No. 44.
Acht en tachtigste Jaargang.
1886.
oestanden.
ZONDAG
11 APIUL.
Uit nummer bestaat uit twee bladen.
EEKSTE BLAD.
ALKMAARS6HE COURANT
Prijs der gewone Advertentiën:
won l'rlJdag, O l|»rïl i§8ö
UklIVAIISCni! COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers f O 06.
AR ia "O
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Behoorende bij de
GEMEENTERAAD.
No. 3. Zitting van Woensdag 7 April 1886.
Voorzitter de Burgemeester A. Maclaine Pont.
Tegenwoordig 14 leden. Afwezig de heer Mr. A. P. deLange.
De Voorzitter opent de vergadering, waarna
1. wordt overgegaan tot de beëediging van den heer A. Co-
nijn Az., daar geene bezwaren zijn ingekomen tegen het raads
besluit van 3 Maartom dien lieer als lid van den raad toe
te laten. Daartoe besloten zijnde wordt genoemde heer door
den secretaris de vergaderzaal binnengeleid waarop bij in
banden van den Voorzitter aflegt den bij art. 83 der grondwet
bedoelden eed van zuivering en den bij art. 39 der gemeente
wet voorgeschreven eed
Na door den Voorzitter geluk te zijn gewenscbt met bet
door de kiezers in hem gestelde vertrouwenneemt hij zitting.
2. Vervolgens worden de notulen der vorige vergadering
gelezen en goedgekeurd.
Zijn medegedeeld de sedert de vorige vergadering
ingekomen stukken.
Van Gedeputeerde Staten.
3. Brief ten geleide van bet goedgekeurde raadsbesluit tot
voldoening van f 400 uit den post voor onvoorziene uitgaven
der gemeente-begrooting voor 1886 aan de afdeeling Alkmaar
der iioll. Maatschappij van Landbouw.
4. Brief ten geleide van het bij kon. besluit van '20 Maart
1886 tot 1 April 1889 goedgekeurde toltarief op den Hoever-
schelpweg
5. Brief der commissie voor de gasfabriek ten geleide van
het verslag omtrent deu toestand dier inrichting over 1885 en
van de winst- en verliesrekening en de balansopgemaakt
31 December.
6. Verslag der commissie van toezicht op het middelbaar
onderwijs omtrent den toestand van dat onderwijs over 1885.
7. Jaarverslag van regenten van het burgerweeshuis omtrent
den toestand dier instelling over 1885. In dat jaar wfrden
opgenomen 5 weezen2 jongens en 3 meisjes waaronder 3
bestedelingen, vertrokken 2 jongens en 1 meisje wegens het
hereiken van den lSjarigen leeftijd en overleden 1 jongen en
1 meisje.
De bevolking bestond dus op 31 December uit 40 weezen,
15 jongens en 25 meisjes. De gezondheidstoestand was zeer
gunstig. Het ingebrachte arbeidsloon bedroeg van 10 jongens
1 434 61.
In het r. k. weeshuis werden op 31 December 24 tot dit
gesticht behoorende weezen verpleegd, waarvoor 972.65 be
taald werd.
8. Jaarverslag van regenten van bet mannen- en vrouwen
gasthuis, als beheerende de staös-apotheekomtrent den toe
stand dier instelling over 1885.
In die inrichting werden 20457 recepten gereed gemaakt of
gemiddeld ruim 56 per dag; in 1884 waren die cijfers 17929
of gemiddeld ruim 49 per dag en in 1883 15969 of 44 per dag.
De drukste maand was Juli met 2142, de stilste November
met 1473 recepten de drukste dag 9 Februari met 107 de
Geboord bet verslag der commissie van 3 leden uit zijn mid
den die den staat van voorschreven woningen hebben onder
zocht en de belanghebbenden gehoord
Overwegendedat uit dat verslag blijktdat voorschreven
.il- verklaard moeten worden en wel,
igens onvoldoenden staat van
mg; onder letter b. wegens
Jen staat van onderhoud en
f noodzakelijk wordtonder
tn onderhoud en onreinheid
iten wordenindien alle on
inwendig in voldoenden staat
lat vernieuwd, de straat ach-
;eel aan de duinwaterleiding
d. wegens gebrek aan lucht
gemis van een privaat en
londer letter e. wegens ge-
Idoenden staat van onderhoud;
inrichting, onvoldoenden staat
dwater in de woningen, gebrek
atenonder letter g. wegens
adgebrekkige inrichting en
wegene onvoldoenden staat
aan drinkwater en het ont-
der politie-verordening op bet
i 885
Tö8ÏT (Gemeentebl. Nr. 105).
ar te verklaren de hierboven
omschreven perceelenzul-
ïr letter c. omschreven perceel
zoodra de aangegeven ver-
genoegen van Burgemeester
vruchtgebruiker of beheer-
louwen te bewonen of te ge-
anderen ter bewoning of in
jpeubaar zal worden gemaakt
neester en Wethouders in de
aanplakking op de plaatsen
lijke bekendmakingen worden
oonbaar verklaarde perceelen
en Wethouders voornoemd,
IA CL A INE PONT.
