No. 44.
Acht en tachtigste Jaargang.
1886.
ZONDAG
11 APRIL.
oestandcn.
Prijs der gewone Advertentiën:
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Eijk f 1,
De 3 nummers f 0.06.
Ar ïa 31
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEMb. 008-
TEE ZOON.
veehouder alhier om inedetieeling ouder welke bedingen ver
gunning tot het maken van uitgangen van een perceel grond aan
het Zeglis, kadaster sectie 1'Nr. 478, op en het leggen van
rioleeringen in den gemeentegrond kan verkregen worden
wanneer die grond als bouwterrein in 21 perceelen verkocht
wordt.
Gesteld in handen van Burg. en Weth. om bericht en raad.
13. Verzoek van .T. Holland te Nieuwer Amstel, om ver
gunning tot, het leggen van rails van het station te Alkmaar
tot, aan het kanaalvoor zoover die grond acn de gemeente
Alkmaar behoortten behoeve eeuer geprojecteerde stoomtram-
lijn van af 't station te Alkmaar over de Koedijker Vlotbrug,
Ooit- eu Westdorp met een zytak naar de herberg „de Rus
tende Jager" te Bergen en over" Egmond aan den Hoef naar
Egmond aan Zee. Ter visie gelegd.
14. Verzoek van C. de Groot, koopman en reeder te Egmond
aan Zee, G. E. A. van Hall. geëmployeerde aan de koninklijke
fabriek van stoom- en andere werktuigen te Amsterdam en
H. H. P. de Wit, oud-kapitein der artilleriecommissaris der
Sehielandsche tramweg-maatschappij, te Rotterdam, om concessie
voor een stoomtramlijn van Egmond aan Zee naar Alkmaar
langs den Egmonder straatweg en den schelpweg door het
dorp Egmond aan den Hoef, om even door het dorp laatstge
noemden weg te verlaten naar de Hoevervaartde lijn op den
djjk langs die vaart loopende te leggen en te volgen tot in
de nabyheid van de Kalkovensbrug aldaar de vaart overste
kende, om den Meerweg te volgen tot op den Westerweg, dere
langs gaande en ombuigende naar Scharloo, om aan het station
voorloopig te eindigen.
15. Verzoek van de wed. Zeeman om vergunning tot het
leggen van een riool naar het gemeente-riool van uit haar per
ceel aan Varnebroek wijk E, No. 229.
Nos. 14 en 15 gesteld in handen van Burg. en Weth. oai
bericht en raad.
16. Dankbetuiging van G. W. van de Pol voor zijne be
noeming tot marktmeester der kleine veemarkten.
Voor kennisgeving aangenomen.
Zijn in behandeling genomen de volgende voor de leden
ter lezing gelegen hebbende stukken.
Van de commissie van financiën.
17. Rapport op de rekening der kamer van koophandel en
fabrieken over 1885, sluitende in ontvang en uitgaaf op 100.
De commissie stelt voor haar onveranderd goed te keuren.
Goedgekeurdde heer T. L. Koorn lid der kamer blijft
buiten stemming.
18. Rapport op de rekening van de commissie van toezicht
op het stedelijk muziekkorps over 1885 sluitende in ontvang
en uitgaaf op een bedrag van t 2499.53.
De oommissie die voor de eerste maal met genoegen van
deze rekening kennis nam stelt voor, de rekening goed te
keuren, Aangenomen.
19. Rapport, op het verzoek van regenten van het burger
weeshuis om machtiging tot het doen van af- en overschrijvin
gen in hunne begrooting voor 1885.
De commissie stelt voor, die machtiging te verleenen, behou
dens het nader grondig onderzoek der uitgaven by het nazien
der rekening. Aangenomen.
20. Rapport op een dergelijk verzoek van het burgerlijk
armbestuur en op eene suppletoire begrooting voor 1885, be
dragende in ontvang en uitgaaf 555,09, wordende uit de ge
meentekas eene nadere toelage tot zoo even genoemd bedrag
gevraagd ter dekking van het tekort.
De commissie stelt voor. de gevraagde machtiging te verlee
nen en de suppletoire begrooting goed te keuren. Aangenomen.
Gehoord het verslag der commissie van 3 leden uit zijn mid
den die den staat van voorschreven woningen hebben onder
zocht en de belanghebbenden gehoord
Overwegendedat uit dat verslag blijktdat voorschreven
nerceelen werkelijk onbewoonbaar verklaard moeten worden en wel,
igens onvoldoenden staat van
ng; onder letter b. wegens
ien staat van onderhoud en
l noodzakelijk wordtonder
>n onderhoud eu onreinheid
tten wordenindien alle on-
nwendig in voldoenden staat
lat vernieuwd, de straat ach-
;eel aan de duinwaterleiding
d. wegens gebrek aan lucht
gemis van een privaat en
londer letter e. wegens ge-
Idoenden staat van onderhoud;
inrichting, onvoldoenden staat
dwater in de woningen, gebrek
ttenonder letter g. wegens
tdgebrekkige inrichting en
wegene onvoldoenden staat
aan drinkwater en het ont-
der politie-verordening op het
1885
1885* (^emeente^- Nr.105).
ar te verklaren de hierboven
omschreven perceelenzul-
!r letter c. omschreven perceel
I zoodra de aangegeven ver
genoegen van Burgemeester
vruchtgebruiker of beheer-
muwen te bewonen of te ge-
anderen ter bewoning of in
tpenbaar zal worden gemaakt
neester en Wethouders in de
aanplakking op de plaatsen
lijke bekendmakingen worden
Donbaar verklaarde perceelen
en Wethouders voornoemd,
1ACLAINE PONT.
