en toch zijn te nemon proefnemingen volstrekt niet
zonder kans op resultaten, al denken velen het tegen
deel in de eerste plaats toch gebeurt het vaals, dat
tuberculose door de natuur zelve wordt genezen dan
weet men ook het verloop van dit genezings-proces
en in de derde plaats is men er in geslaagd, plaatselijke
tuberculose op kunstmatige wijze te genezen.
Er zouden echter vele prooven op dieren moeten
worden genomen gelijk ook voor de hondsdolheid ge
schiedde, en dit isost geld; het aanwenden van de
krachtigste pogingen zou echter rijk beloond worden
wanneer men er in mocht slagen, een krachtigeu dam
op te werpen tegen de vernielendste ziekte onzer dagen.
De aansporing van Verneuil vond in de geneeskun
dige en wetenschappelijke wereld te Parijs zeer veel
bijval om een goed begin te maken, bracht hij zelf
met eenige collega's eene som van vijf duizend francs
bijeen. D jeter Darembergevenzeer een bekend ge
neesheer te Parijs, die de tering heeft gehad, maar zich-
zelven wist te genezen ondersteunt het plan zeer
krachtig bij heeft in het Journal des Débats het pu
bliek opgewekt om bijdragen te geven en uiteengezet
dat er veel voor de zaak is te zeggen volgens hem
zou men dadelijk twee wegen moeten inslaan en wel
de inentingsmethode van Pasteur en het zoeken naar
een specifiek middel dat de tuberkel-bacillen vernie
tigt zonder het overig organisme schade te doen, ge
lijk om een voorbeeld te noemen de kinine malaria
koortsen verdrijft.
De resultaten van dit nieuwe plan zullen ongetwij
feld overal met groote belangstelling tegemoet worden
gezien.
Uit Steinau wordt ain de Bres!. Zeit. het volgend
staaltje van trouw en aanhankelijkheid van eene ree
meegedeeld.
In de lente van 1875 bracht de boichwachter Lehmann
eene jonge ree groot, die zoo tam werd, dat zij met
de honden nsar het bosch ging en twee of drie trappen
van het huis opliep, om naar de bovenverdieping te gaan.
Toen het dier voor de eerste maal jongen kreeg
zondorde hot zich meer en meer af, maar toch kwam
het nu en dan tehuis. Daarna kwam het gedurende
een paar jaren enkel des winters naar de woning van
den bosebwackter en bleef er dan van den vroegen
morgen tot des middags.
De laatste vier jaren bleef de ree zich wel in de
nabijheid van de woning ophouden en luisterde ook
nog steeds naar de naam „Grete", maar de oude ver
trouwelijkheid van voorheen was verdwenen.
Dit jaar kwam het dier terwijl er dik sneeuw lag
eensklaps op zekeren morgen aan de woning van den
boschwachter en nam gelijk vroeger voedsel uit de
hand aan.
Den volgenden morgen kwam hetvergezeld door
twee andere reeënterugde beide laatste dieren
gingen ca gegeten te hebben weêr heen maar de
elfjarige G ete gaf er de voorkeur aan, om in het
oude verblijf haar tenten op te staan zij heeft in den
tuin een geschikt plekje opgezocht om verblijf te houden,
en laat de kleine dashonden van den wachter rustig
rondspringen en blaffen zonder dat zij een vin verroert.
In Amerika zal men, volgens de Grondwet, eene
practische proef nemen om arbeid en kapitaal te ver
eenigen. Uit Harfortin Connecticutwordt aan dat
blad geschreven
Een der meest gewichtige stappen tot eene oplossing
der arbeiders-quaestie in dezen omtrek is genomen
door James G. Patterson president der Nieuw Engeland
Granietwerkenwelker steengroeven gelegen zijn te
Westerly in Ehode Island. In een brief aan zijnen
superintendent schrijft hij
In alle bestellingen die aan de steengroeven worden
uitgevoerd van den eersten Januari 1886 tot den eersten
Januari 1887 zullen beide kapitaal en arbeid in ver
houding tot de waarde welke ieder bedraagtdeelen
in zuivere winstenop deze bestellingen gedurende
het jaar gemaakt.
Wanneer men de zuivere winst weetdan zal deze
verdeeld worden iD drie deelen, een voor den arbeider
een voor het kapitaal en een als waarborgfonds, waaruit
zullen betaald worden alle schaden geleden door wan
betaling van schuldenaars voor materialen en arbeid
gedurende het jaar. Het aan don arbeid toegekend ge
deelte zal het eerst worden uitbetaald en geen beambte
der Compagnie, die een salaris trektzal daarin deelen.
Tenzij hij wegens wangedrag ontslagen mocht wezen
zal ieder werkman zijn aandeel ontvangen onverschil
lig waar of in wiens dienst hij mogo zijn wanneer de
tijd om te verdoelen gekomen zal zijn. Mijn doel is
om een gemeenschap van belang daar te stellendie
billijk is, zoodat het kapitaal niet meer zal erlangen
dan noodig is om het besig te houdenterwijl het
overige aan den arbeid gegeven zal worden.
Omtrent den overleden prins Torlonia worden thans
verschillende bijzonderheden verteld waaruit blijkt dat
hij ongehoord zuinig was.
Wanneer hij des morgens op zijn kantoor de ont
vangen brieven opendesneed hij er de onbeschreven
vellen af om voor het beantwoorden der missives van
minder belangrijke personen te dienen tot aan zijn
dood heeft de millionair geloofd dat zijne geëmploy
eerden dit werkelijk deden.
