No. 25. Acht en tachtigste Jaargang. 1886. V R IJ D A G 26 FEBRUARI. EEN SLACHTOFFER ZIJAER HARTSTOCHTEN. Prijs der gewone Advertentiën: ©fficiëel <8cl>celt«. fónitentanb 7) ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprgs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers f O 08. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbendendat de Militie- raad in dit district zijne e e r s t e zitting bestemd tot het on derzoeken der redenen van vrijstelling van 1 o t e 1 i n g e n dezer gemeente, zal houden ten raadbuize der gemeente ALKMAAR, op Maandag 8 Maart e. k., des vonrmiddags ten lluur, Burgemeester en Wethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 22 Febr. 1886. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis dat heden op de gemeente secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek met de bijlagen, van JOHANNES SMAK, om vergunning tot bet oprichten van eene slachterij, in het perceel aan de Geest, wijk A. No. 3 en dat op Don derdag. 11 Maart 1886, 's middags ten twaalf uren, ten raad buize gelegenheid wordt gegeven om tegen het oprichten van die slachterij bezwaren in te dienen. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 25 Febr. 1886. De Secretaris NUHOUT V4N der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis dat zij in hunne op lieden ge- houden vergadering ingewilligd hebben het verzoek van J. GROENE WOUD, om vergunning tot het oprichten eener smederij in het perceel aan het Viaanderhof No. 3. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONI. 25 Febr. 1886. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. JOHANNES HERMANUS OOSTERHOE, kleermaker, ngekomen van Rotterdamwordt verzocht zich ter gemeente secretarie aan te melden. DUITSCHLAND. Bij den bondsraad is een «ets- ontwerp aanhangig, bepalende, dat kuns boter alleen verkocht mag worden zoo zij duidelijk als zoodanig wordt aangewezen. Blijkens de memorie van toelich ting tot dit wetsontwerp bestaan er in Duitscbland 45 fabrieken die zich uitsluitend, en 7, die zich ten deele met het vervaardigen van kunstboter bezig houden. Van deze 45 fabrieken zijn er 30 in Pruisen, 10 in Beieren, 2 in Wurtemberg, 2 in Elzas Lotharingen en 1 in Hessen. Hare aflevering wordt op 15 miljoen pond geschat, ter waarde van f 10 800.000. Bovendien wordt nog veel kunstboter ingevoerd, voornamelijk uit Oosten rijk Nederland en Noord-Amerika Pruisen. Huis van Afgevaardigden. Den 23 werd de behandeling der wet in zake de nederzet tingen in het poolsche deel van Pruisen voortgezet. Zij werd naar eene commissie van 21 leden verwezen Bij de beraadslaging spraken de leden van bet centrum IPI^TTTT .T Het was vier uur in den namiddagtoen Felix Bergbeim de woning van Waller bezocht, om naar den toestand van den patient te vragen. Anna hal den jongen man opengedaan en bracht hem in bare eigen kamer. „Vader sluimert even mijnheer Bergbeim", zeide zij, eenen stoel aangevende, „ik zou hem liever niet storen. Gelukkig wordt hij zichtbaar beterik hoop dat bij morgen reeds voor het eerst zal kunnen opstaan." „Den Hemel zij dank dat de wond niet gevaarlijker geweest is", antwoordde Felix, op den aangeboden stoel plaats nemende. „Indien de slag op het achterhoofd was neergekomen zou ik vreezendat bet niet zoo ware afgekomen. Maar wat zegt gij van de jongste treurige uitkomsten van het onderzoek, juflrouw Anna Het jonge meisje zag in gespannen verwachting op. „Ik kom niet van de kamer mijnbeer Bergheim en hoor zelden iets van hetgeen in huis voorvalt. Heelt men den dader ontdekt?" Felix aarzelde een oogenblik. „Dat niet", antwoordde hij daarop snel„maar men heeft vanmiddag Eduard in voorloopige hechtenis genomen." „Qroote God! Anna had de handen gevouwen baar hoofd zonk achterover, hare oogen sloten zich. Bergheim's blik rustte met eene uitdrukking van verteienden gloed op het schoone bleeke gelaat van het meisjetoen zichzelf niet meer meesterwierp hij zich voor haar op de knieën. „Annalieve Anna", fluisterde hij en vatte hare beide banden „luister naar mij ik moet eindelijk mijn overvol hart voor u uitstorten Gij weet zeker het best, hoe innig ik u liefheb gij moet het weten al heb ik de poolsche en de vrijzinnige leden tegen, de conser vatieven en nati >naal liberalen voor de wet. Minister Lucius wees op de gevaren der sedert 30 jaren bestaande, goed geregelde poolsche beweging, waartegen dringende en spoedige voorziening vereischt wordt. Indien men de kolonisatie bij wijze van gemeente- en districts-verorde- ningen wenschte, zouden daarmee nog een tiental jaren verloopen. De regeering was niet voornemens haar voor deel te doen met den eventueelen nood der pooische grondeigenaars. De