De Secretaris,
'UT van der VEEN.
in de Belgische mijn- en
rengen ons die te Londen
i voorafgingen. Dezelfde
t om anderen schade te
uit verbetering van eigen
leeft zich daa bij geopen-
iers tot het oproer en de
tuascben houdt het Parie-
vegen welke maatregelen
den tot verbetering van
den toestand. Wanneer
het getal menechen die
bestaan allengs vermin-
en op de werven gebrek
zoomden mantel om.
Terwijl zy bet lange, bruine haar met vlugge vingers
ineen vlocht en met een kam van scbildpad tot een
kapeel vereenigde, vertelde zij: „Juffrouw Clusius heeft
hier spoedig kennissen gekregen. Toen ik gisteren met
Darling wandelde, zag ik baar met luitenant van
Barteusteiu den boechweg afkomen. Hij voerdje zijn
paard bij den teugel achter zich."
„Ge hebt den kam even Ie scheef gestoken Lina",
viel Melanie baar in de rede. „Zoonu is 't beter."
Ondanks hare uiterlijke rust was zij zeer ontsteld.
Al bield zij ook Bartenstein voor eeu volmaakt cava
lier zij wist echter ookdat hij iemand was die
in den omgang met dames een sche'mstukje even ge
oorloofd vond als in den paardenhandel. En al zou
eene andere dame dit zoo zwaar niet opvatten Ereme
zou 't diep kunnen beleeoigen. Zij beschouwde bet als
een plichthare vriendin te gaan waarschuwen. „Ik
zal uitgaan'', zeide zij tot het meisje toen haar kapsel
gereed was.
„Er schijnt regen te komen", merkte het meisje op,
naar de donkere wolken wijzende.
Melanie begreep dat men niel eerst thuis een regenbui
kan afwachtenals men eenen ulaan inhalen wil en
koos dienovereenkomstig haar costuum.
Toen Darling den hoed zagbegon hij hard te
blaffen. Nu naar eene vriendin mocht het kleine
goed opgevoede hondje wel mede.
i zij elegante damesdaar
htige uur was dat de col-
sn-officiereu van het eier-
ipages, ook die van den
stanjeianen. Miss Smith's
erschijnenden militair met
ie die als dochter eener
i de gewoonte had de ge-
oand te brengen bedacht
kon ontmoet hebben. Zij
0-jnen. In plaats van hem,
reed luitenant Kronheim op zijn Engelsch paard voorbij,
de hand aan de ezapba en de oogen naar Miss Smith
gericht.
In eene straat der oude stad ontmoette zij Elsa van
den overste met hare vriendin. Het viel Melanie niet
moeieiijk te gissen waarom ook zij zich op den weg
van e ulanen-officieren bevonden waarom zij een
weinig ontevreden keek. Gelukkig kwamen er tw6e
studenten aan die de taak van troosters op zich namen.
Melanie glimlachte om de kleine intriguesdie zij om
zicb ontwaarde.
In Ereme's huis kwam de doktersweduwe haar
tegemoet.
„Goeddat gij daar zijtjuffrouw von Seebergen.
Ik kan in 't geheel niet met Ereme over weg. Zij is zoo
opgewonden en wordt dadelijk heftig. Ik geloof, dat zij
in Griekenland haar maag bedorven heeft met de vele
olie. 't Is geen fijne keuken om alles met olie te
bakken en ik begrijp niet, waarom de oude Grieken
hunne godin zoo dankbaar voor den olijfboom geweest
zijn. Ereme zit in de tuinkamer. Ga naar binnen
als 't n belieft. Ik heb nog iets in de keuken te doen."
Melanie opende de deur der kamer. Oranjebloesem-
geur kwam haar te gemoet. De vleugeldeur bij den
tuin stond open de schaduwen der olijven- en orauje-
boomen vielen op den steenen drempel. Het was koel
en schemerig in het vertrek dat Melanie zoo lang zij
in het huis der familie Clusius verkeerd had steeds
aan werk isdat de landverhuizing afneemt en de be
volking jaarlijks met 300.000 zielen toeneemtdan
begrijpt men dat menigeen de toekomst met bezorgd
heid te gemoet gaat. Wat is er te doen om de
groote bezwaren aan dien aanwas der bevolking zon
der vermeerdering van werk verbonden te overwinnen?