De Secretaris,
'UT van deu VEEN.
in de Belgische mijn- en
rengeu ons die te Londen
i voorafgingen. Dezelfde
fc om anderen schade te
mt verbetering van eigen
eeft zich daa bij geopen-
iers tot het oproer en de
■uaschen houdt bet Par.e-
'egen welke maatregelen
ien tot verbetering van
ten toestand. Wanneer
het getal menechen die
bestaan allengs vermin-
en op de werven gebrek
-"-vu UK-.-
zoomden mantel om.
Terwijl zij het lange, bruine haar met vlugge vingers
ineen vlocht en met een kam van schildpad tot een
kapsel vereenigde vertelde zij „Juffrouw Clusius heeft
hier spoedig kenoissen gekregen. Toen ik gisteren met
Darling wandelde, zag ik baar met luitenant van
Bartensteiu den boschweg afkomen. Hij voerdfB zijn
paard bij den teugel achter zich."
„Ge hebt den kam even Ie scheef gestoken Lina",
viel Melanie haar in de rede. „Zoo, nu is 't beter."
Ondanks hare uiterlijke rust was zij zeer ontsteld.
Al hield zij ook Bartenstein voor een volmaakt cava
lier zij wist echter ookdat hij iemand was die
in den omgang met dames een sche'mstukje even ge
oorloofd vond als in den paardenhandel. En al zou
eene andere dame dit zoo zwaar niet opvatten Ereme
zou 't diep kunnen beleedigen. Zij beschouwde het als
een plichthare vriendin te gaan waarschuwen. „Ik
zal uitgaan'', zeide zij tot het meisje toen baar kapsel
gereed was.
„Er schijnt regen te komen", merkte het meisje op,
naar de donkere wolken wijzende.
Melanie begreep dat men niet eerst thuis een regenbui
kan afwachten als mon eenen ulaan inhalen wil en
koos dienovereenkomstig haar costuum.
Toen Darling den hoed zagbegon hij hard te
blaffen. Nu naar eene vriendin mocht het kleine
goed opgevoede hondje wel mede.
zij elegante damesdaar
itige uur wbb dat de col-
n-officieren van het exer-
pagesook die van den
ianjeianen. Miss Smith's
rschijnenden militair met
ie die als dochter eener
de gewoonte bad de ge
ïnd te brengen bedacht
on ontmoet hebben. Zij
0anen. In plaats van hem,
reed luitenant Kronheim op zijn Engelsch paard voorbij,
de hand aan de czapka en de oogen naar Miss Smith
gericht.
In eene straat der oude stad ontmoette zij Elsa van
den overste met hare vriendin. Het viel Melanie niet
moeieiijk te gissen waarom ook zij zich op den weg
van e ulanen-officieren bevonden waarom zij een
weinig ontevreden keek. Gelukkig kwamen er twee
studenten aan, die de taak van troosters op zich namen.
Melanie glimlachte om de kleine intrigues, die zij om
zicb ontwaarde.
In Ereme's huis kwam de doktersweduwe haar
tegemoet.
„Goeddat gij daar zijtjuffrouw von Seebergen.
Ik kan in 't geheel niet met Ereme over weg. Zij is zoo
opgewonden en wordt dadelijk heftig. Ik geloof, dat zij
in Griekenland haar maag bedorven heeft met de vele
olie. 't Is geen fijne keuken om alles met olie te
bakken en ik begrijp niet, waarom de oude Grieken
hunne godin zoo dankbaar voor den olijfboom geweest
zijn. Ereme zit in de tuinkamer. Ga naar binnen
als 't u belieft. Ik heb nog iets in de keuken te doen."
Melanie opende de deur der kamer. Oranjebloesem-
geer kwam baar te gemoet. De vleugeldeur bij den
tuin stond open de schaduwen der olijven- en orauje-
boomen vielen op den steenen drempel. Het was koel
en schemerig in het vertrek dat Melanie zoo lang zij
in het huis der familie Clusius verkeerd had steeds
aan werk isdat de landverhuizing afneemt en de be
volking jaarlijks met 300.000 zielen toeneemtdan
begrijpt men dat menigeen de toekomst met bezorgd
heid te gemoet gaat. Wat is er te doen om de
groote bezwaren aan dien aanwas der bevolking zon
der vermeerdering van werk verbonden te overwinnen?
Op een verbetering van den binnenlandscben toestand,
zoo spoedig en zoo belangrijk dat zij daardoor weldra
zouden wegvallen schijnt men niet te bunnen reke
nen en daarom meent men in den laatsten tijd in
zonderheid den raad te moeten geven om voor de vele
werkeloozen arbeid en brood te zoeken buiten 's lands,
in de koloniën. Engeland is in dit opzicht rijk be
deeld en van sommige zijner buitenlandsche bezittin
gen is het klimaat van dien aard dat ook de Euro
peaan er allerlei soort van arbeid kan verrichten. Van
daar aandrang bij de Regeering om de kolonisatie te
bevorderen.
