No. 39. Acht en tachtigste Jaargang. 1886. WOENSDAG 31 MAART. FANFARO. Prijs der gewone Advertentiën: (3)fficiêcl (ftcbeelte. De concessionarissen zullen den aanleg van de hoofdhuizen af tot in de woningen der verbrui kers voor zoover zij aan de hoofdbuis gelegen zijn, voor hunne rekening maken en onderhoudea, terwijl in de verdere leiding binnen 's huis met inbegrip van de werken door stoepen muren of fnndeeringen en der binnnen de huizen te plaatsen afsluit- of tapkranen door de verbruikers zeiven zal worden voorzientenzij zij de vervaardiging daarvan ten hunnen koste aan de concessionarissen opdragen. BttiUalAttb. JE3XJI3L-3L.es "Ï-Oisr. Een oogenblik stond hy in tweestrijd. Hjj draalde Maar vat stelde de verduivelde figuur voordie «ij ALKMAARSCHE COUR ANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 8 nummers f 0-06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HESMs. COS- TER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR herinneren aan de ingezetenendat art. 6 der concessie voor de duinwaterleiding het volgende bepaalt Burgemeester en Wethouders voornoemd; Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 29 Maart 1886. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. BELGIE Uit de latere berichten omtrent de door de aanvoerders der zoogenaamde werkliedenparty te Brussel op den 25 belegde samenkomst, om te protes teeren tegen de schandelijke houding der belgiache bewindhebbers en overheden in het bassin te Luik en om uitdrukkelijk de solidariteit uit te spreken van den werkmansstand, zijn de volgende bijzonderheden gebleken. In de zaal waren ongeveer 1500 personen tegenwoordig. Burger Renard (Vos) was voorzitter en gaf te kennen, dat de vergadering bijeen geroepen was om te protes teeren tegen het vermoorden der arme mijnwerkers, door de ellende genoopt om den arbeid te staken en om het gedrag der verfoeielijke regeerders naar ver diensten te brandmerken. Burger Verijcken trok heltig te velde tegen de pers zoowel liberale als klerikale die niet ophield de werklieden te belasteren het volk verdeelende in arbeidenden en genietenden enz. De ware oorzaak der crisis lag daarin datofschoon de werkman broodeloos wasde kapitalisten den moed misten om de lichte vrouwen deD bons te geven die zij met de groote nitkeeringen hunner mijnaandeelen onderhielden. Seraing was thans door troepen bezet alleen omdat de graaf van Vlaanderen aandeelhouder was. De Koning was het er uitsluitend om te doen, om de belangen van zijn broeder te behartigen. Aan de schandalen van het censusstelsel moest het volk een einde maken enz. Ten slotte wekte hij op om op den 13 Juni met kalmte te manifesteeren. Het oogenblib was voor de werkliedenpartij nog niet gekomen om hare bracht te toonen. Een redacteur van het blad le Peuple (het Volk), waarvan de verkoop den 28 te Brussel verboden is, beschuldigde de overheid van het Novelle van STEFANIE KEIJSER. 5) Toen Melanie in haren grijzen mantel licht kenbaar, door een bediende van het stiftsgebouw gevolgd, zich naar huis begafvolgde de jonge philosoof haar met groote schreden. „Zou dr. Gerhard van plan zijn die bejaarde dame te trouwen F" vroeg de vrouw van den rector der uni versiteit aan haren man. „O neen", antwoordde deze„zij is voor hem slechts het oordat zijne nog niet gebouden voorlezingen aanhoort." „Nu wie zal het zeggen", fluisterde een boosaardige stem. W ij leren in den tijd der renaissance; antiqui teiten zijn hoog in prijs." „Maar Papa" klaagde Elsahare hand vertrouwelijk op den arm van den overBte leggende„Mijnheer van Bartenstein heeft den geheelen avond met juffrouw von Seebergen gesproken." „Kindliefik kan Bartenstein niet bevelen met wie hy zich onderhouden moet. Juffrouw Seebergen is ongetwijfeld reeds ouder dan men wel denkt; maar zy ziet er nog zeer goed uit en daarbij weten zulke dames de heeren veel beter te behandelen veel belangr^ker te onderhouden dan jongejuffrouwen die steeds ridder diensten verlangen en daarvoor jong zijn. Dat is zeer weinig. Voor het overige hebt gy n niet de heeren te kiezon die u bevallen maar te wachten tot men u kiest. Dat moet gij niet vergeten al denken Miss Smith en haar „Duitsche vlag" er ook anders over. Die willen Bartenstein inpalmen Dat is een kerel. Ret doet m\j genoegen, dat deze flinke officier in ons regiment gekomea is. Nu, rust wel, Elsa, ga maar «lapea, Yoor vandaag hebt ge domheden genoeg begaan." opzettelijk uitlokken van ongeregeldheden om ze op bloedige wijze te kunnen onderdrukken. In het ko ninklijk paleisde ministerien en het stadhuis scholen de ware stokebranden. Ten slotte werd op voorstel van den voorzitter de volgende motie bij