No. 26.
Acht en tachtigste Jaargang
1886,
28 FE BH HA Pil.
ZONDAG
EERSTE BLAD.
DE TABAK.
EEN SLACHTOFFER ZIJAEH HARTSTOCHTEN.
Prijs der gewone Advertentiën:
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
PEUILiLiBTON.
8)
MMAAISCHECOUBANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers f O 06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Koffie thee en tabak zijn er producten waarvan het
gebruik meer algemeen isbe oudens natuurlijk ten
opzichte van de tabak de bedenking dat daarbij slechts
ééne helft van het menschdom in aanmerking komt?
Toch zijn het zaken waarvan het gebruik niet tot de
onmisbare levensbehoeften behoorten wanneer men
bedenkt dat het algemeen gebruik nog van betrekkelijk
korte dagteekening is, dan leveren d?ze gebrande boonen
en gedroogde bladeren een merkwaardig voorbeeld op
van de verander,ngen die het aanschijn der wereld,
ook wat de levenswijze der menschen betreft, in den
loop der tijden ondergaat.
Wat de labak betreft, het scheepsvolk van den ont
dekker der nieuwe wereld zag op de eilanden van Mid-
den-Amerika ten gevolge van de aanvankelijke meening,
dat men door de aarde om te zeilen iu ludië was geland
West-Indië genoemd de inboorliDgen zich bedwelmen
met den rouk van gedroogde bladeren dien zij door
middel van een buis of pijp inzogen. De naam van de
pijp, tabaco, werd bij vergissing aan de plant gegeven
waarvan de bladeren afkomstig zijn en thans spreekt
de geheele wereld van „tabak" en „tabaksplant'en zijn
de meest beschaafde Europeanen even groote liefoebbers
van haren rook als de Indianen ten tijde van Columbus,
1 slurpen zij dien ook niet in zoo sterke mate op, dat
lij gelijk van deze Indianen verhaald wordt alle be
wustzijn verliezen en langen tjjd op den grond blijven
liggen, dronken en in diepen slaap gedompeld. Aan
vankelijk droeg de plant andere namen. De Kardinaal
de Sainte-Croix legaat van den Paus te Lissabon
werd er reeds spoedig mee bekend en voerde baar in
lta ie in waar zij naar zijn naam „Sainte Croix-kruid
werd genoemd. Jean Nicot, gezant van Frankrijk te
Lissabon leerde haar omstreeks denzellden tijd kennen
en was er zoo mee ingenomen dat hij het gebruik
aanbeval aan zijne Koningin Maria de Medicis, als
een middel tegen de hardnekkige „migraine" waaraan
zij letd. De Koningin natn aanstonds de vreemde plant
in b scbermingen van haar kreeg zij de namen van
„Koninginne-plant" en „Medicis-Kruid." Maar langer
bleet de naam standhouden die de plant aan den gezant
ontleende: berba nicotianaNicotiaansch kruid, werd
de wetenschappelijke Latijnscbe benaming en nicotine
wordt algemeen het sterk vergit genoemd, dat uit haar
kan worden bereid.
Toch vond het gebruik van de tabak zoowel het
rooken als Let Bnuiven, aanvankelijk grooten tegenstand.
Niet alleen werd het walgelijk en gemeen genoemd, en
werden de rookers en snuivers bespot en belachelijk
gemaakt maar ook krachtiger middelen werden te baat
genomen. De Turken stelden de doodstraf op het gebruik
van tabak. De Perzeu stelden zich tevreden met den
„Ik wilde n nog opmerkzaam maken op iets wat ik
bij uw bezoek ten onzent verzuimde. De zwarte zijden
doek waarmede mijn vader gebonden was rook sterk
naar eenen eigeoaardigen geur
„Naar extract van deDnenaalden", viel de commissaris
verrast haar in de reden. „De jonge Horsten ontkent
dit parfum te hebben gebruikt."
„Ik geloof het ook niet", zeide Anna blozend, „daar
entegen weet ik zeker dat mijnheer Felix Bergheim
het pleegt te gebruiken."
De commissaris legde de pen neder, bij werd opmerk
zaam. „Wie is die mijnheer Bergheim?" vroeg hij.
