De Polen. No, 23. Acht en tachtigste Jaargang. 1886. ZONDAG 21 FEBRUARI. Prijs der gewone Advertentiën: Plaatsgebrek noodzaakt ons ditmaal het feuilleton achterwege te laten. Dit nummer bestaat uit twee bladen, EERSTE BLAD. fSit-meulAuft. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.08. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Het maakt altijd een min of meer weemoedigen indrukop landkaarten van de vorige eeuw bet Ko ninkrijk Polen te zien een koninkrijk jamaar met republikeinsche regeeringavormen met een Koning die gekozen werd met een talrijkenalles overheer- schenden steeds onderling verdeelden adel; Polen, met zijn spreekwoordelijk geworden ordelooze en on vruchtbare landdagenzijn binnenland.che twisten en burgeroorlogen; een gemakkelijke buit voor zijn machtig wordende naburenwaar men zooals de Russische Keizerin Katbarina II het uitdrukte, maar bekoelde te bukken, om er een stuk van weg te neman, eindelijk in drie tempo's verdeeld onder Rusland Oostenrijk en Pruiseneen volk met een eigen taaleen eigen letterkunde schier één van godsdienst, met een levendig nationaal gevoelen toch uit de rij der natiën ver dwenen. Vruchteloos waren steeds de herhaalde po giDgen om de verloren zelfstandigheid te herwinnen om taalgodsdienst of oude instellingen tegen den druk der overheerschende machten te verdedigen en zelfs de naam van het land is uit de offieiëele taal verdwenen de Russische provincie die wij nog gewoon zijn zoo te noemenheet tegenwoordig „het gouver nement van de Weichsei." Rusland regeert zijn deel van het voormalige konh.krijk Polen op Russische wijze. In de Oostenrijksch-Hongaarsche Monarchie wegen Duitschers Hongaren en Slaven te veel tegen elkander op eu strijden zij te veel om den voorrang, om niet ook aan de Polen zekere zelfstandigheid te moeten laten; geen der verschillende volksstammen is er machtig ge noeg om de andere geheel te overheerachen. Anders is het in Pruisen waar men alleen Duitschers wil erkennen. Bismarck is een groot man zeggen zijn vereerders. Daarover zal eenmaal de geschiedenis uiispraak doen Napoleon, niet alleen I, maar ook III, heette eenmaal een groot man een machtig man een doortastend man is hij echter ongetwij eld. Geen genade voor wie geen Duitschers willen zijn voor de ingelijfden in het groote Duilscbe Vaderland die geheel of gedeeltelijk Denen Eranschen of Polen willen bijven. Sleeswjk Holstein Elzas-Lotharingen Posen, Opper—Silezië Oosi-PruiBen moeten gegermaniseerd worden. In den laatsten tijd was het vooral op de drie laatste provin ciën gemunt. De Polen bieden er te grooten weer stand trachten zelfszoo beweert althans de groote kanselier deze gewesten te poloniseeren zy la.en de hoop op het herstel van bet Koninkrijk Polen niet varen beoogen alzoo afscheiding van deelen van het Pruisische rijk en maken zich daardoor schuldig aan niets minder dan landverraad. Daarom achtte hij bet noodig alle Polen die maar eenigazins geacht konden worden gean Pruisen te zijn ook al waren zij jaren lang in Pruisische provinciën gevestigd over de gren zen te zetten en naar Rusland of Oostenrijk te bannen. Geen van beide staten kwam tegen den machtigen bondgenoot in verzet. De Kanselier stelde t-r groot be ai g in deze Pruisische politiek tot een algemeen Duitscne politiek te maken, maar zag zich teleurgesteld; de Duitsche Rijksdag samengesteld uit afgevaardigden van het geheele Duitsche volk verklaarde bij meer derheid van stemmen „dat de verbanning van Oosten- rijksche en Russische onderdanen uit Pruisen met ge rechtvaardigd is en niet strookt met de belangen van het Duitsche Rijk." Dit