Op een verbetering van den binnenlandscben toestand,
zoo spoedig eu zoo belangrijk dat zij daardoor weldra
zouden wegvallen schijnt men niet te kunnen reke
nen en daarom meent men in den laalsten tijd in
zonderheid den raad te moeten geven om voor de vele
werkeloozen arbeid en brood te zoeken buiten 's lands,
in de koloniën. Engeland is in dit opzicht rijk be
deeld en van sommige zijner buitenlandsche bezittin
gen is het klimaat van dien aard dat ook de Euro
peaan er allerlei soort van arbeid kan verrichten. Van
daar aandrang bij de Eegeering om de kolonisatie te
bevorderen.
Het is gebleken, dat de Eegeering bereid is zooveel
mogelijk hare medewerking te verleenen. Men heeft
haar verzocht aan do plaatselijke besturen door het
geheele land olficiëelo inlichtingen te verstrekken ten
behoeve van allen die genegen mochteD zijn in de
koloniën een beter lot te zoeken en de Eegeering
heeft bereids mededeeling gedaan van hetgeen het Mi
nisterie van Koloniën reeds in overleg met andere
departementen had verricht om aan dat verzoek to
voldoen. Waarschijnlijk zal even bereidwillig worden
voldaan aan hetgeen men daarenboven verlaDgten zal
de oprichting van een kolonisarie-bureel aan bet Mi
nisterie van Koloniën bestemd om aan de landver
huizers vertrouwbare inlichtingen te geven om hun
raadgever eu gids te zijn wel evenmin bijzonderen
tegenstand ondervinden als het verzoek om van regee-
ringswege de hulpbronnen der verschillende koloniën
bekend te maken onder de aandacht te brengen voor
welke landbouwondernemingen de grond geschikt is en
aan welke zaken er behoefte bestaatten einde onder
nemers kooplieden en fabrikanten tot wegwijzer te
dienen en hen op te wekken tot proefnemingen waarvan
een gunstige uitslag mag worden verwacht.
Wie zal het nut van dergelijke g ede voorlichtingen
en juiste mededeelingen betwisten? Maar wanneer
men er van verwacht, dat zij tot een kolonisatie op
eenigezins uitgebreide schaal kunnen leiden dan ge-
looven wy dat men teleurgesteld zal worden. Een be
volking die geenerlei middel van bestaan heeft, is in
den regel ook weinig bekwaam en geschikt tot eeaigen
arbeid, althans slechts gewoon aan eene bepaalde soort van
arbeid, juist niet altijd de soort waaraan in de kolo
niën behoefte zou bestaanvandaar dat men in de
koloniën zeiven niet verlangend naar hare overkomst
uitziet. Wat zal men b v. met fabriekarbeiders in de
koloniën begirinen tenzij men er fabrieken heeft waarin
zij werk kunnen vinden Hoe zullen er boerenarbei
ders te recht komen tenzij landbouwers of veehouders
hunne hulp verlangen? Neord-Amerika is tegenwoordig
zelfs onwillig landverhuizers zonder middel van bestaan
op te nemen. Alleen bij die in staat is zijn overtocht
zoo gekend had als 't nu nog was. De wanden waren
naar Pompejiscbe wijze rood geschilderd de sofa met
roode kussens in witte rechte houten lijsten was ge
heel overkomstig met de stijve stoelen met steile rug
leuningen en de daarvoor staande voetbankjes op twee
kleine tafeltjes naast de sofa stonden twee sierlijke
vazen met nauwe halzen en rechthoekig gebogen ooroD.
Tegenover het midden der tafel verhief zich als altijd
het witte beeld van Pallas Athene.
Ereme zat in de deur, met den rag naar de kamer
gekeerd en schrikte eenigszins toen Darling plotseling
naar haar toetrippelde. Zij scheen in gedachten ver
zonken geweest en zicb eerst te moeten bezinnen.
Daarna reikte zij Melanie de hand en namen beiden
naast elkander op de sofa plaats, terwijl Darling spoedig
op een der voetbankjes een rustig plekje zocht en met
een zucht insliep.
„Het speet mij zeer, dat ik u onlangs niet ontvangen
kon" zeide Melanie „en dat gij mijne uitnoodiging niet
aannaamtmet mij naar het concert te gaan. Gaat
gij niet meer uit
„Neen, ik gevoel my niet in de maatschappij zooals
zij nu is, thuis", antwoordde Ereme ontwijkend.
„Zou het niet beter zijn u er bij aan te sluiten?"
vervolgde Melanie. Men raakt anders geheel uit zijn
tijd. Wij zijn beiden in eene geheel andere omgeving
opgegroeid als die van heden. Gij in den geest der
oude wereld ik in de begrippen der verouderde wereld
van een klein hof. En ik vind", ging zij met meer
nadruk voort„dat de vrouw, die zich vrijwillig uit de
maatschappij terugtrekteen groot voordeel prijs geeft.
De maatschappij vormt een beschermenden muur om
elk, die tot haar behoort; do alleen staande vrouw
treedt evenwel juist daarom uitdagend togeu den man
in 't algemeen op omdat de ijdelheid der mannen niet
verdingen kan, dat wij meeuen ook zonder bescherming
onzen weg door het leven te kunnen vinden."
Ereme scheeD te begrijpen wat Melanie bedoelde.
„Ik zal de hulp der maatschappij niet inroepen om