„Iemand van het kantoor der firma Horsten en een
vriend van mijnheer Eduard."
„Acht gij het mogelijk dat deze mijnheer Bergheim
de misdaad zou hebben gepleegd
„Mogelijk ja
„Maar, mejuffrouw uw eigen vader heeft toch
Eduard Horsten's gestalte en diens kleeding duidelijk
herkend
„Felix Bergheim gelijkt sprekend op mijnheer Eduard
en grauwe zomerkleêren zijn er meer op de wereld
„Daar Bergheimzooals gij zelf zegteen vriend
van den jongen Horsten isis het nauwelijks te ver
onderstellen dat hij met opzet juist de verdenking
op dezen zou geleid hebben Of weet gij een reden
tot geheime vijandschap tusschen beiden
„Jaik vrees er eene te weten", antwoordde Anna
en weder bloosde zij diep „De jalouzie
De commissaris wierp een blik op het jonge
meisjealsof hij wilde zeggendat zich dit zeer goed
begrijpen liet. Hij liep eenigen tijd gejaagd in hat ver
trek op en neder.
snuivers üen neus at te snijden en den rookers de lip
pen te splijten. In Engeland bedreigde Hendrik yHI
de rookers met zweepslagen en liet Koningin Elisaoetn
pijpen en snuifdonzen verbeurd verk'aren. Het gebruik
vin tabak werd voorgesteld als schadeljjk voor de ge
zondheid en aanprikkelend tot misdaad. Maar ook de
verdedigers bloven niet uitde strijd werd van beide
zijden met kracht gevoerd, en de tabak heelt gezege
vierd. Maar hoe staat het nu met het nadeelige van
het gebruik van tabak voor de gezondheid De vraag
is belangrijk genoeg, want het snuiven neemt af, de
snuifdoozen zullen langzamerhand tot de antiquiteiten
gaan behooren maar het rooken neemt toe. Dat er
misbruik van gemaakt kan worden dat men te veei
kan rooken dat slechte of te zware tabak nadeelig
dat voor niet-volwassen personen, kinderen en knapen,
het rooken schadelijk is wordt niet betwist maar
troostrijk en geruststellend voor menigen rooker is
het gevoelen van v Ie deskundigen die een bijzondere
studie van de zaak hebben gemaaktdat van den na-
deeligen invloed bij volwassen en gezonde personen niet
is gebleken. Menigeen zal daarenboven met instemming,
gegrond op eigen ervaring, ook in onze dagbladen uit
treksels gelezen hebben van een artikel in een Engelsch
geneeskundig tijdschriftwaarin naast een bestrijding
van de bewering dat het rooken nadeelig op de ge
zondheid werkt, den weldadigen invloed van de tabak in
menig ander opzicht in het licht wordt gesteld. Hij za)
gelezen hebben, boe bet rooken een uitstekend middel is
tot verdrijving van onrastontevredenheid gevoel van
teleurstelling of vervelingde bronnen van zooveel on
geluk in de wereld hoe de tabak gedruktheid en som
berheid verdrijftzwareu of eentonigen arbeid verlicht,
den geest opwekt en geschikt maakt om de zorg
waaraan elk menschenleven zoo rijk is, met gelatenheid
te dragenhoe zij vrede en kalmte bevordert, de men
schen tot welwillendheid stemttoorn en drilt kan
breidelen en aLoo door vele storende invloeden al te
wenden het algemeen levensgeluk verhoogt.