besluit van den Rijksdag werd medegedeeld aan den Bondsraad samengesteld uit af gevaardigden van de verschillende Duitsche Staten, die met algemeene stemmen besloot het besluit van den Rijksdag niet in behandeling te nemen, „daar aan de be voegdheid der Pruisische Regeering ten opzichte der verbanningen niet te twijfelen valt.'' Alzoo bleet elke Duitsche staat vrij in dit opzicht te doen wat hij goed mocht vinden. Maar hoe dacht de Pruisische vertegenwoordiging, hoe dacht de Landdag over de maatregelen tegen de Polen Dat zou spoedig blijkenen wel geheel ten genoege van den Rijks kanselier, tevens Pruisisch Minister-President, Minis ter van Buitenlandsche Zaken en van koophandel. Een voorstel om te verklaren, „dat het Huis bereid is, tot ondersteuning van den Duitschen geest en den Duit- sehen zin in de Oostelijke provinciën van Pruisen aan de Regeering de vereischte middelen te verstrekken inzonderheid op het gebied van het onderwijs en het algemeen bestuur en mede te werken om de vestiging van Duitsche landbouwers en Duitsche boeren in die provinciën te bevorderen werd door de meerderheid van het Huis der Afgevaardigden aangenomen. Bis marck mag tevreden zijn. „De politiek is geen wetenschapmaar een kunst die men niet ieeren kan" zei Bismarck in dejgroote redevoering die hij bij deze gelegenheid hield en daar mede gaf bij ongetwijfeld te kennen dat zijns inziens de vertegenwoordiging eigenlijk van zulke zaken geen verstand heeft. Het gold hier toch een handeliug van „booge politiek,'' en daarvoor moeten naar het oordeel van Bismarck en zijn geestverwanten alle gewone be schouwingen van staatsrecht, recht, billijkheid ofmen- schelijkheid zwjgen. Wij meenen te kunnen gelooven, dat Bismarck naar waarheid heeft verklaard dat noch de godsdienstnoch de taal der Polen hem drijft maar eenig en alleen hun Anti-Duitsche gezindheid, Duitschland machtig en ste'-k te maken inzonderheid Pruisen te bevestigen als zijn leider en hecbtste bol werk tevensdat is nu eenmaal de taak waaraan hij zijn leven heeft gewijd, en aan die taak werkt hij ge trouw, onverpoosd en met kracht, naar zijn overtuiging. Gebrek aan eenheid was eeuwen lang de oorzaak van Duitschlands onmacht, onbeduidendheid en vele ver nederingen eenheid is daarom de eerste voorwaarde van zijn macht en zijn blijvend aanzien in Europa en daarom moet alles wat niet Duitsch wil zijn uitgedre ven of machteloos gemaakt worden. Wij hebben eenmaal oen deel van het oude Polen in ons bezit aldus redeneert de Kanselier het is een deel van ons land, en dat kunnen wij nimmer meer afstaan de Poolsche bevolking blijft onverzoenlijk en in plaats dat de Duitsche invloed er allengs veld wintgaan er de Polen vooruit. Een Pruisisch Polen mag niet langer een kwetsbare plek in den staat blijven. Dat kan geen Duitsch otfatsman dulden als hij denkt aan de mo gelijkheid van buitenlandsche verwikkeling, wanneer Frankrijk misschien weer eens tijd zal hebben om aan PMen te denken dat kan bij evenmin dulden als hij er op lethoe de Polen op zich zelven niet talrijk ■»enoeg om het der Regeering lastig te maken door zich steeds aan te sluiten bij elke oppositie door ge bruik te maken van de vrijheid die de algemeene rijks wetten geven, inzonderheid in den Rijksdag de plannen iler Pruisische Regeering dw^rsboomen en verlammen. Zij erkennen hunne hoedanigheid van Duitsche onder danen slechts tot wederopzeggens toe, en zouden ons, als zich een gunstige gelegenheid aanbood, zelfs zonder opzegging, op het lijf vallen, We'nu onze veiligheid gebiedt ons daartegen maatregelen te nemen daarom zetten wij de vreemde Polen het land uit