acclamatie aangenomen Overwegende dat de regeering door haar optreden haat zaait onder de burgers dat het de taak van den Staat is, om de zwakken en verdrukten en niet de groote industriëelen te beschermen dat de regeering, door de troepen op de werkstabirs te laten schieten haar plicht verzaaktVeroordeelt het gedrag der regeering en verklaart zich voor algemeen stemrecht dat alle voorrechten zal doen ophouden en den Staat tot beschermer der verdrukten zal maken. Een protest tegen deze motie van een anarchistdat algemeen stemrecht niets baten zou en dat van de maatschappij het onderste boven moest worden gekeerd, werd even krachtig toegejuicht. Onder de biljettendie haastig op de muren der huizen werden geplakt na afloop dier samenkomst, was er eendat aldus eindigdeLaat ieder het hol dat hij bewoontin brand steken en dan gullen wij samen gaan wonen in de Leopoldsicijk." Een der in hechtenis genomen aanplakkers van deze biljetten was een koetsier buiten betrekking. Den 26 werd een ministerraad gehouden die bijge woond werd door den burgemeester van Brussel. Ten gevolge van de daarin genomen besluiten werd het garnizoen aldaar gereed gehouden om zoo noodig naar Charleroi op te rukken. In dat geval zou de schutterij gedeeltelijk den garnizoensdienst waarnemen. Generaal van der Smissen vertrok den 27 's morgens 5 uur met den geheelen generalen staf en twee bataillons troepen van Brussel naar Charleroi en aanvaardde den 28 het opperbevel over de troepen aangewezen ter handhaving der orde in de provinciën Luik en Hene gouwen. Hij vaardigde eene bekendmaking uit, dat bij het onderdrukken van den opstand zonder genade zou worden te werk gegaan. De regeering riep verder de miliciens der lichting van 1882 en 1883ten getale van 20000 man op. De officieren der burgerwacht werden gemachtigd zich van revolvers te voorzien gelijk die der officieren van het leger. De werkstakingen in den omtrek van Charleroi zijn den 25 in eene steenkolenmijn te Fleurus begonnen. Den 24 betaaldag spoorden eenije werklieden niet tevreden met het hun uitbetaalde geld hunne makkers aan, het werk te staken, waaraan gehoor werd gegeven en deze werkstaking werd binnen korten tijd op bijna alle fabrieken en in alle mijnen gevolgd. Een bij dui zenden in de fransche en vlaamsche taal verspreid geschriftde Volkscatechismus genaamddat onder het werkvolk een zeer slechten geest gebracht had werkte krachtig mede aan de snelle uitbreiding van die werkstaking. Een der schandelijkste tooneelen is de vernieling geweest van de glasblazerij van den beer Bardouzdiezelf werkman geweeststeeds allerlei „Jadat zeg ik ook", zuchtte zijne vrouwterwijl zijjangs den parkweg huiswaarts gingen. Bartenstein giug alleen naar huis. De zachte westenwind voerde de frissche geuren van het eikenboech in de nauwe straten de sterrenhemel vertoonde zich boven de spitse daken. Het leven in de stad verstomde langzamerhand. Slechts uit de kneip, waar eenige studenten zongen klonk het lied van „Duitschlands zonen" en in de straat, waar de overste woonde, hoorde men de commando's bij het aflossen der wacht. Toen hij op het universiteitsplein gekomen was bleef hij staan voor een huis dat tegenover het stand beeld van den keurvorst stond. Bij het licht van een lantaren zag hij den naam Clusius met gouden letters op den gedenksteen schitteren. Een breede steenen stoep voerde naar do huisdeur waaraan een klopper in den vorm van den driekoppigen helhond Cerberus hing. Achter geen der vensters aan de voorzijde ver toonde zich iichl. „Zij schijnt met de kippon naar bed te gaan", mom pelde Bartenstein terwijl hy de zijstraat op den hoek van het huis insloeg. Hier zag hij een licht schjjnen. Hij ging er op af en stond een oogenblik daarna voor de tuinpoort van het oude huis, wier steenen pijlers met groote kogels gekroond waren terwijl zware ijzeren bouten de deur zelve beschermden, „'t Lijkt wel een vesting", bromde Bartenstein. Naast de poort liep ech ter een muur zoo laag, dat hij er met gemak over heen kon zien. Het licht kwam uit een benedenkamer, waar van de ramen op den tuin uitzagen. De gordijnen waren niet gesloten zoodat men vrij in de kamer kon zien. „Echt kleinsteedsch" dacht Bartenstein. „Van voren tot aan de tanden gewapend terwijl aan de achterzijde alles openstaat." Een dame liep met een licht in de hand door de kamer. „Neen zij ging niet met de kippen naar bed. Zij was nog geheel gekleed. verbeteringen in zijne fabriek invoerde en bij de laatste werkstaking de eischen zijner werklieden, ten getale van ongeveer 1800, ingewilligd had. Nadat een 30tal lansiers hadden moeten wijken voor de steenen waarmede de werkstakers die