Voor Nederland beeft echter de tabak nog een bij
zonder en inderdaad gewichtig belang. Niet alleen
werd hier het eerst in Europa tabak geteeld (in 1615
bij Amersfoort) en is de tabaksteelt tegenwoordig een
niet gering te schatten deel vaü onzen landbouw, maar
hier te lande bestaat thans de groote EuropeeseLe la
baksmarkt. Die handel breidt zich nog steeds uit en
bet sigarenmaken is in ons land een zeer belangrijke
tak van nijverheid, die duizenden werk geeft. Begrij
pelijk is het dan ook dat iedere poging om onze door
hare vrijheid zoo t-loeiende tabak-markt slechts eeDiger-
mate door belastingheffing en de daarvan onafscheidelijke
maatregelen van toezicht en formaliteiten voor de inning
te belemmeren, telken male op een zoo krachtig verzet
stuit. Wij mogen inderdaad, sinds Engeland door de
afscbalfing der suikerbelastiüg de suikermarkt van bet
IJ naar de Theems heett getrokken, wel voorzichtig
zijn en odzo eenige werkelijk bloeiende groote markt
aan geenerlei gevaar blootstellen. De tabakehandel
wordt inzonderheid gesteund door de tabaksteelt in
„Wanneer de zaak zoo staat zelde bij, halt tot zich
zeiven, half tot Anna, „zullen wij ons toch met
dien mijnheer Bergheim moeten bezighouden. Het beste
zal zijn, dat »jj dadelijk eene huiszoeking bij hem doen.
Hebt gij nog i ts op het hartmejuffrouw
„Ik moet rog eene omstandigheid vermelden, die mij
van veel gew eat toeschijnt Mijn vader heeft het num
mer van den dienstman bewaard, die hem de verzonnen
boodschap van zijnen zwager overbracht, en wien vader
daarop naar mij zond. Ik heb opdat de zaak geen
uitstel lijde den dienstman reeds zelve opgezocht en
hem medegtnonen. Hij staat buiten te wachten.
„Bravomejuffrouw gij gaat te werk ais de meest
ervaren pol t eambtenaar."
De commi saris liep naar de deur en riep den dienst
man binnen.
,.Gij weet, waarom het te doen is?" vroeg hij, nadat
de dienstman de gewone vragen beantwoord had.
„Ja mijnbeer de commissaris, ik ken de geschiedenis",
antwoordde de gevraagde kortaf.
„Wie gaf u de boodschap aan mijnheer Waller?"
„Eene mij onbekende vrouw."
„En waar
„Op mijne standplaats, op den heek der Rozen- en
Augustusstraat."
„Ha De commissaris sloeg van spanning met de
hand op de tafel. ^Rozenstraat bij den bemel
daar w ont onze vriend Jonas BallJuffrouw Waller,
ik vermoeddat gij door uwe mededeeling mijnheer
Etuard Horsten eenen grooten dienst bewezen hebt.
Ik zal dadelijk den opgevangen draad vervolgen, ont-
vang voorloopig mijnen vriende ijken dank."
Anna stond op zij begreep den commissaris men
bad haar verder niet noodig. Ook de dienstman wilde
zich verwijderen maar de commissaris hield dezen terug.
„U hebben wij nog noouig", zeide hij „om de on
bekende uit te vinden die u de boodschap van mijnheer
Körbe heeft opgedragen."
De commissaris ging in een zijvertrek en had daar
Nederlandsch-Indiëdie zich naast vele kwijnende land
bouwondernemingen staande houdt en hier en daar
belangrijk uitbreidt. Op Java waren de uitkomsten in
1884 gunstiger dan in het vorige jaar. In de laatste
jaren was het aantal tabaksondernemingen er sterk ver
minderd; in 1882 was het van 102 tot 74 gedaald, in
1883 van 74 tot 54. Wel ging haar aantal ook in
1884 terug van 54 tot 50maar dat was geen blijk
van achteruitgang want van de 54 bestaande onderne
mingen werkten er in 1883 slechts 34 in 1884 waren
er van de 50 bestaande 45 in werking.
Maar niet Java Sumatra is in de laatste jaren het
ware tabaksland in Indië. Aan de Westkust nam de
teelt van tabak in 1884 steeds in omvang toe; in Ben-
koelen gaf zij goede uitkomsten in Palembang was de
oogst overvloedig en de cultuur bij de bevolking zeer
gewild; maar aan Sumatra's Oostkust bloeit zij bij uitne
mendheid. Daar waren in DeliLangkat en Serdang
in 1884 niet minder dan 76 tabaksondememingen in
werkingen de ondernemers maakten schitterende win
sten. De oogst overtrof weer verre die van vorige ja
ren kwam in zijn geheel hier te lande ter markt, en
bracht in 1885 met inbegrip van de verongelukte la
ding van het stoomschip Teucer 28 miljoen gulden op.