Het is gebleken, dat de Regeering bereid is zooveel
mogelijk hare medewerking te verleenen. Men heeft
baar verzocht aan do plaatselijke besturen door het
geheele land officiëelo inlichtingen te verstrekken ten
behoeve vau allen die genegen mochten zijn in de
koloniën een beter lot te zoeken en de Regeering
heoft bereids mededeeling gedaan van hetgeen het Mi
nisterie van Koloniën reeds in overleg met andere
departementen had verricht om aan dat verzoek te
voldoen. Waarschijnlijk zal even bereidwillig worden
voldaan aan hetgeen men daarenboven verlangt, en zal
de opricht ng van een kolonisat'e-bureel aan bot Mi
nisterie van Koloniënbestemd om aan de landver
huizers vertrouwbare inlichtingen te geven om hun
raadgever en gids te zijn wei evenmin bijzonderen
tegenstand ondervinden als het verzoek om van regee-
ringswege de hulpbronnen der verschillende koloniën
bekend te maken onder de aandacht te brengen voor
welke landbouwondernemingen de grond geschikt is en
aan welke zaken er behoefte bestaatten einde onder
nemers kooplieden en fabrikanten tot wegwijzer te
dienen en hen op te wekken tot proefnemingen waarvan
een gunstige uitslag mag worden verwacht.
Wie zal het nut van dergelijke g ede voorlichtingen
en juiste mededeelingeu betwisten? Maar wanneer
men er van verwachtdat zij tot een kolonisatie op
eenigezins uitgebreide schaal kunnen leidendan ge-
looven wij dat men teleurgesteld zal worden. Een be
volking die geenerlei middel van bestaan heeft, is in
den regel ook weinig bekwaam en geschikt tot eeaigen
arbeid, althans slechts gewoon aan eene bepaalde soort van
arbeid, juist niet altijd de soort waaraan in de kolo
niën behoefte zou bestaanvandaar dat men in de
koloniën zeiven niet verlangend naar hare overkomst
uitziet. Wat zal men b v. met fabriekarbeiders in de
koloniën beginnen tenzij men er fabrieken heeft waarin
zij werk kunnen vinden? Hoe zullen er boerenarbei
ders te recht komen tenzij landbouwers of veehouders
hunne bulp verlangen? Ncord-Amerika is tegenwoordig
zelfs onwillig landverhuizers zonder middel van bestaan
op te nemen. Alleen bij die in staat is zijn overtocht
zoo gekend had als 't nu nog was. De wanden waren
naar Pompejiscbe wijze rood geschilderd de sofa met
roode kussens in witte rechte bouten lijsten, was ge
heel ovetkomstig met de stijve stoelen met steile rug
leuningen en de daarvoor staande voetbankjes op twee
kleine tafeltjes naast de sofa stonden twee sierlijke
vazen mot nauwe halzen en rechthoekig gebogen ooron.
Tegenover het midden der tafel verhief zich als altijd
het witte beeld van Palias Athene.
Ereme zat in de deurmet den rog naar de kamer
gekeerd en schrikte eenigszins toen Darling plotseling
naar haar toetrippelde. Zij scheen in gedachten ver
zonken geweest en zich eerst te moeten bezinnen.
Daarna reikte zij Melanie de hand en namen beiden
naast elkander op de sofa plaats, terwijl Darling spoedig
op een der voetbankjes een rustig plekje zocht en met
een zucht insliep.
„Het speet mij zeer, dat ik u onlangs niet ontvangen
kon" zeide Melanie „en dat gij mijne uitnoodiging niet
aannaamtmet mij naar het concert te gaan. Gaat
gij niet meer uit
„Neen, ik gevoel mij niet in de maatschappij zooals
zij nu is thuis", antwoordde Ereme ontwijkend.
„Zou het niet beter zijn, u er bij aan te sluiten?"
vervolgde Melanie. Men raakt anders geheel uit zijn
tijd. Wij zijn beiden in eene geheel andere omgeving
opgegroe d als die van heden. Gij in den geest der
oude wereld ik in de begrippen der verouderde wereld
vau een klein hof. En ik vind", ging zij met meer
nadruk voort„dat de vrouw, die zich vrijwillig uit de
maatschappij terugtrekteen groot voordeel prijs geeft.
De maatschappij vormt een beschermenden muur om
elk, die tot haar behoort; de alleen staande vrouw
treedt eveuwel juist daarom uitdagend togen den man
in 't algemeen op, omdat de ijdelheid der mannen niet
verdingen kan, dat wij meenen ook zonder bescherming
onzen weg door het leven te kunnen vinden."
Ereme scheen te begrijpen wat Melanie bedoelde.
„Ik zal de hulp der maatschappij niet inroepen om