Christenen of Joden, Katholieken of Piotestanten zonder onder scheid. Die niet tot bescherming van den staat wil medewerken behoort niet tot den staat. „Wat wij thans oogstenhebben onze vaderen gezaaiden wat wij zaaien, zullen onze kinderen eenmaal oogsten." Die laatste woorden zijn even waar als vol van be- teekenis. Keizerin Maria Tberesia van Oostenrijk noemde reeds de eerste verdeeling van Po'en waartoe zij zelve had medegewerkt, een ongelukkige gebeurtenis, die zij steeds dieper betreurde. Wanneer een staat eenmaal met geweld een vreemde bevolking in zich heeft opge nomen en er geen verzoening en verbroedering volgt dan blijft er wel niets anders over dan een groote mate van zelfstandigheid te verleenen aan de verschillende deelen des lands, zooals thans in Oostenrijk Hongarije het geval is, of onderdrukking en zooveel mogelijk verdrijving zooa s in Rusland en Pruisen. Het eerste middel bestendigt de twisten onder de verschillend volksstammen, maakt het staatsverband los, en leidt allerminst toe die eenheid waarin Rusland en tegen woordig inzonderheid ook Pruisen de onmisbare voor waarde zien om een „kraehtigen" staat te vormen. Aan herstel van den vroegeren toestand teruggave van de „kwetsbare plek" wordt natuurlyk niet gedacht en kan inderdaad bijna niet gedacht worden. Bismarck is er dan ook allerminst de man naar om zich in bespie gelingen over gebeurtenissen die voor een eeuw hebben plaats gehad te verdiepen. Hij neemt den toestand zooals die is, en doet wat hij de eenvoudige consequen ties acht van wat vroeger is geschied. Wat de vaderen gezaaid hebben moeten de kinderen oogsten en hij heeft er niet tegen op gezien in Sleeswijk-Holstein en Elzas-Lotharingen iets te helpen zaaienwaarvan latere geslachten eenmaal den oogst zullen beieven. Merkwaardig was ongetwijfeld ook Bismarck's verkla ring, dat de kuiperijen van de groote Poolsche adellijke familiën door middel van de voormalige Katholieke afdeeling bij het ministerie er hem voornamelijk toe gebracht hebben om de bekende Mei-wetten omtrent het toez cht van den staat op de Kerkgenootschappen en zijn bemoeiingen met de opleiding en de aanstelling der geestelijken te doen tot stand komen. De maat regelen tot germaniseering van de Poolsche gewesten zullen thans behalve de verbanning van alle vreemde Polen inzouderbeid de kolonisatie van Duitsche land bouwers en de zorg voor Duitsche onderwijzers en Duitsche geneeskundigen betreffen. De Regeering be gint met honderd raiilioen Mark aan te vragen, om omstreeks zes honderdduizend bunders land die aan den ouden onverzoenlijken Poolschen adel toebebooren, te onteigenen en op voordeelige voorwaarden aan Duit sche boeren in pacht te geven. Wanneer wij ten al- gemeenen nutte onteigenen ten behoeve van spoor wegen kanalen havens of begraafplaatsen vraagt de kanselierwaarom zullen wij het dan ook niet doen om onze veiligheid voor de toekomst te koopen De eigenaars van het land zullen de volle waarde ontvan gen en waarschijnlijk blij zijn, dat zij met het geld buiten onze grenzen naar Galicië bunnen gaan waar zij weer land bunnen koopen en zich onder elkander veel meer thuis zullen gevoelen i Zou Gladstone dezen onteigeningsmaatregel niet tot voorbeeld kunnen nemen om op veel betere gronden van goede poiitiek en billijkheid de boeren in Ierland aan grond te helpen Den 18's namiddags 3 uur, is de houtzaag molen d9 „Hengelaar" aan den Westzaanderdijk te Zaandam afgebrand. De gemeenteraad van Koedijk heeft den 18 aan den hear A. Hartiand hoofd der school op zijn verzoek eervol ontslag verleend, met ingang van 1 Mei a. s,, onder dankbetuiging voor de