Die van L8S3 in 1884 verkocht, bedroeg 19 millioen.
Deze cijlers zijn welsprekend en bewijzen dat de uit
breiding der tabaksteelt den prijs niet heeft doen dalen.
Van den belangrijken oogst werd bijna een vierde
gedeelte aan Amerika verkocht. Geen wonder, dat
zeker bericht uit Nieuw-York hier eenige bezorgdheid
bracht. Een telegram meldde namelijk dat de planters
van Amerikaansebe tabak zicb zouden hebben verstaan
met de bezitters van petroleurabronnenom een ver
hooging te verkrijgen van het invoerrecht op de Sumatra-
tabak voor het geval dat de Nederlandsche Regeering
gevolg mocht geven aan haar voornemen om de in
Nederland of zijne koloniën ingevoerde petroleum te
beiasten. Is het bericht waar dan bewijst het aiweder
het gevaar van het heffen of verhoogen van invoer
rechten hier te lande. In elk geval zal aan het ver
langen dezer samenspannende belanghebbenden wel niet
ten volle voldaan kunnen worden. De ontworpen petro-
lenmbelasting is algemeentreft zoowel de Russische
als de Amerikaanscheen zon dus nooit de eene boven
de andere kunnen bevoordeelen. Zij beoogt alleen een
betrekkelijk gering voordeel voor de schatkistmaar
de maatregel dien de Amerikaansche heeren daar
tegenover zouden willen stellen zou uitsluitend onze
Sumatra-tabak moeten treffende H^yana-tabak zou
er niet onder lijden. De Amerikaansche Regeering zal
dit verschil niet kunnen miskennen. Uitsluitende ver
hooging van het invoerrecht op Sumatra-tabak schijnt
dus uiet te vreezeo al moge ook in het algemeen het
tarief nog iets worden verhoogd en verduidelijkt om
ontduiking moeilijker te maken. De zaak blijft niette
min voor onze tabaksteelt en onzen tabaksbandel van
groot belang, en men mag van onze Regeering ver
wachten dat zij bet mogelijke zal doen om dreigende
gevaren af te wenden.
een onderhoud met twee heeren in burgeraieeQiug.
Toen keerde bij naar den dienstman terug en verzocht
dezen hem te volgen.
Buiten gekomen nam hij het eerste het beste rijtuig
en liet zich met zijn begeleider naar de Rozenstraat
brengen. In een tweede rijtuig volgden de beide
heeren geheim-politieagenten met wie de com
missaris zooeven gesproken had. Op den hoek der
Rozen- en Augustusstraat hielden de beide rijtuigen
stil en stegen de heeren uit.
Het toeval was den jongen commissaris vandaag
bizonder gunstig. Op het oogenblik, dat bij den voet
op den drempel van Jonas Bali's woning zetteging
eene dikke vrouw met een mand onder den rechterarm
de uitgesleten houten trap naar de eerste verdieping op.
De dienstman raakte even den schouder van den
commissaris aan.
„Dat is zij", fluisterde hij, „ik zou de dikke onder
duizenden weder herkennen
De commissaris knikte, verzocht toen zijnen begelei
der in het voorbuis te blijven staan en liep de vrouw
met de mand na die door eene deur der eerste ver
dieping verdwenen was. Op deze deur stond op een
porcelein bordje: „Weduwe Meijer." Daaronder was
een papier geplakt met bet opschrift„In- en verkoop
van gedragen kleederen goud- en zilverwerk enz."
„Boevengespuia 1" mompelde da commissaris, terwijl
hij aan de bel trok. De dikke vrouw deed open.
„Zijt gij vrouw Meijer
„Die ben ik een wantrouwende blik trof den
vreemdeling „wat verlangt gij
De commissaris trad de kamer binnen en trok snel
de deur achter zich toe.
„Ik ben commissaris van politie en zal n op staan-
den voet in hechtenis doen nemenwanneer gij mij
niet zegtwie u heeft opgedragen in den avond van
den II September eenen op den loek der Augustus-
en Rozenstraat geposteerden dienstman naar den boek
houder Waller te zenden."