minister kwam op tegen de bewee ring dat hst voorstel in strijd zou zijn met de grond wet mocht echter de meerderheid bijzondere waarbor gen in dit opzicht verlangen dan was de regeering bereid ze te geven. Prins Bismarck hoewel in de zit ting tegenwoordig, nam geen deel aan de beraadslaging. Den 24 is nog een wetsontwerp van de regeering in gekomen betreffende het poolsche vraagstuk. Daarin wordt voorgesteld, dat tot versterking van het duitscbe element in de provinciën West-Pruisen en Posen scholen van voortgezet onderwijs zullen worden ingericht en in stand gehouden. Tweehonderd duizend arbeiders beneden de 18 jaren zullen verplicht worden dit onderwijs bij te wonen in de plaatsen, waar deze scholen worden opgericht. Dien dag werd beraadslaag! over het wetsontwerp betreffende de aanstelling en den werkkring der volks school-leeraars in de oostelijke provinciën. De minister van eeredienst vei klaarde, dat de re geering tegenover de voortdurende aauvallen der polm, geene toegevendheid mocht gebruiken zij moest integendeel een vast en duidelijk omschreven standpunt innemen. Het is alleen de schuld van vroegere we fe- lingwanneer in het schoolwezen fouten waren begaan. De beste wijze om beide volken te vereenzelvigen was gemeenschappelijke taal Dit doel was nog niet bereikt; een deel der voor militairen dienst weder opgeroepen reservemannen waren de duitscbe taal verleerd; het aan- tal jongelieden die de kennis dier taal verloochenen nam toe. Het was dus noodzakelijk dat alle onder wijzers der vo ksscholen die taal machtig waren. Verder moest men de onderwijzers en scholieren onafhankelijk maken van poolsche boekwerken en poolsch verkeer. De ongeschikte onderdanen moesten verplaatst worden daarwaar zij nuttiger werkzaam konden zijn. De regeering was tegenover de poolsche beweging welke zells onzedelijke middelen niet schuwt, tot zulke maat regelen gerechtigd. Het doel was geenzins om gemeenten of grondeigenaars, die het beschermheerschap over scholen hebben, onrecht aan te doen evenmin was hier sprake van terugtred, maar integendeel van vooruitgang. De verdere beraadslaging werd tot den 25 verdaagd. De conservatieven en nationaal-liberalen spraken vóór, de redenaars van het centrum tegen de voordracht. De heer Virehow verklaarde, dat de vrijzinnige partij bereid wasom in den boezem der commissie naar de middelen te zoekenwaardoor de duitscbe taal ook voor de poolsche bevolking gemeenzaam kon worden. mij ook in den laatsten tijd teruggetrokken. Ook de reden dezer terughouding kent gij loochen het niet, Anna Ter wille van mijnen vriend trachtte ik mij te onthouden trachtte ik een hartstocht te bekampen die van dag tot dag dieper en vaster wortel dreigde te schieten. Ik wist niet, dat de vriend mijne onthouding, mijn smartelijk offer niet waardig was!" Groot en wijd opende Anna de oogen en een koele, afwijzende blik trof Felix. „Sta op mijnheer Bergheim", zeide zij op harden toon „ik wil nietdat men ons in eene positie ver rast die aan de babbelaars hier in huis onnoodig stof zou kunnen geven. Ik wil ook nietdat gij tegen mij spreekt op eenen toondie mij kwetst. Daarentegen eisch ik eene veklaring van u. Mijnheer Eduard Horsten zelf heeft mij vertelddat een misverstand van den zonderlingsten aard en een reeks van toeval ligheden die zeer veel gelijken op misdadig opzetde verdenking van schuld aan den aanslag op mijnen vader op hem hebben geleid. Zijne gevangenne ming verrast mij dus niethoezeer zij mij ook ver schrikt. Maar buitengewoon heeft mij uwe uitdrukking verrastdat uw vriend uwe onthouding niet waard is geweest. Die woorden zelf zijn voor mij een bewijs dat gij iets naders omtrent den aanslag weetverklaar mij het geheimzinnige uwer toespeling ik zal u daarvoor zeer dankbaar zijn!" Felix sprong op. Op zijn gelaat vertoonde zich eene boosaardige uitdrukking van ingehouden toorn, die echter terstond weder verdween toen hij Anna's blik vragend op zich gericht zag. „Goed ik wil u alles zeggen Anna, ook al betwijfel ik dat gij mij gelooven zultwanneer ik zeg dat gij uwe liefde aan eenen onwaardige schenkt. Ja, Anna, hoe bitter het ook klinken en hoeveel Bmart het u ook bereiden mag, ik neem de beschuldiging niet terug. Beter eene korte smartdan een lang lijden het moet zijn! Bij de feiten, die tegen Eduard pleiten, komt nog eene zaak die mij alleen bekend is en die ENGELAND. De heer Churchill, den 22 des avonds voor zijne kiezers te Belfast het woord voerende, herinnerde aan de gebeurtenissen bij den opstand in Ierland in 1798 en vroeg, of de eerlijke ieren van tegenwoordig voor de zaak der burgerlijke vrijheid en de vrijheid van godsdienst minder zouden doen