In de laatste vijftig jaren had hij nimxer nieuwe
hemden laten maken; steeds liet hij do oude herstellen,
zoodat ten slotte niets meer van het oorspronkelijke
over was. Hij bad ook de gewoonte zijne manchetten
om te slaan om to voorkomen dat zijn linnengoed te
vaak moest worden gewasschen. Yaak roemde hij er op,
dat hij nooit twin.ig sous nutteloos had uitgegeven.
Diezelfde man die ter wille van een gebroken ven
sterruit een proces begon, gaf, waar het philantropische
doeleinden gold het gdd op waarlijk vorstelijke wijze
uit. H.j stichtte te San Onofrio een weeshuiswaar
tachtig kinderen op zijne koeten worden gevoed, ge
kleedgeauisvest en onderwijs ontvangen; hij deed ook
een tehuis voor oude mannen en vrouwen een ander
voor jonge kinderen een school enz. enz. verrijzen.
„Door mijn gierigheid piacht hij te zeggen „ben
ik in staat gesteld zooveel goed te doen."
Toen bij met de prinses Dor e Colonna trouwde, liet
hij gedurende drie etmalen het volk van Home aan
Bteeds gedekte tafels aanzitten. Kolossaal zijn de kunst
schatten die hij gedurende den loop van zijn leven
bijeenbrachthij gaf daar ieder jaar anderhalf millioen
lires voor uit.
De vaak beproefdemaar steeds mislukte droog
making vaa het meer van Fucino wist hij tot stand
te brengen; het werk kostte iiem veertig millioen lires
maar hij won er terrein van 16000 hectaren den titel
van hertog van Fucino eu een gouden gedenkpenning
mededie koning Victor Emanuel te zijner eer liet
slaan.
De man betaalde jaarlijks meer dan een millioen
aan belastingen het successie-rechtdat thans van
zijne erfenis moet worden betaald zal een zeer be
langrijke post van het italiaansche budget vormen.
De nalatenschap wordt niet te taxeeren genoemd
zij bestaat niet enkel in grondeigendommen, kasteelen,
paleizen, staatspapieren en contant geld maar ook in
kunstwerken en collectiën.
De erfgename van dit kolossale vermogen is zijne
eenige dochterde hertogin de Cosieebtgenoote van
prins Giulio Borghese.
Do keizer van Duitschland heeft het geschenk, dat
de leden der koninklijke familie hem, bij gelegenheid
van zijn jubileum aanbodenaan het Hohenzollern-
museum afgestaan.
Het geschenk bestaat uit een oud servies, dat slechts
bij enkele stukken te verkrijgen was en waarvan het
bijeenbrengen dus vele jaren moet hobben aan ehouden.
De handels compagnie in Friesland had eens in
China een groot servies laten vervaardigen om het
koning Fiederik deu Groo.e ten geschenke aan te bieden.
De vorst ontving het echter nooit, want het schip,
waarmee het kostbare porselein werd vervoerdleed
scbipbreuk aan de kusc van Oost-Friesland en ging
met de prachtige lading verloren.
S echts enkele stukken werden opgevischtdie in
gevolge het strandrecht dier dagenals zoogenaamd
strandgoed door de grondeigenaars in bezit werden
genomen. Het bestaan van die weinige aan do zee
ontwoekerde stukken van het servies bleef zonderün-
gerwijze langer dan honderd jaar onbekend maar ein
delijk kwam het eene stuk voor en het andere na
voor den dag en trok door zuiverheid van teekening
en fraaiheid van grondstof de attentie van kunst
vrienden.
Het porselein is daaraan herkenbaar, dat op ieder
stuk het groot pruisische slaa swapen staat; do kieuren
in email zijn uitmuntend bewaard gebleven. Daar in
het staatswapen ook het wapen van Oost-Friesland
voorkomt dat er eerst in 1744 in werd opgenomen
kan men aannemen dat het servies eerst na dien tijd
is vervaardigd.
Het geschenk bestaat uit 61 voorwerpen en wel 4
groote wijnkoelers 13 komforen 1 groote schaal 6
kleinere ronde en 2 ovale schalen 13 groote platte
borden 18 diepe borden en 14 dessertbordjes.
Het kostbare porcelein is in het museum in de af-
deeling geplaatst die aan Fredorik den groote is gewijd,
en kon daar worden saamgevoegd met die stukken
van het servies die de directie van het museum iu
het vorig jaar door aankoop verwierf. Die aankoop be
stond uit 48 stukken zoodat men thans 145 stukken
te zamen heeft, die als muurvorsiering in een nieuw
ingericht vertrek dienen.
Dit vertrek is een navolging van de werkkamer des
konings in het nieuwe paleis te Potsdamde muren
ervan zijn met olijfkleurig atlas bekleed en worden
door ivoorkleurige hoekstukken en lijsten in vakken
verdeeld. Drie der muren zijn geheel met de porselein
collectie bedekt.
Den 15 vierde de hoer J. F. G. Hutten, kape
laan der St. Laurentiuskerk alhier, zijn 12%jarig
priesterfeest.
Naar wij vernemen zijn op de voordracht voor
onderwijzeres aan de openbare school voor meisjes
alhier, in plaats van mej. J. F. Wolters, geplaatst, de
dames J. A. Wijnhoffonderwijzeres, te Kapel-Avezaath
wonende te TielD. Looman onderwijzeres te Zwolle
en H. H. van der Veen onderwijzeres, te Hoogeveen.