vele en goede dien sten aan de gemeente bewezen. De jaarwedde van het nieuw te benoemen hoold werd op f 900 bepaald. In de ter inschrijving aangeboden 275.000 van de 4% pc. byp geldleening, groot 550.000, van de Bouw-Maatschappij tot verkrijging van eigen woningen, gevestigd te Amsterdam, werd den 18 voor 411.000 ingeschreven. Bij kon. besluit van den 19 ia de commissaris der loodsen te Terschelling, de heer E. W. Fabritius, in gelijke betrekking overgeplaatst naar Vlissingen. De Synode heeft uitgesproken, dat de predikant, de heer van den Bergh en de ouderlingen en diakenen der gemeente Voorthuuendie wegens hun uittreden uit het kerkelijk verband niet meer behoorden onder degenen op wie overeenkomstig de deswege bestaande bepalingen opzicht en tucht ban worden uitgeoefend door een hooger 'kerkbestuur getoond hebben door woord en daad zich af te scheiden van de nederd. herv. kerk en niet meer tot haar te behooren (art. 3 alg. reglement) en dat mitsdien genoemde gemeente vaksnt verklaard en zonder kerkeraad is. Het klassikaal be stuur van Harderwijk beeft den last ontvang n te Voort- nuizen waar een groot aantal gemeenteleden besloten hebben niet den kerkeraad te volgen op den weg der afscheiding, te doen wat des berkeraads is. Het des wege gevallen besluit is met br edvoerige toelichting in de Kerkelijke Courant opgenomen. Volgens het Dagblad is eene conversiewet voor een deel der Nederl. Schuld by den raad van state aanhangig. De benoeming van mej. W. C. Waleson te Helder tot lid der examen commissie voor de nuttige handwerken voor meisjes te Utrecht is ingetrokken en is in die commissie benoemd mej. A. Teunisseon derwijzeres aan de kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen te Amsterdam. Bij de Nutsspaarbank te Enkhuizen werd in 1885 ingebracht 52.384.21f4 en opgevraagd ƒ41161.99; het getal deelhebbers klom van 650 tot 719 en het aan hen verBcauldigde bedrag van ƒ113.809.58 tot 129 727 81 f4. Het kapitaal der spaarbank, thans groot 142,996.74, is voor ruim 110.000 belegd in hypotheken en soliede effecten Te Amsterdam worden bezwaren ingebracht tegen de wijze waarop de loting aldaar plaats heeft gehad. Men beweertdat in de bus briefjes van tweeërlei pa pier warenen dat de hooge nummers op eene der beide soor en voorkwamen. De illuminatie te 's Gravenhage op den 19 is met de windstilte volkomen geslaagdhet vuurwerk, dat in de Maliebaan afgestoken werd, slaagde minder goed, doordat de rook te veel bleef hangen. Den 19 is is te Kolbornin de kolfbaan van den heer D. Kisteene volksvoorlezing gehouden waar als spreker optrad de heer J. F. Tenthoff, van Wijnaldum. Het voorgedrageue was getiteld: De so ciale ziekte en de middelen tot verzacht nguit een zedelijk oogpunt beschouwd. Een talrijk publiek volgde bem met de meeste aandacht en stemde klaarblijkelijk met den spreker in. Het bestuur van het friesch rundvee-stamboek heeft besloten1°. aan de inspecteurs op te dragen de eischen voor de opneming van vee in het hulpstam boek zoo noodig, te verzwaren opdat het besluit door de jongste algemeene vergadering goedgekeurd om voor het hulpstamboek alleen die exemplaren aan te nemen die den naam van best of extra best ver dienen onverzwakt blijve gehandhaafd 2°. geen vee voor het hulpstamboek aan te Demen waarvan de naam en woonplaats van den fokker onbekend zijn. De gemeenteraad ?an Deventer heeft een voor stel, om het schoolgeld voor leerlingen der boogere burgere burgerschool voor meisjes van 50 tot 150 's jaars te verhoogen, met algemeene stemmen op óéne na verworpen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1886 | | pagina 1