of durven dan hunne voorvaderen. Hij hoopte, dat de strijd voor de handhaving van bet wetgevende verbond binnen de grondwettige grenzen beperkt zou blijvenmaar men moest zich vreesde hij op het ergste voorbereiden. De hoofden der socialisten zijn den 24 weder voor de rechtbank van politie in Bowstreet te Londen ver* schenen. Na het booren van seschillende getuigen werd de verdere behandeling tot den 27 uitgesteld. Tegen den drukker en uitgever van het weekblad Punch is rechtsingang gevraagd door de socialistische leiders Burns en Champion omdat, terwijl het geding tegen hen hangende was, in dat blad eene plaat met bijschrift was geplaatst waarop Hijndman Burns en Champion voorgesteld werden met een touw om den hals als zullende opgehangen worden. Lagerhuis. De onder-minister van buitenl. za ken de heer Brijce heeft den 23 gezegd dat vol gens de regeering het oogenblik niet gunstig was om bij den Sultan pogingen aan te wenden, ter verkrijging van een afstand van grondgebied voor Griekenland. In het den 24 verschenen verslag der commissie van onderzoek naar de laatste ongeregeldheden in het Westeinde te Londen wordt de handelwijze der politie aan eene strenge beoordeeling onderworpen en worden de voorzorgsmaatregelen bij gelegenheid der bijeen komst op het Trafalgar-square onvoldoeude eu ondoel matig genoemd. Het eindigt met het voorstelhet beheer en de regeling der politie aan een grondig onderzoek te onderwerpen. FRANKRIJK. Prins Napoleon heeft een manifest uitgevaardigd waarin hij zegtdat de voorgestelde wet tot uitbanning der prinsen eene wet op verdachten is, en vraagt, hoe bet mogelyfc is, dac men in ééae wet Napoleon en de soldaten der omwenteling gelijk stelt met de Bourbonsdie bestemd zijn om haar te verraden. Hij vraagt, welke misdaad hij bedreven heeft. Hij erkent de republiek als het logische gevolg van het algemeen stemrecht maar hij komt op tegen de be staande grondwet. Hij wil de republiek hervormen, niet omverwerpen en verlangt, dat het volk zijn hoofd kieze. Een lid van den gemeenteraad te Parijs Ruel aan wien door het blad de Lanterne verweten was, dat hij duitscher washeeft zijn ontslag genomen. In de Paris heeft hij verklaarddat dit beweren aanleiding vond in een winkel, dien hij, gelijk andere parijsche kooplieden, vroeger in Duitsohland had gehad Voorts heeft hij bij deurwaarders-exploit eene logenstraffing van het bericht in de Lanterne doen opnemen en in een stuk aan zijne kiezers een door 4000 f-ansehe fa brikanten onderteekend protest aangekondigd, ten bewijze, dat hij uitsluitend werk verschaft aan fransche werklieden. nooit iemand buiten u vernemen zal. Den morgen na den aanslag zocht ik Eduard op zijne kamer op. De deur was niet gesloten Eduard echter niet aanwezig. Ik wilde mij weder verwijderen, toen ik bemerkte, dat uit de kachel een lichte onaangenaam riekende walm opsteeg. Een ongeval vreezend, maakte ik de kachel deur open waarop een half verschroeid stuk Ieder en een nog gloeiend klein koperen slootje voor mijne voeten viel. Beide stukken behoordenzoooa s een enkele blik mij overtuigde, tot eene lederen portefeuille, waarin men geld pleegt te bergen." „Houd op, mijnheer Bergheim Anna was opgestaan, hare stem klonk schor haar geheele lichaam beefde. „Ik geloof u niet ik kan u niet gelooven „Ook niet, wanneer ik u de bewijzen overleg ant woordde Felix „ook dan niet Bij den hemel, Anna, geloof mij, aan mijn hart knaagt de misdaad, waaraan Eduard zich heeft schuldig gemaakt, niet minder pijn lijk dan aan het uwe. Ik heb eenen vriend verloren, die mijverstoken als ik was van alle familie al'es vergoedde wat ouderliefde mij had kunnen verschaffen. Ik begrijp daarom zeer goed hoe pijnlijk mijne mede- deeling u moet aandoen. En tochAnnahoe zeer ik er ook tegen opzag, het was noodzakelijk dat ik n mijn geheim toevertrouwde; ik kon u niet in de handen van eenen eerlooze zien vallen, ik moest u redden De Hemel is mijn getuige dat ik van plan was geweest, de vreeselijke ontdekking, waarmede een toeval mij in kennis stelde zorgvuldig in eigen boezem te bewaren maar ook zonder dat zullen vrees ik genoeg over tuigende bewijzen zijn aan te brengen, op grond waar van de rechters Eduard zullen vuroordeelen. Ik huiver voor dit huis en heb daarom reeds heden Horsten mede gedeeld dat ik voornexens ben met het einde van het kwartaal de zaak te verlaten. Ik ben er in geslaagd, in den loop der jaren een klein kapitaal bijeen te krij gen. Wellicht vestig ik mij later zelf, vooreerst denk ik op reis te gaan, om in den vreemde de laatste treu rige ondervindingen te vergeten. Tracht ook gij te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1886 | | pagina 1