in grooten getale kwamen opzetten ben wi- rpen begon men met het afsnijden der gas- pijpen om ontploffingen te voorkomen en stormde toen naar de kantoren d e door de beambten in allerijl ontruimd werden. Alle papieren en boeken werden her- en derwaarts gestrooidin de magazijnen sloeg men alles Btuk en men zou den eigenaar met zijn gezin in de smeltbekkens geworpen hebben, zooals men dreigde, bad hij niet geluisterd naar den raad eener vrouw, die hij een dienst bewezen had en ademloos tot hem kwam, roepende: redt uwe vrouw en kinderen 1 ze komen u dooden 1 Alles moet brandenschreeuwde men en op hetzelfde oogenblik brak op wel honderd plaatsen in de magazijnen kantoren werkplaatsen en de modellabriek brand uit. Alles was met petroleum overgoten. Daarna werd het bij de fabriek behoorende kasteel vermeesterd en van onder tot boven vernield en geplunderd en toen alles vernield waswerd het aan 4 kanten in brand gestoken nadat alles zoo in als buiten het huis ook met petroleum overgoten was. De rijtuigen werden uit het koetshuis naar de brandende meubelen vervoerd. De brandkastwelke men niet bad kunnen openen werd in eene stookplaats geworpen. Van alle kanten stroomde men naar deze vuurzee toe, doch er was geen denken aan nabij te komendaar de plunderaars meester van het terrein waren. Men was zijn leven niet zekerwant allen waren dronken van den wijn dien zij gevonden en opgedronken hadden. Kwajongens liepen rond zwaaiende met flesschen wijn; anderen wandelden in de kleeren van den heer Bar- doux en dwongen de nieuwsgierigen, hen te groeten. Overal in den omtrek werden de wegen onveilig. Toen de troepen aankwamen was de fabriek vernield. De hoofd plunderaars waren werklieden van elders uit de steenkolenmijnendoch zij schijnen geholpen te zijn geworden door de glasblazers die door wrok bezield waren ten gevolge van de invoering van een nieuw stelsel van smeltbekkens dat zij voor hunne belangen nadeelig achtten. Tal van personen werden later in hechtenis genomenreeds werden den 27 een 40tal naar Brussel overgebracht. Bij eene botsing tusschen de jagers te voet en eene bende werkstakers bij de glasblazerij van den heer Bougard te Roux ga ven de troepen na de gebrui kelijke sommatiën vuur. Tien oproerlingen sneuvelden waarop de overigen uiteen gedreven werden. De vrouwen rukten zich de kleederen open en liepen met ontbloote borsten de soldaten te gemoetschreeuwende schiet maar toe. Op andere plaatsen werden nog 7 oproerlingen neergeschoten. Het klooster van Soleilmont werd door eene bende bestormd en leeg geplunderdde nonnen en 200 kostleerlingen vlucht ten in den grootsten angst over de velden. Eene fabriek te Couillet bleef behoudendoordat op de even om daarna „Ach watte uiten alsof hij een bedenking tegen een plan verwierp. Nog eens zag hij snel om in 't volgend oogenblik zonder eenig rumoer over den muur springende. Aan den anderen kant bleef hij staan en verkende met scherpen blik het terrein. Hij bevond zich in een kleinen vreemdsoortigen tuin. Een groot met biezel- steenen bestrooid perk was omringd door boompjes in groote kuipeD geplaatst. In het midden sprong een fontein insgelijks door boompjes omringd. Bij het lioht dat uit de helder verlichte kamer op hun bladeren vielherkende Bartenstein ze alB citro en- en olyf- boomen gelijk hij in Zuid-Frankryk gezien had. Steenen banken met zeer steile rugleuningen stond en er onder. De geheele tuin geurde van oranjebloesem Het tegen over hem staande venster der tuinkamer was geopend. Daar stond Eremeterwijl zij een kieine lamp welker vorm overeen kwam met de maansikkel, omhoog hield. Het licht viel hel op haar gelaat. Zij stond naar een groep palmen te kijkenwaar achter een beeld half verborgen was. De jonge damedie 's middags zoo bleek zag toen zij in bet bootje zat, kon dus ook wel roodere wangen hebbende koel ge sloten mond van toen kon dus bekoorlijk lachende oogen die hem zulk een minachtenden blik hadden toegeworpen dat de herinnering er aan hem nog toornig maakte, beschouwden thans iets met ingenomend- heid. Zooals zij daar stond, was zij een schoone figuur. De opgeheven arm waarvan de wijde mouw van een met kant omzoomd Grieksch jakje even teruggevallen was, had een schoonen, ronden vorm, de gordel met een antieke metaalversiering omsloot een slanke taille en de voet op welks turksche met goud geborduurde pantoffels het licht der lamp glinsterde, was fijn en smal. Met zulk een huistoilet bon men genoegen nemen. Het zag er ook niet zoo grootscb uit als de in trotsche plooien omgeworpen plaidm welken hij haar in de boot had zien zitten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1886 | | pagina 1